zoowel bij alle patroons als bij alle arbeiders. Ook ’n individualisme van afzonderlijke bedrijven moet geweerd; ieder bedrijf moet de maatschappij blijven dienen en niet enkel de patroons en de arbeiders van het respectieve bedrijf. En die eischen van onze solidariteitsopvatting zullen naar onze meening nooit volle practijk worden, zoo arbitrage hier geen reddende hand bieden gaat. Moeten wij zeggen, dat óf wTel onze patroons óf 'wel onze arbeiders voor deze arbitrage-practijk niet zullen te vinden zijn, dan beschouw ik dat als ’n bedenkelijk teeken, dat ’n groeiend socialisme voorspelt. Zeker, wij mogen niemand zedelijkgebonden verklaren, zoo wij die verklaring van verplichting niet rechtvaardigen kunnen krachtens onze moraal. Maar daarom stellen wij slechts de vraag, die geleerderen dan wij hopelijk oplossen zullen. Komt er geen klare, preciese verklaring omtrent den aard onzer sociale verplichtingen, dan vrees ik, dat velen onzer al te lang zoo half en half inde „bonnefooi” zullen blijven, met het gevolg, dat ons solidariteitsbeginsel te lang zal moeten wachten op realiseering. En zoolang de practijk onzer solidariteit op zich wachten laat, zal het Socialisme b 1 ijve n groeien. En wee ons, als, we tot onze solidariteit pas bekeeren zullen, wanneer ons zedelijk bewustzijn gewekt wordt dooreen vreeswekkend ge-, vorderd Socialisme.” Tot zoover de schrijver, uit wiens waarschuwende stem wel heel duidelijk blijkt, dat alle geschetter over „ons heerlijk roomsch solidarisme” niets dan boerenbedrog is. Denkt hij ook maar één oogenblik dat de R.K. arbeiders ook maar iets van dat solidarisme-op-papier verwachten ? Verplichte arbitrage voor R.K., waar zou het toe leiden ? De fout van den schrijver, waartoe hiji vervallen moet, is deze, dat de tegenstelling van belangen tusschen werkgevers en werknemers in werkelijkheid veel grooter is dan hij zich denkt. Een arbitrage min of meer opgelegd van boven af, niet geboren uit den drang der omstandigheden, zal weinig bijdragen tot bevrediging. Strijd van eenige betpekenis is er trouwens in het Zuiden nog niet geweest. Maarde schrijver ziet dien strijd in aantocht, hij begrijpt dat het komen moét. Dit nu wil hij pogen te voorkomen door een tijdig ingesteld instituut dat geschillen zal hebben op te lossen. De harde practijk zal hem en anderen die als hij oordeelen wel leeren, dat er voorloopig niets van komt. Solidarisme is er niet en ’t kan evenmin gemaakt worden. Slechts dan, wanneer de arbeider zijn plaats in het productieproces zal opeischen en door strijd zal hebben verkregen, kan er van solidarisme sprake zijn. Maar daarvoor is noodig wat de schrijver juist zoo sterk vreest; het socialisme. Uit wandelen gestuurd. ’t Gaat de Benjamin onder de organisaties van metaalbewerkers, de Onafh. Bedrijfsfederatie, niet voor den wind. Nog altijd sukkelende aan de kinderziekten is nu reeds het doodvonnis over haar uitgesproken door de Moscousche machthebbers. Op het „congres” van Benjamin, dat op Zondag 29 Mei gehouden is, maakte deze gebeurtenis een punt van bespreking uit. In „Het Volk” lazen we omtrent het „congres” het volgende; „Zondag is in het gebouw van het Plaatselijk Arbeidssecretariaat te Amsterdam het congres gehouden van de onafhankelijke bedrijfsfederatie yan werkers inde metaalindustrie. Inde ochtendzitting werden de afgevaardigden toegesproken door den voorzitter en door vertegenwoordigers van het N.A.S. en eenige andere communistische federatiés, t.w. Blaauw, M. I. Roodyeld, Schilp en Ppsthuma,

Al deze sprekers behandelden het „feit van den dag”, de mededeéling dat de communistische beroepsinternationale (de 1.P.K.) aan Dissel, de N.A.S.-vertegenwoordiger in Moscou had medegedeeld, dat de Hollandsche metaalbewerkersfederatie niet zou worden toegelaten tot deze internationale, op grond van „de j ideologische oplossing dezer federatie en 1 de noodzakelijk geachte aansluiting der | leden bij het N.V.V.” De sprekers keer- i den zich allen tegen deze uitspraak en | spoorden de communistische metaalbewerkers aan de federatie trouw te blijven en zich te verzetten tegen opheffing ook van gedeelten (kleine afdeelingen). De vertegenwoordiger van het N.A.S. deelde mee, dat, nu de breuk met Moscou een feit was, Dissel zou worden teruggeroepen en ter beschikking van de federatie zou worden gesteld, om gedurende een jaar in het land werkzaam te zijn. Het P.A.S. verklaarde, dat speciaal voor de Amsterdamsche propaganda een bestuurder aan de federatie zou worden toegevoegd. Deze mededeelingen vonden in het congres grooten bijval. De jaarverslagen werden, evenals het beleid van het bestuur, na korte discussie goedgekeurd. De rest van de agenda bestond hoofdzakelijk uit organisatorische zaken.” / Een groot deel van de ééndaagsche bijeenkomst is dus weggegaan aan bespreking van de wereldschokkende gebeurtenis, dat Moscou zélf onze peuterige 0.8. W.M. niet eens wil opnemen. Gaan jullie maar liever naar den modernen broer, zoo luidde het bescheid, want aan zoo’n soortement liefhebberijgezelschap hebben we' toch niets. Geef ze daar in Moscou eens ongelijk. De heeren zoeken het maar uit. Intusschen blijkt wel hoe een hopeloos gescharrel het bij onze communistischgezinde broeders is. Dat heeft nu eenige jaren hoog opgegeven van de deugdelijkheid van het R.V.I. en uit dank voor de bewezen diensten wordt onze Benjamin de laan uitgestuurd. ’t Zou om te lachen , zijn als ’t niet zoo heel erg droevig was. Uit de Afdeelingen. DORDRECHT (Corr.) Nogmaals wekken we op tot deelname aan den landdag te Breda op io Juli a.s. Men kan nog drie weken sparen. Spaarzegels zijn bij den bode verkrijgbaar. De totaalkosten van reis en toegang tot de meeting enz. bedragen f 1.25. Nadere berichten in het volgend nummer. * * * Firma Koopman. Bij deze firma is een loonactie ingezet voor een verhooging van 5 cent per uur. Het is daar hoog noodig en als het personeel zich als één man achter deze actie plaatst, zal het wel lukken. Aan deze fabriek wordt zonder vergunning schandelijk overgewerkt. * * * Machinefabriek „De Bieschbosch”. In de bladen lazen wij, dat de bouw vaneen der Amsterdamsche ponten is opgedragen aan de Machinefabriek en Scheepswerf „De Biesbosch”. Tot nu toe kenden we alleen de Machinefabriek „De Biesbosch”. Wijst dit op uitbreiding van deze onderneming? Wij zouden zulks toejuichen, ook al omdat de scheepsbouw te Dordt leelijk in verval is. EINDHOVEN. Breda. Komt gij ook? „Zoek altijd de Gemeenschap, ziji is het kostbaarste wat de menschen hebben.” DUHAMEL. Eindhoven en omstreken grootste centra der moderne arbeidersbeweging in Brabant. Wat beteekent, men verwacht wat van ons! Zomerfeest 10 Juli, Breda!1 In één adem genoemd. Dagen van beteekenis in onze Brabantsche arbeidersbeweging! Dagen van trots, vreugde en genot! Ze zullen komen, onze kameraden van elders met hun vrouwen en kinderen, daarmede het bewijs leverende, te deelen in onzen zwaren strijd. Heerlijk gemeenschapsgevoel! Met trots en vreugde kunnen we vaststellen, dat in grooten getale de makkers komen zullen. Grootscher dan ooit tevoren zal hét makkerfeest plaats hebben. Indrukwekkende demonstratie zal het worden, ontroeren zal ons de groote kameraadschap, omringd door de bloeiende 1 .natuur.

Arbeidsduur inde Metaalindustrie over het tweede en 1 eerste halfjaar 1926. (Eigen Docutnentatie-Bureaut) Het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek van 30 April 1927 bevat Â’t hieronder opgenomen overzicht van den arbeidsduur gedurende het 2<? en ie halfjaar 1926. In Amsterdam, Hengelo, Vlissingen, Breda, Kinderdijk en Beteringen, die,niet inde tabel zijn opgenomen, bedroeg de arbeidsduur gedurende beide halfjaren voor alle in het onderzoek betrokken werklieden 48 uur. Het aantal arbeiders was in het 2e halfjaar 1926 in deze plaatsen resp. 3.374, 1.825, 1.345, 196, 410, 19 en in het ie halfjaar 1926 resp. 3.164, 1.762, 1.308, 195, 348 en 23. Aantal arbeidsuren per week: Aantal Gemeenten. Tijdvak, 45 47 4B 50X of 52 523-jj 53 werklieden Percentages van het aantal werklieden: Rotterdam 2« halfj. 1926 4 35 59 2 7.014 ie n 1926 0.3 5 31 41 221 7.375 Schiedam 2e „ 1926 66 34 – 1.317 ie ~ 1926 28 72 —'' 1.540 Utrecht 2e „ 1926 55 —24 21 980 ie ~ 1926 61 23 16 1.113 Haarlem 2e „ 1926 47 9 39 ——— 6 914 ie ~ 1926 45 10 40 5 981 Â’■ Dordrecht 2e „ 1926 1 20 78 661 ie ~ 1926 12 20 68 703 Delft 2e „ 1926 52 48 353 ie >. 1926 54 46 339 Deventer 2e ~ 1926 22 78 – 2 at. ie ~ 1926 100 315 Winschoten 2e ■ „ 1926 7 93 113 ie ~, 1926 8 92 106 Alle gemeenten 2* ~ 1926 0.3 34 60 127 4 2 0,3 18.764 tezamen i« ~ 1926 45 56 3 17 141 0.3 19.272 Aantal Ondernemingen P, , n leges van het aantal ondernemingen: Alle gemeenten 2e halfj. 1926 1 41071 153—3 1 73 tezamen i* „ 1926 5 n 7i 3 43 31 75 De vermelding aan den kop dezer statistiek dat b.v. te Vlissingen en Kinderdijk de werktijd 48 uur bedroeg, is onjuist. Te Vlissingen was de werktijd gelijk aan dien te Rotterdam en ook te Kinderdijk werd langer gewerkt, o.a. bij de firma J. en K. Smit.

Nieuwe levensverlangens zullen ons dan bezielen en sterken inden komenden strijd. Kameraden uit Eindhoven en omstreken, komen jullie ook ? Eindhoven, de grootste arbeiderscentra uit Brabant, men verwacht, ja eischt van ons wat! Eindhoven en Valkenswaard moet met zijn geheele arbeidersbeweging present zijn. Mocht u nog geen gelegenheid geboden zijn fe sparen, eischt dan van uw afdeelingsbesturen dat zij hun plicht doen. Ons Spaarfonds zegt jullie den weg naar Breda. Het makkerfeest wacht ons wacht ook jou! Zullen jouw voetstappen mededreunen in de kleurige rijen ? Wat heerlijk gemeenschapsgevoel! Namens de Spaarkas-Commissie uit E. B. B. en S. D. A. P. Eindhoven: M. J. GRIEP, Secretaris. Van Speljkstraat 4. HARDINGEN. Scheepswerf ~Welge= legen”. Het is den lezers van onze krant nog wel bekend dat hier voor eenigen tijd terug een staking heeft plaats gehad, welke 4 weken heeft geduurd. Op het laatste oogenblik meende de directie dat ze het ontslag moest eischen van ons lid Gonggrijp, omdat ze veronderstelde dat deze de opruier was. Ten slotte heeft ze dat ontslag niet gehandhaafd en werden allen weer teruggenomen. De zaak, was dus wat dat betrof in orde. We hadden in dit geval gerekend buiten den waard, in dit geval den meesterknecht, of, zooals beter met ’s mans optreden in overeenstemming is, des meester’s-knecht. Zoo’n functie van ’s meester’s-knecht wil toch heel wat zeggen, vooral als die bezet wordt door iemand als onze vriend van Dalen in Harlingen. Een gewoon mensch zou zoo zeggen, zoo iemand, die zelfs aanspraak gaat maken om den meerdere te zijn van de overige werklieden, zou ook op een of andere wijze boven deze werklieden moeten uitkomen. Je zou zoo zeggen dat zoo iemand eigenschappen in zich vereenigd moet heben waar een gewoon arbeider inde verste verte niet aan toe komt. Onze vriend ’s meester’s-knecht aan de werf „Welgelegen” heeft pok ontegenzeggelijk een aantal van die eigenschappen, ; welke ’s mans aanzien onder het overige | personeel met den dag doet stijgen. | Bekwaamheden bezit hij in groote hoe-I veelheid. Hij is zelfs in staat aan een overigens geschoold scheepsbouwer duidelijk te maken wat een waterpas is en waar dat j voor gebruikt wordt. Die arbeider wist dat j natuurlijk niet. Daardoor is ook alleen te ! verklaren dat die man niet wist dat men een waterpas, vooral als het er een is zoo ongeveer vaneen halven Meter, ook zou hebben kunnen gebruiken om eens te zien i of dat hoofd yan dien ’s meester’s-knecht

wel in alle opzichten in orde is. 1 Het zou voor de directie ook wel wat waard wezen indien zij eens van dat laatste op de hoogte werd gebracht. Koppen van koeien telkenen kan hij ook. Nu moet men over dat laatste niet te licht denken. Menschen die hun revenbeeld op een duidelijke wijze kunnen weergeven hebben het ver gebracht inde kunst. Waarop of hij dat deed ? Heb je wel eens gehoord van Papendrecht? Onze vriend van Dalen kan je daar wel wat van vertellen. Welnu, deze heer is werkmeester, is baas op de werf „Welgelegen” te Harlingen. Hij heeft ook een zoon, die meerder... jarig is, doch deze mocht van papa niet meestaken. Hij is toch werkmeester, vooral dat meester, daar zit het hem in. De werkmeester en zijn zoon werkten beiden tijdens de staking door. Van den eerste hadden we niet anders verwacht, van den tweede viel het ons wel een beetje tegen. Den vader hebben wij tijdens de staking ongemoeid gelaten. (Stel je voor, des meester’sknecht van Dalen meestaken!) Zijn zoon is door ons herhaaldelijk gewezen op zijn verkeerde handelwijze. De werklieden verlangden zelfs niet eens graag dat de vader mee in staking zou gaan. Daarvoor waren, zooals men uit het bovenstaande al wel heeft kunnen opmaken, de verhoudingen! van te vriendschappelijken aard. Daarvoor wist hij altijd tegenover het personeel den juisten toon aan te slaan, al moest wegens gebrek aan iets anders deze toon wel eens begeleid worden met eenige vloeken of andere krachttermen. Eén van de ontegenzeggelij kgoede hoedanigheden waarover hij beschikt. Mijnheer bleef dus werken en niemand nam er aanstoot aan. De verhoudingen werden er niet door verscherpt, doch waarom zouden ze er beter op worden ? leder ging na de staking zijns weegs en des meester’s-knecht toonde als voorheen zijn meesterschappen, door alle menschen als kleine jongens te behandelen. Plotseling bereikt ons het bericht dat onze vriend Gonggrijp is ontslagen. We spoedden ter plaatse en daar bleek ons dat de oorzaak lag ineen vechtpartij tusschen des 'meester’s-knecht en eenige werklieden, waarbij de meester gebruik meende te moeten maken vaneen scherpe kraspen (ieder van ons kent zulk een gevaarlijk ding), terwijl Gonggrijp het met de handen heeft afgekund. En dan lezen weden volgenden dag in de „Leeuwarder Courant” dat er molestatie heeft plaats gehad vaneen werkwillige, die met zijn hoofd door de ruiten is geschoten. Het slot van dat bericht zegt ons dan dat de bedrijvers van deze snoode daad bereids door de directie met ontslag zijn gestraft. Molestatie vaneen werkwillige. Wat klinkt dat aardig, nietwaar? De directie heeft de eer van haar fabriek gered. De meester is gehandhaafd. Zonder een nader onderzoek (dien dag was geen der directieleden aanwezig) heeft ze na inlichtingen