Evenals vorige jaren zal op 1 Mei worden gedemonstreerd voor de eischen der arbeidersklasse. Makkers, bereidt U voor op groote deelname! Neemt maatregelen om op den 1-Meidag vrij te zijn!

De Zaterdag j.l. gehouden feestvergadering is schitterend geslaagd. De zaal van café „Neutraal” was uitstekend bezet. Ruim 250 feestgenooten waren bijeen om te genieten van de zeer mooie muziek, ten gehoore gebracht door het symphonie-orkest „Fidelio”. Onze vriend v.d. Born wist de aanwezigen te boeien dooreen prachtige rede. Duidelijk liet hij uitkomen hoe 3 jaar geleden een groepje van 3 verspreide leden, langzaam gegroeid zijnde tot 20 man, een afdeeling stichtte. De jonge spruit ontwikkelde zich, om op 1 Januari 1928 bijna 100 leden te tellen. Op den avond, waar men voor dit feit ineen propaganda-feestvergadering bijeen was, was ’t spreker die de verwachting nitsprak dat er op 1 Jan. 1929 200 leden zouden zijn. Met voldoening kon hij dan ook mededeelen dat zijn verwachting was uitgekomen, de afdeeling nu een flink stuk over de 200 leden heen is en dat er nu hard aan ’t derde honderdtal gewerkt wordt. Spreker zette de beteekenis uiteen van het conflict aan „De Schelde” en dat van de loodgieters en legde er den nadruk op dat onze Bond ongeschokt uit den strijd is gekomen, ja nog in staat is om indien ’t noodig zou moeten zijn, wederom zoo’n conflict te kunnen weerstaan. Het bezit van vacantie, waarvoor de loodgieters 19 weken hebben gestaakt, releveerde hij op een gloedvolle . wijze, om tot slot te wijzen op ’t gebeuren der laatste dagen, het feit dat een gouden bladzijde zal zijn inde geschiedenis onzer moderne arbeidersbeweging, n.l. dat te midden van verwarring en oorlogshitsing, Wl'j> de gesmade en eens vertrapte vierde stand, die geweldige vredes-manifestaties konden ontwikkelen. Niet één andere partij, welke ideologie zij ook nastreeft, was tot zoo iets, in staat. Sprekers rede werd met een welverdiend applaus beloond. Als verdere medewerkers fungeerden Geert Dils, de vertolker van het oude lied en Bartho Mysticus. Dils zong een aantal van zijn leuke, sappige liedjes, welke er bij onze leden ingingen als koek. Bartho Mysticus vermaakte ons met fraaie goocheltoeren. Menige schaterlach klonk door de zaal wanneer er een van onze menschen, welke hem op het tooneel van dienst waren, er zoo leuk inliep. Voor ’t bal was veel animo, daarvoor zijn wij nu eenmaal Zuidelingen. De gérant had voor een aardige verrassing gezorgd. Na de eerste ouderwetsche wals, welke nog zoo graag gedanst wordt, kwam hij met een kist serpentines en confetti aandragen. Onze leden hebben ’t gauwer uitgegooid dan dat ’t opgeruimd zal zijn geweest. Toen de tijd van sluiten aanbrak, mocht de voorzitter dan, zooals in ’t begin reeds gezegd is, constateeren, dat onze feestavond buitengewoon geslaagd was. Kameraden, wij hebben feest gevierd, nu Weder aan ’t werk. De 300 leden moeten er komen. leder op zijn wijze voert de propaganda. Veel, zeer veel is er voor ons nog te doen. Daarover een volgende maal, LEKKERKERK. (B. B.) Op Zaterdagavond 23 Maart a.s. hoopt onze afdeeling een propaganda-feestavond te beleggen in „De Groote Boer” te Lekkerkerk. De spreker van dien avond, onze hoofdbestuurdef C. Oosterhoorn uit Rotterdam, zal behandelen het onderwerp: „Onze vacantie-eisch”. Verder zal door de Arbeiderstooneelvereeniging „Kunst door Oefening” uit Krimpen a/d Lek opgevoerd Worden; „Als je nog een moeder hebt”. De toegangsprijs is zoo laag mogelijk gesteld. Verzuimt dus niet dezen avond bij te wonen. ROTTERDAM. Gemeentelijke Arbeids= beurs. Overzicht der werkzaamheden var. de vakafdeeling metaalbedrijven over de maand Februari 1929 : v Aanvragen van werkgevers: go volwassen en 24 jeugdige mannen Aanbiedingen van werkzoekenden: 471 volwassen en 47 jeugdige mannen. Plaatsingen van werkzoekenden ; 89 volwassen en 15 jeugdige mannen. Voldane aanvragen van werkgev;eJSi 80 ! Volwassen en 15 jeugdige mannen.

STADSKANAAL. In het gezellig clubgebouwtje van de A. J. C. belegde onze afdeel!ng op Zaterdag g Maart j.l. een vergadering, waar Segaar uit Groningen een lezing met lichtbeelden hield over ~De ontwikkeling der ijzer- en staalindustrie”. De opkomst was goed. Een dertigtal onzer leden en tien B-leden van de A. J. C. volgden met groote aandacht zoowel het gesprokene als de lichtbeelden en gaven aan het einde met een hartelijk applaus hun ingenomenheid met het gebodene te kennen.. Het was voor onze afdeeling een goede avond. N mrnrnmm VAASSEN. (B. H.) De ledenvergadering op Donderdag 7 Maart was goed bezocht. De voorzitter deelde mede, dat nu onze afdeeling bijna de 250 leden is gepasseerd, wij ook naar binnen onze organisatie moeten versterken. Daarvoor is inde eerste plaats noodig, dat wij geregeld onze ledenvergaderingen houden en dat deze door de leden worden bezocht, aangezien daar gelegenheid is de belangen van onzen Bond en die van onze leden te behartigen. Nadat de secretaris de ingekomen stukken ter kennis had gebracht aan de vergadering, hield B. F. Hilbrink uit Deventer een inleiding over onze vacantie-actie. Als inzet daarvoor heeft de afdeeling de biljetten onder de personeelen van de ~Industrie” en „Vulcanus” verspreid. Uit de vergadering werden klachten naar voren gebracht over het optreden van den gieterij-chef op de ~Industrie”. Over deze klachten zal een schrijven aan de directie worden gezonden. Na het bespreken van enkele interne aangelegenheden, werd deze goed bezochte vergadering met een opwekkend woord door den voorzitter gesloten. UIT DE mim //rxDMtATiuvr. In harren tijd. (de B.) De winter, die nu langzamerhand schijnt te wijken, zal niet gauw uit het geheugen van het thans levend geslacht verdwijnen. Als een donkere achtergrond van dit barre jaargetijde, staat daar de doorleefde nood en ellende van de talloos velen, die zich door gedwongen werkeloosheid bekrimpen moesten, of die zich welhaast niet meer konden bekrimpen, wier inkomen zóó gering was, dat men zich ineen milder periode de vraag zou moeten stellen, hoe is het mogelijk, dat men nog den tijd doorkomt. Maar dan het armoedig bestaan te moeten rekken wanneer de ijskoude wind de ondervoede lichamen omvangt, zonder dat voldoende kleeding de ergste kou kan afweren, zonder da£ de schamele woning voldoende afweer biedt, de kachel geen warmte meer geeft en het bed zóó slecht is voorzien dat men huivert wanneer men dein elkaar gedoken lichamen neerstrekt, dat men huivert wanneer men ’s morgens . . . Alles wat daartegen gedaan wordt, het is goed en mooi, maar het kan niet anders dan onvoldoende zijn. Daarvoor is de armoede te groot, daarvoor zijnde middelen te gering. Maar leerzaam is het niettemin hoe verschillend de houding van de verbruiks-coöperatie is tegenover den particulieren handel. Het is er verre van de voorstelling te willen wekken dat zij, die inde coöperaties de leiding hebben, beter, warmer voelende menschen zijn dan zij die een of andere particuliere zaak drijven. Maar wel willen wij scherp in het licht stellen, dat de verbruiks-coöperaties andere organen zijn dan de particuliere zaken en daarom andere dingen doen, zich anders 'gedragen. Elke particuliere zaak, hetzij kleine of groote, wordt gedreven om aan zijn eigenaar een inkomen te verschaffen. Een klein inkomen als het moet, een groot als het kan. De winst is het eenige doel, waarnaar gestreefd wordt, winst-maken is het levensbeginsel. Als er geen andere dingen tot prijsverhooging drijven, dan is deze drijfveer al voldoende om prijsverhooging door te zetten als de gelegenheid zich aanbiedt. En de koude bracht die gelegenheid. Want koude beteekent gchaargchte door

stremming van het verkeer, door vernietiging van voortbrengselen etc. Het is natuurlijk, geheel in overeenstemming met den aard, met den grondslag van het bedrijf, dat men die gelegenheid aangrijpt, benut. Hoe geheel anders is het met de Verbruiks-coöperatie gesteld. Zij drijft haar zaken niet om winst, maar om haar leden op de beste wijze van het noodige te voorzien. Daarom heeft de coöperatie, behalve wanneer factoren die zij nog niet beheerscht tot prijsverhooging drijven, een sterken prijsdrukkenden invloed. En zij zal de factoren der voortbrenging beheerschen naarmate haar omvang en beteekenis toeneemt. Maar bovendien hebben verschillende coöperaties al het mogelijke gedaan om het lijden te verlichten van haar leden indien die door de zware tijdsomstandigheden getroffen werden. Ook nu bleek de coöperatie een steun voor de sterken en een steun voor de zwakken. Tot de arbeiders moet het langzamerhand doordringen, dat zij, door tot de verbruiks-cööperatie toe te treden, het kapitalistisch stelsel met zijn neerdrukkende krachten, krachtdadig bestrijden. Alleen zij, die door sleur inden tredmolen van het kapitalisme blijven loopen, bewerken, dat aan het stelsel inden vorm van nieuwe winst steeds nieuwe kracht wordt toegevoerd. Dat zij derhalve niet moeten klagen indien ze de gevolgen van hun eigen doen en laten moeten oogsten. Deze wintertijd roept met grooter kracht de menschen op tot organisatie, tot organisatie inde verbruiks-coöperatie. Het Achtste Congres der Russische Vakvereenigingen. Door S. SCHWARZ (Berlijn), ; (Uit ~De Vakbeweging”.) Enkele dagen voor Kerstmis werd te Moscou, gedurende twee weken, het achtste congres der Russische vakbeweging gehouden. Dit congres moet op iemand, die opgegroeid is inde gedachtenwereld der Europeesche arbeidersbeweging, op het eerste gezicht een imponeerenden indruk maken. Meer dan 1500 gedelegeerden vertegenwoordigden hier ruim xi millioen vakvereenigingsleden, d.w.z. een aantal arbeiders en bedienden, dat nog door geen enkele vakbeweging in welk land ook wordt omvat, een aantal, dat zelfs op het oogenblik niet bereikt wordt door alle bij. het I.V.V. aangesloten vakcentralen tezamen. Bij nader toezien krijgt men echter al spoedig een g Teel anderen indruk, want de vakbeweging inde Sowjet-Unie is op geheel andere wijze samengesteld dan die in Europa, zooals wij haar in Duitschland, Engeland en andere landen van Midden-, West- en Noord-Europa kennen. Alleen de fascistische vakvereenigingen vkn Italië, welker getalsterkte door dwang van buitenaf zoo groot is, kan men natuurlijk alleen organisatorisch en niet ideologisch • tot op zekere hoogte als een analoog geval beschouwen. Het was Tomski, die op het nu gehouden congres in treffende woorden de aandacht vestigde op dit bijzonder karakter van de vakbeweging der Sowjet-Unie, zonder zich blijkbaar ten volle bewust te zijn van de beteekenis zijner woorden. ~Zijt gij een arbeider, een vakvereenigingslid, dan zijt gij niet alleen een burger der Sowjet-republiek met volle rechten, maar hebt gij zelfs zekere privileges. Het bondsboekje beteekent, dat gij deel uitmaakt van de heerschende klasse. Daarin ligt een zeker gevaar verborgen... De bondsboekjes hebben een koers, zooals vroeger de aandeelen dat hadden, en men zegt, dat de waarde van het lidmaatschapboekje de maatstaf is voor de waarde van een bepaalde organisatie. Zoo slaat men b.v. het lidmaatschapboekje van den Metaalbewerkersbond hooger aan dan dat van den Bouwarbeidersbond,” („Trud” van 14 Dec.) Natuurlijk moet men de opmerking over den aandeelen-koers der lidmaatschapboekjes niet woordelijk opvatten, terwijl ook de typeering van de vakvereenigingsleden als volwaardige burgers der Sowjet- . republiek, waar politieke .vrijheden gn de-

mocratische burgerrechten principieel niet aanwezig zijn, slechts betrekkelijk moet worden opgevat. De kern van de zaak is echter door Tomski zeer juist weergegeven: wanneer men niet deel uitmaakt van een organisatie, beteekent dat inde Sowjet-Unie, dat men ineen toestand van volkomen rechteloosheid verkeert. Daarom ziet men hier het eigenaardige verschijnsel, dat de vakvereenigingen zich nooit bezig houden met het werven van leden, maar integendeel alle pogingen in het werk stellen, om de toetreding tot de organisaties zooveel mogelijk te verhinderen.1) Deze eigenaardige phase inde ontwikkeling der 'Russische vakvereenigingen is vooral de laatste jaren zeer duidelijk tot uitdrukking gekomen. Sedert den overgang der Sowjet-regeering tot de z.g. „nieuwe economische politiek” (1921) en tot aan het zevende vakvereenigingscongres, dat einde 1926 werd gehouden, kon men inde Russische vakbeweging een | vage tendentie bemerken om, wat hun opvatting en hun organisatorische methoden betreft, dichter bij de Europeesche vakvereenigingen te komen en tegelijkertijd, wat de vertegenwoordiging van de belangen der arbeidersklasse betreft, een zekere onafhankelijkheid te verkrijgen.2) Op het achtste congres is gebleken, dat deze tendentie intusschen bijna geheel ten uitvoer is gebracht. De vervreemding tusschen de vakvereenigingen en de arbeiders-massa’s, de ontwikkeling der vakvereenigingen tot een instituut, dat de regeering helpt en buiten de massa staat, hebben den laatsten tijd grooten voortgang gemaakt. Zoo moesten op het ' congres de leiders der Russische vakvereenigingen zich al bitter beklagen over ~het onvoldoende vertrouwen der massa’s inde organen”, (Tomski) en over ~een kloof tusschen de vakvereenigings-organen en de arbeidersklasse” (Dogadow, beide .in de ~Trud” van 13 December). Het meest opvallende symptoom van deze vervreemding vindt men inde stakingen, welke „zonder medeweten der organisaties” uitbreken, waar de voornaamste sprekers der vakvereenigings-centralen herhaaldelijk op wezen en die een veelvuldig voorkomend verschijnsel zijn geworden. Volgens de zeer zeker onvolledige door Dugadow gegeven cijfers, zijn immers in het jaar 1926 337, in 1927 396 en inde eerste helft van 1928 (volgens voorloopige gegevens) 90 stakingen (waarbij een klein aantal niet „wilde” stakingen) uitgebroken.3) Het doet eenigszins komisch aan, dat de strategen der „Roode Vakvereenigings Internationale”, welke in alle landen der wereld buiten de Sowjet-Unie propaganda maken voor het proclameeren van stakingen tegen den wil der organisaties in, in hun eigen land een zoo groot aantal „wilde” stakin-1 gen moeten boeken, als in geen enkel ander land, waar een eenigszins ontwik-I kelde vakbeweging bestaat, voorkomt. Deze eigenaardige ontwikkeling der Russische vakbeweging, welke een zekere bureaucratische verstarring der vakvereenigings-organen met zich heeft gebracht, heeft ook nog andere zickelijke gevolgen gehad, n.l. de onbetrouwbaarheid van de menschen, die met de gelden der vakvereenigingen moeten omgaan. Dit euvel was zoover voortgewoekerd, dat in 1927 de gedachte bestond, om inde vakvereenigingen een verzekering in te voeren tegen verduisteringen. Deze gedachte heeft men intusschen laten varen, maarde statistiek der verduisteringen is thans een integreerend deel geworden der bestaande vakvereenigings-statistiek.4) De bestaande tendentie der vakvereenigingen, om niet meer op te treden als de werkelijke organen der massa-beweging, kwam ook tot uiting inde organisatie der congres-werkzaamheden. Bijna de geheele congrestijd werd gewijd aan de behandeling van het verslag van den Centralen Raad van het Al-Russische Vakverbond, van den Hoogen Economischen Raad, van het Volkscommissariaat van Arbeid, enz., terwijl alle andere op de agenda staande punten, welker behandeling van zoo groot belang moet worde geacht voor den practischen arbeid der vakverenigingen, niet werden behandeld tenslotte naar de afdeelingen werden verwezen en hier op den avond voor het beëindigen van het er in groote haast door werden gejaagd. Een dergelijke manier van optreden wer4