Steunt de landarbeiders met volle handen. (la B.) Er komt thans schot inde steunbeweging voor de landarbeiders. Maar . , . wij zijn nog niet tot het bedrag, dat wij zeker halen kunnen en ook halen moeten. De 30.000 per week moeten wij bereiken. Daarvoor doen wij opnieuw een beroep op alle leden der moderne vakbeweging. In deze periode van sterken groei onzer organisaties, waarin herhaaldelijk ook de prachtige geest in onze beweging en de groote activiteit en werklust zoo treffend tot uiting komen, moet de steunbeweging een nieuw bewijs vormen van de kracht der solidariteit, welke in onze beweging leeft. Aan dezen steun mag geen enkel lid zich onttrekken. Wij zeggen dit met nadruk, omdat er nog zijn in onze rijen, die ten onrechte meenen, dat de strijd volledig uit het stakingsfonds van het N.V.V. moet worden gefinancierd. Deze vrienden hebben echter een volkomen onjuiste opvatting omtrent de beteekenis van dit fonds. Aan het stakingsfonds van het N.V.V. betalen alle organisaties mee, precies in verhouding tot het ledental. Sommige bonden storten jaarlijks tienduizenden guldens in dit fonds. Maar daaruit vloeien ook rechten voor alle bonden voort. Het Stakingsfonds is naast solidariteitsfonds ook een vorm van „verzekering”. Üm de rechten van allen zooveel mogelijk te waarborgen, zijn verschillende bepalingen geschapen, welke vanzelfsprekend moeten worden nageleefd. De uitkeering uit het fonds is in verhouding tot de contributie, welke voor het fonds wordt betaald, vastgesteld. Ook de landarbeiders krijgen steun uit het stakingsfonds, maar niet meer dan waarop deze organisatie recht heeft. Zou het N.V.V. inde practijk hiervan afgeweken zijn, dat zou het stakingsfonds ai lang zijn uitgeput en zou er nooit sprake kunnen zijn vaneen sterk fonds, waaraan onze beweging meer en meer behoefte heeft. Het fonds heeft sinds de stichting in 1921 van de circa millioen, welke er in gestort zijn, één mihoen gulden uitgekeerd. Het bezit is nu ongeveer t£ millioen. Dat is naast de vermogens der bonden een mooi bedrag, maar nog lang niet toereikend voor den strijd, welke ons wacht. Wanneer het fonds veel sterker zal zijn dan het nu reeds is, kan overwogen worden den toeslag van ƒ 5.40 per staker en per week te verhoogen. Zoover zijn wij echter nog niet. Dit zij nog eens gezegd aan die leden onzer moderne vakbeweging, die te veel naar het heden en te weinig naar de toekomst zien. Onze strijd is niet van één dag, maar van langen duur. Wij moeten zorgen, dat onze positie zóó is, dat we een strijd van grooten omvang kunnen voeren, zonder onzeweerkracht te verliezen. Daarom is de steunbeweging noodzakelijk. Daarom is het de plicht, maar ook het belang onzer leden elke week, en zooveel mogelijk te offeren voor de stakende landarbeiders in Groningen. Teekent op de lijsten van het N.V.V. I Hoog de solidariteitl Het congres van den Noorschen Metaalbewerkersbond, (B.) Op Zondag 2 Juni, des middags óm 12 uur, nam het 19e congres (19. iandsmote) van dezen Bond inde zaal van het Volkshuis te Oslo een aanvang. Allereerst gaf de voorzitter een mannenkoor de gelegenheid eenige liederen te zingen. Als laatste lied werd „De Internationale” gezongen, dat staande door de congresleden, gasten enz. werd aangehoord; Hierna kreeg de fotograaf gelegenheid van de vergadering een foto te nemen. Bij de daarna door den voorzitter gesproken openingswoorden herdacht hij de gestorven leden, bracht den afgevaardigden een welkomstgroet en sprak meer in het bijzonder woorden van welkom tot de gasten van de diverse zusterorganisaties. Aanwezig waren 91 afgevaardigden en 17 gasten. De navolgende bevriende organisaties waren vertegenwoordigd: Van Noorwegen: het Vakverbond, de iVortnersbond en de Goudsmedenbond ; Voor den Intern. Metaalbewerkersbond: Kon rad lig; Voorts waren vertegenwoordigd: Zweden, Denemarken, Finland, Nederland, Oostenrijk, Duitschland, Tsjecho-Slowakije (Komotau) en Hongarije. Verder was ook aanwezig een vertegenwoordiger van den Russischen Metaalbewerkersbond.

In Noorwegen zijnde communisten bij onzen Noorschen Bond aangesloten. De communisten, ongeveer een 25-tal, begonnen al direct oppositie te voeren. Zij maakten n.l. bezwaar tegen de aanwezigheid van de 3 bestuurders van het Noorsche Vakverbond, dreven het zelfs zoover, dat er over gestemd moest worden of deze drie gasten mochten blijven. Met groote meerderheid van stemmen werd dit echter goedgekeurd. Zoo stelden de communisten o.m. ook voor aan de Communistische Arbeiderspartij alsnog te verzoeken een afgevaardigde naar het congres te zenden. (Jok dit voorstel werd verworpen. Van de niet-communistische afgevaardigden kwam echter geen enkele in verzet tegen de aanwezigheid van den afgevaardigde van den Russischen Metaalbewerkersbond. De binnen- en buitenlandsche gasten werden inde gelegenheid gesteld hun begroetingsreden te houden. De Rus Aleksej Lukovtzev gebruikte deze gelegenheid om tekeer te gaan tegen de Internationale te Amsterdam en verheerlijkte de communistische organisatie. Wij waren natuurlijk kapitalistenknechts enz. enz., hetzelfde lied en dezelfde wijs als de communisten hier ten gehoore brengen. Onze Internationale secretaris heeft den Rus op behoorlijke wijze van antwoord gediend. Na al deze misère kwam een nieuw geschilpunt. De leiding van het congres is in handen vaneen daartoe te benoemen congres-commissie. Ook hierin trachtten de communisten hun menschen benoemd te krijgen, hetgeen ook weer een mislukking werd. Bij de vaststelling van de dagorde stelden de communisten voor aan de agenda als punt van bespreking toe te voegen: de internationale aansluiting, met de bedoeling, dat het congres zou besluiten tot afscheiding van den Internationalen Metaalbewerkersbond, om daarna te besluiten met de Russen een nieuwe internationale van metaalbewerkers te stichten. Over deze vraag vroeg ook de Rus, die als gast aanwezig was, opnieuw het woord, wat eerst werd afgewezen, doch later toch werd toegestaan. Inmiddels was de Rus ziek geworden en had hij zijn rede op schrift gesteld. Of hij zijn rede toch nog zelf heeft kunnen uitspreken, of dat zij is voorgelezen, is mij niet mogelijk mede te deelen, daar deze zaak nog niet was afgewerkt, toen ik op Vrijdag 8 Juni Oslo verliet. In het congreswas echter, dat was wel merkbaar, geen meerderheid voor de plannen van de communisten. Bij een ander punt hadden de communisten wel eenig succes, n.l. bij de vaststelling van de contributie. Zij wisten deze verlaagd te krijgen van Kr. 2.50 op Kr. 2.— per week, een voor ons land nog zeer hooge contributie, daar 1 kroon 66 cent is. Een ander voorstel van de communisten om de bezoldigde bestuurders: voorzitter, secretaris en penningmeester, te vervangen door anderen en dan zeker door communisten —, werd met groote meerderheid van stemmen verworpen. Hoelang dit congres zou duren, wist niemand te zeggen. Men begint en nu ja, als alles is besproken, gaat het uiteen. Het vorige congres in 1925 duurde to dagen en nu rekende de leiding op 12 a 14 dagen. Het aantal metaalbewerkers in Noorwegen is zeer sterk teruggeloopcn ; het ledental is gedaald van 21.000 tot 12.000 en toch is 85 pCt. van de beoefenaars georganiseerd. Oslo is een flinke ruim gebouwde stad met een 280.000 inwoners. Noorwegen is een uitgestrekt land en dun bevolkt; het telt ongeveer 2.800.000 inwoners. De omgeving van Oslo is zeer schoon en een bezoek overwaard. De loonen van de metaalbewerkers zijn er hooger dan hier, maar naar het mij voorkomt afgaande op de verkregen inlichtingen slaan de levensvoorwaarden niet zoo ver van elkander, omdat de levensbenoodigdheden in Noorwegen duurder zijn. Wat de uitgestrektheid van het land betreft, het volgende: Van Utrecht naar Oslo had ik met de snelste verbinding nog 38 uur noodig er te komen. Er waren echter enkele afgevaardigden op het congres aanwezig, die 6 dagen hadden moeten reizen om de hoofdstad te bereiken. Reken nu 12 dagen voor het congres en 6 dagen voor terugreizen, dan zijn deze afgevaardigden 24 dagen van huis om het congres van hun organisatie bij te wonen. De congressen kosten daar aan de organisatie dan ook belangrijk meer geld dan bij ons. Het vorige congres in 1925 heeft gekost 62.000 kronen en de kosten van dit congres werden door den penningmeester geschat op 82.000 kronen, in Hollandsch geld ruim f 54.000. Laat mij tot slot mededeelen, dat de No-

ren goede gastheeren bleken te zijn en vooral den buitenlandschen gasten het verblijf te Oslo zoo aangenaam mogelijk hebben gemaakt. Ik voldoe verder aan de opdracht mij medegegeven, om al onzen leden van de Noren den broedergroet over te brengen. EEN STROOM VAN SOLIDARITEIT VAN ALLE HOEKEN VAN HET LAND UIT NAAR ONZE MAKKERS IN GRONINGEN. TEEKENT ELKE WEEK OP DE LIJSTEN VAN HET N.V.V. Komt allen op! (v. Sp.) Wij hebben de vorige maal eens laten uitkomen hoe men in het R.K. kamp probeert en welke middelen men daar aanwendt om de arbeiders van hun eigen groote beweging af te houden. Thans vonden wij in ~De Syndicalist” van 15 Juni een aardig staaltje en even vermakelijk is het ook alweer om te zien hoe deze schrijver zichzelf vastzet. Men weet, de aanhang van dezen syndicalist heet anti-parlementair en onversneden in het soort. U moet u nu niet voorstellen dat zij hun geheele leven door precies in deze lijn zullen handelen. In woelige jaren, zóoals 1918 er één was, behoeft u heel niet vreemd op te kijken wanneer deze ami-parlementaire menseden, die altijd hun volgelingen vóórhouden dat er op politiek gebied toch niets te bereiken is, een program van eischen mdienen bij de dan aan het politiek bewind zijnde regeenng en dan spoedige doorvoering van deze politieke tegenstanders verlangen. De geschiedenis heeft ons daarvoor afdoende bewijs bijgebracht. En zoo eindigt een schrijver, die de a.s. verkiezingen behandelt, met geen andere bedoeling dan orn de arbeiders van hun verkiezingstaak af te houden, in deze verzuchting : „Genoeg echter voor thans. U ziet wat leuzen en beloften beteekenen. U ziet ook, dat het volk niet moet gelooven, maar moet weten. Het volk moet weten wat er gaat gebeuren, moet weten, zelf weten, hoe grond en productiemiddelen bebouwd, verbouwd en gedistribueerd moeten worden. Het volk moet niet op andere, op zelf gekozen bazen steunen, het volk moet op eigen kracht en kennis steunen.” Tegenover dit slot is het vermakelijk ook het begin van dit artikel te bezien. Dit luidt zoo: „Het wordt steeds drukker met het vooruitzicht op de a.s. verkiezingen voor de I weede Kamer. Als wij toch eens een tiende kregen van wat men in verkiezingsdagen den arbeiders voorhoudt,'wat zouden wij er dan op vooruitgaan. Ik schrijf, vaat men den arbeiders voorhoudt, want wat geen arbeider is, weel heel goed hoe zijn gang naar het stembureau moet zijn, ook al zit er geen direct voordeel inden te verkiezen per= soon, als de arbeiders maar omlaag gedrukt blijven.” Hier schrijft dus een voorlichter van arbeiders, dat de tegenstanders van de arbeiders het algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht en hij is er van overtuigd dat zij hel welbewust doen gebruiken of zoo men wil misbruiken, om de arbeiders er onder te houden en ondanks deze wetenschap adviseert hij den arbeiders de tegenpartij onbetwist dit misbruik te laten voortzetten. En dan zal straks, zonder eigen gekozen leiders, de socialistische wereld draaien. Maar dat lusthof zal je gestolen worden. Het is echter voor ons een genoegen te mogen constateeren, dat de massa in ontwikkeling op zoodanige hoogte is gekomen, dat zij voor zulke nonsens niet meer vatbaar is. Waarbij wij dan ook weer veilig kunnen vaststellen, dat zij op den 3en Juli van dit jaar haar proletarischen plicht zal doen. En zoo is de a.s. verkiezing ons geen doorn in het oog. De massa van onze menschen brandt van verlangen om met onze politieke tegenstanders, die de laatste 4 iaren ons landje in sterk reactionnaire richting bestuurden, af te rekenen. En wel jammer, maar zoö staan wij in het streven naar nieuwe welvaart, naar verderen vooruitgang, weer alleen, omringd door allerlei remmende elementen. Toch zal men den tijd niet keeren. Deze •s aan ons, omdat wij zijnde durvers en de werkers, de kinderen van den Nieuwen Tijd. Makkers, komt allen otl

Langs Noord en Merwede (L. Sm.) Wij zijn zeer verheugd dat wij deze maal weer een aantal goede gebeurtenissen kunnen vermelden. In Gorin chern zit de gang er weer in. Door aan winst van menschen werkzaam bij Dt Vries Robbé, is de afdeeling tot boven dt 300 leden gestegen. Aan de werf van Krijgsman hebben onze leden nu al een week gestaakt, heel kalm en zonder de minste stoornis. Daarentegen hebben de beide compagnon* – die met een zoon hard ploeteren en verrt leven maken alsof ... dagelijks oneenigheid. Laten wij hopen dat de heeren hef eens worden om de organisatie te erkennen, daar zij anders voorloopig nog een dozijn weken een zuur leven zullen hebben. In Gorinchem is alles wel I De afdeeling Hardinxveld telt, als dit vakblad verschijnt, ruim 160 leden en ongeveer 30 adspiranten. Deze afdeeling schommelde, zooals we weten, jarenlang tusschen de 30 en 40 leden. In Hardinxveld is iets grootsch aan het gebeuren. De knuppel, waarmede de strenge patroons daar tot op heden regeerden, is inden zak verdwenen. Onze Bond, onze propaganda, sprak het tooverwoord: ..knuppel inden zak” en alle tooverformules van de heeren Caljé, Van Vliet, Van Aken en Versteegh vermogen den knuppel niet meer uit den zak te brengen. Het is heerlijk voor de oude getrouwen om dit te beleven. Den werkgevers verzochten wij nu de uurloonen rnet gemiddeld 5 cents te verhoogen, voortaan ook de feestdagen door te betalen, vier dagen vacantie te geven en eindelijk ook eens wat over te hébben voor een zieken arbeider. En als de groei van onzen Bond zich doorzet als b.v. tot aan Zaterdagavond -j.I. op de openluchtmeeting en daaraan twijfelen wij deze week niet dan spreken wij ook het tooverwoord „tafeltje dekt u”, en zullen de gewilde vier gerechten hierboven genoemd, op de tafel inde gezinnen der Hardinxveldsche metaalbewerkers verschijnen. De werf „Holland” gaf alweer een paar centjes en de heeren werkgevers, nu met bleeke gezichten te hoop gedreven, hebben ai drie dagen gereed om voor het gerecht „vacantie” aan te dragen. Op de openluchtmeeting, waar Albert Duisterhof sprak over de politiek, christelijkheid en christelijke regeering, bleek ons dat de Hardinxvelders op 3 Juli a.s. hun stem goed zullen laten hooren. Ook de stembus zal den werkgevers wat zeggen. Onze bestuurder Van Hinte sprak op deze meeting ook een hartelijk woordje over de zeggenschap op politiek en economisch terrein. Christelijke woordvoeders en christelijke patroons hebben tegen de' revolutie het evangelie. Dit onderwerp leende zich speciaal om de Hardinxveldsche toestanden eens te toetsen aan het evangelie. Het evangelie van de patroons bleek te bestaan uiteen knuppel, een hongerloon, onrecht en verdrukking. Een Hardinxveldsch evangelieloon is maximum 57 cents per uur voor een vakman, 46 cent voor een klinker. 42 cent voor een bijklinker, 38 cent voor een aanhouder en 35 cent voor een potigen sjouwerman. Volgens datzelfde Hardinxveldsche evangelie, gesteld tegen de revolutie van de arbeidswet, zal er gewerkt worden van vroeg tol laat en zal het droge dagelijksche brood geweekt worden in het zweet van aangezicht en rug. Vacantie is des duivels en bij ziekte zijn er in Hardinxveld nog echte evangelische raven. Vrienden van Hardinxveld, zet doorl Onze geheele Bond, ons hoofdbestuur, het geheele leger van modern-georganiseerden, staat u borg. Houdt vol, verzamelt u, opdat wij spreken: „Tafeltje dekt u”. En uw patroons zullen heel gedienstig zijn om aan uw wenschen te voldoen. __ In Sliedrecht is ook wat aan het komen. Eenige tientallen leden zijn toegetreden en bij Roorda en „De Klop” wordt het rumoerig. Ook in Sliedrecht zijn onze verzoeken bij de werkgevers ingediend en we zijn er vrijwel zeker van, dat evenals in Hardinxveld het evangelie der Sliedrechtsche werkgevers aanleiding zal zijn om partij te kiezen. Binnenkort komt uit Sliedrecht in deze rubriek veel en goed nieuws. Aanpakken makkers I De afdeeling Papendrecht telt nu 200 leden. H.-J. Ambacht groeit weer. Van het Westelijk eind (de Kinderdijk) geen nieuws, geen groei, geen hoop, geen actie.