; De loonen in Engeland. (Vs.) De groote bladen brachten de vorige week het bericht dat de organisaties inden Engelschen scheepsbouw een overeenkomst hadden afgesloten met de organisatie der werkgevers krachtens welke in het vervolg aan eiken geschoolden arbeider van 21 jaar of ouder een weekloon zal worden betaald van 60 shilling (f 36.—) en aan eiken ongeschoolden arbeider een weekloon van 41 shilling (f 24.60). Wij waren zeer belangstellend naar deze overeenkomst en hebben een exemplaar daarvan aan een ons bekenden vertegenwoordiger der Engelsche organisatie gevraagd, die ons zeer bereidwillig het gevraagde deed toekomen. Hoewel het ons toegezonden boekje, dat behalve de loonvoorstellen der werkgevers een verslag bevat van dein laatste instantie gevoerde onderhandelingen, ons niet alles vertelt over de Engelsche toestanden, vinden wij het toch belangrijk genoeg om het in ons blad aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Inde eerste plaats laten wij dan een vertaling van het geaccepteerde aanbod der werkgevers volgen : 1. Een nationaal uniform loon voor volledig geschoolde arbeiders (in uurloon werkzaam) van 21 jaar en ouder, met uitsluiting van hoorders en eenige andere ijzer-bew'erkende groepen, van 60 shilling per week (f 36.—), samengesteld uit 50 shilling als basis loon en 10 shilling toeslag, wordt ingevoerd. 2. Een nationaal uniform loon voor ongeschoolde arbeiders (in uurloon werkzaam) van 21 jaar of ouder van 41 schilling per week, samengesteld uit 31 shilling als basis loon en 10 shilling toeslag, zal inde toekomst gelden. 3. Geoefende (semi-skilled) uurlooners van 21 jaar of ouder, werkzaam in nieuw werk, ontvangen in elk district dezelfde verhooging als de ongeschoolde uurlooners in dat district, om zoodoende de tegenwoordige verschillen tusschen ongeschoolde en geoefende uurlooners inde verschillende districten te behouden. 4. De uniforme loonen zullen gelden 1 voor de volgende districten: Clyde, Leith, j Burntisland, Tyne, Wear, Tees, Huil, Barrow, Birkenheacl en Southampton. 5. De uniforme loonen zullen in Aberdeen en de districten van het eiland Wight twee shillings per week en in Dundee en de Westelijke districten van Engeland 1 shilling lager zijn. 6. Voor reparatiewerk zal inde districten waar ook nieuw werk wordt gemaakt en waar thans erkende reparatietoeslagen worden gegeven, een toeslag van 3 shilling gehandhaafd blijven. Inde Schotsche districten zal in bedrijven waar uitsluitend reparatiewerk wordt verricht en die thans loonen betalen die gebaseerd zijn op de nieuwe loonen met de erkende districtstoeslagen, het voorgestelde loon verhoogd met den genoemden reparatietoeslag worden betaald. Inde Engelsche districten, met inbegrip van de rivier de Thames, het Bristolkftnaal, Nersey en Manchester, waar het loon thans reeds is gebaseerd op reparatiewerk, zullen de uurlooners verhooging krijgen voor zoover de bestaande loonen lager zijn dan de aangeboden loonen verhoogd met 3 shilling voor reparatie. Waar de loonen reeds hooger zijn wordt geen verdere verhooging gegeven. 7. In districten w'aar de uurloonen thans hooger zijn dan de voorgestelde loonen, blijft het loon ongewijzigd zoowel voor nieuw als voor reparatiewerk. 8. Toeslagen en aanvullingen die thans gegeven worden op de bestaande basisloonen zonder den algemeenen toeslag, worden ook in het vervolg berekend zoowel voor nieuw als voor reparatiewerk op het basisloon zonder den toeslag. g. Het bestaande nationale loon voor bekwame handboorders van 21 jaar of ouder zal, voor zoover het uurlooners betreft, worden verhoogd tot 55 shilling per week, samengesteld uiteen grondloon van 45 shilling en een toeslag van 10 shilling, behalve in Aberdeen, Dundee, het Westen van Engeland en het eiland Wight, waar de bestaande loonen worden gehandhaafd. 10. De voorstellen zullen niet gelden voor uurlooners die thans reeds bepaalde extra toeslagen ontvangen, of voor stukwerkers of helpers werkzaam met stukwerkers. ,11. De voorstellen zullen niet gelden voor menschen wier loonen fluctueeren met de loonen van arbeiders in andere industrieën werkzaam. 12. De verhoogingen zullen, voor zoover zij een bedrag van 2 shilling per week niet overtreffen, inde eerste week van Januari 1930 worden uitbetaald; vanaf de eerste volle week van April wordt de volledige verhooging yan kracht, ,j

r Uit deze voorstellen blijkt ons 0.a., dat de Engelsche werkgevers niet het standpunt innemen dat een arbeider eerst den 30-jarigen leeftijd moet hebben bereikt en reeds een heel eind op den weg naar zijn „tombe” moet zijn gevorderd alvorens hij aanspraak kan maken op vol loon. Een standpunt dat onze werkgevers wel innemen en dat nog vele krachten van onzen Bond zal vorderen eer dat van onder onze bedrijfsleiders zal zijn weggewerkt. Voorts blijkt uit deze voorstellen in verband met het verslag van de onderhandelingen, dat er in Engeland niet zoo regelmatig in tarief wordt gewerkt als bij ons, want in ons land zou een verhooging voor de menschen die niet in tarief werken niet zoo heel veel beteekenis hebben. Inde derde plaats blijkt dat de loonen in Engeland, voor zoover het de geschoolden betreft, hooger zijn dan in ons land. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek was het gemiddeld uur-i nkomen voor de Nederlandsche geschoolde metaalbewerkers over het 2e halfjaar 1928 72 ets. of, rekening houdende met het feit dat nog 23 pCt. der arbeiders 50 uren per week werkte, pl.m. f35 per volle werkweek. In dit bedrag zijn dan evenwel alle toeslagen voor vacantie en chr. feestdagen, voor avond- en nachturen enz. verwerkt, zoodat in werkelijkheid het zuivere weekloon niet onbelangrijk lager was. Een vraag blijft nu evenwel in hoeverre Engeland het uniforme loon van f 36.—, dat voor sommige distrikten op f 34.80 of wel op f 35.40 is vastgesteld, verhoogd wordt, doordat óf aan bepaalde groepen een hooger loon dan het uniforme wordt betaald, óf bepaalde groepen door het -werken in tarief hoogere loonen weten te behalen. Wij zien alleen, dat-voor reparatiewede als regel 3 schilling extra wordt betaald. Nog is uit de nieuwe regeling op te maken, dat het loon der ongeschoolden in Engeland een kleiner deel van het loon der geschoolden vormt dan in Nederland het geval is. In Engeland verdient de ongeschoolde 68 % van het loon van den geschoolde, in Nederland is dit 76 °/0. De- vraag of het loon der geschoolden gemiddeld blijft beneejen het loon dat hier door die groep wordt verdiend, kan eerst beantwoord worden als wij over tariefverdiensten enz. nadere gegevens hebben ontvangen. Wij kunnen thans nog alleen dit zeggen, dat wij in Nederland nog niet aan een minumumloon van f 36.— voor de geschoolden op 21-jarigen leeftijd toe zijn. Was dat het geval, vriend Sikkema, wat zou je dan een hoop zegels vaneen gulden en een cent verkoopen. En wat zouden vele huismoeders dan voor het komende barre seizoen een hoop . . . doch, neen, laten wij dit idee maar niet verder uitwerken. ' Het congres van den Zwitsersehen Bond. De moderne arbeidersbeweging heeft zich inde enkele tientallen jaren van haar bestaan een weg afgebakend, waarlangs zij moet gaan om tot haar doel te geraken. Over dien weg is men het de laatste jaren in bijna alle landen eens geworden: Het is een lange, rechte, soms moeizame, maar vaak ook zonnige weg. De congressen der moderne organisaties, een enkel waar de communisten nog een duit in het zakje doen, uitgezonderd, kenmerkert zich dan ook niet meer door heftige debatten over vragen van tactiek, doch veel meer door cultureel werk, dat wordt voorbereid en dat de arbeiders in staat moet stellen hun taak die zij reeds hebben of zullen krijgen inde leiding van het productie-proces, naar behooren te vervullen. In dezen geest stond ook het congres van den Zwitsersehen Metaalbewerkers- en Horlogemakersbond, hetwelk van11142—14 September 1929 in Bern gehouden werd. Het begon met een openingsfeest inde groote zaal van het Volkshuis, die voor dat doel met vlaggen en bloemen feestelijk was versierd. Een arbeiders-orkest en een mannenkoor verleenden hun medewerking. Kameraad lig, voorzitter van den Bond, opende het congres en wees met trotsch op het werk dat inde twee achter ons liggende jaren is gepresteerd. Het ledental is gestegen en nog steeds stijgende, de saldi der ondersteuningskassen wijzen steeds hoogere bedragen aan, een aantal arbeidsvoorwaarden is verbeterd. Sinds 1919, toen met de machine-industrieeleh een overeenkomst werd gesloten, geldt de 48-urige werkweek. De metaalbewerkers en horlogemakers hebben dit jaar een vacantie gekregen, die eenigermate aan de gestelde eischen beantwoordde. Veel blijft er nog te doen over. Ook in Zwitserland hebben nieuwe arbeidsmethoden ingang gevonden. De vakbeweging zal

I hiermede terdege rekening moeten houden en waar noodig ook haar strijd nieuwen vorm moeten geven. Alle gestook van de ondernemers, de kerkelijke organisaties en de communisten tegen den Bond geeft niets, hij groeit tegen de verdrukking in. Na dit openingswoord van den voorzitter wordt de sluis van internationale welsprekendheid opengezet. Hiermede eindigt de eerste congresdag. Bij het begin van den volgenden dag wordt medegedeeld, dat in Juni 1929 de Bond 109 afdeelingen had, die tezamen 48.150 leden telden. Hiervan zijn 71 afdeelingen (46.340 leden, d.i. 96 pCt.) met 147 gedelegeerden vertegenwoordigd. Dit wil dus practisch zeggen, dat de geheele Bond vertegenwoordigd is. Het bondsvermogen bedraagt meer dan 4 millioen Zw. fr. 57 pCt. der metaalbewerkers is inden modernen Bond georganiseerd. Een voorstel tot statutenwijziging is dan aan de orde. Het H.B. stelt een nieuwe formuleering der bepaling inzake ondersteuning bij staking voor. Tot nog toe werd een eenheidsbedrag uitgekeerd. Thans zullen de leden al naar de hoogte van de contributie in vijf klassen worden ingedeeld. Aan deze klassen wordt bij staking steun uitgekeerd. Dit voorstel wordt met 138 tegen 13 stemmen aangenomen. Nadat nog een aantal minder belangrijke voorstellen zijn behandeld, onderbreekt het congres zijn werkzaamheden. Men wil het aangename met het nuttige verbinden en heeft dezen laat-zomerschen middag uitgezocht om in toerwagens een tocht naar een groot electriciteitswerk te maken. De laatste dag van het congreswas wel de meest belangrijke. Op het programma stond een voorstel van de afdeeling Aarao inzake de ontwikkeling en een inleiding van kameraad lig over medezeggenschap en de taak der arbeiderscommissies. In haar voorstel droeg de afdeeling Aarao het H.B. op voor vertrouwenslieden en jonge, energieke bondsleden regelmatige cursussen te organiseeren over arbeidersbescherming, het werk van de leden van de arbeiderscommissiese economische vraagstukken en over bedrijfstechniek. In aansluiting hierop vroeg deze afdeeling of het niet mogelijk was over te gaan tot uitgifte vaneen maandelijks verschijnend mededeelingsblad. Speciaal bestemd voor vertrouwenslieden en bestuurders. In dit blad zouden organisatie-problemen alsook belangrijke dingen die in verschillende bedrijven aan de orde komen, diepgaand besproken kunnen worden. Met het eerste gedeelte van het voorstel verklaarde het H.B. zich volkomen accoord. In die richting zal worden gewerkt. In aansluiting op dit voorstel deelt lig mede, dat het inde bedoeling van het H.B. ligt de „Metallarbeiter-Zeitung” in afzienbaren tijd tot 6 pagina’s uitte breiden. De mogelijkheid van het uitgeven van een mededeelingsblad zal het H.B. onderzoeken. Het congres verklaart zich met dezen gang van zaken accoord. Na een inleiding van kameraad lig over medezeggenschap en het werk van de arbeiderscommissies, wordt de volgende resolutie eenstemmig aangenomen. Het bondscongres, gehouden van1114 Sept. 1929, stelt vast: 1. In verschillende landen bestaan speciaal voor de industrie wettelijke bepalingen, volgens welke de arbeiders medezeggenschap hebben inzake de arbeidsvoorwaarden, ontslag etc. 2. Een verder recht van meespreken is vastgelegd inde collectieve contracten, die in veel landen bestaan en algemeen worden ger.spece.rd, 3. In Zwitserland bestaan noch wettelijke bepalingen, noch collectieve contracten, waarin dit recht voor de arbeiders en de vakverëenigingen is vastgelegd. 4. Het congres draagt de afdeelingen op overal een intensieve propaganda voor medezeggenschap te gaan voeren. 5. Het congres eischt, dat de bevoegdheden van de arbeiderscommissies ineen algemeene geldend reglement zullen worden omschreven en dat deze commissies door de ondernemers als zijnde vertegenwoordigingen van de vakvereenigingen, zullen worden erkend. Namens de buitenlandsche gasten dankt kameraad Domes voor de hartelijke ontvangst. Wij gaan hier vandaan, zegt hij, met de overtuiging, dat de Zwitsersche Bond inden strijd om verbetering van het levenspeil der arbeiders inde voorste gelederen staat. Hierna gaat het goedgeslaagde congres uiteen.

IïEE-SCHEEreMMM De arbeidsvoorwaarden aan werf ~Gusto” te Schiedam. (Vs), Met de loonsverbeteringen aan de werf ~Gusto” vlot het nog niet erg. Al zeer geruimen tijd wordt aan deze onderneming een lager loon betaald dan bij vele andere firma’s in Rotterdam en Schiedam. En hoewel reeds maanden geleden is toegezegd, dat de loonen gelijk gemaakt zouden worden, laat deze gelijkmaking nog op zich wachten. Wel is dan hier en dan daar loonsverhooging gegeven, doch de achterstand is nog lang niet ingehaald, althans in verschillende afdeelingen. Onprettig is nu, dat de verhoogingen zoo eigenaardig worden gegeven. Groote groepen worden gewoon uitgeschakeld en vooral de geoefenden en de ongeschoolden komen er kaal af. Doch ook onder de geschoolden komen onbillijkheden voor. De directie zal hiermede waarschijnlijk wel bereiken dat er wat verdeeldheid onder het personeel wordt gebracht, doch wij voorspellen haar dat deze toestand zich vroeg of laat zal wreken. Om deze reden hebben wij nogmaals op een bespreking aangedrongen, ten einde deze kwestie behoorlijk onder het oog te zien.

iLiCTKtmsai IMJFJ Contract-actie voor de elecfro-fechnische industrie te Amsterdam. (P. v. E.) Weer zijn we in staat een aanvulling te geven van de firma’s welke het collectief contract hebben geteekend. Dit betreft thans de volgende firma’s: Schoppenhorst & Co., G. Fellinga, W. van Veeren & Co. en Technisch Bureau D. Oberink & Co. Er resten nu nog eenige, waarmee we in ondérhandelihg 'zij n, terwijl nóg weef ah-' anderen een ultimatum is gezonden. We wekken onze leden op, volle aandacht te schenken aan de naleving van de overeenkomst. Van eventueele afwijkingen geve men direct bericht aan ons kantoor. Het kan verder gebeuren, dat een firma aan onze aandacht is ontsnapt. Ook in dat geval gelieve men ons daarop te attendeeren. In het algemeen gaat het goed. Eén ding laat te wenschen over en dat is dat er niet voldoende nieuwe leden komen. Vast staat dat er een beteekenend aantal ongeorganiseerde monteurs zijn. Zorgt nu toch dat deze menschen lid worden van onzen Bond. Het is in het belang van de heele vakgroep-electriciens, dat alle georganiseerd zijn. Aanpakken, er is nog heel wat te oogsten! Uit de Afdeelingen. AMSTERDAM. Gemeente=Bureau voor Beroepskeuze, Tesselschadestraat 9. Aantal aanmeldingen om advies gedurende het 3de kwartaal 1929: Jongens 1238, meisjes 595, totaal 1833. Aantal verstrekte béroepsadviezen gedurende het 3de kwartaal 1929: Jongens 1730, meisjes 615, totaal 2345. Aantal verstrekte onderwijsadviezen gedurende het 3de kwartaal 1929; Jongens 657, meisjes 249, totaal 90Ó. Bij de plaatsingsafdeeling voor jeugdig personeel (behoorende tot de Gem. Arbeidsbeurs) lieten zich inschrijven: Juli 1929: 599 jongens; 176 meisjes. Aug. 1929: 478 jongens; 236 meisjes. Sept. 1929: 454 jongens; xBo meisjes. Totaal 3 kwart. 1929: 1531 jongens; 592 meisjes. Daarvan werden geplaatst: Juli 1929: 276 jongens; 100 meisjes. Aug. 1929: 274 jongens; 156 meisjes. Sept. 1029: 251 jongens; 127 meisjes. Totaal 3 kwart 1929; Box jongens; 383 meisjes. jp. * Sinds x October 1.1. is aan het Gemeente-Bureau voor Beroepskeuze te Amsterdam, Tesselschadestraat 9 een vrouwelijke kracht verbonden, die speciaal belast is met het verstrekken van beroepsadviezen aan de vrouwelijke jeugd. Naar wij meenen, is het Amsterdamsche Bureau voor Beroepskeuze het eerste Gemeente-Bureau in ons land, waar hef geven van adviezen aan meisjes in handen 1 vaneen vrouwelijke adviseur is gesteld.