'Dit alles is nu veranderd. Alles moet nu in het werk worden gesteld om de boeren te voorzien van werktuigen en machines met behulp waarvan zij den bodem beter kunnen bewerken. De vraag naar meststoffen heeft eveneens groote eischen aan de industrieele ontwikkeling gesteld. Maar niet alleen de boeren vragen naar meer industrie-producten, ook de stedelijke -bevolking eischt haar deel van die producten op'. De staat zorgt er nu voor dat de industrie-producten hun weg vinden naar de dorpen en het is dezelfde staat, die de landbouw-producten naar de Steden vervoert. Hoe meer industrie-producten inde steden worden vervaardigd, hoe sterker de welvaart der boeren kan stijgen en hoe meer landbouw-producten aan den bodem onttrokken kunnen worden, hoe beter de stedelijke bevolking kan worden gevoed. De tegenstelling stad-platteland schijnt dus daar niet meer te bestaan. Het vijfjarig economisch project van Stalin wil het nationale inkomen in vijf jaar tijd met ruim 100 procent doen stijg'en. En van deze stijging zullen niet enkele couponnetjesknippers profiteeren, zooals inde kapitalistische landen gebruikelijk is, doch alle lagen der bevolking zullen hiervan profiteeren. Zal dit plan slagen ? De correspondent zegt geen ja en hij feegt geen neen. Hij constateert alleen dat het plan groote lasten op de bevolking legt en hij weet niet of zij deze lasten gedurende vier of vijf jaren zal willen dragen. Oorlog en revolutie hebben immers al zooveel offers van de oudere bevolking gevraagd, dat het niet geheel onmogelijk moet worden geacht dat dit deel, der bevolking niet zal voortgaan om zich ter wille van dit plan groote ontberingen te getroosten. Niet iedereen is geschikt om den ~gierigen rijkaard” te spelen. En naar de meening van de ~N.R. Crt.” moet het Russische volk als zoodanig Worden beschouwd. Doch dat het plan inde eerste jaren voor ■meer dan de volle 100 pCt. is verwezenlijkt, althans inde meeste industrieën, wil meermalen genoemde correspondent graag toegeven. Zoo laat de brochure ons weten dat de productie van piek-ijzer, die vóór den oorlog ongeveer 4 millioen ton bedroeg en tijdens de revolutie tot nul was gedaald, in 1928—'29 tot 4 millioen ton was opgevoerd, terwijl zij in 1929—*30 tot 4,988 millioen of met 24 pCt. steeg. Het ligt echter inde bedoeling, dat de productie in 1933 reeds l7 millioen ton zal zijn gestegen. De voor-oorlogsche productie van steenkolen bedroeg 23 millioen ton. In 1928— ~9 werd echter reeds 46 millioen ton kolen gedolven. In 1929—'30 moest de productie tot 52 millioen worden opgevoerd volgens het oorspronkelijke plan. Overmoedig geworden door de successen werd het plan echter herzien en de productie vastgesteld °p 75 millioen ton. De correspondent gelooft niet, dat deze productie zou worden bereikt. De ~N. R. Crt.” bracht echter inmiddels het bericht, dat de productie 83 millioen ton heeft bedragen in 1929—'30. Het vijfjaren-plan voorzag inde stichting van fabrieken en arbeiderswoningen tot een totaal bedrag van 18.6 milliard roebels. Volgens dat plan zouden er in 1930 2331 millioen roebels worden verbouwd. Het plan is echter herzien en men nam zich later voor om 3960 millioen roebels te verbouwen. De productie van bouwmaterialen houdt échter geen gelijken tred met het bouwvermogen, want overal werd een tekort aan bouwmaterialen geconstateerd. Elet bouwen gaat zoo vlug, dat zelfs de tijd ontbreekt om behoorlijke teekeningen te vervaardigen. Het plan voor de petroleum-winning is meer dan vervuld. In 1925—'26 werd 8.3 millioen ton olie gewonnen. Men nam zich voor om in 1929—'30 14.000.000 ton te winnen, de werkelijke productie bedroeg echter 17.1 millioen ton en overtrof nog het plan, dat met het oog op de resultaten van 1927 en ’zB was herzien en volgens hetwelk in 1929—'30 zestien millioen ton olie moest worden geproduceerd. Volgens Lenin beteekende electrificatie en de Sovjets het socialisme, schrijft de ~Economist.” De vooruitgang inde electro-technisohe industrie is grooter dan die van welke andere industrie ook en toch is de verhouding tusschen de behoefte en de werkelijke productie vandaag zoo mogelijk nog slechter dan 10 jaar geleden. Toch werden in deze industrie in 1929 niet minder dan 320 millioen roebels belegd en men neemt zich voor om in 1931 niet minder dan 1180 millioen roebels in deze industrie te steken. De kracht der centrales steeg in één jaar met niet minder dan een millioen kilowatts. Men werkt met koortsachtige haast aan waterkrachtstations om binnenkort in staat te zijn inde behoeften van de groeiende industrie en de bevolking te Voorzien.

De productie van wollen en linnen goederen is niet zoo sterk gestegen als het plan had voorzien. Toch steeg deze in 1929—'30 nog met 12 pCt. De productie van gebreide goederen steeg met 27 pCt. De schoenfabricage nam een geweldige vlucht; zij steeg in één jaar van 38 tot 62 millioen paar of met 60 pCt. De kwaliteit ging echter hard achteruit, meldt de „Economist”. Wij eindigen ons overzicht met de mededeeling, dat er volgens „onzen” correspondent een geweldig gebrek aan arbeidskrachten is ontstaan en vooral het tekort aan geschoolde arbeiders is voorloopig niet op te heffen. Alles wordt in het werk gesteld om de scholing van groote aantallen arbeiders te bevorderen. Veel van wat voor een juist overzicht over de huidige toestanden van economisch Rusland van beteekenis is, kan niet in dit artikel worden vermeld. Doch dat den werkgevers de schrik om het hart is geslagen bij het lezen der cijfers, lijkt ons in elk opzicht verklaarbaar. Reeds thans stuurt de Russische petroléum-productie alle plannen van Sir Deterding inde war en men vraagt zich in die kringen natuurlijk af tot welke prestaties Rusland in staat zal blijken. Wij zijn echter geneigd om te hopen, dat als er werkelijk gestreden moet worden tusschen de socialistische productie-krachten in het Oosten en de kapitalistische dito’s in het Westen, de overwinning niet aan het Westen zal zijn. Met andere woorden: Aan ons is de taak om met alle kracht die in ons is te werken aan de vervanging van het kapitalistisch productie-systeem met zijn hongerloonen en zijn werkloosheid, dooreen productiewijze, die welvaart zal brengen aan de gansche menschengemeenschap. Werkloozenzorg op het platteland. IJSSELMONDE. (J.8.A.R.) Als wij willen nagaan wat de christenen in dit christelijk dorp deden om inden nood van hun medeburgers, dikwijls zelfs hun „broeders en zusters”, te voorzien, dan kunnen wij het uitsluitend laten bij een beschouwing over wat die heeren inden Raad deden. Van eenig verzoek of request van den Chr. Metaalbewerkersbond is nooit iets gehoord of gebleken, nog minder vaneen protest of protestvergadering. Een bestuurder van die afdeeling van den chr. bond heeft wel zitting voor een chr. politieke partij inden Raad, maar van verdediging der „broeders en zusters”, welke hongerden, tegen eigen geloofsgenooten inden Raad, of vaneen protest tegen het optreden van den A.R. burgemeester aldaar, die toch ook leden van zijn organisatie met leegq handen van het gemeentehuis wegsnauwde, is nooit iets gebleken. Elet was de moderne arbeidersbeweging, die een verzoek indiende voor instelling vaneen werkloosheidscomité. Bij die gelegenheid verklaarde ons christelijk arbeidersgemeenteraadslid, dat het hem nog niet was gebleken, dat de werkloosheid zoo groot was, waarop hem van onze zijde werd toegevoegd dat zulks ook niet goed mogelijk is, aangezien de chr. bond bijna geen leden telde. Maar hieruit bleek, dat het maatschappelijk gebeuren op deze menschen alleen maar invloed uitoefent als zij er zelf mee te maken hebben. Van „christelijke naastenliefde” was inde raadsvergadering niets te bespeuren en de reactionnaire A.R.-burgemeester kwam versterkt uit dezen strijd te voorschijn dank zij de christelijke meerderheid in ’t bijzonder en de burgerlijke meerderheid in ’t algemeen. De burgemeester was echter door dezen steun inden rug blijkbaar dankbaar gestemd jegens den chr. bond, want wèl gaf hij ook dien slachtoffers der kapitalistische crisis geen cent ondersteuning, maar toen een werklooze ten gemeentehuizen bij Zijn Edelachtbare om steun of werk vroeg, informeerde de burgemeester of hij georganiseerd was. Het antwoord luidde: neen, maar als ik weer werk heb, ben ik het toch van plan. Waarop Zijn Edelachtbare hem aanraadde: „doe het dan inden chr. bond.” De man deelde echter mede, dit voor zich zelf wel uitte zullen maken. Ach ja, als de arbeiders zonder te kikken dat alles goedvinden en ook dat Zijn Edelachtbare den voet op hun nek zet, dan vindt deze burgervader zoo’n zoete-j ongen sbondje nog zoo kwaad niet. Ondertusschen zaten tientallen arbeiders zonder één cent inkomsten, wilde het gemeentebestuur niets doen en trad het „hoofd der gemeente” tegenover die sloebers, die geen werk hadden, alsmaar brutaler op. Een van de ergste staaltjes van arbeidershaat is wel het volgende: Bij schrijven van 19 December 1930, No. 6/109, onderwerp „Vestiging van personen welke ondersteuning vragen”, richt het chr. college van B. en W. (politieke vrienden van de chr. organisaties volgens H. W.), zich tot de huiseigenaars inde ge-

meente Ysselmonde met een circulaire, waarin wordt gesproken van „vestiging van verschillende personen, die daar slechts enkele weken wonen en dan al bij het bur- Serlijk armbestuur om hulp aankloppen”, let is volgens dat college die „personen” er om te doen, een goedkoope woning te vinden, zoodat zij vanuit Ysselmonde gemakkeiijk de fabrieken te Rotterdam en Ridderkerk kunnen bereiken. Het allerchristelijkste college dringt dan aan op „verbetering van het woningpeil”. Van twee kleine woningen moet er één gemaakt worden enz. enz. M.a.w. maakt de woningen zoo duur mogelijk, dan komen er zoo weinig mogelijk arbeiders in. Wie nu de fluctuatie der bevolking aldaar kent, w’eet dat dit „vestigen van die personen” speciaal te Ysselmonde, nonsens is. De overzichten dienaangaande doen zien dat de arbeiders als er maar even een kansje is, verhuizen naar de „groote stad” waaraan hun gemeente grenst en naar Ridderkerk en dat zelfs die gemeenten maatregelen hebben moeten nemen ten opzichte van ondersteuning van werkloozen, om een al te groote vlucht der arbeiders uit Ysselmonde tegen te gaan. Maar in die gemeente, waar de arbeiders bijna 100 pCt. meer belasting betalen dan in naburige gemeenten, waar Juli 1930 tientallen arbeidersgezinnen weken zonder een cent inkomen zitten, waar trots alle actie en requesten niets anders is dan een schriel bedoelend armbestuur, dat men nog 4 weken lang een lid van onzen Bond, dat 10 weken werkloos zijnde en uitgetrokken, zich om steun bij hen vervoegde, aan den honger prijs gaf, richt een chr. burgetaeester een dergelijke hartelooze circulaire aan de huisjesmelkers in zijn gemeente. Daar zetelt een christelijke raadsmeerderheid, daar zit een christelijk bondsbestuurder inden raad en geen enkele van hen neemt het op voor de door H. W. in zijn krantje gepredikte „christelijke barmhartigheid en naastenliefde”. Neen, men laat het aan modern-georganiseerden en socialisten over om voor de verdrukten, om voor de armen op te komen, terwijl de christelijke gemeentebestuurders zich het hoofd breken over de vraag: „hoe houd ik die arme sloebers uit mijn gemeente?” Dezer dagen was ik getuige van het feit, dat des Zondagsmorgens de kerken van IJsselmonde leegstroomden. Voorop van een van die „stroomen” liep zijn Edelachtbare heer burgemeester, achteraan vaneen dezer stroomen sloot de dominé den stoet. Beide stoeten passeerden elkaar en ondanks dat zij tot denzelfden god hun gebeden hadden gericht, keken zij elkander zelfs niét aan, hetgeen ik zoo opmerkelijk vond, dat ik, om dit droeve schouwspel goed gade te slaan, vol verbazing mijn eigen tocht onderbrak. Maar groote stroomen waren het zeer zeker en toch ... de afdeeling van den Alg. Bond telt 100 leden meer in die plaats dan de afdeeling van den christelijken bond. Mogelijk heb ik voor een zekeren collega-bestuurder vaneen christelijke organisatie door het schrijven van deze artikelen een open deur ingetrapt. Maar zooal voor hem die deur open was, voor zijn leden dan toch zeker niet. En van die zijde heeft men dan toch steeds verzuimd om deze reactionnaire kliek hun christelijke huichelarij onder den neus te wrijven. Men beriep er zich op, dat, omdat er zooveel A.-R.- en C.-H.-stemmers in die plaatsen waren, de Christelijke Bond meer leden m o es t tellen. Maar, zoolang burgemeesters als de heer Hazenberg zich als propagandisten opwerpen voor de christelijke vakbeweging, is het karakter van die vakbeweging geteekend en veroordeeld. Op deze zaak ben ik niet zoo diep ingegaan, omdat het IJsselmonde betreft, maar omdat het slechts een voorbeeld is en dit zelfde vaneen groot aantal z.g. christelijke plaatsen te vermelden is. Ook de landsregeering speelt met deze gemeentebesturen onder één hoedje en weigert elk ingrijpen. Een volgend artikel zal ik hierop nader ingaan. Uit de afdeelingen. AMSTERDAM. De Amsterdamsche Ar» beldsmarkt in December 1930. Ebt het Decembernummer van het maandbericht der Amsterdamsche Arbeidsbeurs blijkt, dat in December in totaal zijn behandeld 45.043 aanbiedingen van werknemers, 6595 aanvragen van werkgevers, terwijl tot stand zijn gebracht 4179 plaatsingen. Aan het einde der verslagmaand stonden als niet geplaatst nog bij de Gemeente-Arbeidsbeurs ingeschreven 32322 werkzoekenden, waarvan 21610 werkloozen naar eigen opgaaf. De overige 10712 stonden ingeschreven om via het arbeidsmarktorgaan van betrekking te veranderen. Voor het Metaalbedrijf boekte de Arbeidsbeurs 4803 aanbiedingen van werknemers, 292 aanvragen yan werkgevers, terwijl tot stand gebracht zijn 232 plaatsingen. Aan het einde der maand stonden voor dit bedrijf nog ingeschreven 3707 werkzoekenden 1

waarvan 2365 als werkloos naar eigen opgaaf. Voor het Electrotechnisch-, Film- eri Radiobedrijf luiden deze cijfers: 549 aanbiedingen van werknemers, 115 aanvragen van werkgevers, 68 plaatsingen, terwijl aan het einde der maand voor dit bedrijf nog stonden ingeschreven 395 werkzoekenden, waarvan 178 als werldoos naar eigen opgaaf. Bekend zijn thans de jaarcijfers over. 1930. Deze geven aan, dat het totale aan-i tal aanbiedingen van werknemers bedroeg 186.689 (v. ]■ 171 -372); het totale aantal aanvragen van werkgevers 91.556 (v. j. 108.178) en dat 70.113 (in 1929: 79.970) plaatsingen tot stand zijn gebracht, d.L 12,3 pCt. minder dan in 1929. Het gemiddeld aantal bij dé Gemeente-Arbeidsbeurs bekende werkloozen was in 1930: 15.468, in 1929: 10.543. Voor het Metaalbedrijf boekte de Arbeidsbeurs in 1930: 14384 aanbiedingen van werknemers (v. j. 11988), 4261 aanvragen van werkgevers (v. j. 6526) en bracht 3554 plaatsingen tot stand (v. j. 4615). De gemiddelde werkloosheid was in 1930: 1266 personen, tegen in 1929: 672. Voor het Electrotechnisch-, Film- en Radiobedrijf boekte de Arbeidsbeurs in 1930; 2817 aanbiedingen van werknemers (v. j. 2146), 1510 aanvragen van werkgevers (v. j, x 666) en bracht 1168 plaatsingen tot stand (v. j. 1093). De gemiddelde werkloosheid als in 1930: 117 personen, tegen in 1929: 67. ARNHEM. (W. Sch.) Hiermede maken we onze leden er op attent, dat op Donderdag 26 Februari a.s. onze bondsfilm „Stalen Knuisten” vertoond zal worden in gebouw „Irene”, terwijl kameraad Walther hierbij voor ons het woord zal voeren. _ Allen, die de film reeds eerder zagen, zijn eenstemmig in hun lof en dringen er met volle overtuiging op aan, deze film te gaan zien. Wat hier getoond wordt, is voor ieder prachtig, maar voor metaalbewerkers buitengewoon. Hier zien we ons eigen werk door kunstenaarsoogen en dan dringt het diep tot ons door welk een macht we eigenlijk zij’n. Elke metaalbewerker moet deze film gezien hebben. Allen dus op 26 Februari naar „Irene”! Kaarten verkrijgbaar bij den bode en bij verschillende bestuurders. BUSSUM. (K. S.) Op 19 Februari a.s., ’s avonds 8 uur, zal in „Florabio”, Kapelsteeg 2, voor onze leden de bondsfilm „Stalen Knuisten” worden vertoond. Wij dringen er bij onze leden op aan, deze gelegenheid, om onze mooie film te komen zien, niet ongebruikt voorbij te laten gaan. Overal waar zij vertoond is heeft zij de bewondering gewekt van de toeschouwers en de waardeering algemeen. Laten de leden deze gelegenheid aangrijpen om allen als bondsmakkers eens aanwezig te zijn inden eigen kring. Het saamhoorigheidsgevoel zal er door worden versterkt en de lust om meer contact te zoeken met den bond en zijn werk, zal er door worden aangewakkerd. Allen op 19 Februari naar „Florabio”! HAARLEM. (C. v.d. W.) Onze leden hebben nu allen de circulaire over „Onze Gids” ontvangen en dus kennis kunnen nemen van datgene wat ons maandschrift biedt. Wij meenen, dat het overbodig geacht kan wórden nu nog een naderen oproep tot het nemen vaneen abonnement te doen en zien uw ingevulde strook gaarne per omgaande tegemoet. Men geve deze strooken aan den bode mee, of bezorge ze aan het kantoor. UTRECHT. (cTfAan onze leden maken wij bekend, dat op Zaterdag 21 Febr, a.s. inde groote zaal van het N.V.-huis het 25-jarig bestaan van het N.V.V. herdacht zal worden. De nieuwe N.V.V.-film „Triomph” zal gedraaid worden, terwijl Henri Marchant, de bekende declamotor, zijn medewerking zal verleenen. C. v.d. Lende zal de beteekenis van het 25ri’arig bestaan van het N.V.V. uiteenzetten. De toegangsprijs is, de tijdsomstandigheden in aanmerking nemende, sober gesteld en wel op 35 cent per persoon, terwijl voor werklooze leden een bijzondere regeling is getroffen. Wij vertrouwen, dat een groot gedeelte van onze leden dezen feestavond zal willen bijwonen en raden hen aan, zich vroegtijdig van kaarten te voorzien. ZALT-BOMMEL. (M.) De werkloosheid neemt toe, ook hier ter plaatse. Wij willen de leden er op wijzen, dat zij, die Zaterdags ontslagen en dus ’s Maandags werkloos zijn, zich dien dag tusschen 9 en 10 uur moeten laten inschrijven als werkzoekende op ’t kantoor van den Gem. Op-