(„Trud” van 7 Febr.) De vakvereenigingen zullen dit jachtsysteem bij het werk erin ranselen. Om verder dit systeem te completéeren, is tevens besloten („Trud” van 6 Februari) dat de. vakvereenigingen hun bijzondere opmerkzaamheid zullen schenken aan de arbeidsbescherming en zal men uit de „Stoszbrigade-arbeiter” een aantal ehrenamtliche” inspecteurs aanstellen inde ondernemingen. Zooals dit er hier staat, zou men kunnen zeggen, dat is ten minste nogeens iets goeds, waarop onze vakbeweging in Holland ook aleens heeft aangedrongen, doch niet verkregen door de tegenstand van de werkgevers. Doch laat ons niet vooruit loopen met onze conclusie. Er staat nog wat anders bij en wel dit, dat deze maatregel genomen moet worden omdat het voor een groot aantal bedrijven een pijnlijke geschiedenis is dat de hoofdinspecteurs van de arbeid onvervulbare eischen stellen aan de veiligheid. Deze door de vakvereenigingen ingestelde onbezoldigde veiligheidscontroleurs zullen dus niet zoo ver moeten gaan en het dus de ondernemingen wat gemakkelijker hebben te maken. Wij zullen het hierbij laten en niet verder uit bedoeld artikel citeeren. Flet is voor onze West-ËuropeCsche begrippen toch al buitengewoon moeilijk om al deze dingen te begrijpen en te verstaan. Ongetwijfeld zijn er velen onder ons die niets liever zouden zien dan dat het Rusland en zijn bevolking zou mogen gelukken de productie te brengen op het peil dat yoor het bestaan voor dit land en volk noodig is. Meer dan eens hebben wij gepoogd ons Zelf een andere maatstaf van beoordeeling aan te leggen bij de gebeurtenissen die zich daar afspelen. Maar wij moeten toch zeggen, aan alles is een einde. Hier worstelt een heel volk over de oppervlakte Vaneen werelddeel naar materieele verheffing en wij hebben steeds geleerd, dat de materieele welvaart, verbetering Van de woongelegenheid, de voeding, de hygiënische verzorging, verhooging van de loonen enz. vooraf moet gaan om daardoor de arbeiders ook op een hooger geestelijk plante brengen en een werkelijk menschwaardig bestaan te geven. Wij hebben echter ook geleerd en ervaren, dat het veroveren van al deze dingen het werk van deze arbeiders zelf moet zijn. Daarvoor hebbeh ze hun organisaties op economisch en politiek gebied ert verder voor allerlei cultureel werk öpgebouwd en is bereikt Wat de Russische arbeiders onder het Czarenregime niet konden verkrijgen. Nu wordt in dit ongelukkige land alles Wat de arbeiders uit éigen kracht bouwden, vernietigd. Van bövenaf, doör de dictatuur van de communistische partij of van het proletariaat zoo men hét noemen wil, zal men dit volk nu de materieele welvaart, die daaf vóór alles noodig is, doen deelachtig worden. Van welk standpunt uit men dit gebeuren in Rusland dan ook beoordeelt en welke materieele voordeeleft deze maatregelen ook mogen brengen, vast staat, dat dit geen bijdrage kan zijn tot hèt geluk van een volk. Dat is niets anders dan slavernij en verwoesting van wat hét menschelijke leven en werken aan schoonheid en waarde te bieden heeft. De communisten en wij. (J. W.) Onze vriend Flerman v.d. Bosch uit Arnhem geeft in ~De Metaalbewerker” van 27 Juni antwoord óp fnijh [artikeltje in het vakblad van 13 Juni j.1., waarin ik eigenlijk de vraag stelde: wat moet er met de communisten, leden van ,onze Bond, gebeuren ? en dit wel naar aanleiding vaneen doof dëzè ~partij” verspreid manifest ter gelegenheid onzer jaarvergadering van 28 Mei j.l. V.d. Bosch (komt tot de reeds eerder door Onze redacteur getrokken conclusie: er uit met die lui, een conclusie die ik volkomen kan onderschrijven. Maar .. ~ laat mij even Vértellen waarom ik schreef zooals ik gedaan heb. V.d. Bosch zegt zelf: „Overigens is onze Bond een algepieene bond en hebben wij daarin vogels

van diverse pluimage. Zoolang er bijvoorbeeld nog afdeehngsbestuUfdêfs zijn die „Het Volk” nog niet lezen en hun wijsheid uit de burgerlijke bladen putten, zoolang zullen we óók hen, wier ideeën in communistische richting gaan, rustig in ons huis laten wonen en vertrouwen dat de resultaten van ons werk inde loop 'der tijden hen Van de dwalingen huns weegs zullen doen genezen. Want . . . laten we vooral laatstbedoelden beschouwen als patiënten, welke met een bepaalde afwijking wel in liet sanatorium kunnen worden verpleegd en genezen ; gaan ze echter zichtbare teekenen vertoonen van totale verstands-, verbijstering, dan worden deze patiënten onherroepelijk verwezen naar hét krankzinnigengesticht.” Deze overweging nü, n.I. „dat Onze Bond is een algemeene bond”, deed mij mijn artikeltje zetten inde toon waarin het gezet is, n.l. vragenderwijs, omdat ik daardoor de meening van anderen wilde uitlokken, wat mij, het stukje van v.d. Bosch is daarvoor eett der bewijzen, gelükt is. Kranendonk zegt reeds vartaf igiB lid der K.P.H. te zijn, Wat mogelijk is. Ik weet dat niet. Wel wisten wij (dit „wij” wil zeggen het bestuur der afd. Rotterdam), dat Kranendonk lid was der K.P.H. toen hij lid van onze Bond werd. Het standpunt in ’t doof mij aangehaalde citaat van v.d. Bosch kon toen nog volledig gelden, ook voor de communisten. V.d. Bosch maakt mij er nlin of meer een Verwijt van, dat ik de bekende communisten, leden der afdeeling Rotterdam, niet zou kennen. Laat ik v. d, Bosch geruststellen, de bekende communisten ken ik allemaal. Dus daarover geen zorg. Waar ik wel zorg over had, dat was over de vraag of het standpunt van v.d. Bosch, van onze redacteur en ook van mijzelf, wel over het algemeen gedeeld werd door onze Bond. Die zorg is nu van mij weggenomen, want sedert mijn artikeltje van 13 Juni is mij wel gebleken dat inderdaad ons standpunt vrij algemeen gedeeld wordt. Want en dat zal v.d. Bosch ook begrijpen, wij moeten met het wapen van het royement voorzichtig zijn, ook daarom voorzichtig, omdat, wordt ’t op deze of gene toegepast in gevallen als de hier besprokene, het veelal verkeerd door groote groepen van leden wordt aangevoeld en wij daardoor dus ongenoegen zoudett kunnen krijgen in eigen rijen. En wanneer men dan vooraf de zaak openlijk aan de orde stelt en men geeft de leden de gelegenheid er over te denken en hun meening er over te zeggen, dan is daarmee dat ongenoegen voorkomen. V.d. Bosch en daarmede al onze lezers, weten nu van welke gedachtehgang ik ben uitgegaan toen ik mijn artikeltje schreef, Waarbij tot goed begrip nog eveft moet worden vastgelegd, dat dit artikeltje reeds geschreven was vóórdat ik het door v.d. Bosch aangehaalde artikel van de redacteur had gelezen. Ten slotte kan ik toch niet nalaten er nog even op te wijzen, dat v.d. Bosch het wel laat voorkomen alsof het eèn axioma is voor onze Bond dat de communisten onze vijanden zijn. Maar zóó stond het toch niet. Er is nog nergens een uitspraak gedaan, nóch in ons H .15. nóch in ónze bondsraad, hóch waar daii ook, dat dit zoo is en dus moet ik het verwijt van v.d. Bosch in deze vierkant terugwijzen. Maar na hetgeen er de laatste tijd is gepasseerd té Rotterdam, maat ook in andere plaatsen, is het m.i. dringend noodig, dat èn H.B. èn bondsraad, maar ook het N.V.V., tot een uitspraak komen. Deze uitspraak n.1., dat het lidmaatschap der K.P.H. ónvereeiligbaar is met het lidmaatschap van de moderne vakbeweging zoo lang deze politieke partij onze vakbeweging met haar cellenbouw bedreigt. De leden van onze afdeeling Rotterdam, die deze polemiek uiteraard met aandacht zullen volgen, worden ér aan hefinrterd, dar wij Dinsdag 7 Juli de vervolg-vergadering hebben inde groote zaal van „Odeon”. Wij wekken vooral die leden, die dag in dag uil hebben rneègewefkt om onze afdeeling groot te maken, op, tijdig tef Vergadering te zijn, opdat ook zij daar kunnen toonen of zij onze mooie afdeeling willen overlaten aan afbrekers, aan vijanden van onze beweging, dan wel of zij hét gebouw, door hun moeite en werken vefkregen, zullen beveiligen. Vrienden, op post! Metaalbewerkers, waakt voor uw zaak! In verband met de artikelen van onze redacteur v. cl. Houven, van J. Wacht, voorzitter der afdéelihg Rotterdam en onze vriend Herman v.d. Bosch uit Arnhem, alle voorkomende ih de laatst verschenen nummers van ons blad, acht ik het wenschelijk dat ook de stem vaneen lid der afdeeling Rotterdam wordt vernomen.

Daarmede zal dan naar mijn overtuiging het oordeel van zeer veel goedwillende leden der afdeeling worden weergegeven inzake de vraag hoe wij staan tegenover de oppositie welke eenige leden meenen te moeten voeren tegenover de leiding van ons bestuur en van onze voorzitter J. Wacht in ’t bijzonder. Met de deur in huis vallende, wil ik hier direct aan toevoegen het roerend eens le zijn met hen die geschreven hebben dat er nu maar eens radicaal een eind gemaakt moet worden aan het optreden van die Verwarringstichtende Vergaderingbezoekers en dat hun aan ’t verstand moet worden gebracht, dat als zij prijs stellen op liet lidmaatschap van onze Bond, zij zich behoorlijk hebben te gedragen. Zooals dat goede leden betaamt, kan iedèreeh critiek uitoefenen, mits die critiek opboüwend is. Runnen zij dat niet, welnu, dan kunnen zij, als niet bëhoorende bij ons, naar die organisatie gaan welke hun belangen beter behartigt volgens hun inzichten. Niemand zal het hun beletten, doch hun integendeel het heilige kruis nageven. ’t Gekke van het geval is echter dat zij ’t bij ons nog niet zoo beroerd schijnen te hebben. Omtrent hetgeen bij ons niet zou deugen, hebben wij feitelijk van niemand op die vergadering vernomen. Als het bestuur ten einde raad ën na velé waarschuwingen een tweetal buiten de deur zet, blijkt eensklaps dat zij weer heet graag bij ons in willen Wonen. Aan ’t adres van Herman v.d. Bosch zeggen wij: wees gerust beste vriend. Dinsdag 7 Juli krijgen wijde laatste ronde en ik geef je de verzekering dat wij als één man achter het bestuur zullen staan en dat wij niet zullen dulden dat de handen worden uitgestoken naar het werk dat doör de trouwe bondgetiooten na veel arbeid en strijd is opgebouwd. Zeker, ons werk is nog lang niet voltooid. Stap voor stap moeten wij voorwaarts gaan, dan inde diepte, dan weer inde hoogte, want zoo is nu eenmaal de weg welke het afbeiderSlegër moet afieggen. Wij zijn ervan overtuigd en hebben er ons mede vertrouwd gemaakt, dat wij het Socialistische Kalman zelf niet zullen binnentreden. Maar het geloof en de zekerheid te bezitten dat onze klasse haar doel zal bereiken, zijnde stevige pijlers waarop ons werken gefundeerd is. Wij werken niet alleen of inde eerste plaats voor ons zelf, maar vooral oök voor oflzê kinderen en dat móet ons leeren dat ook tegenspoed niet is te vermijden. Dinsdag 7 Juli krijgen wij dus de laatste ronde. Zijnde opponenten niet bereid zich te gedragen zooals elk lid betaamt, dan zingen zij hun zwanenzang. Het bestuur heeft gezorgd voor een groote zaal en dus zeggen wij tot onze leden dat zij de taak hebben er voor te zorgen dat geeft plaats onbezet is. Komt als één man op vóór uw zaak, opdat wij na deZe vergadering rustig en krachtig ons werx weer kunnen voortzetten. Want als de tijden weder te oftze gunste veranderen, moeten wij gereed staan tot hervatting van ons werk. Alleen in onze éénheid ligt onze groote kracht! D. RIETVELD. Rotterdam, Juni 1931. De Ziektewet. (C.0.) Van het bestuur van De Centrale Onderlinge ontvingen wij een lijst, vermeldende de samenstelling en de adressen Van in verschillende belangrijke plaatsen vön ons land ingèsteldë cöftimissiés van bijstand. Voor dat deel van onze leden, dat door aansluiting van hun werkgevers bij deze bedrijfsvereeniging verzekerd is, nemen wij dëzê Commissies in óns blad óp. Wanneer zij dan eventueel moeilijkheden hebben, kurtnert zö deze lijst raadplegen ën raden daarom onze afdeelingSbesturen aan déze lijst ter beschikking te houden. Dit zijn commissies van bemiddeling bij dé uitvoering van de ziektewet. Hier volgen dart de adressen van de arbeidersvertegenwoordigers in déze cömmissies : Alkmaar: H. van Houten, 2e Kanaalstraat 1 (N.V.V.) ; J. Spaans, Drebbelstraat (C.N.V,), secretaris. Amersfoort: M. j. J. Straub, Celebesstraat 12 (C.N.V.), secretaris; W. S. de Bree, Miereveidstraat 25 (N.V.V.). Amsterdam: 11. van Weerén, Jacob van Lenhépkade 6 (N.V.V.); C. Groenewegen van Wijk, Tlirnefstraat 10 (Z.) (C.N.V.), secretaris; J. P. van Kan, Barth. Diazstraat 5 (W.) (R.K.W.). Apeldoorn: tl. van der Schaaf, Schuttersweg 68 (C.N.V.) ; 11. Nijnian, Ooiweg 2 (N.V.V.), secretaris. Arnhem : E. Verschoor, Naell Tynneglèterstraat 45 (N.V.V.); H. A. van Eek, Klarendalscheweg 223 (C.N.V.), secr.

-isseii: j, ten Daéti, Oranjestr. 2 (C.N.V.), sècretaris; T. RöSebeék, Tuinstraat 32 (N.V.V.). Breda: L. Rehrh, Ctiassésingel 28 (R.K. W.) 5 A. C. van Suylekom, Niemvstraat 31 (C.N.V.), secretaris, lli’ielle; A. J. C. Buyze, Voorstraat (C.N. V.), secretaris; J. Roodborst, 4e Vlotbrug, Nieuwenhoorn (N.V.V.). Helft: P. Voskuil, Paul Krugerstraat 15 > K.K.W.); C. T. Tielenburg, Oranjestraat 28 (N.V.V.), secretaris. Deventer: li, Driessen, Lathmestr,aat 10 (N.V.V.), secretaris; j. Thien, H. F. de Boer laan 33 (R.K.W.), Dordrecht: C. J. Mulder, Aert v. Gelderstraat 13 (C.N.V.), secretarisj H. R. v. Aspefeh, Willemstraat 30 (N.V.V,), ’sGravenhage: F. Salomé, Prinsegr. 135 (N.V.V.), secretaris; H. Collignon, Huygensstraat 17 (R.K.W.). Eindhoven: 11. Ringefsma, A. van Nassaustraat 1 (N.V.V.), secretaris; J. P. A. Luyten, Paradijslaan 2 (R.K.W.). Goes: H. Verbeek, Wühelminastraat 76 (N.V.V.), secretaris; P. M. van der Bosch, Matth. Sm. b.g. 19 (R.K.W.). Groningen: J, Groen, Nw. Kerkhof 37 (C.N.V.), secretaris; J. Franssen, Meeuwerdefwe g 131 (N.V.V.). Haarlem: J. Th. Elligens, Emoëstfaat 1 (R.K.W.); W. Barrels, Fuhropstr. 13 (N.V.V.), secretaris. HeerenveeK: B. van der Hoek, Dekemalaan 29 (C.N.V,), secretaris. Hengelo! A. Nijkamp, Lipperkerkstr, t6o, Enschedé (R.K.W.), secretaris; D. W. van Hattem, Celebesstraat 16 (N.V.V.). ’s-Hertogenbosch: G. J. Grondhuis, Prinses Julianalaan 8, Vught (R.K.W.), secretaris; M. van der Vórst, Oudegfacht 29 (R.K.W.). Leeuwarden: K. de Vries, Cambuutsterpad 68 (N.V.V.); O. van dér Heide, Koekoekstraat 4 (C.N.V.), secretaris. Leiden: J. de Haas, Os en Paardelaan 37 (R.K.W.), secretaris; J. Alt, Rijnsburgefsingel 17 (N.V.V.). Maastricht: P. Theeuwissen, Meersenerweg 63b, Limmel (R.K.W.); C. H. Piepers, Cannerweg 34 (N.V.V.), secretaris. Middelburg: W. A. den Hollander, Koepoortstraat (C.N.V.), secretaris; L. A. Bonman, Wal B 42 (N.V.V.). Nijmegen: J. van Balen, Dr, Jan Berendstraat 92 (R.K.W.), secretaris; H. M. Spansier, Populierstraat 11 (N.V.V.). Rotterdam: H, J. Anrievéld, Spoorsingel no. 15 (N.V.V.) ; C. Grashóff, Kipstraat 18b (C.N.V.), secretaris; J. Boeren, Hillelaan Sa (R.K.W.). Sneek: G. Reehorn, Priorstr. 20 (C.N.V.), secretaris; W. Dijkman, 3e Selfhelo 1 (N.V.V.). Tiel: W. A. Weick, Hoogeftstraat 100 (C.N.V.); J. Harteman, Hovenierslaantje 18 (N.V.V.). Tilburg: J. Coverde, Ringlaan, Oost 27 (R.K.W.); W. Vroom, Leliestraat 66 (N.V.V.), secretaris. Utrecht: J. A. A. M. Stoop, Heereriweg 7 (R.K.W.), secretaris; G. Veldhuysen, Oude Gracht 245 (N.V.V.). Venlo: J. H. Hauser, Isabellastraat 20 (R.K.W.); A. Jansen, Veldescheweg 35 (R.K.W.). Winschoten: J. Paapst, Grintweg 24 (C.N.V.), secretaris 5 J. G. Folkringa, St.-Vitusstraat 61 (N.V.V.). Zwolle: J. H. van der Berg, Trompstr. 26 (R.K.W.) ; A. van Dijk, Molenweg 248 (N.V.V.), secretaris.

Het eollectlef contract in het loodgietersbedrijf. (v. E.) Op 1 Juli 1931 is het „Fonds tot règëling uitbetaling loonderving bij feestdagen en vacantie” in werking getreden. Dat komt op het volgende neer. Inde vervolge zullen de feestdagen en de vacantie niet meer door de werkgever bij; wie men in dienst is, betaald worden, doch door middel van bovenvermeld fonds. Vanaf de eerste betaaldag in Juli zal elke week aan de arbeiders een zege! worden Verstrekt, dat op een daarbij behoorende kaart, moet Wórden geplakt. Deze zegels de matefie is geheel geregeld bij reglement dat inmiddels aan de betrokken leden is verstrekt kunnen op dé daarvóór gestelde data (zie artikel 9) worden ingeWisseid. Hét komt èf hü dus op aan, dat elke arbeider, in het loodgietersbedrijf werkzaam, er voor zorg draagt, dat voor hem een kaart aanwezig is en dat per week zijn zëgèl daarop Wordt geplakt. Loodgieters opgêpast! Te beginnen met Zaterdag 4 Juli moet dus voor u geplakt worden. Vraagt uw werkgever of hij daaraan heeft gedacht en