38ste JAARGANG Nö. 45 ZATERDAG 7 NOVEMBER 1931 OPLAAG 45.150

j ALCEMEEMEH MEPERLAWPSCHEN METAfILBEWEBKiRSBOWP | ABONNEMENT; H REDACTEUR: G. VAM DER HOUVerÏH ADVERTENTIEN; j Bij vooruitbetaling per jaar f 1.50 pgj s~jiiki*sw* *. a c*J ** A AM 7 ml Gewone advertentiën .... per regel f 0.30 H Voor Buitenland verhoogd met porto |||| LAAPi I c.fc» ||B Afdeelingsadvertentiën . . . „ „ „0.20 Losse nummers „0.03 Z—: telefoon: ~ ~ Aanvragen voor personeel . . „ „ „ 0.20 H nMiM*M|,,i|||||||,|>J|>|UTfiiffißOTTHfinnTgnHrriMfTTwJßßwrTiiMßwwwwiMyiMi, rnnwrnffïmi~iii iiiiwiiimii m nmiiiii ii ifm—fffurriiTßiiiniMiiiiiiiii iiiiiiiiiffraiii bi iiiiiiniii iViiirirtTKrrifiTinmiimmTmiivT'miiTiiimfflnr»^^

By it 25-jierrich jubileum fen üs Ljouwerter frjeonen.

Onze afdeeling Leeuwarden zal op 14 November a.s. haar 25-jarig bestaan feestelijk herdenken, hetgeen voor ons van zooveel belang is, dat wij niet willen nalaten ook in ons blad wat meer dan gewone belangstelling aan dit jubileum te schenken. Leeuwarden behoort weliswaar tot onze kleinere afdeelingen zij telde per 1 Oct. 257 leden maar dat neemt niet weg, dat zij daar in het hooge noorden van ons land steeds een uitnemend steunpunt voor onze Bond en voor de geheele moderne vakbeweging geweest is. De metaal-industrie is inde provincie Friesland niet omvangrijk, te Leeuwarden al evenmin en dat is oorzaak, dat onze afdeeling nimmer heeft kunnen wedijveren met zuster-afdeelingen, gevestigd in gemeenten met een veel geringer zielental. Aan onze waardeering voor hetgeen de tegenwoordige bondsafdeeling inde loop van haar bestaan verricht heeft, behoeft dat echter niets tekort te doen. Wij schrijven „de tegenwoordige afdeeling” en komen daarmee aan een punt, dat ons aanleiding geeft iets naders omtrent de levens- en lotgevallen van onze jubileerende afdeeling mede te deelen. Onze afdeeling heeft dit met vele onzer andere afdeelingen gemeen, dat zij een voorloopster heeft gehad ineen aanvankelijk een locaal karakter dragende metaalbewerkersvereeniging. En bovendien is Leeuwarden ook nog een afzonderlijke loodgietersvereeniging rijk geweest. Dat wat wij er van weten, danken wij aan enkele berichten, die inde oude jaargangen van ons blad voorkomen. Van die loodgietersvereeniging vonden wij niets opgeteekend dan het feit van haar bestaan, dat bovendien ook al niet over rozen gegaan is. Wat de Leeuwarder metaalbewerkersvereeniging betreft, vonden wij vermeld, dat zij zich in April 1903 bij de Bond aansloot. Hoe lange tijd zij toen reeds inleven was, konden wij niet ontdekken. Inde oude nummers van ons blad, die van de jaren 1903—1905, vonden wij herhaaldelijk correspondenties uit Leeuwarden, waarin steeds weer de klacht werd geuit, dat de belangstelling van de metaalbewerkers

uiterst gering was. De afdeeling is begin 1906 verloren gegaan; de preciese datum is ons niet bekend. Maar die correspondenties geven ons toch wel een kijk op de toestand, zooals die voor de metaalbewerkers inde jaren 1904—1905 te Leeuwarden was. Zoo bevat een correspondentie in het blad van 4 Juli 1903 o.a. deze zinsnede; „Waarom zullen wij dan nog voor loonen van gemiddeld zeven gulden per week blijven werken?” In het blad van 2 Januari 1904 vonden wij vermeld, dat de gemeente bij de afdeeling informeerde naar de plaatselijke loonen van burgersmeden en loodgieters. De gemeente wenschte nl. besteksvoorwaarden vast te stellen. Uit het onderzoek bleek, dat het loon voor deze groepen 19 tot 20 cent per uur bedroeg. Dat werd althans opgegeven en het ligt voor de hand, dat men die opgave niet te laag stelde. Ook de gemeente schijnt dat te hebben overwogen, want zij stelde als bestekvoorwaarde vast: voor een smid 17 cent, voor een loodgieter 19 cent per uur en dat onder beding vaneen maximale arbeidsduur van 12 uren per dag. En de correspondent teekende bij deze mededeeling aan: „Wij kunnen met dit resultaat tevreden zijn.” Deze gegevens werpen een duidelijk licht op de plaatselijke toestand zooals die te Leeuwarden was toen de oude afdeeling wegens haar kwijnend bestaan moest worden opgeheven. Toch heeft het niet lang geduurd, dat afdeelinglooze tijdperk. In „De Metaalbewerker” van 1 December 1906 lazen wij; UIT LEEUWARDEN. „Op Zondag 18 November werd alhier een openbare vergadering gehouden voor alle metaalbewerkers in het gebouw „De Ontwikkeling”. Deze vergadering was

BESTUUR AFDEELING LEEUWARDEN.

Zittende van links naar rechts: A. W. v.d. Meulen, secr.; Sj. Mulder, voorz.; R. v. Gelderen, penningm. Staande van links naar rechts: H. Snoek, 2e voorzitter; M. v. Ingen, 2e secretaris; M. C. Vreeswijk, bestuurder; H. Jüderda, 2e penningm,

uitgeschreven door het hoofdbestuur, met het doel weer een afdeeling op te richten. Als spreker trad op W. F. Dekkers met het onderwerp: „Doel en streven van de Alg. Ned. Metaalbewerkersbond”, hetgeen door spreker kranig werd uiteengezet. Niettegenstaande er flink was verspreid, was de opkomst bedroevend klein. Men ging over tot het houden vaneen huishoudelijke vergadering. Bij de rondvraag waren er zeven man, die zich bereid verklaarden om een afdeeling te vormen. Voor het voorloopig bestuur werden aangewezen S. Mud als voorzitter, H. Snoek als secretaris en P. Zwarts als penningmeester”. Uit dit bericht mag worden afgeleid, dat de geboortedatum van de huidige afdeeling, 18 November was. Dat klopt vrijwel met mededeelingen van het bondsbestuur in „De Metaalbewerker” van 24 November 1906, waarin wordt gezegd, dat in Weesp en Leeuwarden nieuwe afdeelingen zijn opgericht met aanvankelijk 14 en 12 leden. „Bravo! wij groeten u vrienden als 29ste en 30ste afdeeling van onze Bond. Wie volgt?” De opgave van het ledental klopt niet precies, maar dat is meer voorgekomen zullen wij maar denken. De op 18 November 1906 opgerichte afdeeling heeft zich ook onder vaak moeilijke omstandigheden, staande weten te houden. De betere leiding van het nieuwe bondsbestuur, de veel betere grondslag waarop sinds Augustus 1906 de Bond was gevestigd, zijn ook onze uiterste post in het noorden van ons land ten goede gekomen. Zij kwam, zij zag en overwon. In felle strijd is zij meermalen gewikkeld geweest en schrijver dezer regelen ligt nog versch in ’t geheugen de loodgietersstaking van 1927-1928, die niet minder dan 20 weken geduurd heeft. De foto van het huidige bestuur, die wij hierbij als feestgave opnemen, bevat het conterfeitsel van meer dan één man, welke bij die zware strijd betrokken was. Onze gedachten gaan terug naar dat kleine zaaltje van de coöperatie waar we zoo menigmaal krijgsraad hielden en waar onze leden-stakers het pandoeren tot in de perfectie hebben aangeleerd. Het was er menigmaal troef! Onze Leeuwarder kameraden onze hartelijke gelukwensch en de beste wenschen voor de toekomst. Maten, in stevige han en Foarüt. De Arbeiderspers. Beste vriend, gij zult, of gij wilt of niet, de Arbeiderspers moeten lezen. Ten minste, ais gij niet wilt behooren tot de kuddedieren, wier leven bestaat in eten, drinken, slapen, werken en een klein beetje goedkoop amusement. Er zijn helaas nog arbeiders, die op deze manier hun verblijf op onze geachte planeet. De Aarde doorbrengen, of ten minste dit ais net ideaal beschouwen. Het eenige wat hun mankeert, is dat zij geen Amerikaansche millionnairs zijn, maar taezitlooze proletariërs; dat hun eenig eigendom hun arbeidskracht is, dat dit hun eenig middel van bestaan is en dat als zij dit middel willen aanwenden, zij altijd en overal aanloopen tegen de muur van het kapitalistisch productiestelsel waarvan zij de gevangenen zijn. Daarom heeft het kudde-

OFFICIEELE MEDEDEELINGEN Over de week van 2 November 1931 tot en met 7 November 1931 wordt het contributiezegel op de 45e week in het bondsboekje geplakt. dier berusting geleerd, als de koe wordt zij ineen schrale wei gedreven; Krijgt zij slecht voer, dan wordt zij stumperig en mager en gaat naar de vilder. Krijgt zij goed voer en een warme stal, dan wordt zij' glanzend en vet en gaat naar de slager. Genoeg van het kuddedier. Ik spreek tot denkende menschen, tot mannen en vrouwen, die van hun levenslot het hoe en het waarom willen weten, die in hun hart het besef dragen van menschenwaarde. Want dit is de diepste grond waaruit de stichting van de Arbeiderspers is ontsproten: het besef van menschenwaarde. Dit is het geheim van haar kracht, die sterker is dan die van alle andere kranten-ondernemingen. Het is de grond waarin de vakorganisatie wortelt en de coöperatie, de sdcialistische partij en haar pers. Onze concurrenten op de krantenmarkt mogen evenveel geld steken in hun zaak als onze beweging heeft gedaan, zij mogen trachten een krant te leveren ciie nog meer „bij” is op alle gebied dan wij. Het zal hun moeite kosten, Want wij zetten er alles op om te zorgen dat wij hen in alle opzichten slaan. Maar waar zij ook in kunnen slagen, er zal van hen niet uitgaan het contact dat bestaat tusschen ons en u, en dat zijn oorsprong vindt in het besef van menschenwaarde. Voor hen zijt gij een afnemer, zonder meer. Zij zullen uw smaak trachten te vinden en u naar uw smaak trachten, te bedienen; maar zij kunnen nooit anders tot u spreken dan de winkelier tot zijn klant: de eenige reden waarom zij tot u komen, is dat zij aan u willen verdienen. Gij moet ons ook de waar betalen die wij u leveren: het nieuws, de afleiding, ’t genot. Maar er is tusschen u en ons nog een andere verhouding, die voorop op de duur aan onze krant een waarde geeft boven alle andere. Gij wilt niet wij willen niet, dat de mensch in u ondergaat in de maalstroom van de kapitalistische samenleving. Gij zoekt in uw vakorganisatie de kracht om u te verzetten tegen aanvallen op uw arbeidsvoorwaarden en uw levenspeil, gij zoekt inde sociale wetgeving de kracht om uw bestaan en dat van uw gezin te beschermen tegen de wisselvalligheden van het leven. Maar gij zoekt ook het geestelijk contact met allen wier lot in wezen hetzelfde is als het uwe; gij wilt weten hoe zij leven, hoe zij strijden, niet in uw omgeving alleen, in heel het land, in heel de wereld. Deze wetenschap is voor u een steun in uw leven, zij is de stralende zonder hoop in uw bestaan, zij geeft u het vertrouwen, dat er een uitweg is uit de slavernij en de ellende van het kapitalisme; zij verhoogt uw levensgeluk. Het is deze wetenschap, die ook het levensgeluk uitmaakt van hen die de arbeiderspers schrijven. Tusschen u en ons is de gemeenschap van hen die inde mensch den mensch eerbiedigen en liefhebben; gij zijt onze klant, goed, maar gij zijt meer. Als wij u de hand toesteken, is het niet de hand van de winkelier, die ze ophoudt om het geld te ontvangen voor de geleverde waar; het is omdat wij met u en gij met ons de keten vormen, de onafzienbare keten die reikt over de heele aarde, van d massa wier ideaal is een vrije menschheid, die door internationale samenwerking zelf haar geluk heeft geschapen. Vrienden, wii roepen u! J. J.,de Roode.