Vacantie! Heden is de week vacantie met doorbetaling van het loon voor de metaalbewerkers begonnen. Nog niet voor allen, sommige bedrijven kunnen niet al hun arbeidskrachten missen. Wij herinneren in het voorbijgaan aan de fabrieken waar machinebouw of scheepsbouw wordt beoefend. Maar dat neemt niet weg, de vacantieweek is er, want de arbeiders, die deze week nog moeten blijven, krijgen hun vacantieweek toch, alleen een of twee weken later. Hoofdzaak is en blijft dat alle arbeiders in het metaalbewerkersbedrijf voor het eerst, maar niet voor het laatst een week vacantie hebben. Deze verovering van den vakbond is een zaak van buitengewone beteekenis. Het is een stuk cultuurwerk, zooals de achturendat er ook een is. En toch, al is de materieele en sociale beteekenis van den achturendag veel grooter, dat aan den eisch om een week vacantie is voldaan, is een bewijs hoe de tijden zijn veranderd en hoe er ook inde mentaliteit der werkgevers iets veranderd is. Wie had het dertig of veertig jaren geleden’ durven droomen, dat het hebben van vacantie, zoo broodnoodig in het sleurleven van allen dag, voor onze arbeiders zou bestaan! Wij herinneren ons nog, dat wij jaren geleden als Voorzitter van den Dordrechtschen Bestuurdersbond mededeelden, dat als het eenigszins kon, wijde volgende weken geen vergadering moesten hebben, want, voegden wij er als verklaring bij, de vacantie begint en wij willen nu graag eens heelemaal vrij zijn, Mijn medeleden, onze arbeiders keken mij aan en zeiden lachend tegen elkaar: „Die schoolmeesters, die hebben het toch maar lollig, zoo’n paar weken vacantie, dat is toch maar je . . . Maar wij kunnen er naar fluiten.” Wij waren geen dupe van het zoo genaamd schertsende, integendeel wij begrepen dat zoo’n vacantie voor hen toch ook heerlijk zou zijn. Niet dat zij het ons niet gunden, dat niet, daarvoor kenden wij onze kameraden te goed. Noch wij, noch onze vriend Zadelhoff bleven achter om al onzen beschikbaren tijd op te offeren, als dat noodig was. Maar toch een mensch blijft een mensch en toen wij op het onderwerp doorgingen, toen ondervonden deze eenvoudige hardwerkende kameraden de waarheid door den ouden Latijnschen dichter uitgesproken, dat een mensch nu eenmaal een mensch is en niets menschelijks hem vreemd is. Het sterkst trof mij, dat, toen wij zeiden: „zorgen jullie dan ook, dat je vacantie krijgt”, als uit één mond klonk „dat is onmogelijk, dat krijgen wij nooit.” Inderdaad zoo dachten er waarschijnlijk allen over. En toch is deze droom, deze utopie werkelijkheid geworden. Door de organisatie van hun vakbond, door de noeste vlijt die men heeft aangewend, door hun actie heeft men na den achturendag nu ook dit gekregen. Wie zal berekenen hoeveel cultureele waarde er door zal worden gekweekt, hoezeer ook hierdoor het moreel zal worden verhoogd. Want het idee, dat een arbeider gedoemd zou zijn om altijd te werken en nooit te rusten, is voor goed verdwenen. Ook de ondernemersklasse begint er iets van te begrijpen, dat een moreel hoogstaande arbeidersklasse op stuk van zaken ook yoor haar een belang kan zijn. Maar wij haasten ons erbij te voegen, dat zonder een krachtigen vakbond er toch nog geen sprake van zou zijn. Daarom kameraden, wenschen wij u een prettige vacantie. lets te waardeeren moet ook geleerd worden en het zal kunnen gebeuren, dat niet allen de vacantie zoo gebruiken als zij gebruikt moet worden. Maar het komt wel. En als gij dan uw vacantie geniet, denk dan ook aan wie' dit heeft gewrocht en wel uw vakorganisatie. Houdt haar dus sterk, zij zal u nog veel meer kunnen brengen. Vrienden en kameraden van den Metaalbewerkersbond, wij wenschen u van harte een prettige vacantie. J. A. BERGMEYER.

IHACHIHGFABRtGAIÏEi [Collectief Contract met de N.V. Pletterij v/h L. I. Enthoven en Cie. te Delft. (C. T.) Als onze leden dit lezen, is het collectieve contract met de Pletterij reeds geteekend. De onderhandelingen hebben wel eenigen tijd geduurd, maar wij meenen te mogen zeggen dat de verkregen resultaten gezien kunnen worden. Wij meenen goed te doen, onzen ledcn dê voornaamste

clausules bekenbaar te maken, opdat zij precies weten waaraan zij zich te houden hebben. Het contract is aangegaan voor den tijd van 12 maanden, trad op 1 Juli 1930 in werking, dus van terugwerkende kracht. In artikel 4 is de groepsindeeling geregeld zooals ook in het contract met den Metaalbond en verder geldt, wat de indeeling inde groepen betreft, de vaklijst van het N. A. M. Artikel 5 luidt: Vastgesteld is een minimura-uurloon naar leeftijd voor iederen werknemer individueel geldende. Het minimum-uurloon bedraagt voor: Geschoolden op 28-jarigen leeftijd 68 cent per uur Geoefenden op 26- „ „ 60 ~ ~ „ Ongeschoolden op 24- „ „ 50 „ „ „ na één maand dienstverband 52 „ „ „ en na drie maanden dienstverband 55 ~ „ „ De minimum-uurloonen voor de tot vakgroep I behoorende jongeren bedragen op 14 jaar 7 cent 19 'jaar 28 cent 24 jaar 57 cent 15 .. 9 „ 20 „ 34 „ 25 „ 60 „ ió „ 12 •„ 21 „ 40 „ 26 „ 63 „ 17 „ 17 22 „ 46 „ 27 66 „ 18 „ 22 „ 23 52 .. Het aan een bepaalden leeftijd verbonden minimum-uurloon gaat in tegelijk met den eersten betalingstermijn inde maand Januari of Juli, volgende op den dag, waarop die leeftijd werd bereikt. Indien tijdens den duur dezer overeenkomst een werknemer ontslagen en loopende deze overeenkomst weder voor gelijksoortig werk in dienst genomen wordt, zal hem ten minste hetzelfde uurloon worden, betaald dat hij bij zijn ontslag genoot.:

In artikel 7 wordt bepaald dat overwerken met 25-, 50- en 100 pCt. extraloon zal worden betaald, terwijl tevens vastgelegd is, dat, wanneer in ploegendienst moet worden gewerkt, voor de avond- en nachtploeg de schafttijden zullen worden doorbetaald. Vacantie. Alle arbeiders, die pp 1 Jan. 1930 in dienst waren, hebben vanaf 1 Mei tot ultimo September recht op één week vacantie (5J dag). Zij, die later in dienst zijn gekgmen, hebben bij indiensttreding in Jan.—Febr. recht op 4 dagen vacantie in Mrt.—April „ „ 3 in Mei—-Juni „ „ 2 „ „ in Juli—Aug. „ ~ 1 dag „ Wat den extra vacantietoeslag betreft, het volgende. Allen, die op 1 Jan. 1930 vier jareri of langer in dienst zijn en in tarief werken, krijgen 15 pCt. extra toeslag. Zij, die één jaar, doch nog geen 4 jaar in dienst zijn, krijgen 10 pCt. De uur- en weeklooners, die op 1 Januari 1930 één jaar of langer in dienst zijn, ontvangen eveneens 10 pCt. extra toeslag. Wanneer een arbeider vóór de vacantie ontslagen wordt, krijgt hij voor iedere 1 maand dienst een halven dag loon vergoed. 1 Arbeiders, die geen recht op vacantie L hebben en tijdens de vacantie niet mogen werken, krijgen deze verletdagen vergoed, j Bij ziekte van den arbeider blijven de oude voorwaarden gelden, welke geregeld zijn ineen reglement, dat meer voordeelen 1 biedt dan de wettelijke regeling. ; Tevens wordt thans een proeftijd ingej voerd van 14 dagen, waarbij de vakgroepen I en II met één dag opzegging het

dienstverband kunnen beëindigen. Na dien geldt één week opzegging. Voor vakgroep 111 wordt een proeftijd van 3 maanden aangehouden, met één dag opzegging, nadien eveneens met één week opzegging. Ook wordt er thans een fabriekscommissie in het leven geroepen, die de belangen van de arbeiders heeft te behartigen. Hoewel de leden van de „Commissie, van Beheer” tevens leden van de fabriekscommissie zijn, krijgt laatstgenoemde commissie toch een geheel andere taak. Het is de eerste stap op den weg naar de medezeggenschap, zij het op bescheiden wijze. Het begin is thans gemaakt en het zal van de commissie zelf afhangen hoe zij haar taak zal opvatten. Maar vaststaat, dat een dergelijke commissie uitstekend werk kan verrichten. Ook kan, wanneer er geschillen komen, welke niet door de fabriekscommissie tot oplossing kunnen worden gebracht, een commissie van geschillen in het leven geroepen worden, welke dan in hoogste instantie beslist en welke uitspraak voor beide partijen bindend is. Dit zijn in korte trekken een paar clausules uit het contract, waarvan iedere werknemer op de hoogte dient te zijn. Het zal misschien eenige moeilijkheden met zich brengen, wat betreft de indeeling van de diverse groepen en vakken. Wij hebben hiermede het oog op de vakgroep 11, waaronder verschillende onderdeden van vakgroep I vallen. Laten allen die meenen verkeerd ingedeeld te zijn, wat natuurlijk van belang is, zich even vervoegen op het kantoor, Oranjestraat 28, om deze aangelegenheid daar dan te'behandelen. Het kan natuurlijk mogelijk zijn dat er misverstanden , plaatsvinden, die dan in eerste instantie door de organisatie zullen worden opgelost. Vrienden, als wijde zaken zoo bezien en er van doordrongen worden wat hier tot stand is gekomen, dan is dit zeer zeker een felicitatie waard. De toestand inde metaalindustrie wijst er nu juist niet op dat wij een gunstige periode tegemoet gaan. Integendeel, overal inden lande, en niet alleen hier, maar internationaal, ziet men de werkloosheid toenemen en worden de werkers ontslagen. Zulk een periode wordt meerendeels benut, noodzakelijk of niet, om de loonen te drukken. Ineen contractloos tijdperk en bij ongunstige conjunctuur is daar gelegenheid te over voor. En mag dan een contract niet altijd geven wat gewenscht en noodzakeiijk wordt geacht, één ding staat vast, dat gedurende den contractduur de arbeidsvoorwaarden voor de werkers verzekerd zijn. Kameraden, in dit licht moeten wijde ding bezien. Bij de drie grootste werkgevers en één kleinere, zijn thans contracten afgesloten. Er zijn er echter meerdere die er eveneens voor in aanmerking komen, maar wier arbeiders de noodzakelijkheid nog niet inzien. Het is voor deze ondernemingen dat wij onze leden vooral er pp willen wijzen, alles in het werk te stellen om de arbeidsvoorwaarden collectief te regelen. Dat kan, als allen de schouders er maar onder zetten. Daarom vrienden, aangepakt. Versterkt de organisatie, opdat inde naaste toekomst de arbeidsvoorwaarden aan alle ondernemingen te Delft gelijk zijn!

rVEmmgHGSUIDUSTRE I Contractactie inde Verwarmings* industrie. (P.v.E.) Na de laatste publicatie, voorkomende in ~De Metaalbewerker” van 5 Juli j.1., kunnen we tot ons genoegen weer een aanvulling plaatsen. Ditmaal betreft het de firma’s Comelissen te Arnhem en B. J. Tusenius te Den Haag, die het contract hebben geteekend. Inmiddels wordt ineen aantal plaatsen voortgegaan firma’s te bewerken, ten einde ook door hen het contract geteekend te krijgen. Met een groep werkgevers in Hilversum heeft een bespreking plaats gehad op Donderdag 24 Juli, welke nog niet tot resultaat heeft geleid. Een vervolgvergadering zal plaats hebben op Donderdag 28 Augustus, waarvan we hopen dat deze tot een gunstig resultaat zal mogen leiden. Over het geval van de firma Braat te Delft is in tegenwoordigheid van den heer Braat een conferentie geweest op Dinsdag 5 Augustus. Ook hiervan is nog geen volledig resultaat te vermelden. Wel is op een enkel onderdeel een toezegging gedaan, doch hiermede was het hangende geschil niet af. Met publicatie daarvan zou alleen verwarring ontstaan en we yinden het derhalve

Het gevaar bij gebruik van electrischen stroom in kelders.

In het vorige artikel is gewezen op het bijzonder groote gevaar, dat het gebruik van electrischen stroom in kelders vergezelt. Ook is uiteengezet waarom dit gevaar zoo groot is. Indien de installatie niet aan redelijke eischen voldoet, kan zelfs de grootste voorzichtigheid onvoldoende blijken tegen ongevallen. Immers toevallige omstandigheden kunnen een rol spelen iie ook de voorzichtigsten leelijke parten speelt. Daarom dient aan de electrische leidingen en toestellen de grootste zorg besteed te worden. Men is als patroon er niet mee af, dooreen arbeider die met een slechte looplamp zijn arbeid ineen kelder verricht, de vermaning te geven: „Wees toch voorzichtig” of „Doe het veilig”, alsof daarmee goedgemaakt wordt wat er aan deugdelijkheid aan de looplamp ontbreekt. Neen, alvorens de arbeid inden kelder begint, dient gezorgd te zijn dat de te gebruiken electrische installatie volkomen in orde is. Hoe moet de electrische lichtinstallatie in gebruik bij het maken of herstellen van kelders zijn uitgevoerd ? Beginnen wij met de zoo onschuldig uitziende looplamp. Er is van dit artikel zeer veel bocht aan de markt. Bij den aankoop wordt door den gemiddelden kooper geen of weinig critiek op de constructie uitgeoefend. Hiertoe ontbreekt hem de noodige kennis. Bij het gebruik ondervindt de looplamp vaak een zeer ruwe be-

handeling, terwijl optredende defecten niet zelden door gebruikers zelf met allerlei lapmiddeltjes worden verholpen. Hij lijkt mij daarom nuttig hier een afbeelding te geven vaneen looplamp, die inde practijk bewezen heeft in alle opzichten te voldoen en daarbij laag in aanschaffingsprijs is. De constructie is eenvoudig en zeer solidê. Het lichaam van de looplamp bestaat uit goed droog hout, dat niet of weinig aan trekken onderhevig is. Dit hout is door langdurig koken in parafine tegen de inwerking van vocht en het ontstaan van scheuren bestand gemaakt. Zooals men ziet is de lampenfitting verdiept aangebracht en uitgevoerd als bajonetfitting. Dit laatste is een extra veilige omstandigheid, aangezien hier de lampvoet niet als stroomvoerend deel der installatie wordt gebruikt, wat wel het geval is bij lampen met schroeffitting. De verbinding van de toevoerleiding aan de fitting zou al heel spoedig los raken indien zij niet van dein de toevoerleiding optredende trekkrachten was ontlast. Hiervoor zorgt de lederen huls aan het handvat. De afbinding is zoodanig, dat de toevoerleiding binnen de lederen huls een flauwe bocht behoudt. Ook het spoedig defect raken van de leiding aan de invoeropening van de looplamp wordt hierdoor voorkomen.

De toevoerleiding dient beschermd te zijn dooreen mantel van rubber, welke één geheel vormt met de rubberomhulling der koperkernen. Dergelijke leiding staat bekend onder den naam van rubbermantelleiding. Aan de looplamp is met opzet een afsluiter vermeden, aangezien een dergelijke afsluiter een bron van misère beteekent. Voorts is het een veilige omstandigheid dat het niet mogelijk is hel licht aan en uitte doen door het even terugdraaien van het lampje, zooals bij lampen met schroeffitting dikwijls plaatsvindt. De lamp wordt eenvoudig aan en uit gedaan met behulp vaneen stopcontact. Het beste is een stopcontact te benutten, hetwelk zich bevindt ineen droge ruimte, bijvoorbeeld ineen kamer op den beganen grond; dus met inden kelder. Een stopcontact ineen kelder is, zoo de inrichting niet voldoet aan speciale eischen, een groot gevaar, doch hierover wellicht later. Alvorens dit artikel te besluiten, waarschuw ik met nadruk tegen de nog veelvuldig toegepaste methode om bij gebrek aan een deugdelijke looplamp, een provisorische looplamp te maken vaneen fitting bevesting aan twee gummiedraden. U kent ze alle. Keer op keer wordt de droevige ervaring hiermede opgedaan, bevestigd. Riskeer uw leven niet, gebruik ze daarom nooit.