Op M September a.s. demonstreert de moderne arbeidersbeweging te Amsterdam én Rotterdam tegen het militairisme en voor ontwapening, alsmede voor de urgente eischen iniake de sociale wetgeving. – Bondsmakkers, vereenigt II tot tienduizenden om de regeerders te overtuigen dat de arbeiders van Nederland achter de eischen van N.V.V. en S.D.A.P staan.

spraak van Stegerwald voor het Roergebied, hebben kunnen plaatsen. Een algemeene aanval op de werkloozenondersteuning is door de oneenigheid in het burgerlijke kamp en den feilen tegenstand van de sociaal-democraten nog verhinderd. Doch zou de verkiezing een burgerlijke regeering aan het roer brengen, dan staan een reeks van ingrijpende verslechteringen den arbeiders te wachten. Met donderend applaus werd de uitspraak van Brandes begroet en gesteund, dat wie inden komenden verkiezingsstrijd de sociaal-democratie inden rug aanvalt, een verraad pleegt aan de arbeidersklasse, zoo erg als men het zich maar bedenken kan. ♦ ♦ * De onderhandelingen met den Machinisten- en Stokershond en die met den Bond van Koperslagers, die nog steeds op zichzelf staan en reeds jarenlang bezig zijn om tot aansluiting bij den Metaalbewerkersbond te komen, zijn ten slotte toch niet pp fusie uitgeloopen. Dit werd door Brandes betreurd. Eveneens, dat de verwachting met dit congres het volle millioen leden te bereiken, niet jvas uitgekomen. Het ledenaantal van dezen grootsten vakbond ter wereld bedraagt thans rond 950.000. De penningmeester Schafer deelde mede, dat er geweldige eischen aan de kas van den bond werden gesteld, doordat een yijfde deel van de leden geheel werkloos is. Als voorbeeld daarvan de volgende cijfers. In het jaar 1927 werd door de ziekenen werkloozenkas van den bond 7.7 millioen Mark uitgekeerd. In 1928 was dit cijfer 14.25 millioen Mark, doch in 1929 was dit bedrag reeds 22.56 millioen Mark. In het eerste halfjaar van 1930 was reeds 17 millioen uitgekeerd. Ondanks dat verklaarde deze man van het millioenenbeheer, dat de bond in staat zou zijn, wanneer de werkgevers den strijd provoceeren willen, dezen met kracht tegemoet te treden. ,Wij zouden nog wel eenigen tijd voort kunnen gaan interessante mededeelingen te doen over de beraadslagingen in dit arbeidersparlement van de metaalnijverheid, dat een week lang geduurd heeft. Uit de zakelijke beslissingen noteeren .wij nog als van interesse ook voor onzen bond, dat het voorstel van de afdeeling Emmerich, voorstel 306 van de agenda, Waarbij bedoeld werd de leden van den Duitschen bond, wanneer deze overgaan naar een buitenlandsche organisatie (b.v. de Hollandsche) inde gelegenheid te stellen de contributie aan de Invalidenkas yan den Duitschen bond per kwartaal over te zenden en daardoor hun rechten op die pensionneering te behouden, werd afgewezen. Dit beteekent dus, dat de leden niet zoo gemakkelijk naar buitenlandsche bonden zullen overgaan. In het geheel kunnen wij zeggen dat het congres zich met groote blijmoedigheid, kameraadschappelijke discussies en groote bekwaamheid door den rijstebrijberg yan een kleine 500 voorstellen en agendapunten heeft heengewerkt. Deze groote en machtige organisatie, geleid door inden jarenlangen strijd geschoolde mannen, staat voor zeer moeilijke vraagstukken. Als één man stond het geheele congres achter de leiding inde uitspraak, dat de vakvereenigingsstrijd alleen niet bij machte zou zijnde moeilijkheden, waarvoor de arbeidersklasse in Duitschland staat, op te lossen. Dat tevens ook de parlementaire middelen alleen en op zichzelf onvoldoende zouden zijn. Krachtig en onafscheidelijk aaneengebonden zouden deze beide strijdfronten naar den vijand gekeerd moeten worden. Daarvoor heeft dit congres van onze Duitsche collega’s zeker goed werk gedaan. Laat ons hopen dat ze het gewenschte zullen verkrijgen in ’t belang van het Duitsche, doch tevens in dat yan het geheele Europeesche proletariaat.

Een nieuw gebouw te Rotterdam. (J. W.) In ons vakblad van Zaterdag j.l. plaatste de redacteur een paar cliché’s, n.l. een vaneen oud gebouw aan den Hofdijk 64-66 en een vaneen nieuw modern gebouw, dat voor dat oude inde plaats zal komen en waar de kantoren en stempellokalen van onze afdeeling zullen worden gevestigd. Eindelijk komt het er van dat de grootste afdeeling van onzen Bond zal worden gehuisvest ineen behoorlijke ruimte. Het wordt tijd. Lang hebben wij gezocht naar een ander geschikt pand, waar de dienst der afdeeling kon worden uitgevoerd. Aanvankelijk leefden er inden boezem van het bestuur groote aspiraties. Men droomde vaneen groot gebouw, een „metaalbewerkersheim”, waar de leden en hun huisgenooten zich in hun vrijen tijd konden verpoozen en de een of andere consumptie gebruiken. Zooiets als men vindt in tal van Duitsche en Belgische steden, om maar dicht bij huis te blijven. Bij nadere beschouwing leek dit niet exploiteerbaar en zijn wij in andere richting gaan zoeken. Verschillende makelaars en dergelijke personen werden inden arm genomen om voor ons een geschikt oud pand te zoeken, waarin ondergebracht konden worden de kantoren, stegipel- en uitbetalingslokaal voor de werkloozen en als het kon een zaal voor het houden der vertrouwensleden- en groepsvergaderingen. Eiken keer weer als men meende iets te hebben gevonden wat voor ons geschikt was en na verbouwing door ons te gebruiken zou zijn, stuitten wij op hooge kosten, dure exploitatie en dan was het nog altijd een oude rommel, waarin het behelpen zou zijn. Ten slotte zijn we gaan zoeken in andere richting, n.l. nieuwbouw. Voor een kantoor ais het onze is het vereischte dat het zoo dicht mogelijk in het centrum der stad blijft. Bouwgrond was nergens te krijgen en daar waar wel wat was, n.l. Hoboken, daar wil men geen vakvereenigingskantoor hebben. Dus bleef er niets anders over dan afbreken en opbouwen. Deze oplossing is nu gevonden. Een aannemersfirma heeft ons deze oplossing aan de hand gedaan en gaan wij er op door. Zoo wordt dus pand Hofdijk 64-66 afgebroken en op de daardoor verkregen ruimte een nieuw gebouw gezet. Alle diensten zuilen daarin gelijkvloers worden gehuisvest. Rechts de bestuurskamer (werkkamer voor voorzitter en secretaris) en daar achter het secretariaat, administratielokaal, magazijn en spreekkamer. Links wacht-, stempel- en uitbetalingslokaal voor de werkloozen alsmede inschrijving werkloozen en verder de financieele dienst, werkkamer voor den penningmeester. Achter al deze ruimten komt een zaal voor vertrouwensleden- en groepsvergaderingen van 6J bij 15 meter. Op de bovenverdiepingen komen een 4-tal kantoren, die verhuurd zullen worden. Terwijl op de derde verdieping een woning voor den conciërge komt, benevens archiefruimte voor de kantoren op de ie en 2e étage. Onze eigen archiefruimte komt inden kelder, waar ook een keukentje komt, alsmede de ketel voor decentrale verwarming. Wij meenen hiermede een globaal overzicht te hebben gegeven van wat het gebouw zooal zal bevatten. Is het straks eenmaal gereed, dat zal het ineen reeds lang gevoelde behoefte voorzien en zal het niet meer kunnen voorkomen dat b.v. werkloozen een half uur en langer inden regen moeten staan wachten om ingeschreven te worden. Zij zullen dan ten minste hun beurt kunnen afwachten ineen behoorlijk verwarmde ruimte. Dit ten opzichte van het inwendige van het gebouw. Het uitwendige heeft men zoo ongeveer de vorige week op een plaatje gezien. De in dat nummr afgedrukte gevel wordt evenwel nog iets gewijzigd. De raamverdeeling wordt iets anders, evenals inden toren de lichten grooter worden en op één lijn zullen komen te staan met de ramen inden gevel. Het gevel-ontwerp is van den bekenden architect J. C. v. Epen te Hilversum. Het is modern van opvatting en kloek van stijl.

Voordat het gebouw gereed is voor het gebruik, zullen er nog wel eenige maanden heengaan. Het zal wel omstreeks Juni van het volgend jaar zijn vóórdat het kan worden ingewijd. Wat zou het een mooi ding zijn indien met dat feit een andere gebeurtenis kon samengaan. Wij bedoelen het inschrijven van het 7500ste lid. Wanneer al onze leden nu eens hun beste beentje voorzetten en eens een echte ouderwetsche propaganda gingen voeren voor uitbreiding van het ledental, wanneer in dit geval allen eens daaraan meehielpen, oud en jong, groot en klein, ons dunkt het is te bereiken. Wij zouden dan twee dingen bereiken: ie. Een mooi modern gebouw, soliede en stevig gebouwd, een monument in onze stad en 2e. Een sterke monumentale afdeeling, machtig en grootsch, een burcht voor de metaalbewerkers en een baken voor de werkgevers. Vrienden wij rekenen op U! De leuze is 7500 leden bij opening van het nieuwe gebouw! Sluit de rijen. (J. H.) Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer in het jaar 1929 bleek, dat de roomsch-katholieken en sociaal-democraten samen een vrij sterke meerderheid inde nieuwe Kamer hadden behouden. Gezien de verkiezingsprogmms der beide partijen zou er, zoo althans ook de uitvoering daarvan ernstig gemeend was, niets méér voor de hand hebben gelegen, dan dat deze partijen samen de regeering in handen hadden genomen. Dat een sterk democratisch, vooruitstrevend, parlementair kabinet gevormd had geworden, steunende op de meerderheid der Kamer, waardoor een aantal punten uit genoemde programs verwezenlijkt hadden kunnen worden. leder echter, die op politiek terrein maar eenigszins op de hoogte is, wéét, dat het der Roomsch-Katholieke Staatspartij géén ernst is met de verwezenlijking van de punten in haar verkiezingsprogram omschreven, maar dat zoo’n ding daar alleen in verkiezingsdagen maar dienst doet om de kudde bij elkaar te houden. En zoo werd dan ook met absolute negeering van vorengenoemde mogelijkheid, door den roomsch-katholiek Ruys de Beerenbrouck uit de z.g.n. christelijke partijen een extra parlementair, conservatief kabinet gevormd, dat niet het minste voor de toekomst deed hopen, maar zooveel temeer deed vreezen! We zijn nu ongeveer één jaar verder en reeds kan gezegd worden, dat de vrees maar al te zeer gegrond is gebleken. Wat duidelijk is uit het volgende: • Punt 1 van het R.K. Verkiezingsprogram luidt: „Handhaving en doorvoering der katholiek-staatkundige beginselen in wetgeving en bestuur, vooral ten aanzien van het hooghouden van het gezag.” Hoe dit wordt opgevat, hebben 'de gebeurtenissen in Maastricht bij de staking aan de Zinkwitfabriek bewezen. Daar besluit een R.K. organisatie van politiepersoneel, min of meer onder leiding der geestelijkheid, om achter den rug van den burgemeester en den hoofdcommissaris om de leiding in handen te nemen. Dit heeft tot gevolg gehad, dat een aantal menschen doodgeschoten en een ander aantal! zwaar en licht gewond werd. Alles gaat aanvankelijk onder den dekmantel, maar onder aandrang van de sociaal-democraten inde Kamer, is aan een onderzoek niet te ontkomen. De Advocaat-Generaal van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch wordt aangewezen om dit onderzoek in te stellen en brengt hiervan uitvoerig rapport uit aan den minister. Aanvankelijk krijgt de Kamer slechts een enkele korte mededeeling over het rapport, maar onder den steeds toenemenden druk der sociaal-democraten wordt het ten slotte aan alle Kamerleden „ter inzage” gezonden. En nu blijkt dat daar in Maastricht het gezag niet alleen niet is hooggehouden, niaar dat het volkomen terzijde is gesteld door menschen die inde R.K, Staatspartij niet de eersten de besten zijn en door de

regeering, waarin vier R.K. ministers zitten, wordt tot het uiterste getracht alles onder den dekmantel te houden. Punt 3 van het R.K. verkiezingsprogram luidt: „Vasthouden aan het parlementair-constitutioneele stelsel,” Direct na de verkiezingen echter gaat de leiding van deze partij de aanwezige mogelijkheid tot vorming eener volkomen gezonden parlementair constitutioneele regeering voorbij en vormt een extra parlementaire regeering, daarmede handelende in-constitutioneel. Punt 8 van het hoofdstuk 111 van genoemd program zegt: „Verbetering der salarieering van het Rijkspersoneel door herziening van het Bezoldigingsbesluit en van de overige loonregelingen.” Dit punt is inde Kamer in behandeling geweest en vooral door den . . . soc.-dem. K. ter Laan sterk verdedigd. Een voorstel door hem gedaan om tot de beoogde verbetering te komen werd mede rnet de stemmen der R.K. Kamerleden verworpen, omdat de regeering verklaarde dat er geen geld was . . . Omtrent tezelfder tijd echter, 5 Mei j.1., werd bij Koninklijke Boodschap bij de Tweede Kamer ingediend een ontwerp van wet met een memorie van toelichting, inhoudende een plan tot den bouw vaneen aantal oorlogsschepen, verdeeld over de jaren 1930—1940. Dit plan dat neerkomt op uitbreiding der „vloot” in Oost-Indië met ruim 50 pCt. en aanbouw van enkele schepen voor West-Indië, zal volgens berekening van den Minister in deze tien jaren kosten, rond 120 millioen gulden. Brautigam, soc.-dem. Kamerlid, heeft echter een brochure geschreven waarin hij tot een globale berekening komt Van 200 a 220 millioen gulden en ieder die iets afweet van de practijk bij het bouwen van oorlogschepen, zal onmiddellijk zien, dat Brautigam veel korter bij de waarheid is dan de Minister. Staat hieromtrent nu iets duidelijks in het R.K.-verkiezingsprogram en is hierover door de kiezers (essen) het vorige jaar een uitspraak gedaan ? Er is geen sprake van! Bij de verkiezingen van het vorige jaar is door de R.K. met geen woord over dit bij uitstek railitairistische plan gesproken en in het R.K.-program staat het volgende: „Ue organisatie van leger en vloot dient beperkt te zijn tot hetgeen noodzakelijk is voor de handhaving der neutraliteit en de verdediging der onafhankelijkheid binnen de grenzen, door eventueele Internationale regelingen te stellen”. Hiervan kennis nemende ontkomt men niet aan den indruk dat hier inderdaad „politiek” wordt gevoerd inde slechte beteekenis van het woord. Als de leiding van de R.K. Staatspartij met dit plan inde verkiezingen was gekomen, zou zij niet het aantal zetels inde Kamer hebben gekregen wat zij nu bezet houdt. Want dit staat wel vast, dat in het Nederlandsche volk het verlangen naar ontwapening steeds stijgt en sterker wordt. Trouwens is ook pas de vlootconferentie te Londen achter den rug, waar wel lang niet alles is bereikt wat zoo vurig door velen werd gehoopt, maar die toch ook stellig niet resultaatloos is verloopen en die zeker de veiligheid voor „onze” koloniën niet kleiner heeft gemaakt. En nu in het licht van deze feiten, terwijl de raenschheid nog gebukt gaat onder en worstelt met de problemen die de moordpartij 1914—1918 haar gelaten heeft, nu komt onze Nederlandsche Christelijke regeering met een plan om opnieuw een paar honderd millioen gulden inden bodemloozen put van het militairisme te werpen. De bodemlooze put, waaruit op een gegeven oogenblik weer niets anders opborrelt dan stukgeschoten menschenvleesch vergoten bloed, beestachtige misdaad en onbeschrijfelijke ellende. De S.D.A.P. en het N.V.V., de moderne arbeidersbeweging, heeft dan ook haar roeping, te strijden voor menschelijkheid en recht, getrouw, onmiddellijk front gemaakt tegen dit heiliooze plan. De betoogingen die op 14 September a.s. te Amsterdam en Rotterdam zullen