41ste JAARGANG No. 15 ZATERDAG 14 APRIL 1934 OPLAAG 45150

I ABONNEMENT: Bij vooruitbetaling per jaar ƒ1.50 Voor Buitenland verhoogd met porto K Losse nummers „0.03 H

| HEMOMXL.AAH 2*fr AMSTERDAM.2. I i itelefoqn: aöiz3-QOQ3Q„ I

ADVERTENTIËN: W H Gewone advertentiën per regel ƒ 0.30 H Afdeelingsadvertentiën „ „ „ 0.20 Aanvragen voor personeel ... „ „ „ 0.20

Hou zee!... In ons blad van Zaterdag 3 Maart j.l. schreven wij onder het opschrift; „Uit de brouwketel van Mussert” een artikel, waarin wij eenige mededeelingen gaven omtrent de allernieuwste organisatie, te weten de Nationaal-Socialistische Werknemersorganisatie. Wij gaven daarbij een uittreksel uit de statuten en reglementen en deden voornamelijk uitkomen dat de leden dezer nieuwbakken vereeniging geen snars te zeggen hebben. Het lidmaatschap is goedkoop en daarmede is dan ook alle goeds ervan gezegd. Ook op dit terrein geldt het aloude woord, dat goedkoop duurkoop is. Intusschen blijkt nu reeds dat er al herrie inde keet is. Men weet dat de leden dezer allernieuwste vereeniging alleen maar plichten en geen rechten hebben. De groot-mogol Mussert, de leider van de N.5.8., benoemt en ontslaat de leider van de onderafdeeling „Werknemers-Organisatie”. Zoo’n man als Mussert is natuurlijk geweldig knap bij ’t kiezen van z’n medewerkers. Zoo iemand gaat niet over één nacht ijs, da’s duidelijk. Het systeem van dictatuur is immers op zichzelf reeds een uitstekende waarborg dat men niet vervalt inde fouten van de afgeleefde democratie! Mussert is de algemeene leider van de Nederlandsche bewonderaars van Hitler. Mussert is dus een heel goed, een volmaakt leider. Het is duidelijk, nietwaar? Indien Mussert geen uitstefcend-beproefd leider was, zou hij ’t immers nooit geworden zijn! En aangezien deze man met ’t onfeilbare leiderschap zelf z’n hem onderhoorige „gewone” leiders kiest, is daarin de waarborg gelegen dat ook die tweede-rangsleiders prima zijn. Niet zoo prima als Mussert zelf, dat is begrijpelijk, maar toch óók goed. Geen betere vergelijking dan b.v. ’tleem en de pottenbakker. Mussert-de-pottenbakker die zelf z’n eigen „leemen” medewerkers vormt. Welnu, hoofdleider Mussert heeft kort geleden z’n onderhebbende J. C. Oversteegen, wonende te Santpoort, tot leider van de Nationaal-Socialistische Werknemersorganisatie gebombardeerd. Deze Oversteegen was gewogen en niet te licht bevonden en Mussert is knap of hij ware geen Mussert.... Inde eerste proclamatie, waarbij de volke van Nederland kondschap gedaan werd van de oprichting dezer werknemersorganisatie, luidde het slot: „Fascisme is een daad! leder helpe naar vermogen om de hopeloos verdeelde en in diverse vakorganisaties georganiseerde arbeiders ons' Nationaal-Socialistisch beginsel te leeren kennen. Een aanval op de bestaande vakorganisaties met hun demagogische leiders moet gepaard gaan met de wil tot opbouw van de Arbeidsstaat der Nederlanden. De Nederlanders als werknemers in één organisatie om mede te helpen herstellen de éénheid van land en volk is ons parool! Hou zee! OVERSTEEGEN, Leider N.S.W.O. Was dat mooi of niet? De knecht Oversteegen in ’t voetspoor van de meester Mussert. Maar alles op dit ondermaansche is vergankelijk. Zelfs de gunstbewijzen vaneen groot man als Mussert is, zijn dat.

En ook de roem van Oversteegen was niet voor de eeuwigheid bestemd. Reeds op 28 Februari, drie dagen vroeger dan waarop wij Oversteegen bij onze lezers introduceerden, had de stakker al een schop onder z’n achterste ontvangen van de baas. Oversteegen, mitsgaders de door hem gekozen medewerkers, werden door Mussert de woestijn ingejaagd. Hier volgt de bekendmaking waaruit wij dit gewaar werden: Bijlage I bij circulaire A. 48. NATIONAAL-SOCIALISTISCHE BEWEGING IN NEDERLAND. Rondschrijven No. 72. Aan alle Kringleiders. Aan alle zelfstandige Groepsleiders. Aan alle vertegenwoordigers N.S.W.O. De Organisatie-Raad der Nat.-Soc. Werknemers-Organisatie heeft het door mij in hem gestelde vertrouwen schromelijk misbruikt en zonder daartoe gemachtigd te zijn een geldinzameling georganiseerd. In verband hiermede zijnde navolgende personen als lid der Beweging geroyeerd: J. C. Oversteegen Santpoort; A. Suurmond Amsterdam; A. J. van Dehn Amsterdam; J. N. Swierstra Amsterdam. De voorloopige leiding der Nat.-Soc. Werknemers-Organisatie is met ingang van 27 Februari opgedragen aan: mr. H. REYDON die volmacht heeft om alle door hem in het belang der Organisatie noodig geachte maatregelen te treffen. Het Centraal-Bureau der N.S.W.O. wordt tot nader order gevestigd te Hilversum, Ministerlaan 9, waarheen alle correspondentie gericht moet worden. Alle contact met de geroyeerden moet terstond worden verbroken, gelden mogen dus aan hen niet meer worden afgedragen. De plaatselijke leiders der N.S.W.O. dienen zoo1, spoedig mogelijk een lijst van hun leden bij den voorloopigen leider der N.S.W.O. aan bovenstaand adres in te zenden. Den Kringleiders en zelfstandigen Groepsleiders wordt verzocht hieraan de noodige bekendheid te geven, De Algemeene Leider, A. A. MUSSERT. Utrecht, 28 Februari 1934. Oversteegen, Suurmond, Van Dehn, Swierstra, houzee! Met één pennestreek zijn ze ontluisterd. De baas heeft zich in ’t stelletje vergist en om niet nog eens zoo’n blunder te slaan, heeft hij nu een advocaat met de leiding belast. Nou zal ’twel goed gaan! Prompt op tijd verscheen een circulaire van de miskende Suurmond, of beter gezegd, een open brief met als aanhef: Volksgenooten! En daarin lezen wij: „Op hoog bevel is aan mr. Reydon (natuurlijk weer een advocaat en kapitalist) opgedragen de N.5.8.-werknemers- Ons maatschappelijk systeem is er één van verkwisting op groote schaal-Om de verbruikers verdringen zich talrijke handelaren, winkeliers, enz., terwijl in elke branche slechts één noodig is. Dit maakt ’t levensonderhoud noodeloos duur. Daarom, wordt lid en verbruiker van de coöperatie.

organisatie dood te organiseeren. In strijd met de statuten der N.S.W.O. is mr. Reydon als voorloopig leider benoemd door ir. A. A. Mussert, om zijn sinister werk te doen. Als overgangsmaatregel zullen de heeren gebroeders Farweck en de heer Stahle, ook groot-kapitalisten, de Nationaal-Socialistisch voelende en denkende arbeiders zoet houden met marionetten arbeiders-sprekers te laten optreden en een schijnorganisatie te stichten onder ’t mom van „celvorming” inde bedrijven. Deze heeren groot-kapitalisten en vrienden der Joodsche Geldmagnaten zullen op die manier trachten tot de e.k. verkiezingen de „Volksgenooten op hun lijmstok te houden.” Ziehier lezers, een fraai gedeelte uit de niet minder fraaie open brief van A. Suurmond. Wij zullen misschien bij een volgende gelegenheid nog wat meer citeeren, maar voor ’toogenblik is ’t welletjes meenen wij. Binnen een tijdsverloop van amper twee maanden zijnde vroegere gezworen vrienden aan ’t bakkeleien geslagen. Zij predikten de eenheid tegenover de demagogische leiders der bestaande vakvereenigingen, maar zagen geen kans om met goed fatsoen in eigen kringetje een heel klein beetje eenheid in stand te houden. Wat is het toch voor een tijd waarin wij leven en waarin zulk weerzinwekkend gedoe nog voor ernst wordt genomen! Stel daartegenover een tijdvak van ongeveer 28 jaren, waarin, sinds 1906, onze Bond een regelmatige ontwikkeling heeft doorgemaakt, waarbij bij voortduring een geest van goede kameraadschap en innige samenwerking heel ons bondsleven beheerschte. Het maatschappelijk crapule, dat nooit wat aan organisatie deed, nooit offers bracht, zou ons willen wijzen op tekortkomingen en gebreken! Zoo zij de hand in eigen boezem steken, zal zij er zwaar melaatsch uit komen. En tóch maarde zee houwen.... Verzoek om solidariteitsbetrachting. Men verzocht ons opname van het volgende : „Tengevolge van de ongebreidelde concurrentiestrijd zijnde loonen in het kappersbedrijf zeldzaam laag. Week-inkomens van 12 tot 15 gulden (loon en verval) voor gehuwden behooren niet tot de uitzonderingen. In het bijzonder de prijsknoeiers betalen veelal de laagste loonen. De moderne bond van kapperspersoneel voert in diverse plaatsen van ons land de vakactie, welke ten doel heeft aan de onredelijke loonsverlagingen paal en perk te stellen, plus een minimum van vier dagen vacantie per jaar. Bij deze actie stuiten wij bij verschillende werkgevers op onwil, die ten koste van het personeel „baas willen blijven jn eigen huis” en die de personeelorganisatie niet willen erkennen. Binnenkort zal inde plaatsen Haarlem en Utrecht een beroep, worden gedaan op uw solidariteit. Ons bedrijf staat, voor wat 4e organisatie van personeel betreft, nog inde kinderschoenen. Zij is nog jong. Steunt de actie van deze groep geheel rechtelooze arbeiders, wanneer die gevraagd wordt! Weest solidairP* I

OFFICIEELE MEDEDEELINCEN Over de week van 16 tot en met 21 April 1934 wordt het contributiezegél op de 16de week in het bondsboekje geplakt. Waarschuwing ter zake de werkloosheidsverzekering. (H. J. v.d. B.). Wij brengen, om onze leden moeilijkheden te besparen, nog eens in herinnering, dat om voor de eerste keer in aanmerking te kunnen komen voor uitkeering uit de werkloozenkas, het noodzakelijk is, dat: een lid gedurende ten minste één jaar lid der kas moet zijn geweest, over 52 weken bijdragen moet hebben betaald en na zijn toetreding als lid gedurende ten minste 156 dagen moet hebben gewerkt inde metaal-, electrotechnische- en aanverwante industrieën of in technische afdeelingen van andere industrieën. Heeft een lid ineen kalenderjaar over de volle termijn uitkeering genoten, dan moet het, om ineen volgend kalenderjaar weer aanspraak op uitkeering te kunnen maken, na de laatste dag waarover hij uitkeering ontving, ten minste 24 dagen hebben gewerkt inde metaal-, electrotechnischeep aanverwante industrieën of in technische afdeelingen van andere industrieën. Wordt een lid aan het einde vaneen kalenderjaar werkloos en loopt, wanneer hij voor uitkeering in aanmerking komt, zijn uitkeeringstermijn door in het nieuwe kalenderjaar, totdat hij in het oude en het nieuwe kalenderjaar over het reglementair bepaalde aantal dagen uitkeering heeft ontvangen, dan is het noodzakelijk, om dan in het nieuwe kalenderjaar weer opnieuw in aanmerking te kunnen komen voor uitkeering, dat hij eerst na de laatste dag waarover hij uitkeering ontving, ten minste 24 dagen moet hebben gewerkt inde metaal- electrotechnische- en aanverwante industrieën of in technische afdeelingen van andere industrieën. Hij kan dan in zulk een geval aanspraak op uitkeering maken overeen volle termijn waarop hij volgens het reglement in aanmerking komt, waarop echter in mindering moet worden gebracht het aantal dagen waarover hij in het begin van het loopende kalenderjaar reeds uitkeering ontving. Wij brengen tevens onder de aandacht van onze leden, dat door de minister is bepaald en in ons reglement is omschreven, dat voor de berekening van het aantal dagen dat gewerkt is, elke volle acht uur werken ineen kalenderweek met één werkdag wordt gelijkgesteld, met dien verstande, dat per week niet meer dan zes dagen in rekening mogen worden gebracht. Werkt een lid door bijzondere omstandigheden ineen bepaalde week b.v. 80 uren, dan moeten deze volgens bovenstaand voorschrift, voor de oerekening van de 24 dagen dat gewerkt moet zijn om opnieuw voor uitkeering in aanmerking te kunnen komen, slechts voor zes dagen werken worden berekend.