Congres van de Internationale Metaalbewerkersbond in Tsjecho-Slowakije De Tsjecho-Slowaakse republiek (H.J.v.d.8.) Inde wereldberoemde prachtige stad Karlsbad hield bovengenoemde organisatie van 5 tot en met 8 September 1936 haar zesde cöngres. Alvorens mijn indrukken van dit congres weer te geven, eerst een algemene blik op het organisatieleven van de metaalbewerkers inde Tsjecho-Slowaakse republiek. Deze republiek heeft haar bestaan te danken aan de ineenstorting van het oude Oostenrijkse keizerrijk en is voor wat de bewoners betreft, samengesteld uit verschillende bevolkingsgroepen, waarvan er vooral twee een belangrijke rol spelen, t.w. zij, die de Tsjechische taal spreken en het Duits sprekende deel der bevolking, waarbij echter de laatste groep verre inde minderheid is gebleven. In deze republiek kent men dientengevolge de toestand, dat er een tweetal organisaties van metaalbewerkers bestaat, welke beiden zijn aangesloten bij onze Internationale Metaalbewerkersbond. De Internationale Metaalbewerkersbond inde Tsjecho-Slowaakse republiek omvat in hoofdzaak de Duits sprekende metaalbewerkers en de Metaalbewerkersbond inde Tsjecho-Slowaakse republiek, de naam geeft het reeds aan, het Tsjechisch sprekende deel. Over eenheid is tussen beide organisaties veel gesproken, maar tot stand gekomen is deze niet, al is mijn indruk wel, dat er een behoorlijke samenwerking bestaat tussen deze twee bonden gevestigd binnen dezelfde landsgrenzen, die elk een andere bevolkingsgroep organiseren. De werkloosheid in deze republiek is zeer groot, maar bij het Duits sprekende deel der bevolking toch wel het grootst. Als vergelijkingscijfers werden genoemd, dat van de 100 leden van het Duitse vakverbond, er 32 werkloos zijn, tegenover 20 op de 100 leden aangesloten bij het Tsjechische vakverbond. Tussen deze voornaamste bevolkingsdelen van deze republiek is lang niet alles „koek en ei”. Uit de verschillende mededelingen mij gedaan, mag als een feit worden aangenomen, dat bij het toekennen van opdrachten van de staat aan werkgevers voorwaarden worden opgelegd terzake het verplichte percentage Tsjechen, die te werk moeten worden gesteld. Bij aanstelling van beambten en werklieden in overheidsdienst worden de Tsjechen voorgetrokken. Ja, mij werd door collega’s, tot het Duits sprekende bevolkingsdeel behorende, de mededeling gedaan, dat in overheidsdienst niemand van de bevolking behorende tot de „Duitsers” werd aangenomen. Door de fascistische beweging worden deze feiten onder de Duitse bevolkingsgroep sterk uitgebuit en helaas, niet zonder resultaat. Daar is de naam van den leider der Hitler-beweging „Henlein”. Deze Duits-Tsjechische fascistenleider, wiens streven er op gericht is dè republiek voor het Hitler-fascisme te winnen, speculeert zeer sterk op de gevoeligheden, die er tussen de twee groepen bestaan. In het Duits sprekende gebied, zoals reeds gezegd, is deze propaganda niet zonder succes gebleven. De vakbeweging is ook, volgens dezen fascistenleider, om te komen tot de fascistische zegepraal, t.w. een klassenloze staat, uit de boze. De fascisten hebben, ofschoon onze mensen in het Duits sprekende gebied overtuigd zijn, dat Tsjechen belangrijk worden voor getrokken, geen kans gezien de leden van onze beweging tot zich te trekken. Er wordt, dit bleek ons op het

congres, ook hier krachtige strijd door onze beweging tegen het fascisme gevoerd. Alvorens nu van deze algemene beschouwing af te stappen en over te gaan tot een weergave van de vraagstukken, welke op het congres zijn behandeld, wil ik niet nalaten ook enige regels te wijden aan de indrukken, die de stad Karlsbad op mij ge maakt heeft. Kalsbad, ook wel „Sprudel” stad genoemd is, ondanks dat hij niet aan de zee ligt, een wereldberoemde badplaats geworden. De grote invloed, die van de stad Karlsbad uitgaat op een groot deel der mensheid is hierin gelegen, dat de propaganda voor het bezoek aan deze stad zeer suggestief wordt gevoerd en wel onder het motto: zes eeuwen in dienst der lijdende mensheid. Vanaf het midden der 14e eeuw, toen Karei IV, „de Vader van de Bohemers”, het Kayser—Karlsbad stadsrechten verleende en de stad tot badplaats verhief, is de betekenis van deze stad inde gehele wereld belangrijk geworden. Karlsbad met zijn even 20.000 inv/oners is een wereldstad geworden en volgens de statistische gegevens bezochten b.v. in het jaar 1911 ruim 70.000 vreemdelingen deze stad om er een kuur door te maken; in deze crisistijd is dat aantal sterk gedaald' en in 1936 zal het aantal kuurgasten wel niet boven de 30 a 35.000 uitgaan. Er zijn in Karlsbad 16 zogenaamde geneeskrachtige bronnen, waarvan het water uit één der bronnen, de „Sprudelbron”, meters hoog uit de aarde opspuit en dan nog 72 gr. Celsius is. Als er gesproken wordt van de baden in Karlsbad, geeft dit woord niet de juiste betekenis weer van deze stad, daar reeds omstreeks het jaar 1520 een dokter „Wenzel Paijer” ook de drinkkuur invoerde. De capaciteit van de „Sprudel” bedraagt 2.000 liter per minuut, is 2.900.000 liter per dag, inhoudende 19.000 k.g. opgelost zout. Het water van deze bron wordt ook in flessen over de gehele wereld geëxpedieerd.- De jaarlijkse leverantie van 4 millioen flessen wordt in IJ dag door de bron geleverd en dat er van de drinkkuur gebruik wordt gemaakt, moge blijken uit de mededeling mij gedaan, dat het hoogste cijfer, dat ineen hoogseizoen werd bereikt was, dat op één dag in twee minuten 23.500 bekers gedronken werden. De stad ingericht op de ontvangst van tienduizenden gasten bevat zeer vele grote hotels en gebouwen. Daar de stad is gebouwd in het nauwe dal van de Tepl (een rivier), heeft men bij het bestijgen van één der bergen, de „Freundschaft” genaamd, het uitzicht op een prachtig panorama van de stad. De top van deze berg, naar ik meen ruim 500 meter hoog, kan men ook

bereiken door gebruik te maken van de „Drahtseilbahn” (kabelbaan). Op de „Freundschaft” is een uitzichttoren gebouwd en vooral bij helder weer is het uitzicht daar zeer indrukwekkend. Afstappende van het weergeven van de geweldige indrukken, die Karlsbad bij mij heeft achtergelaten, zal ik in het volgende nummer van ons blad der gewoonte getrouw een verslag geven van het door mij bij gewoonde congres.

Een dodelijk ongeval bij het electrisch lassen In het Duitse tijdschrift Arbeitsschutz van Februari 1936 trof ik een verslag aan vaneen dodelijk ongeval bij het electrisch lassen vaneen ketel, dat ook in dit blad vermelding verdient. Er moest inde ketel een lap gelast worden. De lasser bediende zich vaneen lastransformator vaneen bekende firma, op het fabrieksplaat] e, waarvan de volgende gegevens waren vermeld; net: 190 volt, 80 amp., 50 per.; lasstroomzijde: 70/80 volt. De lasser sloot de transformator primair aan twee buitenleiders en aan de geaarde nulleider vaneen draaistroomnet van 110/190 volt aan en verbond de beide klemmen van de lasstroomzijde op normale wijze aan de ketel en de electrodehouder, waarvan de handgreep vaneen voldoende gummi-isolering voorzien was. Men vond de lasser dood inde ketel, toen het werk bijna voltooid was. Bij het onderzoek naar de oorzaak werd het volgende geconstateerd. De lashandschoenen van den lasser waren in orde en aan de handen waren nergens tekenen van stroomovergang te bespeuren. Bij het ontkleden van het slachtoffer vond men echter inde rechter okselholte en aan de binnenkant van de rechter bovenarm uitgebreide brandwonden, die als een afdruk op elkander pasten en met vorm en grootte van de electrodehouder overeenkwamen. Een groot aantal brandwonden bevond zich op de rug en het zitvlak van den dode. Het ongeval heeft zich dus naar alle waarschijnlijkheid af gespeeld op het ogenblik dat de verongelukte de electrodehouder onder de arm klemde het neerleggen van de tang was niet mogelijk omdat anders kortsluiting zou zijn ontstaan terwijl hij gelijktijdig met andere lichaamsdelen met de ketelwand in aanraking was. Bij het verdere onderzoek bleek, dat de transformator bij leegloop aan de lasstroomzijde een spanning van 90 volt aanwees, daar het net, inplaats van de normale spanning van 110/190 volt er een van 117/205 volt had. Een isolatiefout, waardoor het misschien mogelijk geweest ware dat een electrische verbinding tussen de netwikkeling en de lasstroomwikkeling was ontstaan, werd niet geconstateerd. Daaruit volgt dat de leegloopspanning van 90 volt voldoende was om bij den in het zweet badenden arbeider het was op de dag van het ongeval zeer warm en hij was bovendien nog zeer dik gekleed de dodelijke werking te veroorzaken. Uit dit ongeval blijkt inde eerste plaats, dat een wisselstroom van 90 volt onder ongunstige omstandigheden levensgevaarlijk kan zijn. Aanraking van de blanke delen van lastang of -electroden, óók het onder de arm klemmen daarvan, moet dus vóór alles vermeden worden. Bovendien volgt uit dit ongeval, dat het nodig is, dat bij werkzaamheden in ketels, tanks e.d. gelegenheid bestaat, om de lastang neer te leggen, zonder dat deze met de wand van ketel of tank in aanraking kan komen, b.v. door het meenemen vaneen houten plankje of bakje, een rubbermat of dergelijke. (Lastechniek).

DE ENGELSE MACHINEBOUWERSBOND BLIJFT GROEIEN. Op gevaar af van eentonigheid beschuldigd te worden, zien wij ons gedwongen wederom groei van de Engelse bond van arbeiders inde machinebouw te melden. In Augustus groeide deze bond tot 257.659 leden. Dit betekent een aanwinst van 4.294 nieuwe leden. Het werkloosheidspercentage bedroeg dit keer 3.55. * * * EEN PHILIPS GLOEILAMPENFABRIEK TE OSLO. De Scandinavische correspondent van de Nieuwe Rotterdamse Courant deelt mede, dat dezer dagen te Oslo een Philips- gloeilampenfabriek in gebruik gesteld is. Het personeel bestaat uit circa 40 meisjes. Het Noorse verbruik van gloeilampen bedraagt jaarlijks circa 5-J millioen stuks, waarvan er ongeveer 2\ millioen in het land zelf gemaakt worden. Na een proeftijd van 2 maanden, waarin vakmensen uit Nederland het personeel opgeleid hebben, heeft de fabriek nu een capaciteit van 5.000 lampen per dag bereikt. ♦ * * NU OOK WIJN IN BLIK? Na de verpakking van bier in blik, die volgens de krantenberichten nog steeds toeneemt, schijnt men nu in Amerika van plante zijn ook wijn in blikjes te gaan verkopen. * * * DE JAPANSE VAKBEWEGING. Volgens De Vakbeweging waren in 1935 bij het Japanse Vakverbond 280.000 leden aangesloten, welk aantal 72 pet. uitmaakt van het totaal aantal georganiseerde arbeiders! Dit wil dus zeggen, dat de Japanse vakbeweging nog zeer zwak is, aangezien het Japanse volk ruim 65 millioen zielen telt. Zij voert nog een zware strijd, ook tegen de regering. Het Japanse Vakverbond staat wel op de grondslag van het I.V.V. maar heeft zich nog niet daarbij aangesloten. * * * JONGE TECHNICI IN SOWJET-RUSLAND. Uit de persmededelingen van het Internationale Arbeidsbureau te Genève blijkt, dat de volkscommissaris van de ijzer- en staalindustrie in Rusland onlangs een verordening heeft uitgevaardigd over het tewerkstellen van afgestudeerde technici. Elke jonge technikus zal minstens een half jaar voor het einde van zijn studie medegedeeld worden welke betrekking hij te vervullen krijgt, opdat hij zich enigszins op zijn toekomstig werk kan instellen. De toegewezen plaats moet hij echter drie jaren bekleden. Dan pas mag hij een andere betrekking zoeken. Op overtreding van dit voorschrift staat straf. * * * DE SCHEEPSBOUW IN DUITSLAND. In het begin van het tweede halfjaar van 1936 waren op de Duitse scheepswerven 184 schepen met 683.000 ton besteld of in aanbouw. Het totaal aan orders der Duitse scheepswerven steeg inde eerste helft van het jaar met 93 schepen of 311.000 ton. Het deel van Duitsland inde wereldscheepsbouw bedraagt ongeveer 19 pet. Meer dan de helft der schepen wordt echter voor buitenlandse rekening gebouwd. In het tweede kwartaal van het jaar werden 37 schepen met 77.000 ton afgeleverd tegen slechts 17 schepen in het eerste kwartaal. (N.R.Ct.) * * * IS CADMIUM GEVAARLIJK VOOR META ALBE WERKERS ? Na een korte ongesteldheid die in elk opzicht het aanzien had van influenza, is begin September een arbeider vaneen metaalfabriek ineen der buitenwijken van Stockholm overleden. Niettemin gaf de behandelende geneesheer de wens te kennen, dat het lijk geschouwd zou worden. De autopsie bracht echter niets bijzonders aan het licht. Toen men daarop overging tot een microscopisch onderzoek stelde men in longen en hersenen de aanwezigheid vast van uiterst kleine cadmium-deeltjes. Het bleek, dat de arbeider metalen had bewerkt die minimale hoeveelheden cadmium bevatten, hetgeen tot dusverre voor onschuldig werd gehouden. De ontdekking wordt van groot belang geacht, daar er sprake is vaneen zeer gevaarlijk onzichtbaar vergif. Men acht het niet buitengesloten, dat de aanwezigheid van deze cadmiumdeeltjes de oorzaak is van de dood van tal van metaalbewerkers. (Stefani.)

Een kijkje op de stad Karlsbad.

Een klein riviertje loopt dwars door Karlsbad.