BH oxrot oud enJon^a

Brieven van vrouwen Beste Fie, Je staat versteld, als je soms hoort, waar de mensen zich in ernst druk om maken. Wist jij, dat het een probleem is, of de man verplicht is na het eten ’s avonds zijn vrouw te helpen met afwassen, of dat hij rustig zijn krantje mag gaan lezen. Lijkt het niet, alsof er geen belangrijker dingen inde wereld zijn? Ik wil je wel eerlijk zeggen, dat ik de minachting, waarmee sommige mannen gelieven te praten (en vooral: te denken) over huishoudelijke bezigheden niet erg prettig vind. En daarom zou het natuurlijk wel eens goed zijn als ze zelf in huisde handen uit de mouwen moesten steken. Maar naar mijn mening is er daarom nog geen reden zoiets tot probleem te bombarderen. Bovendien, denken de mensen, die zich met het redekavelen over der gelijke vraagstukken bezig houden, nu werkelijk, dat ze de mannen nog kunnen veranderen? Ik houd het maar met het spreekwoord: „jong geleerd, oud gedaan”. Als mijn kinderen volwassen zijn, zullen ze hun neus niet ophalen voor huishoudelijk werk, omdat ze in hun jeugd geleerd hebben, dat het vanzelfsprekend is, dat ieder in huis even aanpakt om de boel aan kant te krijgen. Maar met mijn eigen man bijvoorbeeld begin Ik er maar niet aan. Inde eerste plaats heeft hij zoveel te doen voor de beweging, dat ik hem maar het liefst in zijn eigen bedoening laat. Dan is hij tevreden en een tevreden man is een schat in huis, zeg ik maar. Maar bovendien ben ik bang dat zijn handen voor huishoudelijk werk verkeerd staan. Hij heeft het in zijn jeugd nooit gedaan. Bij hem thuis, als bij zovelen, was de moeder de sloof, die in het huishouden Werkte, totdat ze er haast bij neerviel. En als moeder het niet alleen af kon, dan was er wel een zusje, dat helpen kon„Maar bij al de mannen in huis, ze waren met vier broers, dat weet je, was er niet één, die er aan denken zou, om zelfs maar een kopje naar de keuken te brengen. Een man, die zo verkeerd gewend is in zijn jeugd, moet je maar liever niet aan het kopjes Wassen zetten. Je hebt kans, dat hij alles fijn knijpt, wat hij in zijn handen krijgt. Hij is er

niet te lui of te lamlendig voor, o, helemaal niet. Maar ik geloof, dat de verdeling van werkzaamheden, zoals die bij ons gebeurt, nog zo kwaad niet is. Maar als de omstandigheden anders zijn, dan zal de werkverdeling ook anders moeten zijn. En als het nodig is, nu, dan moet de man ook maar ingeschakeld worden. Ik ken hier een onderwijzersgezin van zes personen, waar de moeder het huis en het werk niet allemaal aan kan. Geen wonder ook, want ze is niet zo sterk. Daar haalt om te beginnen ieder ’s morgens zijn eigen bed af en maakt het ’s middags weer op ook. En keurig hoor. Ze heeft het me zelf laten zien. Ook gooit ieder zelf zijn vuile waswater weg. Je kunt begrijpen, dat het voor de huisvrouw belangrijk scheelt, als die dingen tenminste gedaan zijn. Meneer zelf zet thee en snijdt boterhammen, terwijl de vrouw des huizes zich wast en kleedt. En aan het ontbijt zitten zes tevreden mensen en de moeder is nog niet buiten adem van het reppen om het ontbijt op tijd klaar te hebben. En ze ziet er uit om dooreen ringetje te halen. Wat is er erger dan een vrouw aan de ontbijttafel, die zich geen tijd gegund heeft om zich behoorlijk te verzorgen. Overdag heeft de vrouw het rijk alleen. Het is hard aanpakken, dat verzeker ik je. Een meisje kunnen ze niet betalen, dus alles moet ze zelf doen, behalve de was. Maar na schooltijd schilt een van de zoons de aardappelen en een van de meisjes maakt de groente schoon. In die tijd zit de vrouw des huizes met haar man gezellig een kopje thee te drinken. En ’s avonds na het eten wassen twee van de kinderen af. Soms zijn het de beide jongens, soms de meisjes. Naar vinden ze het geen van allen, want het verhoogt de gezelligheid in huis. Anders zou hun moeder nergens tijd voor hebben. Voor de jongens uit zo’n gezin zal het later nooit een probleem zijn, of ze helpen moeten met afwassen of niet. Zo zie je, wat opvoeding een massa goeds bewerken kan en ... verkeerds. Maar daar wil ik het nu niet over hebben, want dan begin ik weer overeen nieuw onderwerp. En daarvoor is het nu toch werkelijk te laat. Veel groeten, je Ans.

Wat was het voor weer vijf en twintig honderd jaren geleden? Professor Mariolopoulos, directeur van de sterrenwacht te Athene, heeft verklaard, dat voor 2500 j aar het weer in Athene net zo was als tegenwoordig. Het klinkt een beetje fantastisch, omdat over de weertoestanden van 2500 jaren geleden geen gegevens beschikbaar zijn van Waarnemingen, zoals die thans gedaan worden. Toch heeft die Griekse professor maar niet losweg iets beweerd. Hij kan het bewijs voor zijn uitspraak ook leveren, al zal het velen misschien een romantische geschiedenis lijken. Het geheim van de weertoestanden wordt bewaard in bomen! Professor Douglas, een bekende Amerikaanse geleerde, heeft zich lange tijd bezig gehouden met de studie van oude bomen. Bijna iedereen weet, dat men de ouderdom vaneen boom kan vaststellen door het tellen van de jaarringen. Niet zo bekend is echter het feit, dat de afstand van de jaarringen samenhangt met de hoeveelheid regen, die ineen groeijaar is gevallen. Door nauwkeurige metingen kon men de natte en de droge jaren gedurende de groeitijd vaneen boom vaststellen. Bovendien kan men ook de mate van vochtigheid of de droogte bepalen. Men kan dus zeggen, dat in het hout van de bomen aantekening is gehouden van de weersomstandigheden, voor zover die betrekking hebben op regen en droogte. Om het klimaat van het oude Griekenland vast te stellen, dat inde wereldgeschiedenis zulk een grote rol heeft gespeeld, volgde professor Mariolopoulos de methode van zijn Amerikaansen collega. Daarbij had hij het geluk een verrassende

ontdekking te doen. Toen men bezig was om enkele zuilen van het Parthenon weer op te richten, vond men korte dikke houtblokken, die dienden om de verschillende delen der holle marmeren zuilen in hun verband te houden. (Het Parthenon is een tempel, die tussen 447 en 438 vóór Christus op de berg Acrópolis bij Athene gebouwd is ter ere van de Griekse godin

De portiersuniform In hotel Kaiserdamm te Berlijn wil het hoofd van de Duitse staat het fatsoen tegenover een „bevriende” mogendheid eist nu eenmaal deze delicate wijze van uitdrukken! zich wel eens een enkele maal nederzetten om als een gewoon mens een glas bier te drinken. De directeur is met het hoge bezoek uiterst vereerd en hij zoekt naar een middel om dat den vereerden gast duidelijk te maken. Hij stuurt zijn portier naar den kleermaker om zich een nieuwe uniform te laten maken, die past bij de waardigheid vaneen man, die voor het hoofd van de staat de deur mag openhouden. Het wordt een droom vaneen uniform, met veel goud, met kwasten, met paars en rood. Men kan er nauwelijks naar kijken, zo schittert alles. De directeur is in zijn schik en wacht in spanning op het ogenblik, dat de staatszaken Herr Hitler een ogenblik tijd zullen gunnen om in hotel Kaiserdamm een glas bier te drinken. Wanneer de grote man verschijnt, spreidt de portier al zijn goud en zijn kleuren voor hem ten toon en de directeur kan nauwelijks zijn voldoening verbergen, wanneer het staatshoofd hem laat roepen. „Trek dien man ogenblikkelijk die uniform uit!” beveelt hij. De directeur probeert een rechtvaardiging te stamelen. Uit de mond, waaruit al de Duitse wijsheid komt, klinkt het: „Weg met die uniform en snel. Als Göring die ziet, wil hij er ook zo een hebben en dat kunnen we niet meer betalen.” Pallas Athena, die maagd en krijgsvrouw was. Parthenon betekend eigenlijk tempel van de maagd (Grieks: parthenos). In 1687 is het geweldige bouwwerk vernield. Een ondernemend Engelsman heeft in het begin der vorige eeuw vele van de beeldhouwwerken van het Parthenon naar Engeland overgebracht, waar ze nog in het Brits Museum te Londen te zien zijn). De oude zuilen van het Parthenon waren dus hol en werden gestut dooreen systeem van met pen en gat in elkaar sluitende houtblokken. Tien van deze combinaties van hout en marmer werden ontdekt en het hout was nog volkomen gaaf, hoewel de zuilen 2500 jaar oud zijn. Dit hout werd nu nauwkeurig onderzocht op de manier van den Amerikaansen professor Douglas. Daarbij ontdekte men, dat twee stukken afkomstig waren van dezelfde boom, een cypres, die al 200 jaar oud was, toen men hem omhakte voor de bouw van het Parthenon. Men mocht dus aannemen, dat in deze beide houtblokken de weersomstandigheden inde twee eeuwen voor de bouw van het Parthenon nauwkeurig waren geregistreerd. Inderdaad kon men uit de afstanden van de jaarringen de hoeveelheden regen, die er gevallen waren inde jaren, voorafgaande aan de tempelbouw, afleiden. De feiten, welke aldus zijn vastgesteld, werden vergeleken met de waarnemingen, welke in onze tijd zijn gedaan en daarbij kwam vast te staan, dat tussen het klimaat van Athene 2500 jaar geleden en thans zo goed als geen onderscheid bestaat.

Ruïne van het Parthenon te Athene