I • • I —w • 1 ' 'I | Ö /lacf KMI rl D 7 \AI if CÖKCÖ I C yöjl ull WC i-WIIDCI DC IvaillUl aMCI I

Onze Zwitserse broederbond, genaamd: Schweizerischer Metall- und Uhrenarbeiter-Verband, heeft gedurende de dagen van 16—18 September j.l. te Bern zijn gewone congres gehouden. Onze Bond had, zoals steeds te doen gebruikelijk is, een uitnodiging voor dit congres ontvangen en dientengevolge heeft het bondsbestuur schrijver dezes aangewezen als zijn* vertegenwoordiger. Het congres vond plaats inde grote zaal van het „Volkshaus”, een gebouw dat het eigendom is van wat wede moderne arbeidersbeweging zouden noemen en vertoonde zode gewone aanblik, die ook onze congressen eigen is. Er waren, gasten inbegrepen, zo ongeveer 250 personen aanwezig. De Zwitserse Bond is in ledental sterker dan de onze en telde op 1 Januari 1937 62.000 leden, welk aantal inde loop van dit jaar hog met enige duizenden is toegenomen. Van buitenlandse zijde bestond voor dit congres veel belangstelling. De Noren, Zweden en Denen ontbraken niet op het appèl. Wij noemen voorts de beide bonden uit Tsjecho-Slowakije, alsmede de Hongaarse, de Belgische en de Luxemburgse bonden. Met inbegrip van onze Bond waren alzo 9 buitenlandse bonden vertegenwoordigd. Wij willen allereerst iets opmerken over het gebouw, waarin het congres werd gehouden. Volksgebouwen hebben bij ons, Nederlanders, geen al te beste naam. Schrijver dezes heeft pr, buiten de grenzen van ons land, velen bezocht, maar nimmer bewonderd. Over het algemeen vond hij ze naar en troosteloos, soms ook als bouwwerk wel te verstaan karakterloos. Het enige en eerste volksgebouw, waarvan wij een alleszins goede indruk ontvingen, was het „Volkshaus” te Bern, dat inde jaren 1914 1915 gebouwd is. Het omvat een goed ingericht hotel-restaurant, grote en kleine vergaderzalen, alsmede een goede badinrichting voor vrouwen en mannen. Het gebouw bereikt een hoogte van 25 meter en heeft een kubieke inhoud van 29.000 meter. De bouw vorderde een tijd van li jaar en een som van 2.479.000 Zwitserse francs. Een theaterzaal biedt plaats aan 1050 en verbonden met een nevenzaal, aan 1400 personen. % Het hotel bevat 52 kamers met 93 bedden en bovendien nog 18 kamers met 32 bedden voor dienstpersoneel. In het restaurant kunnen 300 personen plaatsnemen. De directrice van dit grote bedrijf heeft ons zo een en ander omtrent de gang van zaken verteld en ons ook een blik gegund inde localiteiten, waar het publiek niet komt. Zo zagen wijde goed geoutilleerde keuken waarin bij toerbeurt niet minder dan 4 koks werkzaam zijn. Enige malen hebben wij in het restaurant gegeten en wij kunnen slechts getuigen, dat prijzen en kwaliteit van de schotels billijk en goed waren. En datzelfde geldt voor de bediening. De bezoekers van hotel en restaurant zijn niet uitsluitend mensen uit de Zwitserse arbeidersbeweging. Op een avond aten wij er in gezelschap, o.m. vaneen geestelijke. Het restaurant, zo werd ons door de directrice, mevr. Meisser—v. d. Meene een in Zwitserland maar uit Hollandse ouders geboren dame, die naar ons bleek de Nederlandse taal volkomen machtig is verzekerd, ontvangt gasten uit alle kringen van de burgerij. Het separatisme is in Zwitserland gelukkig niet zo sterk als in ons land. Dat Bernse „Volkshaus” is een model-inrichting en, jammer genoeg, niet te vergelijken met vele soortgenoten in het buitenland. En juist omdat Bern zulk een gunstige uitzondering op de regel vormt, hebben wij er wat meer dan gewone aandacht aan geschonken. Een fraai, representatief gebouw, waar men in Bern trots op mag zijn. * * * Inde grote theaterzaal van dit volkshuis vond het congres van de Zwitserse Bond plaats. Konrad Hg, de voorzitter, heeft het op de gebruikelijke wijze geopend en daarna een rede gehouden, welke vier uren in beslag nam. Zoals in meerdere buitenlandse bonden ge-

bruikelijk is, heeft Hg het bondsverslag toegelicht en het beleid van het bondsbestuur verdedigd, nog vóór een woord van critiek geuit was. Dat doen we bij ons anders. Wij gaan uit van de stelling, dat het verslag zo ongeveer alles omvat wat overeen zeker tijdsverloop te zeggen is en op ons congres wordt dat verslag zonder voorafgaande toelichting of wat dan ook aan de orde gesteld. De methode van die buitenlandse bonden vinden wij niet goed, al was ’t alleen maar wegens de uren die er door verloren gaan. Overigens was er, van het standpunt van de Zwitsers bezien, voor Hg ditmaal een bijzondere aanleiding om uitvoerig te zijn. Het bondsbestuur heeft op 19 Juli j.l. met de grootste

werkgeversbond een contract afgesloten, dat geldt voor de gehele grootindustrie en voor de duur van 2 jaren. Dit heeft nogal wat stof doen opwaaien en daarom kon met recht een oppositie van grotere of kleinere omvang worden verwacht. De contractanten hebben zich n.l. over en weer verbonden om zich van elke maatregel van strijd te onthouden. En de arbeidsvoorwaarden zijn er niet in vastgelegd. Wat dit betreft blijft de weg van onderhandeling geopend. Wanneer niet tot overeenstemming wordt gekomen, moet evenwel een arbitrageprocedure worden gevolgd. Voor de tijd van twee jaren hebben partijen zich aldus vastgelegd. Deze aangelegenheid .heeft het congres zeer lange tijd beziggehouden. Andere hoofdpunten, welke mede tot de belangrijksten gerekend kunnen worden, betroffen de werkloosheidsverzekering, waarover de secretaris Arthur Steiner refereerde en voorts de leerling-opleiding. Dit laatste punt werd ingeleid door den redacteur Peter Bratschi. De oppositie tegen de aanvaarding van voornoemd contract bleek een storm ineen glas water te zijn. Eendoor het bondsbestuur voorgestelde resolutie, waarvan de aanhef luidde: „Het congres begroet dein de machine- en uurwerkenindustrie tot stand gekomen contracten met de werkgeversbonden” werd met 218 tegen 3 stemmen aangenomen. Hierbij dient te worden vermeld, dat deze resolutie eerst op het einde van het congres in stemming werd gebracht en dus allesbehalve op een overrompeling geleek. Het congres kenmerkte zich dooreen rustige geest. Interrupties hebben wij niet gehoord en ook de discussie was verre van opwindend. Zo’n Zwitsers congres wordt overigens mede gekenmerkt door de omstandigheid van tweeërlei taal, n.l. Duits en Frans, hetgeen z’n eigenaardige moeilijkheden oplevert. Men deed het in Zwitserland nogal practisch door met de Franssprekenden ineen aparte zaal te vergaderen. Bij punten van algemeen-organisatorische aard, alsmede bij opening en sluiting en bij stemmingen was het gehele congres compleet. Door vertaling over en weer werd dan het gesprokene ter kennis gebracht van de anderssprekenden. Alles samengevat een vruchtbaar, kerngezond congres, waar steeds grote aandacht was voor het aan de orde gestelde.

Volkshuis te Bern

Grote feestzaal in het Volkshuis te Bern