Voor do£otu/j2 Metaalbewerkers

Twintig jaren geleden werd de A.J.C. opgericht Inde maand Maart van het veelbewogen jaar 1918, toen ten gevolge van de grote wereldoorlog de nood ook in ons land welhaast ten top gestegen was, is het eerste aanzien aan een nieuwe jeugdorganisatie, die de naam van Arbeiders Jeugd Centrale ontving, geschonken. Aan haar wieg stonden mannen die niet alleen hun eerstse, maar minstens genomen toen reeds hun tweede jeugd achter ?ich hadden liggen. De bladen van onze Arbeiderspers hebben onlangs hun namen nog eens genoemd: Oudegeest, van Kuykhof, Voogd, Bruens en Gerhard. Twee van hen. Van Kuykhof en Bruens behoren al lang niet meer tot de levenden. Er was grote behoefte ontstaan aan een deugdelijke jeugdbeweging. Wat er voordien op dit terreinwas gearbeid had weinig bevrediging geschonken. Sommige vakbonden, waaronder ook de onze, hadden zelf het jeugdwerk ter hand genomen. De behoefte daartoe werd toch wel heel sterk gevoeld en onze in 1914 gehouden bondsvergadering besloot dan ook het reeds in 1913 door enkele afdelingen aangevangen jeugdwerk, krachtig te bevorderen. Een moeilijk en vaak zeer ondankbaar werk voor hen die er leiding aan moesten geven. Eigenlijk wisten wij niet goed wat wij met de jongelui moesten aanvangen, want er was generlei ervaring op dit gebied. De oprichting van de A.J.C. in 1918 was voor

velen onzer een ware uitkomst, en toen we omstreeks 1919 al dat eigene jeugdwerk naar de A.J.C. konden renvoyeren, was ons daarmee een zware last van de schouders genomen. Voornamelijk aan Koos Vorrink is het te danken, dat sindsdien de juiste weg betreden werd. Hij en zijn naaste helpers zijn er met hun nieuwe denkbeelden in geslaagd iets blijvends en iets goeds tot stand te brengen.

Er was in latere jaren veel, heel veel critiek zelfs, maar die was niet geheel gerechtvaardigd en getuigde evenmin van erkentelijkheid voor hetgeen men met overwinning van bergen van moeilijkheden, had opgebouwd. De critiek culmineerde hierin, dat de leiders er niet in waren geslaagd de grote massa van de fabrieks- of handwerksjeugd tot zich te trekken. Het constateren hiervan was volkomen juist, maar daarmede was nog niet gezegd, dat de leiders van de A.J.C. het in die tijd anders hadden kunnen doen. De vakbonden hebben er aanleiding in gevondan om zelf het jeugdwerk opnieuw ter hand te nemen. Dat geschiedde in 1926 en men had toen het grote voordeel, dat men lessen kon putten uit de jaren van ervaring, die de A.J.C. reeds achter zich had. De practijk heeft intussen wel geleerd, dat de vakbonden er evenmin in geslaagd zijn hun jonge leden in groot aantal tot deelname aan het jeugdwerk op te voeden. De A.J.C., opgericht en tot bloei gekomen in een tijd, toen de grote wereldoorlog haar vooral ook geestelijke ontreddering onder het mensdom had gebracht, vindt zich in het 21ste jaar van haar bestaan voor geheel andere toestanden en daardoor ook voor geheel andere problemen gesteld. En daaruit zijn voor haar nieuwe moeilijkheden ontstaan, die niet gering zijn. Wij wensen haar van ganser harte nieuwe, ongekende opgang toe en danken allen, die hun beste krachten en gaven in haar dienst gesteld hebben en vandaag de dag nóg stellen.

IJit de Jeugdgroepen

Amsterdam Secretariaat: Swammerdamstraat 2 huis. (H. W. L.) Onze huisbezoekactie voor het Pinksterkamp loopt gesmeerd. ledere avond wijden een aantal van onze jongens en meisjes hun beste krachten aan dit mooie werk. Alhoewel het wel eens teleurstellend is als je een paar avonden achter elkaar op stap bent geweest en je hebt geen direct resultaat. Bedenk echter dat je toch propaganda maakt. Nu weten de leden, dat er een jeugdgroep bestaat en dat er gewerkt wordt. Het is anders eigenaardig, dat er in deze tijd nog jongens zijn die het Idioot vinden om te gaan kamperen. „Waarom zal ik ineen tent gaan slapen, als ik hier bij mijn moeder ineen bed kan liggen. Als het regent dan zit ik liever thuis als ineen tent, want ik ga alleen naar buiten als het mooi weer is.” Dat waren uitroepen vaneen jongen van 18 jaar, toen we vroegen of hij met ons Pinksterkamp meeging. Nu nog een ander gevalletje. We belden aan. Er kwam een vrouw voor, kennelijk de moeder van betrokkene. „Wij komen van de jeugdgroep van de Metaalbewerkersbond. Is uw zoon thuis?” „Hij is bij zijn meissie”, was het antwoord. „Wij kwamen eens horen of uw zoon meegaat met ons Pinksterkamp”. „En hij heb een meissie”, was weer het antwoord. „Hindert niet, dat meisje kan ook mee”. „Ja maar zijn meissie laat hem niet los en hij heb niks in te brengen”. We begonnen te lachen. ,JVlot je daar nou om lachen?” „Nee,”

zei ik , „het is erg genoeg op die leeftijd. Dus u denkt wel dat hij niet meegaat?” „Ga maar naar het huis van zijn meissie, daar is ie en dan kun je het haar zelf vragen”. De vrouw noemde een adres en bom deur dicht, doek valt. Wij moesten echter op straat nog even uitlachen, want zoiets maak je niet iedere dag mee. Jongens, dit is nou een van de vele kleine voorvalletjes, die je met huisbezoek meemaakt en die van het huisbezoek aardig werk maken. Dus laat je niet weerhouden en meld je aan als huisbezoeker. Rotterdam Secretariaat: Eikendaal 9. (Corr.) Op Zondag 27 Maart heeft de jeugdgroep der afdeling Rotterdam tezamen met leden der jeugdgroep van de bond uit de kledingindustrie een bonte ochtend verzorgd voor de „Kleine Stem” te Charlois. Het programma bestond uit muziek, rhythmische dansen, lekenspel, voordracht en een „finale”, waarin propaganda verwerkt was voor de „Kleine Stem”. Het gebodene viel zeer inde smaak van de aanwezigen, die dit door hun applaus duidelijk lieten blijken. De bijeenkomst mag dan ook zeer geslaagd genoemd worden. (M. v.d. K.) Nog acht weken en het Pinksterfeest staat voor de deur en er zijn nog maar 20 aanmeldingen binnengekomen; waar blijven de anderen? Wacht toch niet tot op

het laatste nippertje, maar meld je nog heden aan en bespaar de organisatoren een hoop moeite. Van nu af aan loopt het dus storm! Beste vrienden, nogmaals vragen wij jullie aandacht voor het Meispel. Steeds zijn er op de repetities te weinig medewerkers(sters). En daar de 1 Mei• dag bij het verschijnen van dit nummer nog maar drie weken van ons verwijderd is, doen wij een dringend beroep op jullie allen. Agenda: Woensdag 13 April: Meispelrepetitle, Schoutenstraat 79, 7.30 uur. Donderdagen 14 en 21 April: mondorgelgroep, jeugdherberg Oosterkade 20, 8 uur. Donderdagen 14 en 21 April: muziekgroep, jeugdherberg, Oosterkade 20, 8 uur. Vrijdag 15 April: Meispelrepetitie, Schoutenstr. 79, 7.30 uur. Vrijdag 22 April: lekenspel, jeugdherberg, Oosterkade 20, 8 uur. Zaterdag 9 April: muziekgroep verzorgt op deze avond een gedeelte van :t na der „Metaalbewerkers Esperantisten”. Zaterdag 16 April: propagandabal P.J.R. inde grote zaal van „Lommerrijk”, Hillegersberg. Utrecht Jonge makkers, ons jeugdlokaal aan de Lijnmarkt 20 (eerste stenen trap vanaf de Zadelstraat), waarin wij regelmatig ’s Woensdagsavonds van 7.30 tot 9.30 uur en Zaterdagsmiddags van 4 tot 7.30 uur bijeenkomen, heeft nog geen naam. Wij stellen een prijs beschikbaar voor dengene, die de beste naam vóór 15 April bij ons inlevert.

Tijdens het Pinksterfeest zal dit jaar voor het eersf een maskerade-feest worden gehouden. Een onzer tekenaars doet de jeugdgroepen hierboven een paar denkbeelden aan de hand.