fcll [31131 uxrot otu£

Brteven van vrouwen Beste Ans, Heeft het jou ook zo goed gedaan, dat in nummer 21 van De Metaalbewerker een lans is gebroken voor De Proletarische Vrouw? Er zijn nog veel te weinig vrouwen, die weten, dat ze voor vier cent zo’n mooi blad kunnen krijgen, dat zich speciaal tot de vrouwen wendt. Er zijn in ons land heel wat bladen, die zich speciaal tot de vrouwen richten, maar dat zijn meest typische damesbladen, Waaraan een eenvoudige arbeidersvrouw niet veel heeft. Maar De Proletarische Vrouw is een blad voor vrouwen, niet voor „dames”, en het wordt dooreen vrouw geredigeerd, die begrijpt, hoe je tot onze arbeidersvrouwen moet spreken. Ik ken een man, jij kent hem geloof ik ook wel, die altijd zegt, dat van een krant voor vrouwen een mande redacteur moet zijn. Mannen zijn zoveel knapper dan vrouwen zie je en ze begrijpen de vrouwen zo goed! Wat het begrijpen betreft, daarvan zou menige vrouw een boekje kunnen open doen. Maar knap zijnde mannen, dat is buiten kijf; en van veel soorten werk hebben zij ervaring, terwijl de vrouwen, die er altijd opzettelijk buiten gehouden werden, nog alles moeten leren. Maar ik denk, dat een man met al zijn knapheid er niet

in zou slagen een blad samen te stellen als De Proletarische Vrouw, dat zo direct tot de vrouwen spreekt. Geef mij maar een vrouw als leidster vaneen vrouwenblad, want als een vrouw tot de vrouwen spreekt, heeft het toch altijd een andere klank dan als een man het doet. En geen echte vrouw laat zich verlakken dooreen vrouwennaam, waarachter zich een man verbergt! Wat weet een man van het dagelijkse werk en de dagelijkse moeilijkheden vaneen huisvrouw! Wij voelen het, als wij bij ons inde buurt met De Proletarische Vrouw op stap gaan, juist als een voordeel, dat het een krant van vrouwen vóór vrouwen is. Het zou veel vrouwen een steun zijn in haar leven, wanneer ze dat prachtige vrouwenblad regelmatig lazen. Trouwens, in het algemeen lezen de vrouwen veel te weinig, en vooral veel te weinig goede lectuur. Je slaat je handen wel eens in elkaar, als je ziet aan welke prullaria vrouwen hun karige centjes soms verdoen. Laffe romannetjes, die spelen ineen onechte wereld, weekbladen met prentjes en verhaaltjes, daarmee geven nog veel te veel vrouwen zich af. Ze worden er geen cent wijzer of beter van. Je kan natuurlijk niet altijd alleen maar boeken lezen, waaruit te leren valt, of waardoor je geest en gemoed rijker worden; voor ontspanningslectuur, goede ont-

spanningslectuur is zeker plaats. Maar een goed boek is even onmisbaar als brood of als een trouwe vriendin. Het kan je steun geven en je in eigen moeilijkheden een oplossing wijzen, het kan je blik verruimen en je het begrijpen van de problemen der mensen gemakkelijker maken, het kan je sociaal gevoel versterken en je besef van verantwoordelijkheid. Ineen paar woorden is niet te zeggen, wat een goed boek voor een mens kan betekenen. Ik heb juist dezer dagen gelezen „Een Amerikaanse tragedie”, door Theodore Dreyser, een heel goedkope uitgave van De Arbeiderspers. Het is de levensgeschiedenis vaneen onevenwichtigen jongen, die na een moord, op het meisje, dat een kind van hem verwacht, op de electrische stoel terecht komt. Het is dus een dood-gewoon „geval”, maar het machtige in dit werk is, dat de schrijver er in slaagt om ons een beeld te geven van de verwording der Amerikaanse samenleving, waarin, onder bepaalde omstandigheden, en dooreen bepaalde aanleg, zo’n jongen wel op de stoel moest terecht komen. Van de schrijver zelf merk je niets. Ik weet niet, wat voor overtuiging hij is toegedaan. Maar door de wijze, waarop hij ons deze levensgang laat zien, voelen we een geweldige wrok tegen een maatschappelijke „orde”, welke tot zo tragische vernietiging van mensenlevens leidt. Een schrijver, die bereikt, dat we in opstand komen, bewijst, dat hij iets te zeggen heeft. Je moet het boek zien te krijgen. Het is niet alleen leerzaam, maar ook boeiend, wat je van alle leesbibliotheek-romannetjes lang niet zeggen kan. Mijn laatste kantje is bijna vol. Ik eindig dus maar met de hartelijke groeten van ons allemaal en van je Fie.

Het Internationaal Cseh-lnstituut voor Esperanto en het Esperanto-Domo te Arnhem Bovengenoemd instituut werd in 1930 gesticht met het doel Esperanto-onderwijzers uitte zenden, die onderwijs geven volgens de aangename en gemakkelijke methode van Andreo Cseh, een Roemeens geestelijke, die reeds vanaf 1929 in ons land vertoeft. Het principe van de stichting is, dat de cursussen zo mogelijk geleid worden door leraren en leraressen, die van andere landaard zijn dan de leerlingen. De methode maakt het noodzakelijk, dat reeds van de aanvang af Esperanto moet worden gesproken. Wordt nu de cursus dooreen buitenlander gegeven, dan voelen de leerlingen door de onmiddellijke aanraking met de taal, hoe prachtig Esperanto functionneert en hoe geschikt ze is als internationale taal. Eventuele schadelijke invloeden vaneen nationale taal worden op deze wijze geweerd. Natuurlijk kleven aan dit systeem ook wel bezwaren, maar een groot voordeel is, dat de leerlingen gedurende de cursus steeds actief moeten zijn. De methode is geheel gericht op zelfwerkzaamheid. Op dit internationale terrein werken geregeld mede 0.a.: Morariu (Roemeen) en zijn vrouw (Zweedse), dr. Fischer (Hongaar), Julio Baghy (Hongaar), Sigismundo Pragano (Roemeen), enz. En dan niet te vergeten Andreo Cseh zelf. De Cseh-methode heeft met haar geestig aanschouwelijk onderwijs, haar grappige vertellingen en met haar prikkel tot gezamenlijk spreken, velen tot Esperantisten gemaakt. Nog steeds gaat dit werk onverzwakt voort en met de cursussen van de organisaties vormt het een waardevol middel tot vergroting van het vreedzame Esperanto-leger. In 1930 leidde Andreo Cseh cursussen te Arnhem, die ook bezocht werden door dr. De Monchy, den toenmaligen burgemeester van Gelre’s hoofdstad, en den wethouder van Onderwijs Bakker. De vrucht van deze cursussen was het belangrijke feit, dat het gemeentebestuur van Arnhem aan het Instituut kosteloos een grote villa, gelegen ineen mooi park bij de Velperweg, beschikbaar stelde als plaats voor samenkomsten van Esperantisten, als zetel van Cseh-cursussen en internationale conferenties. Hier ontstond dus een internationaal Esperanto-centrum, waar Esperantisten uit alle lan-

den geestverwanten kunnen ontmoeten en gezamenlijk het gebruik van de wereldtaal beoefenen. Het is immers niet voldoende de taal ineen cursus te leren; de meest ideale practijk is te leven ineen internationale Esperantogemeenschap, zoals in het Esperanto-Domo te Arnhem. Het Esperanto-Domo is tevens hotel-restaurant. Esperantisten, die hun practische en theoretische kennis willen vergroten en tevens hun vacantie aangenaam willen doorbrengen, vinden hier een gezellig tehuis. In het gehele huis spreekt men slechts Esperanto. leder opschrift, elke mededeling, de menu’s, enz. zijn gesteld in Esperanto en daardoor gevoelt men zich ineen waarlijk Esperantoland, Esperantujo, het land zonder grenzen. Het Esperanto-Domo werd 11 Augustus 1931 plechtig door den burgemeester van Arnhem geopend in het bijzijn van vertegenwoordigers der regering en van Esperantisten uit vele landen. Als regel durende lessen van 9—l, terwijl de

middagen dienen voor excursies. De avonden worden doorgebracht met lezingen (lichtbeelden), zang, cabaret, bal, enz. Eerst doet het milieu wat ongewoon aan, maar als het oor gewend raakt aan de Esperantoklanken en het oog aan woorden als: oficejo (kantoor), kuirejo (keuken), restoracio (eetzaal), konversacia salono (conversatiezaal), kursa salono (cursuszaal), enz., dan valt het alles wel mee, vooral omdat er een geest heerst van hulpvaardigheid en vriendschappelijkheid. Conversatie-avonden van Esperanto-verenigingen vormen een waardevol middel bij het leren spreken van de taal. Het Esperanto-Domo heeft echter evenals een internationaal congres dit voor, dat men kan verkeren ineen vriendschappelijk, internationaal milieu. Het is zoals men van deze stichting schrijft: Wie practisch de Engelse taal wil beoefenen, gaat naar Londen, voor Duits naar Berlijn, voor Frans naar Parijs. Wie zijn kennis van Esperanto aan de practijk wil toetsen, moet ook Arnhem niet vergeten. C. K.

Het Esperanto-Domo te Arnhem