mmm fëuö-ïcek

Schakelingen (I) We hebben een vorige maal reeds de belangrijkheid van de kruisschakelaar in diverse schakelingen aangetoond. Aan de toepassingen met deze schakelaar danken wij het ontstaan van onze nieuwe hotelschakelaar. Vele monteurs zullen al kennis hebben gemaakt met deze schakelaar en hebben haar al verschillende malen gebruikt in schakelingen voor slaapkamer, trap of gang. Zoals we zien in fig. la heeft de oude hotelschake) aar 4 contacten, waarvan er 2 zijn doorverbonden, dus totaal 3 aansluitklemmen. Deze klemmen zijn gemerkt met a, b en c; de verbindingen, welke de schakelaar tot stand brengt, zijn dus de verbindingen a.b. en a.c. De nieuwe hotelschakelaar in fig. 1b heeft eveneens 3 aansluitklemmen en ook hier zijnde ver bindingen afwisselend a.b. en a.c. Hieruit volgt dat iedere oude hotelschakelaar onmiddellijk vervangen kan worden door die van het nieuwe type. Voor den fabrikant is deze nieuwe schakelaar een aanwinst, omdat ze hetzelfde contactstelsel heeft als de kruisschakelaar, doch met 1 aansluitklem minder. We verwijzen voor de toepassing inde enkelvoudige hotelschakellng, naar de reeds gegeven schema’s; voor de nieuwe hotelschakellng, ook wel symmetrische schakeling genoemd, geven we het schema in, fig. 2, welke voor de duidelijkheid als principe-schema is getekend. Het verschil tussen de oude en nieuwe schakeling is opvallend en de monteur kan zich met de montage der schakelaars gemakkelijk vergissen, hetgeen met de oude schakelaars vrijwel is uitgesloten. Bij de oude schakeling is verwisseling der beide wisseldraden zonder bezwaar mogelijk, bij de nieuwe schakeling niet, daar hier de ene wisseldraad verbonden is met de stroomdraad, Ie andere met de lampdraad. Omdat aan iedere schakelaar een lamp- en een stroomdraad zit, is het mogelijk door een verkeerde verbinding aan de ene schakelaar, de lamp in of uitte schakelen, zonder beïnvloed te worden door de tweede schakelaar, zoals uit fig. 3 blijkt. Met de oude schakeling is dit niet mogelijk. Volgens de nieuwe schakeling doen alle draden aan de schakelaar dienst als wisseldraden waardoor bij verwisseling van oude door nieuwe schakelaars, verkeerde aansluitingen gemaakt kunnen worden; om de juiste verbindingen weer tot stand te brengen, is doormeting van de draden noodzakelijk. Vele monteurs zijn om deze redenen geen voorstanders van de nieuwe schakeling, Toch zijn aan de schakeling voordelen verbonden, waarop met nadruk gewezen moet worden. In fig. 4 zien we een schakeling zoals we die meermalen moeten toepassen. Hierbij krijgen we bij de oude schakeling steeds 5 draden ineen der buisstukken. Met de nieuwe schakeling komen er nooit meer dan 4 draden ineen buis; het bedradingsschema in fig. 5 toont dit duidelijk aan. Bij toepassing van het centraaldozensysteem vervalt dit voordeel echter, maar nog lang niet overal is het eentraaldozensysteem verplichtend gesteld en waar dit niet het geval is, zal men het oude systeem, om de mindere kosten die het meebrengt, boven het nieuwe verkiezen. Een ander voordeel van de nieuwe schakeling bestaat hierin dat men, onafhankelijk welk dozensysteem men toepast, de hotelschakelaars kan uitvoeren als combinaties met wandcontactdozen, omdat aan elke hotelschakelaar reeds de groene stroomdraad zit; het bijtrekken van de rode

nuldraad is dan voldoende om de combinatie mogelijk te maken. Uitbreiding van de nieuwe hotelschakeling met één of meer kruisschakelaars, Is met de nieuwe schakeling eveneens rnogelijk. Deze worden dan geplaatst tussen de 2 wisseldraden, welke verbonden zijn met de lamp- en stroomdraad (fig. 6). Als regel plaatst men de schakelaars steeds met 2 contacten naar beneden. Voor schakelaars, welke niet op lasdozen worden gemonteerd, geeft deze wijze het voordeel dat wede aansluitdraden langer kunnen houden, terwijl inde schakelaarvoet nog ruimte genoeg blijft om de bovenste 3e draad daarin dubbel te vouwen. Deze 3e draad moet de lampdraad vormen en kan dus van 1.5 kwadraat mm. zijn.

Voor kruisschakelaars zal men als regel de holle schakelaarvoet slechts voor de onderste 2 draden gebruiken terwijl de bovenste 2 draden gewoon lijk kort worden gehouden. Voor het langhouden van de aansluitdraden voert de monteur weleens alle draden door de schakelaarvoet, om dan de bovenste aansluitdraden bulten of over de schakelaar te voeren. Bij sommige schakelaars is beschadiging der draden op de duur dan ook niet uitgesloten. Aan de hotelschakelaar onderscheiden we contacten die naast elkaar en die tegenover elkaar staan. In fig. 1b zijnde contacten b en c degene, welke tegenover elkaar staan, a-b en a-c naast elkaar. Behalve dat we afspreken dat we twee naast-elkaar-staande contacten naar beneden plaatsen, monteren we de ene schakelaar links en de andere rechts, dus symmetrisch, zoals in fig. 2; met kruisschakelaars is het steeds mogelijk. De stroomdraad komt zodoende bij beide schakelaars aan de onderzijde. Van de twee overige draden moet er een uitgezocht worden De draden, welke na doormeting de juiste zijn, komen tegenover elkaar inde schakelaar; een dezer draden hebben we afgesproken, was de groene en komt aan de benedenzijde der schakelaar. G, J. M.

VRAGENBUS Vraag 46: Kort geleden kreeg ik een Essex auto, type 1928, in reparatie. De motor klopte geweldig door versleten drijf stanglagers. Na reparatie liep er één van de lagers uit. Dit hersteld, doch na proefrit liepen er drie drijfstanglagers uit. De hierbij behorende olietroggen waren absoluut leeg, niettegenstaande de oliepomp goed werkte. Zoudt u mij ook kunnen zeggen, waar ik de fout moet zoeken? Antwoord: De oorzaak zal wel gezocht moeten worden in verstopte oliekanalen. Op de persleiding van de oliepomp, die inde lengte door het carter loopt zijn zes spruiten aangesloten. Waarschijnlijk zijn er nu meerdere van deze spruiten verstopt, waardoor de betrokken olietroggen niet gevuld worden en de lagers droog lopen. Schroef de stop op de voorkant van de persleiding (in het distributie-carter) er uit, steek en blaas de persleiding goed schoon en de smering zal weer in orde zijn. Vraag 47: Ik heb moeilijkheden met het lassen vaneen soort metaal, dat inde automobiel-industrie vrij veel voorkomt. De samenstelling ken ik niet, maar men noemt het gewoonlijk compositie. Hoe kan ik dit het beste lassen? Antwoord: Het door u bedoelde metaal is waarschijnlijk het z.g. Spritzguss. Dit laat zich inderdaad zeer slecht lassen of solderen. Er is thans een methode bekend, waarbij het mogelijk is, dit lastige metaal met de lasvlam vloeibaar te verbinden. Hiervoor maakt men gebruik van speciale las- of (soldeer-)staafjes en een pasta. Het is iets nieuws en alleen nog maar verkrijgbaar bij de N.V. Techn. Bureau „Vraag en Aanbod”, Laan van Meerdervoort 226, Den Haag. Een verklaring, hoe een en ander te behandelen, is hierbij nodig! Boekbespreking Benzinemotoren door A. J. Nossent, met medewerking van D. J. Bastmeyer en D. J. Blad. Compleet met platenatlas ƒ 1.25. Uitgave A. Kemperman, Amsterdam. Een goed geschreven, overzichtelijk boek, dat met veel platen en vragen het onderwerp behandelt inde juiste vorm voor de ambachtsscholen. Terecht wordt het meest de praktische kant van de zaak behandeld, zonder de theorie geheel te verwaarlozen. Voor hen, die de vragen beantwoorden, geven de opgaven aan het einde van elk hoofdstuk een goede toetssteen of men de tekst begrepen heeft. Bij dezelfde uitgever is uitgekomen het boek: „Het chassis” door D. J. Blad met medewerking van Nossent en Bastmeyer. Prijs ƒ 1.15. We kunnen hiervan hetzelfde zeggen als van „Benzinemotoren”: goed, overzichtelijk en waardin handen van velen te komen. Grondbeginselen der electrotechniek door R. Cazemier en W. J. Sluyter. Deel X tekst. Deel I, platen en opgaven. Prijs ƒ 0.80 en ƒ 0.70. Uitgave A. Kemperman, Amsterdam. Dit boek is bedoeld als leerboek voor de lagere nijverheidsscholen. Het moet inderdaad inde klasse worden gebruikt en goed worden besproken, omdat er begrippen in worden behandeld, die nadere aanduiding en verklaring behoeven. Wat het nut betreft voor onze lezerskring kan ik ongetwijfeld zeggen, dat iemand die zijn kennis in deze weer eens wil ophalen, zeker deze boekjes daarvoor gebruiken kan. Van C.