zoek van de Belgische verfegenwoordigers volgens de verschillende nationaliteiten gestemd. Belgen en Russen onthielden zich. De eersten zouden volgens het verslag hun houding nader motiveren. De Russen onthielden zich, omdat in hun land een dergelijke betoging niet mogelijk was. Van welke delegatie was dit voorstel afkomstig en door wie werd hef ingediend? Professor Quack vertelt in zijn grote werk „De socialisten", dat het werd ingediend door Dormon en hij zegt er tegelijk bij, dat deze Dormon in 1898 gestorven' is. Uit onze eigene, in vorige jaren naar aanleiding van het 1-Meifeest geschreven artikelen blijkt, dat wij meermalen eveneens de naam van Dormon vermeid hebben. Vermoedelijk met zekerheid kunnen wij dat niet zeggen deden wij zulks op gezag van Quack. Maar bij verdere navorsing is ons gebleken, dat wij in 1927 geschreven hebben, dat Lavigne de voorsteller was. In het artikel, dat W. H. Vliegen in 1930 schreef en waaruit wij hiervoor geciteerd hebben, noemt deze een zekeren Dormoy als de voorsteller. Klaarblijkelijk is de Dormon van prof. Quack identiek aan de Dormoy van Vliegen. Beiden zullen wel denzelfden man op 't oog gehad hebben. Om volledig tè zijn vermeiden wij nu nog, dat het Maartnummer van De Kern, het leidersblad van de A.J.C., een artikel over de geschiedenis van de Meidag bevat, geschreven door Ber Drukker. Deze noemt Raymond Lavigne als de voorsteller van de resolutie, die het besluit inhield om op 1 Mei 1890 voor de achturendag te demonstreren. Wij hebben er nu de Duitse vertaling eens op nagezien, zoals die vervat is ineen boekje, uitgegeven in 1890 en dat voorzien is vaneen voorwoord van K. Liebknecht, gedateerd 2 Juni 1890. In dat boekje nu lazen wij: 0 „Burger Lavigne brengt daarop uit naam van het Nationale Verbond van de Franse Syndikale Kamers en Corporatieve Groepen een voorstel overeen betoging ter sprake, die door de besluiten van het congres tot uitvoering dient te komen.” En dan volgt hetgeen wij hierboven onder het opschrift „Internationale betoging op 1 Mei 1890”

Ons terrein: ~De Lieberg" Tot voor korte tijd hadden wij in eigen kring tevergeefs nagedacht overeen passende naam voor ons terrein te Eemnes. Van verschillende kanten werd ons een idee aan de hand gedaan om iets van ons bedrijf ineen aan te nemen naam te verwerken. Het was evenwel allemaal echt maakwerk, erg gezocht. Om kort te zijn, wij kenden er niet in slagen een geschikte naam uit te denken. Toen is bij zekere gelegenheid, dat een onzer met dr. Henri Polak in gesprek kwam, de naamgeving voor ons terrein ter sprake gekomen. Polak is een kenner van het Gooi en naaste omgeving bij uitnemendheid. Hij zou er eens over nadenken en een dezer dagen ontvingen wij zijn advies. De heide, in welks omgeving jullie terrein is gelegen, zo schreef hij ons, heet van ouds Liebergen. Kies dus een naam van topografische aard en noem jullie bezitting „De Lieberg”. Het voorstel viel in goede aarde bij ons bondsbestuur en het besloot dan ook in zijn vergadering van 3 April j.l. ons terrein de naam „De Lieberg” te geven. Wij brengen dr. Henri Polak een woord van dank voor zijn moeite en zijn gedegen advies en spreken voortaan, als wij het over ons terrein hebben, over niets anders dan over: „De Lieberg”. reeds geschreven hebben. Wij moeten wel aannemen dat het Duitse verslag, een vertaling van het originele Franse, juist is en dat zowel prof. Quack als Vliegen zich vergist hebben. En in navolging daarvan, wij eveneens. Geschiedenis moet zo zuiver mogelijk gehouden worden en vandaar ons uitwijden over deze overigens toch wel interessante aangelegenheid. Wij gaven deze uiteenzetting ten behoeve van onze jonge makkers. Vijftig jaren geleden had de arbeidersbeweging in ons land nog maar heel weinig te betekenen; ten tijde van het Parijse congres van 1889 was onze Bond nog pas drie jaren oud en leidde een kwijnend bestaan. Eerst in 1919 kwam in Nederland een wettelijke regeling van de arbeidstijd voor volwassenen tot stand. Aanvankelijk was die bepaald op 45 uren per week, maar dat heeft niet heel lang geduurd. Voor de metaalindustrie heeft die bepaling van 45 uur nimmer gegolden. Overigens zijn er nu nog immer bedrijfstakken, die niet onder de zegeningen van de 48-urige werkweek vallen. En wij weten, er wordt nog steeds op ruime schaal overgewerkt. Die echter de toestanden van 1889 en daarvoor gekend heeft weet uit ervaring, dat er op het gebied van de werktijd ontzaglijk veel ten goede veranderd is. En daarom mogen wijde voortrekkers van vóór 50 jaren dankbaar zijn, dat zij onder moeilijke omstandigheden de vaan van het verzet hebben ontplooid.

De 1 Mei-dag en de strijd voor wettelijke regeling van de arbeidsduur Het is deze komende zomer precies vijftig jaren geleden, dat op het Internationaal Arbeidscongres, te Parijs van 14 tot en met 20 Juli van het jaar 1889 gehouden, besloten werd om op 1 Mei van het jaar 1890 te demonstreren voor de eis vaneen Wettelijk vastgestelde arbeidsduur van 8 uur per dag. Zeker verdient hef aanbeveling om deze gebeurtenis vaneen halve eeuw geleden nog weer eens bijzonder in het licht te stellen. In 1930, toen de 1-Meidag voor de 41ste maal gevierd zou worden, wijdde onze oude strijdmakker W. H. Vliegen daaraan een artikel in De Socialistische Gids. Wij citeren daaruit: „Zelden, misschien nooit, heeft een besluit een dergelijke weerklank in grote massa’s gevonden, als dit„ Ook buiten de socialistische beweging, ook bij de regeringen, die sterk onder de indruk kwamen van dein beweging komende arbeidsmassa's. Natuurlijk niet door het besluit alleen, maar door het feit, dat het een verenigingsevangelie voor de arbeiders van alle landen inhield, en men begon te begrijpen dat de arbeidersklasse de grenzenloze uitbuiting waaraan zij blootstond, niet langer zonder fel verzet zou dragen. De Duitse regering riep een internationale conferentie bijeen, die in Maart 1890 plaats vond te Berlijn, met de bedoeling om tot overeenstemming te komen terzake van beschermende wetten voor de arbeiders. Op 13 Mei 1891 verscheen de encykliek „Rerum Novarum”, met haar scherpe critiek op de arbeidstoestanden. Zouden deze verschijnselen zich ook hebben voorgedaan zonder de besluiten van het Parijse congres en zonder de beweging die er van uitging?" – • Tot zover Vliegens artikel van 1930 geciteerd. Hij zelf is op de vraag, vervat in het slot van dit citaat, niet nader ingegaan. Maar onmiskenbaar ligt er verband tussen dat congresbesluit van 1889 en de daarna door den Paus en de Duitse regering gepleegde handelingen. Het besluit, dat speciaal betrekking had op de eis van de achturendag en de daarmede verband houdende middelen, die- tot de vervulling ervan moesten leiden, luidde volgens de Duitse vertaling van hef congresverslag aldus: „Internationale betoging op 1 Mei 1890. Het congres besluit: Op een bepaald tijdstip moet een grote internationale betoging georganiseerd worden en wel zodanig, dat tegelijkertijd in alle landen en in alle steden op een bepaalde dag de arbeiders tot de overheden de eis richten de arbeidsdag op 8 uur vast te stellen en de overige besluiten van het Parijse congres ten uitvoer te brengen. Rekening houdend met het feit, dat een dergelijke betoging reeds door de Amerikaanse Arbeidersbond (Federation of Labor) op zijn congres in December 1888 te St. Louis gehouden vastgesteld werd voor de Eerste Mei 1890, wordt dit tijdstip als de dag van de internationale betoging aangenomen. De arbeiders der verschillende landen moeten de betoging houden in overeenstemming met de verhoudingen in hun landen." Over dit voorstel of deze resolutie werd op ver-

Uit de jeugdgroepen

Dordrecht (C. in ’tV.) Op dit ogenblik, wanneer ik deze regels schrijf, en ik zo eens door ’t raam naar buiten kijk, dan zie ik, dat bomen en velden zich met een groen kleed beginnen te tooien en dat ’t voorjaar weer zijn intrede .doet. Binnenkort zal de jeugdgroep een vergadering beleggen, waar we jullie ’t zomerprogramma in grote lijnen zullen voorleggen. Als deze vergadering gehouden wordt, hopen we, dat vele leden van hun belangstelling zullen blijk geven. Dat ze daar hun verlangens en wensen kenbaar zullen maken, zodat ’t jeugdgroepsbestuur hiermede rekening kan houden. Laten vooral de jongens en meisjes, die willen deelnemen aan ’t Pinksterkamp en de landdag te Birkhoven, zich zo spoedig mogelijk opgeven en niet wachten tot ’t laatste ogenblik. Dit vergemakkelijkt

het werk van het jeugdgroepsbestuur. Den Haag (H. T.) Wij willen nog iets zeggen over het winterwerk. Wij hebben in het afgelopen jaar drie opvoeringen gehad zoals nooit tevoren. Wij hebben met succes de winter doorlopen en kunnen niet ontevreden zijn, maar er staan nog teveel buiten onze rijen. Komt toch eens kijken. Nu. willen wij ook iets zeggen over Birkhoven. Wij gaan daar een weekeind houden en werken mede aan het grote programma. Geef je spoedig op, neem een spaarkaart en kom bij ons inde rijen. Agenda tot 1 Mei: Maandag, 8 uur: gymnastiek en volksdansen. Vrijdag, 8 uur: spelavond. Zaterdag, 6 uur: radio-cursus; 7 uur: zang.

Zondag, 10 uur: lekenspelrepetitie. Utrecht (W.A.) Woensdag 5 April hebben. we onze vergadering voor de bespreking van het zomerwerk gehouden. Hoewel de opkomst beter had kunnen zijn, hebben we een vruchtdragende bespreking achter de rug. We hebben besloten om elke week trouw een dubbeltje te sparen; dit voor de komende kampen en bijeenkomsten. Tevens zullen we pogingen in het werk stellen om twee avonden per week een sportavond te houden inplaats van de bijeenkomst in het jeugdlokaal, terwijl er ’s Zaterdagsmiddags gelegenheid is om te sparen en om je op te geven voor de kampen (van 4 tot 5 uur in het jeugdlokaal). Jullie ontvangen allen een schema van het zomerwerk. Dus dan kun je van tevoren vaststellen, welke kampen je wenst mee te maken. Ook voor de Pinksterdagen hebben we plannen om te kamperen.