Ruchtbare verdraagzaamheid

Het bestuur van onze zusterorganisatie, de Nederl. R.K. Metaalbewerkersbond, heeft zijn laatstelijk gehouden bondsvergadering belangrijk gemaakt door twee, daartoe uitgenodigde bedrijfsdirecteuren als inleiders voor de afgevaardigden te laten optreden. Het waren de heren J. Goedkoop, directeur van de Kromhoutmotorenfabriek te Amsterdam en ir. H. J. M. Bekkers, directeur van de N.V. Kon. Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens J. J. Beijnes te Haarlem. Over deze gebeurtenis is inde pers en vooral inde R.K. pers, nogal wat tam-tam gemaakt; hetgeen wel inde opzet zal hebben gelegen. Want het R.K. dagblad De Volkskrant heeft uitvoerige verslagen van de beide inleidingen in een oplaag ten getale van tienduizend, aan evenveel werkgevers inde metaalindustrie toegezonden. De redactie van De Nederlandse Werkgever was verrukt over deze bijzondere gebeurtenis en schreef in haar nummer van 19 Mei 0.a.: „Inderdaad heeft men hier te doen met een gebeurtenis van betekenis inde geschiedenis der vakbeweging. Voor zover wij kunnen nagaan, is dit wel de eerste maal, dat werkgevers optreden als sprekers op een jaarvergadering vaneen vakbond. Het is een verheugend symptoom van betere verstandhouding tussen arbeiders en werkgevers, een nieuwe, hogelijk te waarderen stap inde richting van de bedrijfsvrede, waarvoor ons verbond van zijn oprichting af voortdurend geijverd heeft.” Anders dan De Nederlandse Werkgever, welk orgaan men enige ingetogenheid niet kan ontzeggen, laat De Leidse Courant zich over deze gebeurtenis uit. De redactie van deze krant opent direct alle registers met te schrijven: „’t Is voortreffelijk, dat op de algemene vergadering van de R.K. Metaalbewerkersbond twee werkgevers, twee grootwerkgevers een rede hebben gehouden, een rede in sociaal-vooruitstrevende zin.

Dat is inderdaad een begrafenis van de klassenstrijd, maar met woorden. Inde dagelijkse practijk van de bedrijven moet de klassenstrijd worden begraven, ook met daden.” Wat deze redactie, schrijvende over klassenstrijd, precies bedoelt, is niet al te duidelijk. De klassenstrijd is geen uitvinding van deze of gene mens, zoals nog dezer dagen dooreen schrijver voor christelijke studenten is geconstateerd (Klassenstrijd, ja of neen? door F. Boerwinkel Jr. Uitgave Callenbach, Nijkerk). Deze voorlichter voor christelijke studenten herinnert er aan, dat Marx, de man van „het harde onthullende woord”, de klassenstrijd niet heeft uitgevonden en nog veel minder heeft geschapen, maar dat hij die „vorgefunden”, aangetroffen heeft. Indien er vroeg of laat ondanks het optreden van twee bedrijfsdirecteuren als inleiders op een bondsvergadering vaneen R.K. organisatie, toch weer eens een strijd van enige omvang in onze industrie ontbrandt, is dat dan onder klassenstrijd te rangschikken, ja of neen? Hierbij denken wij aan het slot van de inleiding, die de heer J. Goedkoop heeft gehouden, met name waar hij gezegd heeft: „Conflicten zullen, ook tussen werkgevers en werknemers, inde toekomst onvermijdelijk zijn.” Zo is het nou maar precies en wij prijzen het inden heer Goedkoop, dat hij de tentoongestelde harmonie niet mooier heeft willen maken dan de werkelijkheid ook inde toekomst te zien zal geven. Het doet zo weinig ter zake of men de conflicten op sociaal-economisch terrein al dan niet met de naam klassenstrijd wil aanduiden. Waaraan wij als ons oordeel willen toevoegen, dat in het tegenwoordige tijdsbestek een staking van de arbeid kwalijk als een stuk klassenstrijd kan worden aangemerkt. Er is, en dat wordt door de lieden, die zo gaarne met dat woord „klas-

senstrijd” schermen, inde laatste 25 jaren ontzaglijk veel tussen de maatschappelijke klassen onderling ten goede veranderd. ♦ * * Wij moeten overigens ieder die het gebeuren ter bondsvergadering van onze zusterorganisatie als een eerste stap tot toenadering tussen werkgevers en werknemers wil beschouwen, de illusie ontnemen, dat andersgezinde organisaties minder verdraagzaamheid aan de dag leggen. Reeds sedert vele jaren organiseerde ons N.V.V. voor de besturen der aangesloten vakverenigingen bijeenkomsten op het Troelstra-oord, waar inleiders van zeer uiteenlopende richting het woord hebben gevoerd. Wij noemen slechts de namen; prof. Gelissen, mr. dr. Kortenhorst, beiden Rooms-Katholiek; dan mr. Lieftinck, chr.-historisch en mr. van Leeuwen, liberaal. En wat ons zelf betreft, hebben op onze uitnodiging de heren J. Goedkoop en J. R. M. Schouten namens de Metaalbond onze algemene vergadering van 1926 bij gewoond, voorzover daar het leerlingwezen aan de orde was. Men is ook niet altijd even gelukkig. In Maart 1934 heben wijden directeur van een onzer grote bedrijven uitgenodigd om op een vergadering van onze bondsraad een inleiding te houden over het voor en tegen van devaluatie. Na aanvankelijke voorlopige toezegging werd deze later om ons onbekende redenen ingetrokken. Als wij niet nader aanduiden wie het hier betrof, mag de geloofwaardigheid van het hier meegedeelde niet in twijfel worden getrokken. Wij wensen voor niet minder verdraagzaam dan anderen te worden gehouden, omdat wij minder gerucht verspreiden dan anderen.

Neemt deel aan de LANDDAG

Aan de metaalbewerkers Opnieuw menen onze besturen een beroep te moeten doen op de medewerking van allen die inde metaalindustrie werk* zaam zijn, om zich zoveel mogelijk te keren tegen het OVERWERKEN In het begin yan 1937 hebben onze besturen dit ook gedaan en dat heeft toen in verschillende plaatsen succes gehad. Nu er echter met de aflevering van allerlei orders blijkbaar grote haast gemaakt wordt en men het liefst alles in enen klaar willen hebben, is overwerk weer troef. Wij weten wel, dat wij ons niet overal en altijd tegen over* werk kunnen verzetten, al zouden wij dat wel gaarne willen. Doch wij menen dat er de laatste tijd weer veel te gemakkelijk overheen gelopen wordt. Verder weten wij dat de geschoolde arbeidskrachten en direct geschikte mensen niet voor het grijpen liggen. Maar wij weten ook, dat er aan de omvorming en herscholing of bij* werking van de honderdtallen werkloze metaalbewerkers niets of zo goed als niets wordt gedaan. Inde ene plaats biedt de overheid haar hulp en goede wil aan en doen de werkgevers niets, omdat ze het met elkander niet eens zijn; ineen andere plaats willen de werkgevers wel, doch blijft de hulp van over* heidswege uit. Hoe dit ook zij, ernstige pogingen om de geschikte arbeids* krachten weer aan het werk te stellen, ontbreken, terwijl vast* staat dit is in verschillende plaatsen reeds gebleken – dat met enige goede wil en samenwerking van overheid, werk* gevers en arbeiders velen weer voor het arbeidsproces geschikt te maken zijn. Wij willen en wij mogen niet het advies geven, dat men het overwerk moet weigeren, doch wij willen er toch wel bij alle metaalbewerkers op aandringen, het overwerk zoveel mogelijk tegen te houden. En waar het onvermijdelijk is, dient er alles

, 0 op gezet te worden, dat gemaakte overuren weer door verzuim worden ingehaald. Onze besturen hebben zich in deze geest ook tot de werk* gevers gericht en hen herinnerd aan de circulaire van 1937, waarbij de Metaalbond eveneens raad gaf overwerk zoveel mogelijk tegen te gaan en als het toch moest geschieden, dit te laten inhalen. .Vrienden! ten slotte hangt in deze veel, zo niet alles, af VAN DE ARBEIDERS ZELF. De werkgevers hebben ons steeds gezegd, als wij het over* werk ter sprake brachten, dat zij er tegen zijn en het zelfs schadelijk voor hun bedrijf achten. Echter, wanneer de arbei* ders er niet afkerig van zijn, dan is een baas of chef al gauw geneigd, als het werk dringt, een overwerkvergunning aan te vragen of zelfs zonder dat te laten overwerken Dan wordt de weg, die de geringste weerstand biedt, gegaan en alle goede voornemens van directies en andere leiding* gevenden ten spijt wordt vele weken, ja maanden achtereen overgewerkt. Kameraden! Onze besturen zullen niet nalaten tegen het euvel van het overwerk te velde te trekken, want het is niet verantwoord. Er zijn -nog honderden vakgenoten die op plaatsing wachten en wij mogen en willen dat niet over het hoofd zien. GEEN OVERWERK OM DE DRUKTE HET HOOFD TE BIEDEN, doch maatregelen geëist om de werkloze metaalbewerkers weer inde fabriek en op de werf terug te brengen. HOOG DE SOLIDARITEIT MET ONZE WERKLOZE KAMERADEN! De besturen van de Algemene Nederlandse Metaalbewerkersbond Nederlandse Rooms=Katholieke Metaalbewerkersbond Christelijke Metaalbewerkersbond in Nederland