Beveiliging van slijpschijven

Onlangs bespraken we op deze plaats de montage en de toelaatbare omtrekssnelheid van slijpschijven. Als een en ander nauwkeurig wordt opgevolgd, is de kans op het zo gevaarlijke uiteenvliegen van de schijven niet bijzonder groot. Maar toch kan men niet zeggen, dat de schijven dan absoluut ongevaarlijk zijn. Men kan b.v. een ontoelaatbaar grote uitwendige kracht op de steen uitoefenen, door er een zwaar werkstuk sterk tegen te drukken of met een stoot tegen te brengen. Ook komt het nogal eens voor, dat de schijf breekt, doordat een werkstuk tussen een te ver van de omtrek geplaatste leunspaan en de schijf klemt. Daarbij kan men bovendien de handen lelijk verwonden Een en ander maakt het nodig, dat de leunspaan zo wordt afgesteld. dat de schijf juist vrij loopt. Erg gevaarlijk zijn ook de gewoonlijk onzichtbare scheurtjes, die een schijf bij stoten of vallen, bijvoorbeeld tijdens de verzending, gekregen kan hebben. De ervaren vakman zal de schijf altijd vóór de montage op de machine even met het asgat op een doorn steken (zodat de schijf daar vrij op hangt) en er dan een lichte hamerslag tegen geven. De schijf moet dan een zuivere toon ge-

ven. Bovendien moet men bij het eerste aanzetten nooit voor de schijf gaan staan. Wanneer er een schijf springt, moet de beveiliging zorgen, dat de stukken niet wegvliegen. Als men geen gebruik maakt van de reeds beschreven conische schijven, is de eenvoudigste oplossing de slijpschijf voor ongeveer 3 van zijn omtrek te omgeven dooreen stevige smeedijzeren beugel, als aangegeven in figuur 1. Wanneer men die beugel voor schijven tot 35 cm. middellijn 6 mm. dik en even breed als de te beveiligen schijf maakt en hem minstens aan de einden, maar liever op drie plaatsen stevig aan de machine bevestigt, kan men er zeker van zijn, dat de stukken er door tegengehouden worden. Een betere constructie krijgt men, als men deze beugel ter weerszijde dicht maakt met een vlakke plaat, die aan de omtrek van de beugel is gelast. Voor schijven van 40 cm. middellijn kan men dan de rondgebogen plaat 6 mm. dik maken en de beide zijplaten 4 mm. Het is gewenst, dat de schijf zo nauw mogelijk door de beugel omsloten is. De beugel moet dus zo groot zijn, dat een nieuwe schijf er juist vrij in loopt. Bij een eenvoudige ma-

chine, waarvan de omwentelingssnelheid niet verhoogd wordt, wanneer de schijf gedeeltelijk is versleten, kan men gewoonlijk wel met die ene beugel volstaan, al is het ontegenzeggelijk beter na enige tijd een kleinere te monteren. Heel eenvoudig is dan de oplossing van figuur 2, waar in de beugel ö, passende om een nieuwe slijpschijf. een kleinere beugel a met steuntjes c wordt vastgezet, zodra de schijf zover is opgebruikt, dat die kleinere beugel er om past. De kleine beugel kan van lichter ijzer vervaardigd worden. Wanneer een slijpschijf steeds voor slijpwerk boven de leunspaan wordt

gebruikt, voldoen deze beugels goed. Ze zitten dan nooit inde weg. Maar de zaak wordt anders, wanneer men er de honderd en een voorwerpen op moet slijpen, die ineen gewone smederij voorkomen. Sommige ervan slijpt men van te. voren tegen de schijf, andere er boven op, weer andere tegen de flanken. Het is duidelijk, dat dan een beugel spoedig in de weg zit. Maar al te gemakkelijk komt men er in die gevallen toe, de beveiliging te verwijderen. In veel gevallen biedt dan de uitvoering volgens figuur 3 uitkomst. Men heeft hier een beugel c, die met de stukken d aan het frame van de machine is vastgezet. Op de beugel is bevestigd een horizontale plaat a, waarin een rechthoekige uitsparing is gemaakt. Op het door deze uitsparing stekende gedeelte van de schijf kan geslepen worden. Een verschuifbaar plaatje b vervult hier tot op zekere hoogte de taak van leunspaan. Wanneer men ineen smederij een slijpmachine met twee schijven heeft, beide geschikt voor het slijpen van smeedwerk en men beschut de ene met een beugel volgens fig. 1 en de andere met een volgens fig. 3, dan kan men nagenoeg al hét voorkomende werk slijpen, zonder dat men last heeft van de beveiliging. De conische slijpschijven geven echter een veel betere oplossing.

* * * Tegen het grote gevaar voor oogverwondingen door wegspringende stukjes metaal en slijpmateriaal brengt men het beste een raampje met dik glas tussen de plaats waar geslepen wordt en het gelaat van den slijper aan. Ofschoon de breekbaarheid van glas velen deed uitzien naar een ander materiaal, was de mindere doorzichtigheid daarvan steeds weer aanleiding tot het glas terug te keren. Algemeen wordt spiegelglas van ca. 6 mm. dikte gebruikt. Onsplinterbaar glas heeft natuurlijk vele voordelen, maar het is vrij lastig op maat te krijgen. Een glasplaat van 200x300 mm. geeft voldoende bescherming, ook zonder dat de slijper zijn gelaat er vlak boven houdt. Bij een kleinere glasplaat moet men de ogen dicht bij het glas brengen. De ruit wordt bij het slijpen steeds beschoten met wegvliegende, voor een deel nog hete deeltjes. Zo wordt het

glas ruw en minder doorzichtig. Het moet dus gemakkelijk uitgewisseld kunnen worden. Hoe verder de ruit van de slijpplaats verwijderd is, des te minder heeft hij te lijden van de vonken. Het is daarom onpractisch hem onmiddellijk aan de beschermingsbeugel te bevestigen. Bovendien is het dan uitgesloten, dat de slijper er zijn gelaat dicht bij brengt. Daarom moet men de ruit ongeveer 25 cm. van de schijfomtrek verwijderd plaatsen, hetgeen heel eenvoudig kan dooreen paar stangetjes tussen de beugel en de ruit. In figuur 1 is dit te zien. Deze stangen moeten stroef draaibaar aan de

beugel en aan de ruit bevestigd zijn. Men kan de ruit dan in iedere gewenste stand plaatsen. Natuurlijk kan ook deze ruit met zijn bevestiging inde weg zitten bij het werk. Bij een beugel volgens figuur 3 is het helemaal niet mogelijk de stangen zo te bevestigen, dat zij bij het werk niet hinderen. Wanneer de slijpmachine dicht bij de wand is geplaatst, wat wel inde meeste werkplaatsen het geval is, kan ten zeerste worden aanbevolen de stangen voor de ruit op voldoende hoogte boven de slijpschijf aan de muur te bevestigen. Figuur 4 verduidelijkt dit. Er zijn gevallen, waarin een ruit onoverkomelijke bezwaren oplevert. Dan moet men nooit verzuimen bij het slijpen een goede bril te dragen. Een bril met ronde glazen van 45 mm. middellijn, die door middel vaneen doelmatig montuur of wel door zijdelingse gazen schermpjes goed op het gelaat aansluit, geeft dan een goede bescherming. R. C. VAN REE. VRAGENBUS Vraag 78: Kunt u mij een recept geven voor het verkrijgen van de matte, bruine kleur van de modelknopen van militairen? Antwoord. Het mat bruin kleuren van knopen voor uniformen kan geschieden ineen bad van zwavellever. Dompel de voorwerpen in sterk verdunde zwavelzuuroplossing; daarna spoelen in water. Dompel vervolgens in het zwavelleverbad; herhaal dit tot de juiste kleur verkregen is. L. Vraag 79: Een draaibank met een transporteur, voorzien van Engelse draad, waarbij een speciaal stel wielen aanwezig is voor het snijden van metrische draad, wordt aangedreven dooreen drijfwerk met open en gekruiste riemen, waardoor het mogelijk is de bank achteruit te laten lopen. De transporteur is voorzien vaneen klokje voor het draadsnijden. Deze bank moet ingericht worden voor directe aandrijving door middel vaneen electromotor. Kan er metrische draad op deze bank gesneden worden, zonder de bank terug te laten draaien? Antwoord: Een methode hiervoor, welke een goede routine vereist en die alleen bij tamelijke grove spoed van de transporteur opgaat, is te starten tegen een aanslag aan de zijde van de losse kop en met een krijtstreep op de klauwplaat. Bij de tweede snede is het dan zaak het handel voor het in beweging stellen van de slede zacht naar beneden te drukken. Komt de krijtstreep op de klauwplaat in zijn startstand, dan voelt men of men het handel door kan drukken. Dit herhaalt men tot het lukt. Het is dus een methode, waarbij een goede routine voorwaarde is. Bovenomschreven methode is met die van de krijtstreep op klauwplaat, transporteur en support, een handigheidskwestie, die met zeer fijne draad van de transporteur niet aan te bevelen is. Met het klokje kan voor het snijden van metrische draad in geen geval gewacht worden. Dit gaat alleen voor het snijden van Engelse draad. Er zijn echter inde handel soorten omschakelkasten, voorzien van relais, die de electromotor door middel van eendruk op de knop binnen de 3 sec. van vol vooruit (snelheid bij het draadsnijden) op vol achteruit gooien, hetgeen vaak nog binnen de tijd van een drijfwerksysteem valt. Dit systeem is in ieder geval voor het draadsnijden te prefereren boven het systeem met schakelwals. Dit neemt te veel tijd in beslag. Tenslotte is de omkering der draaiinrichting ook heel snel te verkrijgen, door middel vaneen omkeerfrictie, welke aangebouwd zou moeten worden. Een afdoende manier om metrische draad op een bank met Engelse transporteurspoed te snijden en waarbij de draairichting dezelfde blijft, is niet bekend. Dr.