Miniatuur

De vijf vlaggen naar het Zweeds van OLAF SÖLMUND. Toen Aage Sandersson zijn vriend, commissaris Per Hansen, ernstig gebogen zag overeen foto vaneen jong meisje in badcostuum naast een man in wit shirt en flanellen broek, zei hij: „Kwam dat meisje mijn kant maar eens uit!” „Ik had liever, dat die vent mijn kant uitkwam!” zei de

commissaris grimmig. „Zie je wie het is? Draai de foto maar om”. „Richardsen, de juwelendief?” zei Aage vragend. „Ja, hij is uitgebroken en stuurt nu bij wijze van afscheidsgroet deze foto. Brutale schurk”. „Maar er moet toch wel een of andere aanwijzing op de foto zijn, waardoor je hem op het spoor kan komen?” veronderstelde Aage. De commissaris schudde mismoedig het hoofd. „AI de experts zijn er al mee bezig geweest. Maar er is geen enkel ding, dat houvast geeft. De foto is op een schip genomen, dat is alles”. „Leen me je vergrootglas eens, Per.” De commissaris schoof het hem laatdunkend toe. „Dacht je,-dat jij knapper was dan mijn experts?” Nadat Aage de foto nauwkeurig bekeken had, schreef hij iets in zijn zakboekje. „Heb je de oplossing al ge-

vonden?” vroeg Hansen spottend. „Dan heb je drie duizend kronen verdiend.” „Zie je dit wandkastje? Dat hebben jouw experts over het hoofd gezien.” „En wat zou dat?” „Vijf van de vakken zijn leeg.” „Goed! Maar wat dan nog?” „Weet je niet”, zei Aage, „dat in dit kastje de signaalvlaggen worden bewaard? Vijf vlaggen ontbreken. Binnen een uur zal ik je vertellen, waar je je vriend Richardsen kunt vinden!” Na drie uur kwam Sandersson opgewekt terug. „Het heeft wat langer geduurd dan ik dacht, Per, maar telegrafeer direct de politie in Port Said om Richardsen te arresteren aan boord van het Japanse stoomschip „Hokkaidu Maru”, dat morgenmiddag daar aankomt.” De commissaris keek zijn vriend met uitpuilende ogen aan. „Blijf er niet in”, lachte Aage. „Op de zeventiende Is Richardsen in Rotterdam aan boord gegaan. De foto is den vierentwintigsten voormiddags te Marseille genomen en vandaar gezonden aan den handlanger, die jou het ding gestuurd heeft. Verstuur nu eerst je telegram.” „Maar kun je dit allemaal bewijzen?” hakkelde de commissaris. „Daar kun je je op verlaten! Toen ik de lege vakken zag, heb ik de volgorde nauwkeurig genoteerd. Een vriend, die koopvaardijkapitein is, kon me direcht zeggen, welke signaalvlaggen ontbraken, namelijk G.M.O.S.Q. Voor iedere letter is n.l. een signaalvlag.” „Het is me zo helder als koffiedik”, zei de commissaris ongeduldig. „Wacht even, Per. Een signaal bestaat altijd uit vier vlaggen. Hier betrof het vijf vlaggen,' maar één daarvan is de Q, de gele quarantaineviag. De quarantaineviag was gehesen, toen de foto genomen werd. dus het schip liep juist een haven binnen. De vier overige vlaggen geven het signaal van de naam van het schip. Dat signaat wordt altijd

bijgezet als de quarantaineviag waait. Het schip werd dus aangeduid met de letters G-M-O-S. Het ging er dus om, de naam van het schip uitte vinden. Bij de havendienst schreef ik uit het internationaal signaalboek de namen op van al de schepen, welker signaal was samengesteld uit de letters G-M-O-S.” „Dat waren er natuurlijk een heleboel!” viel Hansen in, die nu sterk geboeid luisterde. „Precies vierentwintig. Onder die schepen moest het schip zijn waarop Richardsen zich zo brani had laten fotograferen. In Lloyds Register, dat elke week uitkomt, kan men van elk schip op de hele wereld de vaarroute vinden. Dus ook van die vier en twintig. Bovendien kwamen zestien schepen niet in aanmerking, omdat ze geen passagiers vervoeren. Bleven over acht. En daar vielen weer de schepen af, die op weg waren van Australië of de Kaap naar Europa. Ten slotte bleven over de „City of Aberdeen” en de „Hokkaidu Maru”, die beide Europa verlaten hadden inde week, dat Richardsen ontvlucht was. De „City of Aberdeen” liep

de vijfentwintigste Gibraltar aan, de „Hokkaidu Maru” de vier en twintigste Marseille. Ik vroeg de weerberichten aan en de vier en twintigste was het in Marseille mooi weer, terwijl het in Gibraltar de vijf en twintigste regende. Op de fotowas het weer schitterend, dus Richardsen zit op de „Hokkaidu Maru”, die morgen in Port Said aankomt. Is je dit voldoende?...” ~’t Is prachtig, Aage. We kunnen allemaal een lesje bij je nemen. En op de drie duizend Kronen kun je rustig voorschot nemen”.

Boksende hazen Het is een bekend feit, dat inde dierenwereld dikwijls de mannetjes om de wijfjes vechten. In vroeger eeuwen gebeurde dit in ons nu beschaafde Europa ook onder de mensen, maar tegenwoordig zijn we veel netter. Nu drukt de ene manden ander, die zijn medeminnaar is, er dikwijls op een achterbakse wijze uit. De bekende voorbeelden uit de dierenwereld van de vechtende herten, elanden, kemphanen, enz., zullen wij hier niet vermelden. Minder bekend is echter, dat. ook hazen verwoede gevechten kunnen leveren om een wijfje. Een Engels natuuronderzoeker heeft* zo’n gevecht meegemaakt op een bleekveldje achter zijn tuin. Gewoonlijk gebeurt zoiets ineen weide, maar het bleekveldje, overschenen door het licht van de maan, dat bij zo’n strijd niet kan worden gemist, bleek een uitgezóchte arena te zijn. Wij laten nu den Engelsman aan het woord: Ik zag twee hazen in het maanlicht op het bleekveldje. De een zat rustig aan een bosje gras te knabbelen. Dat was het wijfje. Het mannetje liep ineen kring om haar heen. Hij bleef voortdurend op dezelfde afstand van haar en het was of hij probeerde in het gras een ring te maken. (Bedoeld is hier de afscheiding, die ook in het woord boksring wordt uitgedrukt.) Na ongeveer twintig minuten verscheen een andere haas en het wijfje trok zich terug. De nieuweling wandelde om de buitenzijde van de veronderstelde ring, alsof hij de zwakke plaats van zijn tegenstander zocht. Plotseling vloog hij met een sprong in het midden van de ring en het gevecht begon. Beide dieren stonden op hun achterpoten, precies als twee kleine boksers en dienden elkaar slagen toe met de voorpoten. Het was niet gemakkelijk al hun handelingen in het zwakke maanlicht te zien, maar hun voetenwerk was voortreffelijk en iedere swing of opstoot werd prachtig gepareerd. Ronde na ronde vochten zij en bleven steeds inde ring. Zij waren niet vies vaneen te lage slag en als zij een schop konden uitdelen, lieten zij het niet. Het vrouwtje toonde zo weinig interesse inde verwoede strijd, dat zij rustig voortging om wat groen te knabbelen. Het einde kwam een beetje onverwacht en was tegen de boksregels. Toen een van de hazen even zijn evenwicht verloor, maakte de andere van de gelegenheid gebruik om hem met een flinke slag van zijn gespierde achterpoten buiten de ring te werpen. Hij stond op, wierp een droeve blik op den overwinnaar en strompelde met gebogen hoofd weg. ★ Aardappelbloesem Wanneer buiten op de akkers de aardappelen bloeien, schenken we daar niet veel aandacht aan. Dat komt misschien, omdat we weten, dat die bloemen voor ons geen betekenis hebben; de knollen, die zich in dé grond ontwikkelen, zijn belangrijk, maar niet de vrucht, die uit de aardappelbloem ontstaat. Toch heeft de aardappel, toen men de plant na de ontdekking van Amerika leerde kennen, twee eeuwen als sierplant bestaan, die gekweekt werd terwille van de bloesem. Aardappelbloesem werd als een kostzare zeldzaamheid beschouwd en bij hoffeesten in Frankrijk tooiden de dames zich er mee. Als Bodewijk XIV een feest gaf, droeg hij gaarne aardappelbloesem in zijn knoopsgat en stelde het op prijs als de dames er hun haar mee smukten

een jong meisje in badcostuum naast een man in ivit shirt en flanellen broek

De commissaris keek. zijn vriend met uitpuilende ogen aan.

Manus Mikketik vertelt van zijn wonderlijke visvangst