Tetnnistne —■—■—.——-—

Het winnen van aardolie

Reeds enige tijd liep ik met het plan rond een artikeltje te schrijven over het winnen van aardolie. Het onderwerp is echter zo veelzijdig en uitgebreid, en in z’n onderdelen zo gespecialiseerd, dat het vrijwel onmogelijk is om op de verschillende takken ook maar enigszins uitgebreid in te gaan en de lezer zal al spoedig inzien, dat voor elke tak van het bedrijf specialisten zware en moeilijke taken te vervullen hebben. Het is dan ook slechts de bedoeling van dit artikel, een indruk te geven wat er zoal gebeurt en nodig is om de verschillende olieproducten, waarvan de meest bekende wel zijn benzine, petroleum, stookolie, smeerolie, asfalt, op de markt te brengen. Ik twijfel er echter niet aan, dat elke lezer, ondanks de, beknoptheid van het artikel, er wel iets in zal vinden, dat hem in ’t bijzonder belang zal inboezemen, Het opsporen van plaatsen, waar aardolie aanwezig kan zijn, is natuurlijk de allereerste stap, die genomen wordt om tot resultaten te komen. In sommige gevallen kan dit betrekkelijk gemakkelijk zijn. Aan de aardoppervlakte zijn dan kentekenen aanwezig, die er op wijzen, dat zich olie inde omgeving bevindt of bevonden heeft. De twee voornaamste tekenen zijn het ontsnappen van gas of de aanwezigheid van asfalt aan de oppervlakte. Een , voorbeeld van het laatste is het asfaltmeer op het eiland Trihidad, dat de meesten uwer zich nog wel zullen herinneren uit hun schooljaren als één van de zeven wereldwonderen. Ontbreken dergelijke gegevens, dan wordt de taak van de mannen, die geologen genoemd worden en belast zijn met het opsporen van voorwaarden, waaronder olie aanwezig kan zijn ineen bepaalde streek, veel moeilijker. In hoofdzaak komt hun werk hierop neer, dat ze overeen zeer uitgestrekt stuk grond de bodemgesteldheid onderzoeken en nagaan hoe de verschillende aardlagen daar lopen. Is het terrein heuvelachtig, of heeft het diepe rivierbeddingen, dan kan dit gegevens verschaffen, die van groot belang zijn voor het onderzoek. Ontbreken deze, dan graaft men wel diepe putten en loopgraven om de bodem aldus op de richting van de aardlagen te onderzoeken. Dikwijls ook worden er wel d.m.v. kleine draagbare boorinstallaties proefboringen verricht om op deze wijze gegevens te verkrijgen. Bij zo’n proefboring wordt telkens op gelijke afstanden, van bijv. één meter, een weinig van de aarde van de doorboorde aardlaag, d.m.v. een speciaal daarvoor gemaakt hol boorwerktuig, naar boven gebracht. De resultaten van vele van deze boringen, die overeen groot oppervlak verricht worden, worden vergeleken en op tekening gebracht, en hieruit maken de geologen dan hun gevolgtrekkingen omtrent de ligging van de aardlagen. ■ Verder neemt,men nog magnetische, electrlsche of zwaartekrachtmetingen en uit het totaal wordt opgemaakt of er voorwaarden zijn vóór de aanwezigheid van olie.' Blijken deze gunstig, dan wordt overgegaan tot de tweede fase, n.l. het boren vaneen proef put op eendoor de geologen aangegeven plaats. Deze proefboring nu moet bewijzen of er olie is en of het in voldoend grote hoeveelheden aanwezig is. Alvorens over te gaan tot het beschrijven van de voorbereidende maatregelen, die genomen moeten worden om met zo’n proefboring te beginnen, ■«Uien weden lezer aan de hand van

een kleine schets duidelijk maken, waartoe al de boven beschreven geologische onderzoekingen dienen en welke de yoorwaardén zijn, waaronder olie zich inde aarde kan bevinden. De olie in verschillende aardlagen staat onder druk. Deze kan variëren van enkele tientallen tot vele honderdtallen atmosferen. Boven de olie bevindt zich meestal gas, en we begrijpen al dadelijk, dat zich inde aarde een ruimte moet bevinden, die dusdanig afgesloten is van de bovenliggende aardlagen, dat ontsnappen van gas of olie naar boven uitgesloten of uiterst moeilijk is. Is een lek aanwezig, die doorloopt tot 'aan de aardoppervlakte, dan kan, naarmate dit lek onderaan uitkomt, inde olielaag of de ruimte, die met gas gevuld is, een asfaltmeer of een gasbron aan de aardoppervlakte ontstaan. We kunnen dit duidelijk inde schets zien. De schets laat ons tevens één van de voorwaarden zien voor de aanwezigheid van olie. Zij toont ons de ruimte inde . aarde, waarin zich olie en gas kunnen verzamelen met de daarboven gelegen rotslaag, die verhinderen moet, dat ontsnapping kan plaats vinden. Voorts geeft zij ons een beeld van de aardlagen en hun richtingen. We denken ons in, dat we inde richting van de pijl op het aardoppervlak wandelen eji dat we op onze wandeling op bijv. elke 5 km een proefboring verrichten. Tot aan de lijn A B zien wede verschillende lagen in hun respectieve volgorden dichter bij de oppervlakte komen, om voorbij AB weer dieper inde aarde te gaan. Dit toont duidelijk aan, waarnaar de geologen zoeken, wanneer zij hun putten, loopgraven, proefboringen enz. maken.

De aanwezigheid van de olieafsluitende rotslaag wordt gevonden d.m.v. de reeds genoemde electrische, magnetische en zwaartekrachtmetingen. Tot besluit willen weden lezer nog een klein idee geven van de geologen om dan een volgende maal verder te gaan 'met een beschrijving vaneen kamp voor een proefboring. • Het gezegde, dat de natuur haar schatten zorgvuldig bewaakt, is wel in het bijzonder van toepassing op aardolie. Inde meeste gevallen toch zijn 'de plaatsen, waar olie gevonden wordt of waar haar aanwezigheid

waarschijnlijk geacht wordt, op zeer grote afstanden van de beschaafde wereld en de geologen, die op onderzoek uitgestuurd worden, zijn dan ook inde ware zin des woords voortrekkers. Dagen moeten zij soms reizen met alle mogelijk denkbare, vaak de prinaitlefste, vervoermiddelen om op het beginpunt van hun expeditie te komen. Dan beginnen eerst recht de moeilijkheden, n.l, van hun tenten, voedsel, water en instrumenten op lastdieren en te voet naar het terrein te brengen, waar hun onderzoekingen en metingen verricht, moeten worden. Gaat de tocht door dichte oerwouden, waar elke meter weg door zwa'ar gewas gekapt moet worden, dan moet men bovendien doorlopend op z’n hoede zijn voor alle mogelijke dieren, in sommige gevallen voor vijandige volksstammen. J. H. T. (Wordt vervolgd).

Luchtmeting met behulp vaneen drukwindketel

Om de werkelijk aangezogen luchthoeveelheid vaneen compressor te kunnen opnemeh, is het mogelijk'van meerdere methoden gebruik te maken. Eender eenvoudigste is die met behulp vaneen windketel. De capaciteitsbepaling geschiedt hier als volgt: De persleiding van de te beproeven machine staat in verbinding met een drukketel, waarvan de Inhoud zuiver is bepaald. Tussen compressor en ketel bevindt zich een afsluiter en bij het beproeven vaneen roterende compressor tevens een terugslagklep, welke een terugstromen van druklucht belet. Op de ketel zijn een manometer, een thermometer en een veiligheidsklep aangebracht, terwijl het mogelijk moet zijnde ketel af te blazen met behulp vaneen afsluiter. Om nu vaneen bepaalde compressor een capaciteitsgrafiek te willen samenstellen, moet bij diverse drukken de opbrengst worden opgemeten. Door middel van de afsluiter, die zich tussen compressor en ketel bevindt, is het mogelijk de compressordruk op een zekere waarde in te stellen; hoe verder n.l. de afsluiter wordt dichtgedraaid, des te hoger zal de druk oplopen. De compressordruk is dus onafhankelijk van de keteldruk; echter dient in het oog te worden gehouden, dat de druk inde ketel nooit hogerkan zijn dan die van de compressor. Moet nu bij een zekere druk b.v. 3 ato (atm. overdruk) de capaciteit worden gemeten, dan gaat men als volgt te werk: 1. Afsluiter in drukleiding en afblaas op ketel open, zodat de ketel op atm. druk komt. 2. Compressor aanzetten en druk-

hiervan instellen op 3 ato. 3. Afblaas op ketel dichtdraaien en tijd opnemen. 4. Ketel oppompen tot 3 ato of lagere druk. 5. Compressor stoppen en tijd opnemeh. Noemen we nu; p de druk van de aangezogen lucht in atm. abs. V het wérkelijk aangezogen luchtvolume in m’, T de temperatuur van de aangezogen * lucht in graden C abs. p1 de keteldruk na de proef in atm. abs. V de inhoud van de ketel in m3. T' de temperatuur van de samengeperste lucht inde ketel in gr. C abs., dan is naar de wet van Boyle: pV _ p1V1 Tv jï Voor p=l atm. abs. (buitenluchtdruk), wordt dus de werkelijk aangezogen luchthoeveelheid: T V- P "ijl Deelt men deze hoeveelheid door de tijd, b.v. door het aantal minuten, welke nodig waren, om de ketel op drukte brengen, dan krijgt men de opbrengst In m” per minuut bij 3ato (4 atm. abs.). Bovengenoemde meetwijze kan zowel voor roterende als voor zuigercompressoren worden toegepast. G. A. F.

1 ■ —r~— 1 1 . Zorgt voor onmiddellijke aangifte van ziektegevallen. Te late ziekmeldingen kunnen onaangenaamheden en "'<^r eventueel weigering van ziekengeld tot gevolg hebben,

iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin Iets over voorassen van automobielen ui Het makkelijke besturen van een auto is nu het resultaat van een juiste combinatie der boven omschreven punten. Tenslotte geven wij met figuur 9 een tekening van een moderne vooras om een vrachtwagen of bus weer. Alle in bovenstaande beschrijving voorkomende delen zijn in deze tekening terug te vinden. P. Dr. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiï)iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin