WAT TE DOEN – (Ziekenfondswe zen)

(I.B.) Er is over het ziekenfondsivezen al heel wat inkt vermorst. Wij willen niet achterblijven, hoewel wij het bijna overbodig vonden. Dat we toch de moed hebben ons te scharen onder de reeks pennevoerders over dit onderwerp, is, omdat ons gebleken is, dat vele arbeiders nog niet precies weten wat hun te doen staat. Niet, dat wede illusie hebben, dat, na het plegen van dit artikeltje, iedereen wegwijs is. Nu ja, je weet wel, er zijn hele boomstammen etc. etc. Bij het lezen van het onderstaande moet er rekening mee worden gehouden, dat dit geschreven is voor de metaalbewerkers. Wij hebben dus alles buiten beschouwing gelaten, wat hoogstwaarschijnlijk voor de metaalbewerkers van geen belang is. . ' Voorts zullen wij het in het onüerstaande alleen hebben over wat de arbeiders moeten -doen, opdat de invoering van deze nieuwe- regeling gesmeerd loopt. Over de rechten, voortvloeiende uit deze ziekenfondsregeling, spreken we dus niet. „ Wie zijnde verplicht verzekerden? Inde eerste plaats dan: welke arbeider heeft er iets met dit ziekenfondsbesfuit te maken? Dat zijnde arbeiders,, die vallen onder de Ziektewet. Nu hebben wede moeilijkheid verplaatst, want Wie vallen er onder de Ziektewet? Aangezien de arbeiders inde metaalindustrie meestal werkzaam zijn in ondernemingen (dat zijn zaken, welke gedreven worden om winst te maken) in de metaalindustrie, vallen deze allemaal onder de Ziektewet. Er zijn uitzonderingen. 1. Degene, wiens overeengekomen vast loon in geld meer dan ƒ 3.0,00. per jaar bedraagt, valt niet onder de Ziektewet. Wij hebben „vast loon” ’ cursief laten drukken. Wanneer een arbeider, door toevallige omstandigheden overwerk e.d. boven de loongrens komt, blijft hij onder de wet vallen. 2. Hij, die slechts in buitengewone gevallen tegen loon arbeid van korte duur verricht, indien dit niet bij wijze van beroep geschiedt, valt niet onder de Ziektewet. 3. Hij, wiens loon uitsluitend bestaat in onderricht (d.w.z. leerlingen zonder loon of kost), valt niet onder de Ziektewet. 4. Zoals bekend is, eindigt bij ontslag de Ziekteverzekering. Aangezien de verzekering voor de. Ziekenverzorging gekoppeld is aan het verzekerd zijn tegen ziekte, eindigt ook die verzekering. Moeilijkheden van dezelfde aard zijn er ook voor de ontvangers van ziekengeld en. ongevallenrente. Voor al deze personen is een regeling inde maak. (Vervolg van pag. 1) ' vereniging geworden en uit dfen hoofde kunnen ze geacht worden vrijwillig tot de C.A.O. te zijn toegetreden. Met dezulken is heel wat strijd binnenskamers gevoerd moeten worden en menig verschil is onopgelost gebleven, niet uit gebrek aan bewijs, maar uit pure onwil. ■ • Indien een C.A.O. dooreen verbindendverklaring wordt' gevolgd, wordt het terrein, dat onder de bepalingen van de C.A.O. valt, als regel aanzienlijk uitgebreid. Dan komen ook de ondernemingen welke niet vrijwillig een C.A.O. zijn aangegaan onder de .verbindend verklaarde bepalingen van de C.A.O. te vallen. Daarmede treedt dan een nieuw element binnen het terrein van de C.A.0., waarmede inde hier voorgaande beschouwing nog geen 'rekening gehouden behoefde te worden. Daaronder zitten ondernemers, die van organisatie nooit iets hebben willen weten. Ze zijn bewust ongeorganiseerd; ze kunnen hun eigen boontjes wel doppen, is de hoogste wijsheid, welke ze verkondigen. Het is natuurlijk onnodig te zeggen; dat ze ook – aan een vakorganisatie van de arbeiders een broertje dood hebben. En hiermede ben ik 'aanbeland bij een groep ondernemers, die me dit artikel heeft doen schrijven. Over dit slag ondernemers zullen we in volgende nummers van „De Metaalbewerker”, onder het hoofd „Actie-akefietjes”, zo nu en dan eens wat nader vertellen. ’ «

5. Ambtenaren zijn niet verplicht verzekerd. Dit heeft niets te maken met metaalbewerkers, zal men zeggen, maar ook personen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam bij een publiekrechtelijk lichaam (wij denken b.v. aan de radiomonteurs) zijn niet verplicht verzekerd, indien te hunnen aanzien een regeling bij ziekte is getroffen, welke van regeringswege is vastgesteld. Onze leden, die dit betreft, zullen zich hiervan dus moeten overtuigen. Vallen .zij onder het arbeidsovereenkomstentaesluit, waarin zo’n regeling voorkomt, dan vallen zij niet oftder de wettelijke verzekering van het ziekenfondsbesluit. • Dan zijn er ook nog arbeiders, niet in dienst vap een onderneming, zoals boven omschreven, maar die toch vallen 'ohder de Ziektewet en dus verplicht verzekerd zijn voor de ziekenverzorging. 1,. Arbeiders, werkzaam inde werkverruiming. 2. Arbeiders, werkzaam aan ‘inrichtingen, staande onder beheer vaneen natuurlijk of rechtspersoon (b.v. aan een laboratorium onder beheer vaneen vereniging, aan êen werkplaats vaneen vereniging e.d.). r \ Voorts wees de voorlichtingsdienst van het departement van Sociale Zaken er nog op, dat zij, die een wachtgeld genieten en in verband daarmede' krachtens de Ziektewet verzekerd zijn, ook onder de verzekeringsplicht ingevolge het ziekenfondsbesluit vallen. Wat moeten de verplicht-verzekerden doen? Inde eerste plaats dan iets, dat als dit onder de ogen van de lezers komt, al gebeurd moet zijn. De verplicht verzekerden moeten zich aanmelden ejj, wei vóór 16 November 1941. Hoe moet dat geschieden? Dit moet geschieden op de dubbele kaart, die de verplicht verzekerden, als zij reeds vrijwillig verzekerd waren, door hun ziekenfonds is toegestuurd, óf die verkrijgbaar is bij de postkantoren. De handleiding voor het invullen, als dit nog moet gebeuren, volgt hieronder: 1. De werknemer vult op beide helften van de kaart op het linkergedeelte in zijn naam, adres en woonplaats, alsmede naam en adres van het Algemeen Ziekenfonds, waarbij hij zich wenst aan te melden. 2. De werkgever begeeft zich met de kaart naar zijn werkgever, die op beide helften van de kaart het rechter gedeelte invult. 3. De beide helften van de kfeart worden gescheiden. < 4. De werkgever stelt den werknemer één helft van de kaart ter hand. De werknemer dient deze helft zorgvuldig te bewaren, daar zij voorlopig strekt als bewijs van lidmaatschap van het daarop vermelde ziekenfonds. 5. De werkgever zendt de helft van de kaart, welke hij heeft behouden, aan het Algemeen Ziekenfonds, dat door den werknemer op de beide helften van de kaart is vermeld. Let wel, men is niet verplicht verzekerd door het enkele feit, dat 2 pet. van het loon wordt ingehouderi. Deze inhouding virfdt voor de verplicht verzekerden altijd plaats, ook al is men geen lid vaneen ziekenfonds. Men moet zich dus aanmelden. Rechtstreeks- en indirect-verzekerden. Het ziekenfondsbesluit maakt onderscheid tussen rechtstreeks- en indirect-verzekerden. De rechtstreeks-verzekerden zijnde hierboven genoemde arbeiders, die, onder de Ziektewet vallen. De indirect-vérzekerden moeten inde eerste plaats tot het gezin van de Rechtstreeks-verzekerden behoren. Tot dit gezin behoren de echtgenote, de kinderen, maar ook stief- en pleegkinderen. Zij komen slechts in aanmerking, indien zij de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt. Hebben zij die bereikt en zij zijn niet rechtstreeks verzekerd, dan zuilen zij, indien ze verzekerd willen zijn, een vrijwillige verzekering voor de ziekenverzorging moeten sluiten. Indien één der gezinsleden reeds vóór hét 16e levensjaar rechtstreek^-verzekerde is, dan is het geen gezinslid inde zin van het ziekenfondsbesluit, want rechtstreeks-verzekerden worden in geen geval beschouwd als gezinsleden. Er kunnen in dit gezin ook nog andere familieleden dan cje echtgenote, kinderen, stief- er# * é

pleegkindèren wonen. Deze familieleden zijn ook indirect verzekerd als de rechtstreeks-verzekerde hun kostwinner is en als de rechtstreeks-verzekerde ten aanzién van -de familieleden onderhoudsplichtig is en als deze familieleden zelf ; niet rechtstreeks-verzekerd zijn. Ten aanzien van welke personen de rechtstreekslerzékerde onderhoudsplichtig is, wordt beantwoord aan de hand van het Burgerlij'k Wetboek. De Onderhoudsplicht bestaat volgens het 8.W., behalve ten aanzien van de echtgenote en kinderen, ook ten aanzien van behoeftige kleinkinderen, ouders, grootouders, schoonkinderen en schoonouders. Zoiets moet natuurlijk geval voor geval worden uitgemaakt. Wij kunnen ons voorstellen, dat hierover nogal wat te" doen is. De premie en hoe wordt die voldaan? Voor het jaar 1941 bedraagt de premie voor de verzekering 4% van het loon inde zin van de Ziektewet, toon inde zin van de Ziektewet is elke uitkering welke de verzekerde als vergoeding vóór zijn arbeid of gedurende staking van de arbeid (vacantie b.v.) van zijn werkgever ontvangt. Wij hebben het woordje „elke” cursief laten drukken, want ook niet in geld vastgesteld loon (loon in natura b.v., vrije woning, vrije kost etc.) wordt berekend naar de geldswaarde. Voorts hebben wij cursief laten drukken „als vergoeding voor zijn arbeid”. Een tegemoetkoming door den werkgever aan den arbeider voor door dezen gemaakte kosten (b.v. een rijwieltoelage) kan niet als loon worden beschouwd. Ook niet de vergoeding, die de werkgever den arbeider geeft voor door dezen gedane voorschotten (b.v. reis- en verblijfkosten). Daarentegen w'orden vacantiebonnen als loon beschouwd, bok de premiën van pensioenfondsen en levensverzeke. ringen, die* door den werkgever betaald worden, als ten minste de werkgever daartooe een verplichting op zich heeft genomen. Nu is echter bekend, dat de ijitkeringen volgens de Ziektewet berekend worden overeen dagloon van ten hoogste ƒ 8. De premie van de Ziektewet wordt ook niet overeen hoger loon berekend. Ook de bedoeling van het Ziekenfondsbesluit is dat, als het weekloon hoger is dan ƒ 48, niettemin geen hoger premie wordt berekend dan 4 pet. van ƒ 48. t Van deze 4 pet. moet de werkgever 2 pet. en de werknemer 2 pet voor zijn rekening nemen. De gehele premie wordt bij de werkgevers van de rechtstreeks-verzekerdën door de uitvoeringsorganen van de wettelijké ziekteverzekering geïnd. werkgevers houden 2 pet. van het loon van de arbeiders af. Ten overvloede zij nog medegedeeld, dat het in werking treden van het zieken- ' fondsbesluit geen wijziging brengt in het bedrag, waarnaar de loonbelasting wordt gerekend. Voor het inhouden van die 2 pet. van het loon is de werkgever verplicht %ij elke uitbetaling van het loon (dag-, week- of maandloon) aan den arbeider een coupon (dag-, week- of maandcoupon) voor de ziekenfondspremie ter hand te stellen. Op de voorzijde van die coupon moet duidelijk, in letters of in cijfers met inkt geschreven of gedrukt, de datum van afgifte van deze coupon aan den arbeider vermeld staan. Op de achterzijde de naara en het adres van den werkgever. Voorts is de werkgever verplicht op de voorzijde van de laatste coupon voor ziekenfondspremie, welke hij aan een uit zijn dienst ontslagen arbeider geeft, duidelijk met inkt het ontslag, alsmede de datum van ingang van dit ontslag, te vermelden. De arbeider geeft deze coupon af aan dengene, die door het Algemeen Ziekenfonds waarbij hij is ingeschreven, tot het in ontvangst nemen van die coupons is gemachtigd. Doordat ziekenfonds wordt hem dan vanwege het ziekenfonds het bewijs verstrekt,-dat hij tegenoover het ziekenfonds aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Dat kan geschieden door afstempeling van de kaart, zoals dit voorheen ook te doen gebruikelijk was. Nu worden de coupons pas voor het eerst bij .de uitbetaling van het loon op 22 November 1941 verstrekt. De arbeiders op weekloon zullen dan – drie coupons voor de ziekenfondspremie'moeten ontvangen. Wij zijn hiermede aan het eind gekomen van onze uiteenzetting. Hij zal niet voor alle vragen uitkomst bieden, daar is de .zaak te gecompliceerd-voor. Blijven er nog vragen, dan kunnen onze lezers zich nog altijd wenden tot de instanties, die hun antwoord kunnen geven. Eén vaft die instanties is onze Bond.