SOCIALE KANTTEKENINGEN

Op velerlei gebied kunnen wij van Amerika leren. Om het gebied van de arbeid te noemen, vooral de productiemethoden van de Amerikanen zijn beduidend beter dan de onze. Niet voor niets gaan Engelse en nu ook Nederlandse groepen van werkgevers en werknemersvertegenwoordigers naar de Ver. Staten om de veel doelmatiger wijze van produceren aldaar te bestuderen. Is dit alles dan zo belangrijk? Voor de arbeiders bedoelen we. Natuurlijk is het dat. Niet te ontkennen valt immers dat de levensstandaard van de Amerikaanse arbeiders door de hogere productie, aanmerkelijk uitsteekt boven die van de arbeider in West-Europa. Gemakkelijk is het verkrijgen van deze hogere levensstandaard echter ook in Amerika niet gegaan. Veel strijd is no- dig geweest om in AMERIKA een land, waar het merendeel der E N WIJ werkgevers nog vol- komen op een kapitalistisch standpunt staat, hogere lonen voor de arbeiders te kunnen verkrijgen. Grote stakingen zijn hiervoor door de Amerikaanse vakbeweging ontketend, stakingen die weer allerlei tegenmaatregelen van de reactie tot gevolg hadden om de invloed van de vakbeweging te beknotten. Met hoge lonen alleen komt men er echter niet, ook niet in Amerika. Het loon is immers weer niet hoog genoeg om het tekort te dekken, wanneer door ziekte, ouderdom of invaliditeit de normale inkomsten wegvallen. Ook in Amerika begint het besef meer tot de arbeiders door te dringen, dat er

nog iets anders nodig is dan een hoe® loon. Ze zien, dat hun sociale zekerheid onvoldoende is. Lang niet zp goed als bijv. in Nederland. Al is het ook bij ons nog lang niet volmaakt, op dit gebied kunnen de Amerikanen van óns leren. Zeker er bestaan in Amerika wel enkele sociale wetten b.v. op het gebied van de ouderdomsvoorziening, maarde uitkeringen zijn ten enemale onvoldoende om aan de minimale behoeften van de arbeiders tegemoet te komen. En de reeds lang beloofde wijziging van de wet blijft uit. Wel kwamen, voornamelijk door de naoorlogse schaarste aan arbeiders, veel particuliere pensloenverzekeringen inde industrie tot stand, met het doel arbeiders te lokken en vast te houden. Deze verzekeringen waren allen gebaseerd op een gezamenlijk door de werkgever en de werknemer te betalen premie. De vakbeweging in Amerika wilde dit principe echter veranderd zien nl. in het uitsluitend laten bekostigen van de ouderdomspensioenen door de werkgevers. Er werden door de vakbeweging dan ook eisen aan de industrie gesteld om dit nieuwe principe in te voeren. Het ontoereikende staatspensioen kon dan aangevuld worden met het nieuwe ouderdomspensioen. Dat de Amerikaanse grootondernemers dit niet voetstoots accepteerden, valt gezien hun mentaliteit te begrijpen. Vooral inde mijnbouw, inde staalindustrie en inde automobielbranche ontstonden strubbelingen. Stakingen werden geproclameerd om de gestelde eisen ingewiil’gd te krijgen. De werkgevers waren aanvankelijk niet bereid toe te geven, maar moesten, gedwongen door de omstandigheden, ten slotte de vlag strijken. In het vervolg kunnen ook de Amerikaanse collega’s inde staal- en automobielbranche recht doen gelden op een pensioen voor zichzelf en hun nabestaanden dat aan redelijke eisen voldoet. Moge deze overwinning de basis zijn voor een betere sociale zekerheid voor de Amerikaanse arbeider. Emvé.

Bondsraadsvergadering 10 Juni 1950 (Ka.) Het was Zaterdag 10 Juni 1950 de laatste keer dat de bondsraad in de huidige samenstelling bijeen was en het was tevens de laatste keer dat de vergadering werd gepresideerd door v.d. Born. De bondsraad was bijeengeroepen voornamelijk om de door de afdelingen ingediende congresvoorstellen met de daarop uitgebrachte prae-adviezen van het bondsbestuur te behandelen. Na opening van de vergadering en goedkeuring van het verslag van de vorige bondsraadsvergadering (14/15 April 1950) werd bij monde van de voorzitter de twijfel van het bondsbestuur naar voren gebracht of met het Congres wel de 70.000 leden zouden zijn bereikt. Van den Born deed een beroep op de bondsraadsleden alles te doen wat hun hand en verstand te doen vonden. Bij de „Algemene Mededelingen” werd door de bondsjeugdleider een kort verslag uitgebracht over het uitstekend geslaagde Pinksterfeest. De bondsraad ging met het voorstel van het bondsbestuur accoord om de afdelingsbestuurders gedurende een half jaar, van 1 Juli 1950—31 December 1950, het weekblad „Vrij Nederland” tegen een verlaagde prijs te laten verstrekken. De bondsraad machtigde het bondsbestuur tot de voorlopige aanstelling van één of twee propagandisten over te gaan. Deze voorlopige aanstelling dient dan op de e.v. bondsraadsvergadering te worden bekrachtigd. Vervolgens verenigde de bondsraad zich met de conclusie vaneen door het bondsbestuur uitgebrachte nota in zake rechtskundige bijstand bij verkeersongevallen e.d. voor onze leden-chauffeurs. Deze conclusie was om voor de betreffende leden de mogelijkheid te openen zich tegen een bijdrage van 5 cents per week (boven de normale reglementaire contributie) voor rechtskundige bijstand in verkeersongevallen bij een betreffend fonds van de Centrale Bond van Transportarbeiders aan te sluiten. De verrichtingen van het bondsbestuur over het Iste kwartaal 4950, alsmede het uitgebrachte verslag van de Bond over de jaren 1948-1949, werden goedgekeurd. Hierna waspunt 6 van de agenda: Congresvoorstellen afdelingen met praeadviezen van het bondsbestuur aan de orde. Na uitvoerige discussie ging de bondsraad met de prae-adviezen accoord. Bij dit punt deed de bondssecretaris verslag van de met „Mercurius” en de 8.W.T.0. gehouden besprekingen in zake het overeenkomstig het besluit van het vorige jaar gehouden N.V.V.-congres per 1 Januari a.s. tot stand komen van de bedrijfstaksgewljze organisatie. – Ten slotte werden de bondsraadsleden mededelingen gedaan over de stand van de werkclassificatie aan de hand vaneen reeds hun toegezonden rapport en over de grote en kleine metaalindustrie. Namens een zestal bondsraadsleden, dat zich niet meer herkiesbaar stelt, sprak het bondsraadslid Comelisse enige afscheidswoorden tot zijn medebondsraadsleden, waarna bondsvoorzitter Van den Born ten laatste male ineen bondsraadsvergadering de hamer liet vallen en alle bondsraadsleden een goede terugreis en een behouden thuiskomst toewenste.

Twee resoluties over het Ruhr-Statuut en het Plan-Schuman

Resolutie I. De internationale Ruhr-conferentie van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (1.V.V.V.) van 22 en 23 Mei 1950 te Düsseldorf, waarop de vakverbonden van België, de Bondsrepubliek, Duitsland (en West Berlijn), Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg, Nederland (de Nederlandse delegatie bestond uit H. Oosterhuis, W. Rappange en C. W. van Wingerden), Zweden en de Verenigde Staten van Amerika, evenals het I.V.V.V. zelf, het Coördinatiecomité van de Internationale Beroepssecretariaten, de internationale Beroepssecretariaten der Mijnwerkers en der Metaalbewerkers èn het Internationaal Vakverenigingscomité van de Ruhr, vertegenwoordigd zijn, herinnert aan het werk, dat het Internationaal Vakverenigingscomité van de Ruhr sinds het begin van 1949 heeft verricht, en aan de verschillende resoluties, die op zijn initiatief gedurende de conferenties van Brussel, Luxemburg en Aken aangenomen werden; bevestigt, dat de vrije vakbonden zeer veel belang hebben bij de nieuwe regeling der Ruhrindustrieën, die tot het welzijn van het Duitse volk en van dat der gehele wereld moet bijdragen en de wereldvrede moet waarborgen; en bevestigt verder, dat de vrije vakbonden eveneens zeer veel belang hebben bij een verstandige organisatie van de zware Industrieën van West-Duitsland. Zij verklaart, dat de Bondsregering van Duitsland het recht moet hebben, in het belang van de wereldvrede over de eigendomsverhoudingen der industrieën van het Ruhrgebied te beslissen; de uitbuiting der grondstoffenbronnen van de Ruhr voor agressieve militaire doeleinden en het opnieuw oprlchten van de Ruhr-trusts moet echter definitief verhinderd worden; de leiding van de Ruhrindustrieën bij de definitieve reorganisatie overgedragen moet worden aan bestuursorganen, waarin werkgevers en werknemers met gelijke rechten inde centrale leiding van elke tak van industrie alsook inde leiding van alle afzonderlijke ondernemingen vertegenwoordigd zijn; buitenlands kapitaal, belegd inde Ruhr-

ondernemingen eveneens onder deze organisatie moet vallen; in het Bestuur van het Internationale Ruhrorgaan of onverschillig welke hiervoor inde plaats' komende organisaties dat ongericht werd om de naleving der internationale verplichtingen van de Ruhr-industrieën te waarborgen, de belangen van de georganiseerde arbeiders volledig tot hun recht moeten komen, door deelneming vaneen adviserende internationale vakbondscommissie aan het werk van het Ruhrorgaan; verder moeten ze gewaarborgd worden door het recht der bij het I.V.V.V, aangesloten vakverbonden, bij de benoeming van regeringsvertegenwoordigers van tevoren geraadpleegd te worden; de regeringen van België, West-Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg en Nederland onderhandelingen moeten openen om tot de oprichting vaneen inter-Europees orgaan te komen voor de kolen-, ijzererts-, ijzer- en staalindustrie en dat daarbij de deur opengelaten moet worden voor landen, die eventueel tot dit orgaan zouden willen toetreden. Zij eist verder, dat het inter-Europees orgaan voor de zware industrieën zal bestaan uit twee vertegenwoordigers van elk deelnemend land met stemrecht, op dezelfde wijze, zoals

dit in het Internationaal Ruhrorgaan bestaat waarvan er één benoemd moet worden in overeenstemming met de bij het I.V.V.V. aangesloten vakbonden, en dat bovendien voor dit orgaan een adviescommissie der vakbeweging benoemd wordt met het recht, aan zijn werkzaamheden deel te nemen; het inter-Europees orgaan voor de zware industrie opgedragen wordt, de voorziening der deelnemende landen van grondstoffen te waarborgen; de prijzen, de nationale afzet en de uitvoer van haar producten gecoördineerd worden; gemeenschappelijke productie- en investeringsplannen opgesteld worden in het bijzonder met het doel, de productie te moderniseren, te rationaliseren en te specialiseren en de kwaliteit der producten te verbeteren; de werkzaamheden, inzake technologische onderzoekingen gecoördineerd zullen worden; zowel de productie der zware industrieën alsook de productie-, en investeringsplannen met de ontwikkeling der Westeuropese economie in het algemeen en met de overzeese markten in overeenstemming gebracht worden; verstrekkende maatregelen genomen worden om volledige werkgelegenheid te waarborgen, de levensvoorwaarden der arbeiders te verbeteren en dat rekening gehouden zal worden met de ontwikkeling van de sociale positie der arbeiders. Zij nodigt de vakverbonden uit, in deze geest Invloed uitte oefenen op hun regeringen en op de bezettingsautoriteiten van West-Duitsland. Deze instanties moeten dit program inzake de reorganisatie van de Ruhrindustrleën en inzake de organisatie de zware industrieën van West-Europa tot

Tegen het sluipende vergift!

In het laatste nummer van „De Stem van de Arbeid” wordt in het hoofdartikel „Weer het oude liedjel” het een en ander aangehaald uiteen „Korte cursus voor afdelings- en onderafdelingsbestuurders van de C.P.N.” Laten vooral onze afdelingsbesturen en propagandisten dit artikel bewaren en telkens nog eens herlezen ten einde zich te behoeden voor verslapping inde waakzaamheid tegen personen die met een opdracht van de communistische partij onze Bond binnensluipen voor het direct of indirect ondernemen van hun slopende arbeid. Zoals onze lezers kunnen weten, hebben wede C.P.N.-pion A. v. Pul te Amsterdam al enige tijd geleden buiten de deur gezet. Toch blijft hij schrijven o) liever laat hij schrijven „namens de oppositie in het N.V.V.”. Ineen circulaire oppert hij lees de C.P.N. het denkbeeld een

krantje uitte geven. Maar dat zal alleen mogelijk zijn, wanneer allen, die met lede ogen aanzien, DAT HUN GOEDE BOND ZO AFTAKELT", een handje helpen. Dat staat er! Hoe aandoénlijk! Die LEDE OGEN en DIE GOEDE BOND toch! In „De Waarheid’’ stond vermeld dat op het congres van de E V.C.-Metaal als gast een lid van het N.V.V. uit Delft aanwezig was die door ons zou zijn geroyeerd. Wij weten wie „De Waarheid” bedoelt nl. A. J. van Velzen. Deze man is echter door het bestuur van de afd. Delft ivegens het niet betalen van achterstallige contributie afgevoerd. We willen ons achter dit feit echter niet verschuilen. Als de afd. Delft hem niet had afgevoerd, had hij nu een prachtkans gemaakt er niet zo zachtzinnig af te komen. Geen pardon voor de adders! Tegen het sluipende communistische vergift moeten wij ons beschermen.

Enorme belangstelling Onder dit hoofd, voorkomende in het bulletin van het tweede congres „de Metaal” (E.V.C.) zegt Berend Blokzijl het volgende: „Dit congres ontleent zijn grote betekenis aan het feit, dat jullie de diepe verlangens en de edelste gevoelens vertolken van alle werkers inde metaalindustrie, ongeacht hoe zij georganiseerd zijn.” Ziezo, je moet maar lef hebben. Als jullie nog niet wisten waar je terecht kunt om met diepe verlangens en edele gevoelens in aanraking te komen, adres: zie hierboven. Aan dit alles zouden wij geen aandacht geschonken hebben, ware het niet dat onder dit zelfde hoofd een aantal bedrijven wordt genoemd en de schijn wordt gewekt als zou dit door het gehele personeel van de bedrijven zijn geschied om begroetingstelegrammen te zenden. Onder die gereleveerde bedrijven komt ook de E.R.M.A.F. te Rotterdam voor. En dan is mijn taak hier namens het personeel. georganiseerd inde Unie-bonden, mede te delen, dat wij van hun edelste gevoelens niets moeten hebben en dat wij part ncch deel hebben gehad aan het verzonden telegram. Sterker nog, er zijn zelfs enkele E.V.C.-ers bij de E.R.M.A.F., die van het bewuste begroetingstelegram niets afwisten. (Sic!) D. Rietveld, voorzitter Kern E. (Eerste Rott. Meet- Apparaten Fabriek), Rotterdam.

hun program maken en ten spoedigste de nodige stappen doen om het te verwezenlijken. Resolutie 11. De Internationale Ruhrconferentie enz. heeft Inde eerste plaats verklaard, dat de vrije vakverenigingen bij een verstandige organisatie van de zware industrieën van West-Europa buitengewoon veel be. lang hebben; stelt vast, dat een plan voor een dergelijke organisatie door de heer Schuman, in naam van de Franse regering, aangekondigd is; verklaart ten aanzien hiervan, dat het welslagen vaneen dergelijk plan afhankelijk is van de medewerking der arbeiders en hun vrije vakverenigingen. De conferentie adviseert het bestuur van het I.V.V.V. gelijkberechtigde vertegenwoordiging der vrije vakverenigingen bij elke nationale of internationale behandeling van het Plan, waarbij de grondbeginselen en de uitwerking der bijzonderheden van dit Plan vastgelegd worden, te eisen, De conferentie verzoekt het bestuur van het I.V.V.V. een commissie te benoemen, waarin de nationale vakverbonden en de Internationale Beroepssecretariaten vertegenwoordigd zijn. Deze commissie moet onverwijld een begin maken met de behandeling van het vraagstuk.

3