TECHNI SC HE RUBRIEK

Rubber als verend element

Rubber wordt steeds meer, inplaats vooral van metaalveren, gebruikt voor demping van trillingen, en voor het onderdrukken van hinderlijk geluid We wijzen bijv. op de vliegtuig- en autotechniek, spoorrljtuigen, en op de moderne PCC-tramrijtuigen, die geheel door rubber worden afgeveerd. Tot dit doel worden rubber- en metaaldelen op een bepaalde manier aan elkaar verbonden. De metaaldelen behoeven niet „geruwd” te worden; ze moeten schoon en op maat bewerkt aan de rubberfabriek geleverd worden. Behalve normaal koolstofstaal, dat de beste verbindingen met rubber geeft, zijn ook lichtmetalen (aluminium, magnesium enz.), messing, koper, hout. glas en „plastics” goed bruikbaar. De methoden van hechten van rubber aan metaal zijn evenzovele als er fabrieken zijn die zich hiermede bezig houden. Het is dan ook zaak de voorbehandeling van eventueel toe te zenden metaaldelen met de betreffende rubberfabriek te bespreken. Voor het geven van de juiste vorm aan de rubber- en metaaldelen wordt enig inzicht inde krachten, die op het geheel zullen werken, vereist. Zo moet bijv. steeds in het oog worden gehouden dat rubber practisch niet samendrukbaar is; dit laatste vooral niet te verwarren met elastisch zijn, een eigenschap die rubber juist in hoge mate bezit. Pogingen tot „verankering” van de

rubbermassa door uitstekende punten van het metaaldeel, (bijv. omgezette randen, zwaluwstaarten, enz.) leidt bij gebruik in de practljk tot een spoedige vernieling van genoemde massa. Ineen aantal tekeningen van veel voorkomende gevallen is getracht een idee te geven hoe een rubber-metaal verbinding niet, en hoe wel uitgevoerd moet worden.

Fig. 1 stelt twee metaalplaatjes met aangelast tapeind voor. De rubbermassa wordt „verankerd” dooreen zwaluwstaart. Het metaalplaat je is geheel recht. De constructie is niet toelaatbaar, door de spoedige vernieling van de rubbermassa. Fig. 2 geeft de juiste uitvoering weer. Let op de rond weglopende rand der metaalplaatjes, in tegenstelling met de rechte van fig. 1.

Fig. 3 is eenzelfde soort verbinding, nu echter met bouten in plaats van aangelaste tapeinden. Ook deze constructie is ontoelaatbaar. De zeskante kop van de bovenste bout, en de vierkante kop van de onderste bout vernielen de rubbermassa. Dit geschiedt eveneens door de omgezette randen der metaalplaten.

In fig. 4 zijn zes- en vierkant der houtkoppen dooreen bolkopvorm vervangen. Randen van de metaalplaatjes afgerond als bij fig. 2.

Het liefst belast men een rubberelement op druk of afschuiven, waarvan de figuren 2 en 4 voorbeelden zijn; belasting op trek moet zo min mogelijk worden toegepast. Verdraaien kan wel, mits de buitenzijde van dê ring met het oog op de grotere vervorming verdikt wordt. Zie voor dit laatste de fig. 5 en 6. De fig. 7 en 8 laten zien hoe een hoge rubber buffer door verdeling in meerdere delen, met tussenvoeging van metaalplaatjes groter zekerheid tegen zijdelings uitknikken biedt. De fig. 9 en 10 stellen de foutieve en de goede opstelling vaneen rubberafvering van bijv. een frame of fundatie voor. In fig 9 kan de rubber niet van vorm veranderen, waardoor geen elastische werking mogelijk is.

Fig. 11 en 12 geven het insluiten van

een rubberblokje tussen twee metaalplaatjes weer. Bij de pijltjes in fig. IX zal de rubber bij belasting vernield worden. Ten slotte nog het rubberstootkussen vlg. de fig. 13 on 14. De eerste oplossing is wel goed, maarte duur. Er moet een gat worden geboord, schroefdraad worden getapt, schroef en onderlegplaatje gebruikt; bovendien bestaat er kans op loswerken. Bij de constructie vlg. fig. 14 behoeft slechts voor een vierkant gat te worden gezorgd, en het rubberstuk worden bevestigd; loswerken is uitgesloten. Uiteen en ander blijkt wel, dat het gebruik van rubber vele goede kanten heeft, mits op de boven opgesomde punten goed acht wordt geslagen Vr. : TANDRADEREN, door G. H W. van Aken. Uitgegeven door N.V. /E. – E. Kluiver, Deventer. 143 afb. 119 blz. Prijs f 4,—. Hier hebben we nu een boekje uit de serie „Techniek en Ambacht”, dat dieper ingaat op het behandelde onderwerp, dan gewoonlijk in deze serie het geval is. De schrijver blijkt ter zake kundig en behandelt zijn onderwerp hoofdzakelijk van de theoretische kant. Daarom is het vodr de normaal ontwikkelde metaalbewerker te moeilijk en niet geschikt. De voorman of chef van de werkplaats zal er veel in vinden, dat hem een betere kijk zal geven op de theoretische vorm van de verschillende evolvente eii cycloïdale tandvormen. Worm en wormwiel zijn niet vergeten. De bijzondere tandvormen zijn voor de meeste lezers de grote onbekenden, zoals, de globoïd worm. benaderde hyperbolische wielen, de Klingelnberg Palloïd spiraaltanden, de Gleason tand en het rondsel volgens Grisson, die men echter uit het boekje leert kennen, De planeetwielen en de differentiaal zijn meer bekend en hebben ook hun plaats gekregen. In ’t kort: Een zeer lezenswaardig boekje, doch beslist alleen geschikt voor de meer ontwikkelde werkman, die al eerder technisch onderwijs heeft genoten.

PRACTISCHE TOEPASSINGEN VAN HET ELECTRISCH LASSEN, door P. H. Roosen. Uitgegeven door Nijgh en Van Ditmar N.V., Rotterdam-' s-Gravenhage. 67 afb., 75 blz-Prijs f3,25 ing. In dit boekje heeft de schrijver in kort bestek verschillende methoden en mogelijkheden behandeld, die bij het electrisch lassen met voordeel kunnen worden toegepast. Blijkbaar heeft de schrijver getracht vooral de practische uitvoeringen en toepassingen aan de lezer duidelijk te maken. Op vele, meestal door de beginnende lasser, gemaakte fouten wordt gewezen en uit de vele aanwijzingen zal menig aankomend lasser zijn lering kunnen trekken. Het lassen van bijzondere stalen en materialen o.a. koolstofstalen met hoge vastheid, staal 52, gietstaal, mangaanstalen, roestvrij staal, koper en koperlegeringen, aluminium en aluminium legeringen ( is wel zeer beknopt doch in hoofdzaken besproken. Een zeer- populair boekje en voor de aankomende lasser aan te bevelen. H. St. TECHNISCHE BOEKEN VOOR ONZE LEDEN! Nogmaals willen wijde aandacht vestigen op de technische boeken, welke onze Bond speciaal voor de leden ter beschikking heeft. Het betreft hier de boeken: Leerboek voor Metaaldraaiers en Fraisers, geschreven door A. Vermeulen, 172 bladzijden, 114 afbeeldingen, prijs ƒ 3,50. en Vormen en Gieten, geschreven * door N. J. de Haas en E. M. Zweekhorst, 123 blz., 228 afbeeldingen, prijs f 3.50. Onze technische medewerker heeft indertijd in ons bondsorgaan deze boeken van harte aanbevolen. De prijzen zijn voor deze uitstekend uitgevoerde boeken bijzonder laag. Vrienden, de voorraad is niet zo groot meer. Bestelt dus nog heden bij uw afdelingsbestuur.

'Reken maar uit, hoeveel het scheelt wanneer de slijptijd van beitels met minstens de helft wordt verminderd en de standtijd langer is! Reken maar uit, dat dat betekent: een hogere productie en daardoor ook voor tariefwerkers een hoger inkomen! Reken maar na, hoeveel méér inkomen U kunt maken door het gebruik van de RS snijsnelstalen beitels (Rohn-Sassenheim) I

6