Werktijd njei acht uur per dag als njaximumü

stander van het «stukwerk«-stelsel, doch daar gaat het hier niet om. De zaak is deze: De Nederlandsche fabriek is zoo zachtjes aan geworden een «specialiteits*-inrichting; er wordt steeds werk gemaakt dat een of twee jaren later weer terugkeert. Het zij dat het zijn spoorwagens van dezelfde soort, stoomketels van dezelfde constructie en afmetingen, locomotieven, boot- of landmachines, enz. Wat is nu het geval? Wanneer dat werk gemaakt wordt, dan wordt niet elk onderdeel altijd door denzelfden man bewerkt; vandaag heeft Jan het, de volgende week Piet. Nu begrijpt een ieder, dat wanneer het volgende jaar weer een dito werk moet gemaakt worden, daar geheel andere menschen voor worden aangewezen dan den vorigen keer, vooral opdat de Directie eens af en toe grooien schoonmaak kan houden. Zoo is het zeer makkelijk te begrijpen, dat een te laag geprijsd tarief-briefje geen persoonlijke zaak is, doch een algemeene. En die vertegenwoordigers die er dan ook voor opkwamen en het in het belang van dengeen wien het aanging trachtten veranderd te krijgen, kwamen voor het algemeen op. Dat de Directie dit niet wil, is begrijpelijk, daar zij er hier de zoete vruchten van plukt n.l. de centen der arbeiders. Meer woorden zal ik aan dit vervlóekte stelsel niet wijden; ieder arbeider weet wat het zeggen wil in tarief te moeten werken. Verder beweert de directie, dat er door de vertegenwoordiging nogal wat bereikt is, en haalt hier 7 feiten aan. Bekijken wij die eens nader, dan vallen er al dadelijk punt 6 en 7 af, daar die bij de hier besproken vertegenwoordiging niet tehuis behooren. De werklieden kiezen voor het ziekenfonds een bestuur uit de werklieden, dat met de directie het fonds beheert. *) Het behandelen van deze twee punten was dus hun zaak en niet die der hierboven besproken vertegenwoordiging. Dat zij echter op die vergaderingen in bespreking zijn gekomen, laat alleen zien, met hoeveel moeite de werklieden iets gedaan kunnen krijgen, terwijl zij zelf moeten storten voor dit fonds. Mijn meening echter is, nu de Ongevallenwet in werking treedt, dat het beter is voor de werklieden, dat dit ziekenfonds verdwijnt, en zij (de werklieden) zich verzekeren tegen ziekte buiten de fabriek om. Dan wordt de positie vrijer ten zichte van de fabriek, en beter voor hem zelf. Immers, wanneer hij 20 jaar aan die fabriek werkzaam is geweest en aan den dijk wordt gezet, behoudt hij bij een particuliere verzekering zijn rechten, terwijl die aan de fabriek ophouden. Keeren wij terug tot punt 1 : «De regeling der uitbetaling van de feestdagen.* Zeg dat wel «regeling*! Want zooals ieder weten kan, betaalt hij, die in «tarief* werkt (en dat doen ongeveer 90°/0 der volwassen arbeiders) zijn feestdagen geheel of gedeeltelijk zelf, en als hij ze gedeeltelijk betaalt heeft de directie al wel zooveel aan hen verdiend, door het lage «tarief* dat voor hun werk betaald is, dat de overige 10 pCt. der arbeiders er door gedekt worden in hun uitbetaling der feestdagen. *) ze. De verschaffing van goedkoope reisbiljetten. Het is waar, de directie moet hier borg staan voor de werklieden voor een som groot f 1000, en het heeft er administratief wat last van. Doch hier behoefde absoluut geen vertegenwoordiging voor te zijn, want 1500 menschen verreizen meer dan f 1000 en dit zelfde is op de scheepbouw bij den heer Goedkoop verkregen zonder Vertegenwoordiging. 3e. Het vervroegde afluiden op Zaterdag gedurende de zomermaanden. Het is een ding van belang!!! De twee uur die je Zaterdagsavonds vroeger uitscheidt moeten 4 ochtenden met een half uur ingehaald worden. 4e, Het verminderen van den werktijd van 60 op 57 uur. Alweer naar den breeden kant uitgemeten. Want alhoewel wij eiken avond een half uur vroeger naar huis gaan, is de werktijd verminderd met een kwart uur daar wij onze middagschafttijd, welke */4 uur bedroeg, hebben moeten missen, dus moest het zijn: «De werktijd is verminderd van sB‘/j uur op 57.« (Wordt ven olgd.) 1) De werklieden hebben dan ook hiervoor een reglement en een supplement voor beide gevallen. 2) Zij die op karwei gian, betaalden vroeger niets voor de feestdagen van hun 10 pCt., welke zij als tarief verdienden. Thans heeft de directie het zoo ingericht dat zij ook z‘/i pCt. betalen. J’echniek. Het overtrekken of bekleeden van metalen met andere door middel van «Electro-Chemie.« 11. Vernikkelen met Chloornikkel-Chloorammonium. Sinds men in fabrieken van nikkelwaren ook zuivere nikkelplaat vervaardigt, kan men zich ook daarvan bedienen om een voor electro-chemische vernikkeling zeer geschikte oplossing te vervaardigen. Men brengt voor dat doel een stuk nikkelplaat op een zeeftachtig doorboord plankje, ineen verzadigde salmiakoplossing (ammoniak) en verbindt het metaal met den «koperpaak vaneen sterke electrische batterij. Onder den invloed van den electrischen stroom lost zich het metaal geleidelijk op en ontstaat een dubbelzout: Chloornikkel-Chloorammonium, hetwelk in het vat bezinkt, waarbij het metaal opnieuw met chloorammonium(ammoniak) in aanraking komt. Heeft men het nikkel tevoren gewogen en weegt men na het proces het overschot, zoo kan nauwkeurig berekend worden, hoeveel nikkel zich inde vloeistof bevindt. Om met deze vloeistof te vernikkelen, dompelt men daarin een blanke nikkelplaat, verbindt ze met den «koperpaak der batterij, waarbij het te vernikkelen metalen voorwerp (hetgeen natuurlijk blank moet zijn) met den «zinkpaak verbonden en ondergedompeld wordt. Het nikkel hecht zich als glanzende bekleeding aan het voorwerp en hangt de dikte en duurzaamheid der bekleeding af van den duur van ’t vernikkelingsproces en de sterkte van den electrischen stroom. Vernikkelen met zwavelzuur Nikkeloxyduul. Om rechtstreeks met zwavelzuur nikkeloxyduul te werken, moet men volkomen zuurvrij nikkelzout ter beschikking hebben, hetgeen men gemakkelijk op de volgende wijze bereidt): Men lost het inden handel bestaande nikkelzout op (nadat het op bovenstaande wijze van koper bevrijd is) en voegt er een kleine hoeveelheid ets natrium bij; zoodra het vrij zuur

geneutraliseerd is, ontstaat een appelgroene neerslag van nikkeloxyduulhydrat, hetgeen men met de vloeistof een tijdlang samen kookt, daarna filtreert, waarna de vloeistof volkomen neutraal is. In deze vloeistof brengt men de te vernikkelen voorwerpen, na ze met den koperpaal verbonden te hebben, verbindt een stuk nikkelplaat met den «zinkpaal,* dompelt ze inde vloeistof en neutraliseert van tijd tot tijd het vrij wordende zuur door indroppelen van ammoniak. Men kan ook (en dit is doelmatiger) op den bodem van het vat, waarin de vernikkeling plaats heeft, nikkeloxyduul uitspreiden hetgeen zich in het vrijwordende zuur °P" lost waardoor de vloeistof steeds neutraal en gelijk in nikkelgehalte blijft. Het, hiervoor vereischte, nikkeloxyduul bereidt men door ineen oplossing van zwavelzuur nikkeloxyduul etsnatrium te mengen, den neerslag uitte wasschen en te drogen; het nikkeloxyduul vertoont zich dan als een appelgroen, zwaar poeder en kan het of vrij op den bodem uitgespreid of ook ineen leeren zakje in het vernikkelingsbad opgehangen worden. Vernikkelen met Nikkel-Ammoniumsulfat. Giet men eendoor toevoeging van zwavelzuur zuur gemaakte 'oplossing van zwavelzuur nikkeloxyduul ineen tamelijk verzadigde oplossing van ammoniumsulf at (zwavelzuur ammoniak), zoo scheidt zich een kristallen brij uit die bestaat uit een dubbelzout van zwavelzuur nitkeloxyduul met zwavelzuur ammoniak. Men wascht die brij met koud water en lost ze op in heet water en voegt bij de oplossing zooveel ammoniak dat zij volledig neutraal wordt en laat ze bij een temperatuur van zo—25® Cels. eenige dagen staan tot zich geen kristallen meer vormen; het is ook van gewicht om de vloeistof gedurende de vernikkeling op deze temperatuur te houden, omdat zich daarvoor het nikkel meer vasthecht. Bij het vernikkelen dompelt men een stuk nikkelplaat, die met den <s.koperpool<c. der batterij verbonden is, inde vloeistof ; evenveel nikkelmetaal als zich van de plaat afscheidt evenveel hecht zich op het te vernikkelen voorwerp vast en behoudt de vloeistof zijn oorspronkelijke concentratie. BOEK- en TIJDSCHRIFT. Vertellingen voor het Volk, verzameld door F. Domela Nieuwenhuis (Uitg. P. M. Wink, Gorinchem). Een werk in aangenamen stijl geschreven, een afwisselende, maar toch zeer leerzame lectuur. De samensteller zegt dan ook zeer terecht in zijn voorwoord o.m. : «het beste is niet goed genoeg voor het volk.« Hij is dan ook van zins nog meer van deze boeken samen te stellen en noodigt anderen uit om, bij welslagen van ’t eerste deel, hem bij ’t samenstellen van anderen behulpzaam te zijn. Vooral die voorbeelden uit de dierenwereld zijn goed gekozen; o.m, trof mij het antwoord van dien muilezel in «De muilezel en zijn vader« op het verwijt; «Er is weinig met je te redeneeren,« hernam de rijke man, «je vader had slechts distelen voor zijn voedsel, dat was alles en ondanks dat werkte hij zestien uren per dag zonder te mopperen.» «Dat is ongelukkig waar,« zei de muilezel, «maar gij weet toch wel dat mijn vader een . . . e-z-e-1 was.« Ziehier een kleine proeve. Zoo zijn er circa 62 van deze verhaaltjes, legendes, poëmen, enz., beslaande het geheel 10 vel of 160 pagina’s groot octaaf druk op best papier en verkrijgbaar voor den zeer matigen prijs van 50 cents bij den uitgever en aan brochuretafels. Over Mensch-zijn door J. Andries (Uitg. P. M. Wink, Gorinchem). Ook dit brochuurtje is zeer lezenswaard en is een voordracht die 2 Aug. 1902 in België gehouden is. Over de strekking wil, ik mij niet uitsproken, omdat ik vrees daarin partijdig te worden, want wel is ze veredelend, maar of de illusies van den schrijver werkelijkheid zullen worden ? ? F ? In elk geval beveel ik de lezing aan, omdat zij een veelzijdige kennis verhoogt. Prijs 3 cent. De Rein-Leven beweging door F. Ortt. Hier kan ik gevoegelijk hetzelfde van zeggen als van «Mensch-zijmc, helaas is mij de prijs onbekend. Belangstellenden kunnen zich wenden tot: H. J. Fimmen, 1 Helmerstraat 167 boven, Amsterdam (adm.) of: J. J. Hoogewerf, Wolfshoek 19, Rotterdam (Centr. Commissie). – Diagnose, door P. L. Lak (Uitg. Tierie & Kruijt, St. Luciensteeg 22 Amsterdam). Deze brochure doet haar titel (Diagnose = onderscheiding: voor op onderzoek van ziekten betrekking hebbende) alle eer aan. Hier zet de geneesheer, alias schrijver, het mes inde kanker, sondeert (peilt) ze en toont op verschillende plaatsen de oorzaken van die ziekteverschijnselen aan die anderen, z.a. Mr. Alberse int «Kath. Soc. Weekblad» en Talma enz. met air van veelweterij maar in werkelijkheid met schromelijke oppervlakkigheid aan de «góe gemeente* verklaren. Hooit slechts b.v. Alberse: Men stelle de diagnose (v.d. spoorwegstaking), en allicht zalmen bemerken, dat voor deze ziekte andere medicijnen moeten worden voorgeschreven, dan ons op de politieke markt thans met groot geschreeuw worden aangeprezen«. (Later volgt diezelfde mande tegenovergestelde richting.) ■ Talma zegt o. m. «dat zijn onderzoek geleerd heeft, dat de spoorwegstaking geheel was op anarchistische lijn.« iste bewijs: De overwinning der spoorwegarb. was niet, dat de zaak bij de veemen in orde kwam, maar alleen dit heel Nederl. gebeefd had voor de macht der arbeiders; 2de bew. het contrast is gebroken; 3de bew.: de spoorwegstaking was een stuk algem. werkstaking, omdat hier een strijdwas tegen het algem. maatsch. en staatk. samenstel der wereld. De heer De Visser (christ. hist. adviseur( zag in het gebeurde wel aanvankehjk de vakactie; maarde vakbeweging werd overvleugeld door de soc. democratie, en deze weer door de anarchie*. Hocus pocus pilatus-, men ziet hier onder de vingervlugge handen het beeld veranderen. Tak zegt hiervan terecht, dat deze voorstellingen lijden in hooge mate aan gebrek aan objectiviteit en dat ze wel zijn voorstellingen van politieke agenten die agitatie tegenover agitatie stellen maar niet van ernstige onderzoekers. Hij toont dan ook, ineen rustig betoog van den kalmen onderzoeker, aan dat: de spoorwegstaking was zuivere vakactie alsook wat daarna gebeurd is en dat jarenlang te voren de vakactie bij ongunstige arbeidsvoorwaarden onbevredigd gebleven is, wijst op het artikel v. Prof Pekelharing, waarvan de groote bladen zorgvuldig vermijden er stukken uit over te nemen enz. Ook de contractbreuk ontleedt hij, zoodat van de geheele bewering van Talma niet veel overblijft enz. Zoo ontleedt en ontzenuwt de heer Tak in zijn «Diagnose* alle tusschenwerping der

beschuldigingen tegen de arbeiders gedurende de staking. Het geheel is, voor ieder die belang stelt inde gebeurtenissen van onze dagen, zeer leerzaam en beveel ik het elk aan. De prijs is 10 cents. ~ ONBEGRIJPELIJK! Een gloeiende gifstroom gaat er door de steden, vernielt der menschen kracht en werkzaamheid, verdooft het licht uit levenslustige oogen, verbleekt der wangen blos en levensgloed, doet wee-geklaag ten hemel stijgen, dompt kindren ineen zee van leed, brengt dood, waar d’eerste levenskiem moest gloren . . . Deez’ brandend’ giftstroom, die de welvaart moordt, der menschen levenslust en denkkracht doodt, heet Alkohol gevloekte naam en zijn trawanten zijn; diefstal, moord en wellust, hartstocht, waanzin, rouw. Dit helsche vuur wordt als een lekkernij door denkwezens gedronken. R'datn 1902. Johan. Vreemde Woorden (Vervolg van No. 7). Amnestie, kwijtschelding van straf. Amotie, verwijdering, slechting. Amplidtie, uitbreiding. Amputatie, afzetting v. een lichaamsdeel. Anaemie, bloedgebrek. Anarchie, afwezigheid van gezag. Anatomie, ontleedkunst.— Anemoscoop, windwijzer, weerhaan. Anerie, ezelachtigheid. Animalisch, dierlijk. Annexatie, inlijving. Annonce, bericht. Anomalie, onregelmatigheid. Anoniem, ongenoemd. Anorganisch, onbewerktuigd Antagonisme, tegenwerking. Antecedént, voorafgaand geval. Anthraciet, glanskool Anthrapologie. menschkundè. Anti, tegen. —■ Anti-constitutioneel, met de grondwet strijdig. Antiek, ouderwetsch. Antilogie, tegenspraak. Antipathie, natuurlijke afkeer. Antiseptisch, bederfwerend. Antisociaal, onmaatschappelijk Apart, afzonderlijk. Apartement, vertrek. gevoelloosheid, onverschilligheid. – Aplómh, loodrechte stand. Apodictisch, onwederlegbaar. Apologie, verweerschrift. Apologist, verdediger. Antwoord op de verzonden circulaires. Het voorstel afd. A’dam H (N. L.) f 25. te geven aan de weduwe van wijlen J. N. VAN ZOMEREN is aangenomen met 17 afd. voor en 2 tegen. Het reglement «Reiskas* is goedgekeurd met 16 afd. voor en 2 tegen. De laatste 2 afd. waren niet tegen het reglement, maar wenschten een kleine wijziging z. a. door ’t hoofdbest. was aangegeven ten opzichte van de fmancieele kwestie. Voor de gesalariseerd functie in ’t bondsbestuur werden de volgende candidaten gesteld: BOETJE (voorz. Amst. II N. L.) ELFERINK (bondsvoorzitter) en HOOZE, (gewezen bondssecr.); de laatste heeft voor" die functie bedankt. Vakgenooien! Met leedwezen heb ik gelezen dat Amst. II (Nieuw Leven) besloten heeft Boetje candidaat voor gesalariseerd bestuurder te kiezen, en, aangezocht door verschillende vakgenooten (geen tijd meer hebbende voor een huish. verg.) breng ik u persoonlijk in herinnering: i°. dat het congres en het refendum besloten hebben dat Haarlem het hoofdbestuur (en dus ook den gesal. seci.) benoemt; 2°. dat hier geen tegenspraak is inde referendumsbesluiten om ze, als verleden jaar, te wijzigen; 30. dat Elferink eensdeels slachtoffer voor onze organisatie is, verleden jaar en altijd getoond heeft tijd noch moeite voor de organisatie te sparen en anderdeels een organisatorisch talent ontwikkeld heeft dat, zoo niet onmisbaar, dan toch bij uitnemendheid bruikbaar voor onzen bond is. Ik beveel dus onzen strijdmakker Elferink warm aan voor de gesalarieerde bestuursfunctie in onzen bond. J. J. Paasse Dordt. MAIfIfrRQT De afdeeling Groningen van den Alg. mni\lVC.no . Meubelmakersbond verzoekt alle lezers van ons vakblad beleefd doch dringend, Meubelmakers onder hun kennissen te waarschuwen niet naar Groningen te gaan, omdat de Groninger Meubelmakers hun schandelijk lage Iconen trachten te verhoogen. Geen eerlijk Meubelmaker gaat naar Groningen! ADRESVERANDERING. Het adres van den secretaris van de afd. Amsterdam 111 (Burgersrneden) is thans: P. DANZ, Jacob van Lennepkade 304, Amsterdam. CORRESPONDENTIE. Metaalbewerker, Dordt. Uw stuk over de fabriek van Huiskes & van Dijk plaats ik zoo niet. Wilt gij het veranderen en ineen fatsoenlijker vorm laten gieten, mij wel. Uw stuk in No. 6 heb ik geheel en al moeten veranderen, aangezien : 1. ons blad ook door ontwikkelde arbeiders en anderen gelezen wordt. 2. verschillende termen van dien aard waren dat zij, onveranderd, ons met den strafrechter in aanraking zouden gebracht hebben. 3. er verschillende ruwe, persoonlijke aanvallen in stonden die eensdeels veranderd en anderdeels met de zaak niets te maken hadden en voor wier waarheid wij niet kunnen instaan. 4. dat kritiek wel vaak scherp, maar bovenal waar moet zijn. Ik hoop dat gij inde toekomst hiermede rekening zult houden. Burgersrneden, A’dam. Te laat voor dit. nummer. Zal de geheele beweging in het volgende nummer bespreken. Hoofdbest. Het verslag over uw werkzaamheden idem, Corr. Terborg. idem. Verslag is goed maarte laat. Gegr. ■ Sch. Oosterhout. idem. Dat inde laatste corr. Lips als ; lampemhandelaar vermeld stond, was een drukfout; dit moest zijn; lompenhandelaar.

ook dat daarna Algemeene Werkhervatting in gemeenschap volgen moet!!