DE METAALBEWERKER,

eeniging, door welk middel ook, openbaar of geheim, beproeven de bepalingen dezer overeenkomst te bestrijden of een wijziging ervan af te dwingen. 'Voor den Deenschen Smeden- en Machinebouwersbond, J. A. Hansen, Voorz. Voor het Generaal-Comitè der Werkgeversvereenigingen inde IJzerindustrie, der Scheepswerven en den «Vulcan« te Maribo, S. C. Hauberg, Voorz. Geprotocolleerde aanmerkingen bij voorgaande Overeenkomst aangaande het arbeidsloon in werkplaatseti enz. De partijen zijn het er over eens, dat de overeenkomst aangaande het arbeidsloon twee jaren en wel tot 1 Februari 1904 zal gelden. De werkgevers hebben echter het recht, zoo zij het wenschelijk mochten achten, voor 1 Februari 1903 een verlenging der overeenkomst tot 1 Februari 1905 te eischen, echter onder voorwaarde dat het minimalloon voor smeden en machinebouwers, die ten minste een jaar volleerd werkman zijn, vanaf 1 Februari 1903 op 33 ore (22,44 ct-) vastgesteld wordt. Mocht het minimalloon 1 Febr. 1903 op 33 öre verhoogd worden, zoo sluit die geen verhooging van het op de scheepswerf te Helsinör geldige minimalloon van 33 öre in zich. De partijen zijn het verder er over eens dat het urenloon vaneen werkplaats er door beïnvloed wordt of er gelegenheid voor stukwerk of in ’t geheel of zeldzaam gegeven wordt. Met betrekking tot prijscouranten en de toestanden bij den arbeid op de scheepswerven en de bij «Burmeister & Waine vroeger geldende minimalloonen voor enkele arbeidsgroepen wordt verondersteld, dat tusschen de rechtstreeksch belanghebbende partijen onderhandelingen aangaande regeling van die toestanden zullen plaats hebben. Voor den Deenschen Smeden- en Machinebouwersbond, J. A. Hansen, Voorz. Voor het Generaal-Comité der Werkers vereenigingen, enz. enz., S. C. Haubeeg, Voorz. Uit GENT. Zooals wij zegden bestaat er gelegenheid het een en ander te vernemen over de toestand en gang van zaken in Beligië. In Engeland en Duitschland zijn grootere lessen te nemen dan in België’s vereenigingsleven, doch daarvan bewust, gingen wij ook daar te rade en danken den huidigen toestand onzer organisatie aan het volgen der tucht en strijdswijze onzer hoogergemelde vakbroeders. Alhoewel nagenoeg dezelfde taal sprekend, waren werklieden van Noord- en Zuid-Nederland toch maar weinig met elkaar in betrekking, niettegenstaande de toestanden en hulpmiddelen weldra overal dezelfde zullen zijn. De strijd tegen de dwangwetten in Holland is in België en voornaamlijk in het vlaamsche van dichtbij gevolgd en met treurnis zagen wijde opkomende macht der Hollandsche vak\ ereenigingen verbrokkelen, door de mislukking van den strijd tegen het kapitalistisch ministerie. Het is wanhoop en de schrik die de werklieden geslagen heeft, velen zijn afgetrokken met de beweegreden dat de strijd moest lukken, anderen zagen in het aangaan van zulken strijd, (en meer nog na den afloop ervan) eene opzettelijke wanhopige poging, doch die de vereeniging getronw zijn gebleven,(die hebben bewijs geleverd ze lief te hebben en den strijd der arbeidende klasse te verstaan. Niet eeuwig behandelt men de werklieden, als men ze behandeld heeft in Holland en juist door de aanhoudendheid en koelbloedige vastberadenheid verdrijft men toch eens den vijand, al is het noch door gedeeltelijke noch algemeene werkstaking. De leden metaalbewerkers, (om bij de mannen van ons vak te bepalen) die den Bond bijbleven, zullen door hun voorbeeld, door hunne propaganda ten spoedigste ondervinden dat men niet alles plotselings verkrijgt en dat er alle soorten van wettige en doeltreffende middelen moeten aangewend worden om de vrijmaking zijner klasse te bewerken. En naar het voorbeeld der vastberaden vrienden zal de massa volgen. Hier in België, waar de vakorganisatie met politieke werkzaamheid samen wonen, hier heeft men ons reeds meermalen een staaltje gegeven van de toegevendheid? jegens de om rechten vragenden man. En juist omdat wij gezien hebben dat de door ons aangewende middelen goed werkten en dat, indien men ze van hoogerhand wilde verijdelen, wij het best deden in plaats van ontmoedigd, opgeruimd te zijn en samen nieuwere middelen bedachten, nu juist heeft de organisatie wortel geschoten in de massa. Wij zullen wel eens op en neer gaan, (beter niet) maarde organisatie zal onophoudelijk zóó aangevat worden, dat er naast den weerstand tegen loonaftrek of tegen overdreven werktijd, ook ondersteuning kan worden uitgereikt aan hem die in het tijdperk van vrede het ongeluk heeft zijn werk te verliezen. Zooals Elferink op zijn reis te Gent en te Brussel heeft kunnen zien, zoo gaat het heden in alle vereenigingen en plaatsen. De ondersteuning bij onvrijwillige werkeloosheid wordt in België een groote faktor inde vakvereeniging en eene noodwendigheid bij de openbare besturen. De hier besproken zaak heeft reeds zooverre haren weg gebaand, dat Duitschland, Denemarken, Frankrijk en ook Holland van hoogerhand last geven tot instudeering der kwestie, die zulk een belangrijke rol inde arbeidersbeweging komt vervullen. Verre van ons de oplossing onzer groote zaak te vinden inde Werkeloozenondersteuning en daarom blijft de Weerstandskas het hoofddoel van onze strijd, maar aan de invoering van dat voordeel heeft men toch de blijvende sterkte inde

vereeniging te danken en heeft men op ’t gebied der solidariteit een machtig wapen aan den zorgeloozen werkgever ontrukt, aan de valsche liefdadigheid een middel om de armoede te bestendigen en ze te exploiteeren en aan den getroffen werkplan heeft onze instelling de schaamte en de vernedering gespaard. Bewezen zal het fevens worden, dat de strijdgeest in niets zal verhinderd, noch verlamd worden. Het zal u niet onaangenaam wezen meen ik, eens eenige cijfers aangaande de werkzaamheden inde Metaalbewerkersbond te Gent, te kennen. De Weestandskas ontving aan bijdragen n 228.04 franks. Zij gaf uit 10.519.29 franks, de boni was dus 708.75 franks; niet groot voorwaar, maar men neme in acht, dat de grootste uitgave gedaan wordt aan bijdrage aan den landelijken bond. Verder hebben wij het loon van bode en secretaris dat te Gent aljeen moet gewonnen worden. Het jaar was van weinig strijd, er was geene werkstaking in groep en de federatie (landelijke bond) had ons maar 331 franks terug te keeren. Aan strijd buiten de vereeniging en den vreemde besteedde men 121 franks. Aan reisgeld, vergoeding aan naar werk zoekende leden betaalde men 486 franks. Vier onzer jongelingen werden bij het leger geroepen hetgeen 20 franken kostte of 5 fr. per man, bij het dienstnemen in October. Wij hadden 8 dooden te betreuren, waarvan 6 het vereischte lidmaatschap vereenigden, hetgeen eene uitgave verwezenlijkte van 90 franks of 15 franks per lid. De werkeloozenkas maakte een boni van 3.404.95 franks, dank aan de tombola (prijswinning) die omtrent 3 duizend franks opbracht en waarvan ook Elferink loten kocht. Er werd aan 215 werkeloozen de som van 4 duizend, 9 honderd vier en vijftig franken betaald. Van de toelagen door de Stad Gent en omliggende gemeenten genoten die 215 leden samen 2.671.80 franken! Aldus voortgewerkt, wordt de toekomst voor de vakvcreenigingen zekerder en zijnde leden op’t gebied der solidariteit meer toegenegen. Wat de zedelijke strekking onzer vereeniging aangaat, het is een beslist feit dat de macht, door de organisatie verkregen, zich doet gevoelen. Dag aan dag worden grieven aangehaald, sprekende voorbeelden de verkeerde handelwijze sommiger patroons aangetoond en reeds herhaalde malen werd er, zonder werkstaking, voldoening aan de werklieden gegeven, daar de openbare opinie de zaak, door de vereeniging vooruitgezet, volkomen begrijpt en beoordeelt. Ziedaar eenige wenken over onze ziens- en handelwijze, u belovende van tijd tot tijd wat belangrijks te sturen inde hoop wel aanvaard te worden. Met broedergroete. Jules De Clerck. leder werke voor advertenties, tot steun van het blad. BERICHTEN. FINANCIEEL VERSLAG van «De Metaalbewerker over het boekjaar 1 December 1902 tot en met 30 November 1903. Inkomsten mn bladverkoop, abonné’s en advertenties f 1543.41 Uitgaven aan drukloon, administratie, redactie en expeditiekosten f 1430.21 Inkomsten op 1 December 1903 f 1543.41 Uitgaven – 1430.21 Saldo op 1 December 1903. f 113.20 Inde reservekas van de vorige jaren f 202.36, welke staan op de postspaarbank. Er staat nog te betalen: Van de afdeeling Amsterdam ‘) . . . 2850 bladen f 85.50 Overleden Blikbewerk.vereen Amsterdam 40 « – 1.20 Burgersmeden Amsterdam4) 900 « – 27.50 Afd. Breda 4° « -1.21 Vorige afd. Apeldoorn 150 « – 4.50 A. van Beek, Mach. en Stokers R’dam . 200 « – 6. Metaalslijpers en Broncheurs Amsterdam. 110 « – 3.30 Overleden afd. Zutfen 150 « – 4.50 Totaal . . . 4540 bladen f 133.20 Er staan dus nog te betalen 4540 bladen tegen 3 ct. berekend bedraagt dit f 133.20, terwijl ik nog, in overleg met ’t Hoofdbestuur, met verschillende afdeelingen een overeenkomst heb getroffen inde betaling, d. w. z. de bladen tegen kostenden prijs of tegen 2 cent per stuk heb berekend. Dit is gedaan om de betaling gemakkelijker te maken voor de afd. die ’t meest door de Aprilstaking hebben geleden. i) Deze schuld is gemaakt tijdens de afd. Amsterdam bestond uit «N. L.« en «V. Z. O. S.« samen, op 1000 stuks na welke nog voor «N. L.« staan. Ik heb later nog getracht een overeenkomst te treffen met N. L.-V. Z. O. S. en de toenmaals bestaande «Vrije Organisatie«, echter is nooit hiervan een cent afgedragen. ») Is ook schuld van de Burgersmeden gemaakt tijdens de aktie. Het Hoofdbestuur heeft de schuld van de afd. ïerborg, Ulft, Tiel en Vormers Amsterdam op zich genomen. Men ziet de administratie is niet gemakkelijk geweest, ongelijke betaling van bijna alle afdeelingen, enkele goede uitgezonderd, dit moet ook veranderd worden. Ondanks alles heeft ’t blad nog een saldo gemaakt dit jaar. Men moet nu niet denken ’t gaat nog goed, dit is niet waar, elk nummer levert nu een tekort; wij moeten thans propaganda maken, en hiervoor is ’t blad noodig, als elke afd. nu zijn best eens doet zijn wij in minder dan geen tijd er weer bovenop!

En dan de betaling; zoo dikwijls heb ik al gevraagd: betaal elke twee nummers of elke maand, maarde meeste afd. vergeten dit, of betalen ongeregeld, of als men 3 nummers ineen maand heeft, betaalt men er twee en vergeet men ’t derde, dit nu moet veranderen. ’t Beetje werk dat wij er voor hebben is ons niet te veel, maar laat men ons ook ’t zoo gemakkelijk mogelijk helpen maken. J. J. P., administrateur. BOEK- en TIJDSCHRIFT. Afschaffing van Nachtarbeid door J. P. A. te Boekhorst (verkrijgbaar bij den Schrijver aan ’t bureau van «De Bakkersbode«, Jakob van Lennepkade 306 1, Amsterdam.) In korten en duidelijken vorm zet de schrijver in bovengenoemd boekje uiteen, hoe dringend noodzakelijk de afschaffing van nachtarbeid is. Hij behandelt (zeer oordeelkundig) zijn onderwerp in drie afdeelingen: «De Groot- Industriëelen. De Werkplaatsen. De Vragen van den Minister*. Inde eerste afdeeling toont de schrijver duidelijk aan, dat de oppositie tegen het «Voorontwerp van wet op den arbeid* eigenlijk maar uiteen klein getal (50, waaronder nog eenige gegoede middenstanders) groot-industriëelen en dat juist de meerderheid der industriëelen inde bakkerij «kleinbedrijf* uitoefenen en juist belang hebben bij de afschaffing van den nachtarbeid, omdat zij niet in ploegen werken. Bovendien is het belang der arbeiders er bijzonder aangetoond, want het door de «Ned. Gist- en Spiritusfabriek* gegeven standkapitaal (f 10.000) voor het «Ned. Bakkersgez. Ziekenfonds« is door de vele zieken in ’t bedrijf, ondanks zuinig beheer geslonken tot f 3700 en wordt juist door de uit den nachtarbeid voortspruitende ziekten ernstig bedreigd. Het geheel is een appél aan de humaniteit van de verbruikers (dus ook aan ons), kan niet genoeg ter [lezing aanbevolen worden en mag vooral in geen afdeelingsbibliotheek ontbreken. Het boekje bevat 56 pagina’s octaafdruk en kost fr. p. post 25 cents. De oplaag is maar 3000 exemplaren, men haaste zich dus. Handboek voor Smeden, dat R. v.d. Wal, leeraar in ’t smeden aan de Ambachtschool te Tiel. Uitgevers: Van Mantgem & de Does, Frans Halsstraat 18, Amsterdam. Zoo er ooit aan een boek behoefte was, (tenminste een boek dat voldoet aan de eischen van ontwikkeling voor den practischen arbeider) inde branche der smederij, zoo is het dit werk. Nu zou het natuurlijk voorbarig zijn om te zeggen, dat dit werk aan alle eischen zal voldoen, omdat er nog maar twee afleveringen verschenen zijn, toch kan elk kenner nu reeds zien dat het een standaardwerk wordt, dat best onder onze vakmannen, die naar ontwikkeling streven, zijn weg* zal vinden. Beginnende met de geschiedenis der ontwikkeling van het ijzer uit ertsen tot giet-, smeedijzer en staal behandelt het de verschillende takken van het smidsvak in 3 afdeelingen; 1. vuurwerk; 2 bankwerk; 3. plaatwerk. Het geheele werk (26 hoofkstukken) zal verschijnen in circa 25 afleveringen a 30 cents en wordt verduidelijkt door + 1200 afbeeldingen. Ik hoop dat een volgenden keer de uitgevers ons, evenals bij de «Electre-techn. school,« een aantal prospectussen zullen toezenden, dan kunnen de lezers nog een betere inzage nemen. De nieuwe Beurste Amsterdam, (Toorop, Derkinderen, Berlage door E. R.) Uitgever: J. A. Fortuijn, Kerkstraat, Amsterdam. Prijs 10 cent. Inde drie artikelen bespreekt de schrijver de wijze hoe in de architectuur, inde uitingen der kunst, bij de nieuwe Beurs (vooral door mannen als Berlage, Derkinderen, Roland Holst en Toorop) de echte proletarische volksgeest tot zijn recht komt. Men wilde iets nieuws hebben, men wilde breken met de tot nu toe door de kunst geleverde, en die nieuwe stijl kwam, maar anders als verwacht werd, ols een donderslag en de roepers om het nieuwe zijn geschrokken om zijn kreunend geweld. Het geheel is eigenlijk een aanklacht over hen die daar de z.g. «meerwaarde* (lees onbetaalden arbeid) verschacheren. Lessing zeide eens als kind, toen zijn vader hem wegens omgevouwen hoeken ineen boek berispte: dat boek verdient ezelsooren; welnu van dit drietal artikelen moet gezegd worden: Zij verdienen een ruime verspreiding en dienen door elk denkend arbeider gelezen te worden. De Dageraad der Volksbevijding (door W. H. Vliegen). Uitgever: L. S. van Looy, Keizersgracht 198, Amsterdam. Afleveringen 35 en 36 bevatten: Hoofdstuk XII (vervolg), XIII G. L. v.d. Zwaag. (Bij deze biographie spreekt m.i. Vliegen wel wat te partijzuchtig. A. J.). XIV Velerlei Actie en XV Personalia. A. Jantzen. 1904 zij een jaar van ijverige en onvermoeide propaganda. Srraia – Jaarhoekje. Ik werd er opmerkzaam op gemaakt, dat er in ’t Jaarboekje iets mankeert, en wel dit: Boven de tafel (op bladz. 76) staat; Tafel voor: Metrische draadsnijder op bank met metrische spil. Daar achter moet staan: «met Spoed van 1 cM.« Dit kan ieder voor zich er wel bij zetten. Arnhem. J- Brendel. cÓrrÊspoSdSntik W. H. S. te R’dam. Volgend nummer. Verslag verg. N. A. S. Idem. D. B. S. te A’dam. en ook de Haagsche Correspondentie moesten wegens plaatsgebrek tot een volgend nummer blijven liggen.

4