DE METAALBEWERKER.

Dat gaat veel te ver, meenen wij en we zetten er naast: Als de christelijken nu wel met hen medewerken en nog andere zelfstandige vereenigingen, dan gaan wij ons isoleeren en we bewijzen er ook mede, dat we onze bondsdeur sluiten voor samenwerking en kunnen wij van onzen bond het beste een partijband vormen, d. w. z. ben ja het niet met ons eens, dan werken wij ook niet samen. Wij meenen, dat wij moeten overwegen wat goed is, ook al komt dat van hen die wij als onze vijanden beschouwen en van hen die inderdaad onze vijanden zijn. Was het een strijd op leven en dood, dan zou het iets anders zijn, doch het geldt hier louter een agitatie-middel en daarom meenen wij dat we zulks moeten opnemen. Onze strijdwijze en tactiek wordt daardoor niet veranderd of aangetast. Wij blijven propageeren op onze manier. Wij zouden juist verkeerd doen, als wij dat schrijven niet opgenomen hadden, men had dan met recht kunnen zeggen: zie je wel, ze durven niet eens ons schrijven op te nemen, ze zijn bang voor ons. Welnu, wij verklaren daar zoo gerust op te zijn als wat ook. Integendeel, wij gelooven dat juist door die samenwerking zij van om wat zullen overnemen, om ten slotie met ons een weg te zoeken voor ons aller welzijn. Mocht het zijn dat zij de zaken beter bekeken als wij, dan hebben wij er ook bij gewonnen en wel dat we spoediger onze dwaling hebben ingezien. Overigens dunkt ons. moeten de federatiemannen zelf inzien dat het toch wel wat zonderling is ons blad, hetwelk zij negeeren, willen gebruiken als correspondentieblad. Het treft ook heel weinig doel, want hunne mannen lezen het toch niet. Veronderstellen dat zij het doen om ons daarmee te displeizieren, kunnen wij niet, daar is geen enkel bewijs voor. Willen zij van ons blad ’n correspondentieblad maken voor hun, dan bedanken wij daarvoor. Zooveel eigenwaarde zullen ze trouwens zelf ook wel hebben, om dat niet te doen. Wij moeten niet gaan meenen, dat de federatiemannen onze vijanden zijn, daar is geen sprake van. Dat zijn hoogstens ’n dozijn personen, waarvan er enkelen behoefte hadden ’n nieuw keizerrijk te stichten en enkelen inderdaad van meening zijn, niet bij ons thuis te behooren, maar toch wel met ons willen samenwerken, daar waar het b.v. geen principieele vragen betreft, zooals met anti militairisme en dergelijke. Sluiten wijde federatiemannen uit, dan bewijzen wij niemand een dienst als de patroons, en misschien de federatiemannen ook, en ons zelf stellig een Men heeft dan een wapen om te zeggen: men sluit ons uit en D. gij weet toch wel, dat niets meer prikkelt als uitsluiting. De federatiemannen lezen ons blad niet. Het waarom ligt voor de hand meenen wij, en ik hoor D. en meerderen zeggen: het zijn toch fanatieke lui dat ze dat gaan doen. Juist, zeggen we, maar dan moeten wij oppassen niet aan hetzelfde euvel te gaan mank loopen, door het weigeren vaneen stuk in ons blad. Wij moeten met gaan uitsluiten, noch hen buiten de gemeenschap te plaatsen. Wij moeten toonen de vrijheid van hen te kunnen gedoogen, dan kunnen wij wederkeerig met temeer kracht dat van hen verlangen. Wat zouden wij zeggen, als wij een schrijven zonden naar hen en dat zij het niet opnamen ? Als D. schrijft, dat er zijn die meenen dat in half jaar de wereld is veroverd, is er geen beter middel, die menschen aan het zelf doen te zetten, dan worden ze daardoor veel meer ontnuchterd dan door redeneeren of door hen links te laten liggen, want juist door het laatste blijven zij volharden omdat het bij theorie blijft. Wij gelooven dat ook D. zelf door het practische werk zelf ook nog wel een stukje van zijn eenzijdigheid verliezen zou. Als wijde organisatie dienen om de arbeiders zoo spoedig mogelijk het leven wat dragelijker te maken, dan moeten wij wel eens ’n principieël veertje laten plukken. Die dat niet wil die is zeker goed op zijn plaats om te critiseeren, maar zal voor den practicus moeten, zwijgen, omdat die hem de bezwaren kon laten zien. Echter door het problische met het principieele te verbinden komen wij het verste en blijven wij het zuiverste. D. zinspeelt verder op een stuk geschreven door Wansink over het N. A. S. hetwelk wij ‘beter vonden niet op te nemen, al verklaren we gaarne dat er geen beleedigingen in voorkwamen. Wij achten dat stuk wat laat en we hadden met het N. A. S. niets meer te maken. Vreemd is het ons echter dat D. daarover valt, want wij meenen dat hij de meening voorstaat, dat het bestrijden van zulke dingen moet overgelaten worden aan de redactie, en we /ijn stellig overtuigd dat hij ook een dergelijk antwoord zou krijgen vaneen redactie die meerde discipline, gezag en centralisatie voorstaat. D. kan er verder gerust op zijn, dat de afd. Amsterdam Y.Z.O.S. er beslist geen nadeel van zal hebben, dat zoo’n stuk geplaatst is. Ze slagen daar in Amsterdam niet, de mannetjes van V.Z.O.S. werken tot ons aller voorbeeld, dat bewijst ook hun gestadigen groei. Dit antwoord aan D. is meteen een antwoord aan velen, vermoedelijk !wel de meerderheid inden bond, vandaar dat we het uitvoerig deden, in verband met het slot van D’s schrijven. Ons congres nadert met rassche schreden en kan meteen daaraan gehoor geven. Tot zoolang blijven wij doorgaan, zooals tot op heden. Wenscht men dat niet, dan neme men voor ons een partij ma n, die inde vakorganisatie ook zijn partijzucht kan toonen, door te doen zooals D. wenscht. In twijfelachtige of moeilijke oogenblikken kan dan door gezaghebbende partijmannen wel een vriendelijke raad gegeven worden. Wil D. hierop nog meer antwoorden, ons best. Wij zullen aan dit antwoord niets toevoegen. Redactie. Dordrecht, 2 2-i-’o6. Mijnheer de Redakteurl Veroorloof mij een paar regels als verklaring op de aantijging van leugen in mijn overzicht: iNieder-Gewerkschaftsbewegung im Jahre IQOS'c in het «Correspondenzblatt.* Ik zou het heusch de moeite niet waard geacht hebben op de aantijgingen van <cDe Arbeid« in te gaan, aangezien ik dat pamflet niet lees en overigens nuttiger werk heb dan om notitie te nemen van het balken vaneen stervenden ezel echter nu het de redactie belieft de lezers van ons vakblad daarop te vergasten, diene tot verklaring het volgende: Het aantal aangesloten leden van het «Verb. v. Vakver.<c (nieuwe A. A. S.) (+ 19000 leden) is volstrekt niet te hoog genomen, want na de verschillende referendums is het reeds ruim 19000 en wat het ledenaantal van het N. A. S. (oude) aangaat, zoo heb ik het aantal gevonden (lees geschat) uit de drie laatste rekeningstaten die het N. A. S. zelf gepubliceerd heeft en die zeker wel niet te laag berekend zullen zijn en waaruit ik zelfs nauwelijks 4000 vond. Nu wil ik wel gelooven dat er genoeg papieren leden zijn (die had onzen bond in ’t woelige kwartaal 1903 ook) maar wie geen contributie’ betaalt, is m.i. ook geen lid. Bovendien kan nu wel na aansluiting der Landarbeiders het aantal iets gestegen zijn,

maar het zuiverste bewijs van den «bloeienden staat van het N. A. S. was m.i. de noodkreet* om extra bijdragen in het eerste nummer van «De Arbeid* teneinde de verplichtingen van het N. A. S. te voldoen. Liegen noem ik iets tegen beter weten in te beweren en dat doe ik niet, maar laat het over aan pamflettisten. Dank voor de plaatsruimte. A. Jantzen. De mattier waarop F. J. Bijlard 6° Zn., Groest 89, te Hilversum, aan zijn werklieden hun ontslag geeft, (1onverschillig of het wordt genomen of gegeven). Op Zaterdag den i3en Jan. was het den laatslen dag dat ik bij B. zou werken, omreden dat ik een baas had gevonden waar ik 2 cent per uur meer verdiende en geen R. K. feestdagen behoefde te verzuimen. Dat mijn ontslagname B. niet welkom was, dat wisten ik en B. zijn verder personeel heel goed, doch dat B. dit op zoo’n lage manier zou laten blijken, dat is iets wat velen niet van hem hadden verwacht. Zaterdagsmiddags kwam B.’s oudste zoon inde smederij en begon te zoeken; voorhamer, smeedhamcr; alles moest terecht zijn en getoond worden. Dit afgeloopen zijnde, mijn lade. Daar alles volgens mijn beste weten in orde was, liet ik hem natuurlijk afles zien en naar het scheen was hem ook alles naar den zin. Echter even voor het geld beuren kwam B. zelf en vroeg: waar is de sleutel van je lade. Ik gaf hem dien. B. ontsloot de lade, keek eventjes er m en vroeg mij naar een klein hamertje (wat ik daar eens gemaakt had). Nu had ik toen ik bij B. kwam een wormbeitel medegebracht. Deze woog -|- 1 K.G. (Ongeveer voor een gulden staal.) Het hamertje kost overal inde winkels ongeveer 30 centen; nu had ik gedacht: neem dat hamertje maar voor de wormbeitel, den baas kan veel, ik niets met dien beitel doen. met het hamertje kan ik iets en de patroon niets doen. Ik liet hem dus dit hamertje zien en meteen zag hij mijn passer. Toen greep hij naar het hamertje (werkelijk grijpen, als zoo’n soort roofvogel) en begon daarover uitte vallen, en het slot was dat ik het hamertje af moest geven en de warmbeitel mede moest nemen. Nu de passer. (Letterlijk het gesprek tusschen B. en mij:) B.: En dan die passer. Ik: Die is van mij, die heb ik zelf gekocht en medegebracht toen ik hier kwam, al het volk weet het. B.: Zoo, dit zal ik Frans (zijn oudste zoon) eens vragen. Ik: Wat, moet u dat Frans vragen? Dat is niet noodig, die passer is van mij. Vraag het aan het volk. B.: Ik heb niets met het volk te maken. Daarop bekeek hij (quasi) de passer eog eens en gaf hem mij terug. Ik kreeg mijn geld en een getuigschrift. Het geld klopte; het getuigschrift luidde: dat ik als vuurwerker vanaf 12 Oct. 1903 tot 13 Jan. 1905 bij hem werkte, op verzoek vertrok, doch binnentijds. 2 jaar en 3 mnd. werkte ik bij hem als eerste knecht, doch dat vermeldde de eerlijke B. niet. En dan dat binnentijds, dat moet een wenk zijn voor de patroon die mij mocht nemen. Jammer genoeg dat ik al wat had, en zijn getuigschrift niet noodig had. Ik heb het hem dan ook teruggegeven. Misschien heeft hij er nog wat aan, als hij eens ’n bittertje koopt, want dat overkomt hem nog wel eens. Misschien was hij ook een beetje boven het peil, toen hij mi] uitscholdt voor smerige kerel en vuile socialist, dat deed hij toen ik vertrokken was. Zeg eens B. schelden en verdenken past niemand, allerminst u. Moet ik met u praten over de houten schutting, die gij vroegt om te mogen hebben voor uw arme knechts? Gij mocht die schutting meenemen, maarde knechts hebben er niets van gehad, wel gezien. Enfin, als je een borrel drinkt, vergeet je het denken, en dus hebt ge vergeten die te geven aan hen, en per ongeluk is h’j verstookt. Toen E. V. ameril in ‘t oog kreeg, hebt gij gezegd dat hij dronken was geweest. Zorg echter voor stofbrillen en zorg voor een bescherming om dien amerilsteen. Uw zoon Frans heeft, toen hij een ongeval aan zijn voet had, geld getrokken van de rijksverzekeringsbank, maar hij werkte er wel mede, hetzij dat hij schrijfwerk deed of als baas of ook wel om met den hamer te slaan; de clièntèle hielp hij ook. Zeg B. betaalt gij wel genoeg door 20 en 19 ct. p. uur te geven voor het werk voor Castricum. Zou de zaak Groenhuizen uw voorbeeld kunnen worden? En gij werklieden bij 8., laat dit nu eens een voorbeeld zijn dat gij u aansluit bij de afd. Hilversum. Gij had graag ja gezegd toen ik B. ze te vragen of dien passer van mij was, maar gij durfde niet, gij voelde u zwak en verdeelt. Toe, wees eens een smid inde organisatie. Wees ook kameraad inde organisatie, zoo goed als gij mijn kameraad waart inde werkplaats. Ik groet u. K. (Ongecorrigeerd.) J/crffeJfomerj berichferj. Rotterdam. De algemeene vergadering van «Vooruit* op Zondag gehouden, werd bijgewoond door Spiekman, die aandrong op huisbezoek, om zoodoende de afdeeling te versterken. Openbare vergaderingen en schriftelijke propaganda moeten worden aangevuld door huisbezoek. Verder gaf hij zijn meening hoe hij meende dat alles geschieden moest. Besloten werd cursusvergaderingen te houden over electriciteit op 1, 8 en 15 Februari. Toegang voor de ledon vrij, niet-leden 5 cent. 1 Voor huisbezoek gaven zich 8 personen op. %* Opgericht is eene vereeniging van instrumentmakers met 26 leden. Een bespreking met hen over aansluiting is zeer gewenscht. Het afdeelingsbestuur kan dat alvast aanpakken. Amsterdam. We lezen inde bladen dat bij Gebr. Wielenga, Koestraat 22-23, door vier onzer vakgenooten wordt gestaakt. De afdeeling Amsterdam van de Federatie heeft de 1 leiding. De eerste uitkeering vond reeds plaats. De looneisch 1 in ons vorig blad vermeld, wordt gehandhaafd. Bondgenooj ten, houdt een oog in ’t zeil. 1 Kameraden hebt ge nog wel eens i aan 31 Januari 1903 gedacht? 1 Vergeet nooit dien solidairen dag. I * p ' ~~ l Ontvangen gelden voor Jaarboekjes IQOÖ, van l—l6 Jan. Van A. v, d. W. te B. f 3.45. J. v. C. te A. en J. A. F. Ite A. ieder f 0.15. J. J. B. te H. f9.80. J. M. te V. f 7.35- , J. IJ. te S. f 1.42. C. H. K. te A. f 0.876. J. B. te IJ. f 3-75-

H. E. te K. f0.19. C. K. te K, f4.50. A. v.d. H. te T. f0.75. Afd. Dordt f3O.— Jaarboekjes 1904. Van J. J. B. te H. f0.50. W. D. H. te H. f0.20. Ontvangen Contributie van I—-l6 Januari. Afdeelingen; Dordt f18.90. Charlois f 13.79. Delft f7 +2- Deventer f4.41. Haarlem f19.11. Gorinchem f5.60. Van: W. D. H. te H. f 2.60. H. de V. te H. f 3.90. Verplichte Bijdrage. Afd. Arnhem f 2. Van W. D. H. te H. f 1.— Steun Zweedsche metaalbewerkers. Afd. Gorinchem f 1.05. De verplichte Gulden-Bijdrage komt slecht binnen. Ik verwacht nu spoedig dat geld. A. J. H. Afdracht bladen yanaf 18 Januari tot 1 Februari. Afd. Kinderdijk betaald tot en met No. 26 f 3.15 « Gorinchem, « « « 24 – 6.48 « Schiedam « « < 2- 4.20 « Hilversum « « « 2 ■ 1<94 « Rotterdam «Vooruit « « « 2- 8.76 « Utrecht « « « 2- 4.80 Mach. en Stokers afd. Dordt « < « 2- 2.40 Afd. Arnhem « « « 2-5.20 « den Haag « « « 2-5.10 « Amsterdam V. Z. O. S. « « « 1 ' IZ- Steunpenning voor het blad afd. Kinderdijk – 2.87 « « « van strijdpenning Box – i." 20 Abonne’s Maastricht ■ 2- jfiftenfie ! In zoo’n HBKHM komen voortaan de wanbetalers te | | staan, met volledig adres en waar ze wer ken. Lid zijn en niet eens de geldelijke verplichtingen nakomen, kan niet geduld worden. Papieren leden kunnen we missen. ADRES VERANDERING. Het adres van de afd. Kinderdijk is thans; G. WARNSHUIS, Kinderdijk. Het adres van de afd. Leiden is: N. VERHOEF, Nipponstraat 41. Het adres van de afd. Wildervank is: J. WACHT, 30e laan Westerdiep, Wildervank. ~~ De bespreking over eenige ingekomen brochures moet blijven liggen benevens vele stukken van inzenders. De inzenders hebben te onthouden dat het papier aan een kant mag beschreven worden, en niet met potlood. Zakelijke korte berichten zijn gewenscht, anders moeten wij schrppen. Red. B. P., Simonstown, Cape Colony (Z. A.) Wees zoo goed uw abonnementsgeld op te zenden aan den administrateur, Chr. Sterkman, Noordendijk 33 H H, Dordrecht. De tijd van vw abonnement is reeds verstreken. Adm. ADVÈR/riIfTHTÏL ~~ •V o5 ó Sb c i u jj li Jo fH § Ë-a® OK II c 2 . | ih H Pï '•? o Sa i sa* i II $> « 9 g a | o W £ m csS. > > *- # -j * s * y s -3 g | c-2 “ * li-s „.JE t '?* ï a es g s „ n N-§ Aia n Ak <■o OQ ü c a 1- stje e ij jtr li fv- . ‘ir 5 S 3 01-p® AL *€? UL OO > JU ® mj- jy Jf/) L_ 22 P3 SS C 2'5 g 3. 9^ •V co >-» qj .2 c c L II L_ o -• 3- ”.. g el3!?® 2? S* ®V S o e"® **>"s 10 lil ® S «.3 e Sj- * u--® 'ffr1 f N C L C 3j3 '■> l,Ni ~ ® 2? C/ ® 2 -’S'S.a3' gp. g S . S I ïg 2 ®| 2 111 £P .b * aa t Saa | 9> w c n .. p % <«e:K o * Q 6 !?ï 8 ils2 a| | * £ II ! 1 H§s «|« 9 s fe 3 I -i-s ; 83|« Sï S S S > « | – I Sèil al ï Jy w 73 k. "O 5g5; J g (W tj ’S I— “ ®> tIK S g ° Technisch-Practische Handleiding voor Machinisten en Stokers, DOOR A. Jantzen. Uitgave van de afd. Dordrecht van den Bond van Machinisten en Stokers. Nog verkrijgbaar bij H. Mast, Vest 14rood Dordrecht. Prijs voor leden van den Bond van Machinisten en Stokers 30 cent, voor niet-leden 40 cent.

12