DE PILOOT

111.

Vaak hij het raatlend daavren der motoren, hij kille glans van ’t schitterhlinkend staal, gaat mij de zin van tocht na tocht verloren en ’t is me om ’t even of ik stijg of daal.

Dan hoor ik in het gonzen en het ronken van mijn machine snikken en gegil: een halve wereld duizelt daar bloeddronken, jagend in razernij en ik sta stil!

Dan stijg ik hoger om dit leed te ontvluchten: in nevels ligt de wereld vreemd en ver, verloren in een wolk van vloek en zuchten —■ maar hoven mij komt fonkien ster hij ster:

Vast in hun loop van streng-bepaalde hanen, in regelmaat en nooit-voltooid begin, volvoeren zij Gods ingeschapen zin en zouden zonder zin zijn ónze tranen?

Neen! ook den mens is zijn haan voorgeschreven: Bij ’t worstlend zwoegen met ons bitter lot volvoeren wij de wil, de wet van God met wie wij zijn in zoet geheim verweven...

Ik daal... ik land: wèèr lokt het heerlijk leven!

ANDREAS GLOTZBACH.

Doel en middelen

1.

Doel en middelen, dit is de belofte-volle titel van een kortgeleden verschenen boek van Aldous Huxley. Wie tot onbevooroordeeld zich-rekenschap-geven in staat zijn, erkennen in hem een van de belangrijkste Engelse schrijvers van het ogenblik, misschien wel den meest invloedrijken. Lezers van zijn vroegere romans zullen dit laatste even sterk betreuren als zij zich erover zullen verheugen na het in-zich-opnemen van dit zijn laatste boek. Een paar jaar geleden kondigde zich bij hem een verandering aan, die fundamenteel lijkt, die hijzelf zeker eer een nieuwe instelling dan bekéring noemen zou. Zijn boek ~Eyeless in Gaza” ’) en zijn werkzaam aandeel in Dick Sheppard’s radicale vredesbeweging (Peace Pledge Union) getuigen hier al van.

~Doel en Middelen” (Ends and Means) nu is een verzameling opstellen over actuele onderwerpen, waarvan de meeste het probleem zo scherp stellen, zo indringend, ja insnijdend behandelen, dat zij den tegenstander wien het wezenlijk om waarheid te doen is, overtuigen moeten. Overtuigen, waarvan? Van de dwingende noodzakelijkheid dat een ieder zich bewust worde van de zeer wezenlijke gevaren, die natuurlijk niet het bestaan, maar het bezit van de hoogste geestelijke waarden bedreigen. Van de dwingende noodzakelijkheid, wil de democratie zich kunnen handhaven, haar te zuiveren en te versterken. Alle hinken op twee gedachten, op welk levensgebied ook, moet worden opgegeven. Alle aan te wenden middelen moeten in volslagen overeenstemming zijn met het gestelde doel. Het sta allen duidelijk voor ogen, dat men met Beëlzebub geen duivelen verjaagt...

Bekende waarheden, zegt gij. Inderdaad, zo bekend dat men er licht aan voorbijgaat. En juist daarom zijn wij een ieder dankbaar, die ons de ogen opent of wijder opent voor eigen verantwoordelijkheid, voor wat ieder doen kan, ja doen moet ter bescherming van wat meer is zelfs dan huis en haard. En wanneer nu een

‘) Een titel, die verband houdt met Simson, en hem aan de hand werd gedaan door de opvoering van Milton’s „Samson Agonistes”.

lid van het Angel-Saksische ras, dus van nature ingesteld op de werkelijkheid, voorzover die levenspractijk heet, een denker is voor wien de grenzen van zijn eiland niet samenvallen met de grenzen van de wereld, wanneer hij zich dan bovendien geen gericht leven denken kan, zonder wereld-, laat staan levensbeschouwing, dan kan men van hem stellig verscherping, ja ook verruiming en verdieping van eigen inzicht verwachten. Wat geenszins betekent, dat men al diens opvattingen tot de zijne maakt en evenmin verhindert dat men nu en dan stuit op een wonderlijke onbekendheid met vastelandse toestanden, of ook wel op een punt stuit, waar wij een vraagteken plaatsen.

Voor het ogenblik bepaal ik mij tot een paar onderwerpen uit een van de mij dunkt sterkste hoofdstukken uit de verzameling, dat over opvoeding. Het is zo rijk aan inhoud, dat het niet mogelijk is het in zijn geheel te behandelen. Niet alleen gaat wat hier volgt ons allen aan en maakt het ons allen medeverantwoordelijk, maar niet een, die dit leest of hij kan en zal ook zeker helpen om het kwaad te bestrijden.

Evenals Mennicke waarschuwt Huxley ervoor, het gevaar van de methoden der dictatoren toch vooral niet te onderschatten. De algemene geestesgesteldheid van het ogenblik brengt mee dat de massa uiterst gevoelig is voor suggestie en vooral voor de suggestie die uitgaat van de door Mussolini en Hitler aangewende middelen. Waarbij te bedenken is, dat zij in de techniek die de film en de radio in het leven riep, om van andere middelen te zwijgen, een bondgenoot heeft, die het mogelijk maakt luisteraars en toeschouwers over welhaast de hele wereld te bereiken. Een middel tot propaganda dat, zo verzucht Huxley, waar het politiek geldt, haast altijd valse of kwaadwillige voorlichting geeft. Doch dat voor het ogenblik daargelaten, maakt men zich waar wat als het psychologisch moment daar is, zo ten goede als ten kwade, de gevolgen zijn kunnen van het feit, dat éénzelfde geestesinhoud de millioenen vervult? En is niet zelfs in democratische landen, het geschiedenisboek „een tak van nationalistische propaganda”? “).

Zelfs in democratische landen, klaagt Huxley, zijn een onnoemelijk aantal mensen die denken, voelen, zich gedragen, zoals het nu eenmaal de gewoonte is, zonder dat het ooit bij hen opkomt te vragen naar het goed recht daarvan. Een groot aantal intellectuelen, zo mannen als vrouwen, gebruiken hun verstand alleen om wat nu eenmaal als hun plicht beschouwd wordt, zo goed mogelijk te doen. Tot het beoordelen van de plicht zelf komt het zelden of nooit. Vandaar dat natuurkundigen, chemici en technici met al hun kunnen en kennen hunne regeringen helpen, om met steeds groter effect en ondoordachtheid massamoord te plegen; dat geleerden en letterkundigen hunne gaven misbruiken om met behulp van geleerde leugens en boeiende bombast het nationaal prestige op te houden.

Zelfs in de democratische landen wordt verkregen. kennis over het algemeen alleen gebruikt om verbeterde middelen te scheppen voor onverbeterde doeleinden, doeleinden, voorgeschreven door maatschappelijk gewaarborgd vooroordeel. Waar de mens geestelijk vrij is, zullen er gelukkig altijd individuen zijn, die hun verstand gebruiken ter beoordeling van overgeleverde doeleinden en tot het bedenken van juiste middelen. Deze maken het mogelijk dat er denkbeelden ontstaan kunnen omtrent gewenste verandering.

De dictatuur verdraagt dit niet; vandaar dat de pers enz. aan banden worden gelegd, want het gaat erom een publieke opinie te scheppen die zonder verzet het bestaande aanvaardt. Dit gelukt door systematische propaganda. Het kind reeds is voorwerp van propaganda en van militarisme. Tot in alle onderdelen wordt in de dictatoriale landen het onderwijs in dienst gesteld van de totalitaire staat, dus tevens van militarisme. Na zijn schooltijd, is het kind overgeleverd aan de invloed van een gecontroleerde pers, een gecontroleerde radio en bioscoop, gecontroleerde lectuur. Binnen enkele jaren zullen gecontroleerde televisie en misschien gecontroleerde teletypie toegevoegd worden aan de lijst van wapenen in des Dictators arsenaal.

Maar, vervolgt Huxley, wij zijn er nog niet. Niet onwaarschijnlijk zal de artsenijkunde als bondgenoot van de toegepaste zielkunde, ’s mensen vatbaarheid voor suggestie helpen vergroten.

Waar Huxley vreest, dat de denkvrijheid, welke de democratische landen tot nog toe genieten, een nieuwe oorlog niet zal overleven, waar bovendien ook in democratische landen bij tal van groepen de behoefte om zich denkend rekenschap te geven, afneemt, is het geen wonder dat hij opvoeders bezweert de jeugd bestand te maken tegen suggestie; onttrekken ouders en onderwijzers zich aan deze dure plicht, dan staat het bij hem vast, dat een volgend geslacht weerloos is overgeleverd aan den eersten den besten technisch toegerusten propagandist. E. C. KNAPPERT.

Jaren geleden vertelde mij een Engelse intellectueel, dat hij, toen hij voor zijn dissertatie op archlef-onderzoek was aangewezen, voor het eerst hoorde van de Ruljter’s tocht naar Chatham. (Wordt vervolgd).

ALDOUS HUXLEY