ZATERDAG 23 APRIL 1938 – No. 30 36STE JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

Aan God behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24; 1

Tijd EN Taak

RELIGIEUS-SOCIALISTISCH WEEKBLAD

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 36STE JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR F 3.40, PER HALFJAAR F 1.75, PER KWARTAAL F 0.90 PLUS 15 CENTS INCASSO – LOSSE NUMMERS 8 CTS POSTGIRO 21876 – GEMEENTEGIRO V 4500 – ADMINISTRATIE GEBOUW N.V. DE ARBEIDERSPERS, HEKELVELD 15, AMSTERDAM-CENTRUM

WEERBAARHEID DER DEMOCRATIE

k I a de Oostenrijkse gebeurtenissen is er ” in Holland iets merkwaardigs te beleven. De regering heeft als eerste reactie op de in zeer snel tempo voltrokken overweldiging, de diensttijd der onder de wapenen staande lichtingen verlengd; allerlei persuitingen brengen een grote ongerustheid aan de dag: de beurt zou ook aan Holland kunnen komen; er worden grote en kleine bedragen vrijwillig en spontaan geofferd ter versterking der landsverdediging, en de kranten stellen zich gaarne beschikbaar om deze vaderlandsliefde te verheerlijken en aan te moedigen.

Men kent ons standpunt in zake de mogelijkheid en het zedelijk geoorloofde van landsverdediging wij menen, dat de steun van een grote mogendheid, met name Engeland niet zal komen, wanneer Holland wordt aangevallen; wij menen, dat onze soldaten eenvoudig zullen worden af geslacht, en dat de bewapeningswedstrijd de wereld naar de afgrond voeren moet. Wij zullen echter thans deze dingen laten rusten, om nadruk te leggen op een andere zijde van het vraagstuk, die goed beschouwd boven dat der militaire verdediging uitgaat.

Er zijn n.l. door de groei van de moderne oorlogstechniek èn door de opkomst der fascistische bewegingen twee vraagstukken buitengewoon belangrijk geworden naast dat van de militaire macht: ten eerste dat van de economische organisatie van de oorlog (hoe houdt een land economisch een oorlog zo lang mogelijk uit men denke aan Rathenau in Duitsland tijdens de wereldoorlog); ten tweede dat van de geestelijke organisatie tegen

het fascisme: hoe wordt ons volk geestelijk onaantastbaar voor het fascisme? Over het eerste vraagstuk zwijg ik, al zou er juist op grond van onze afwijzing der landsverdediging wel een en ander over te zeggen zijn. Maar dat andere vraagstuk: hoe wordt de geestkracht van ons volk versterkt, zo dat het geestelijk weerbaar het fascisme van zich afhoudt; hoe schept ons volk zich een geestelijk verdedigingsapparaat tegen de demagogie, de brute waarheidsverkrachting, het smadelijk antisemitisme, de mens- en geestverachting die met het nationaal-socialisme ons bedreigen? Hiermee stellen wij een vraag, die zeker niet alléén de landsverdedigers bezig zou moeten houden, maar die ook en vooral alle oprechte democraten een éérste vraag zou moeten zijn. Wat wij nodig hebben, óók en vooral ter overwinning van de geweldsideologie en het geweldsgeloof, is een doordachte organisatie der democratische volksopvoeding. In dit opzicht nu schiet onze regering hopeloos te kort. Is het een verblinding, omdat men te zeer zich richt op het militair apparaat? Of is het een bewustzijnsverenging, omdat men te zeer beheerst wordt door angst? Of is het de geestelijke armoede van het konservatisme, het ontbreken van een eigen positieve toekomstgedachte, die weet te bezielen en samen te binden? Of is het, eenvoudiger, misschien alleen maar de Hollandse kruideniersgeest, onze zuinigheid die zo dikwijls de wijsheid bedriegt? Een paar practische dingen wil ik ter illustratie noemen. Onze regering zou, vanuit haar gedachtengang, alles moeten doen om het samenhorigheidsgevoel van het

volk te versterken maar zij blijft hardnekkig de socialisten als tweede-rangsburgers behandelen. Zij zou moeten begrijpen, dat geestelijke volkskracht zo sterk mogelijk moet zijn om een volk stand te doen houden als geheel maar de onzalige antithese heeft zij opnieuw doen herleven. Zij zou moeten verstaan, dat de vrijheidstraditie een van Hollands grootste deugden is, waarop het trots mag zijn en dus ons volk mogen oproepen om bannelingen om der vrijheidwil een schuilplaats te bieden maar zij is bang voor de donderstem van Hitler. Zij zou, juist als Christelijke regering is het Christendom niet de religie, die wil leren dienen? moeten tonen, dat een klein volk alleen groot kan zijn in het dienen, in dit geval van de internationale gedachte en de daarmee verbonden gerechtigheid maar zij gaat voor in de erkenning van het onrecht aan Abesssmië begaan. Dit zijn maar zo een paar kleinigheden uit de practijk, die precies het tegendeel van samenhorigheid en geestelijke volkskracht bereiken. Zij zijn echter karakteristiek: een doordachte organisatie der democratische opvoeding zal de huidige regering ons niet geven.

En toch is zij hóóg nodig. De vraag is dan, of uit het volk zelf de krachten zullen opstaan, die deze taak van geestelijke weerbaarheid (nu in andere, ruimere dan anti-militaristische zin) kunnen aanvatten en voltooien. Tot nog toe is E.d.D. in dit opzicht een teleurstelling. Misschien is voorlopig niet anders mogelijk, dan dat op onderscheiden plaatsen maar wordt begonnen. Maar daarbij mag het niet blijven! W. B.