BINNENLANDSE KRONIEK

De noodzaak tot ordening

Grote hervormingen komen vaak geleidelijk en daardoor vrij ongemerkt tot stand. De nieuwe Pachtwet is zeker een verzwakking van het persoonlijke eigendomsrecht, maar ze is tot stand gekomen ook met de hulp van hen, die dat recht een der fundamenten van onze maatschappij achten en het hecht en sterk willen houden. Het algemeen belang is allang bezig, dit recht ~uit te hollen” en een uitgehold fundament houdt het op de duur niet.

Het aantal voorstanders van ordening is toegenomen; onder Colijn als eersten minister hebben we thans een kabinet, dat verschillende maatregelen neemt en wetten indient in de richting der ordening. De christelijk-historischen, vroeger de bij uitstek christelijk-conservatieven, zien thans in ordening de uitweg uit de chaos van het oeconomische leven; althans de jongeren doen dit en geven ook blijk van die nieuwe, frisse kijk. Fel en venijnig verzet, spot en smaad tegen de ordening komen alleen maar van de liberalen en ook niet meer van allen. De ~N. R. Crt.” spreekt niet namens allen in haar woedende uitvallen en Wendelaar is een gids, die vooral jongeren links van zich ziet afwijken.

Nieuwe ideeën worden eerst niet bestreden, maar allen beschimpt. Zo heette eens het algemeen kiesrecht grote dwaasheid, omdat men toch geen zuigelingen aan de stembus kan toelaten en door algemeen kiesrecht het rapaille. Jan Rap en zijn maat, de macht in handen zouden krijgen. Achturige werkdag was een bedenksel van krankzinnigen. De hooiers zouden op de minuut af na acht uur de vork neerleggen, ook al dreigde een onweersbui de rest van de hooi-oogst geheel te zullen bederven. Zo heet thans ordening staatsslavernij, waarbij de werkgevers geen vinger meer zullen kunnen roeren zonder verlof van Den Haag en alle energie en initiatief in de doofpot der bureaucratie gedoofd zal worden. Maar gezonde denkbeelden zijn evenmin te keren als het water, dat van de bergen vloeit.

Ir. A. Plate, voorzitter der Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel, een burcht van het liberalisme, heeft voor deze vereniging gesproken over ordening. Hij verzekerde, dat de tijd, waarin de persoonlijke vrijheid op oeconomisch en sociaal gebied als grondbeginsel gold, voorbij is. De ontwikkelingsdrang op menig deel van dit terrein gaat in de richting van ordening. Meer en meer wordt het nut en de noodzakelijkheid van samenwerking en van binding erkend. De rede van ir. Plate bestond verder uit een opsomming van al de gevaren, die de ordening meebrengt. Die zijn er ongetwijfeld en worden ook ingezien door de warmste voorstanders, de sociaal-democraten. Het gevaar van bedrijfsegoïsme ten nadele van den consument, van een bureaucratie, die langzaam werkt en met pietluttigheden een goede gang van zaken tegenhoudt, van een staatsbemoeiing, die in staatsdespotisme dreigt te ontaarden. In de sociaal-democratische geschriften over ordening wordt op deze gevaren gewezen, maar ook aangetoond, hoe ze voorkomen kunnen worden. ledere hervorming kan nadelen meebrengen. Het is veel waard, als men ze ziet dreigen, omdat ze dan afgewend kunnen worden. En bovendien, al doende, leert men ook de ordening; fouten zullen gemaakt, maar kunnen hersteld worden.

Het is zeker verblijdend, dat uit de wereld van de tegenstanders de erkenning van het nut en de noodzaak der ordening komt.

De wapenrusting van den Satan

Tot de mooiste en bekendste gedeelten van de Bijbel behoort de beschrijving van de wapenrusting Gods. De verleiding is groot om den tegenstander met dezelfde wapenen te bestrijden, die hij tegen ons gebrmkt, ook al keuren wij die wapenen nog zo sterk af. Wil

men inderdaad een strijder zijn voor Gods zaak, dan zal men daarbij niet de wapenen van den Satan gebruiken. In de oorlog laat men de beslissing over de keuze der wapenen eigenlijk aan den tegenstander over. Gebruikt deze gifgassen, bombardeert deze open steden, gaat deze eens ook bacteriën van besmettelijke ziekten uitzaaien, dan doet men dit ook. Maar in de strijd voor Gods zaak mag men alleen de wapenrusting Gods dragen; die bestaat volgens Paulus uit waarheid en gerechtigheid, vreedzaamheid en geloof.

In de strijd om overtuigingen en beginselen wordt vooral tegenwoordig dikwijls de wapenrusting van den Satan aangetrokken. Eerst te Utrecht, thans te Hoorn hebben Roomse jongeren een tentoonstelling van neo-malthusiaanse middelen onmogelijk gemaakt door plagerijen en kwajongensstreken, het besmeren van ramen en werpen van stinkbommen, het oefenen van terreur over bezoekers en dergelijke schandalen; het gevolg is geweest, dat de tentoonstelling in beide plaatsen is afgebroken. Roomse autoriteiten hebben dit laffe en minne optreden hunner jongeren alleen maar slapjes af gekeurd en eerst, nadat uit het andere kamp ernstige afkeuring erover was uitgesproken. De vorige week is een kapel, een beeld van. St. Jan en een altaar met carbolineum besmeerd. Met krijt werd hier en daar het opschrift aangebracht: Wraak! V.R.O. Die letters duiden de door den minister verboden Vrijdenkers Radio Omroep aan. Wij zijn overtuigd, dat we hier niet te maken hebben met werk van deze omroepvereniging, noch van de vereniging ~De Dageraad”. Schuldig is waarschijnlijk een vrijdenker, die onverdraagzaam is als de Rooms-gelovige en baldadig als de Roomse jongeren, die in de wapenrusting van den Satan het neo-malthusianisme hebben bestreden. Wat een wereld van herrie, verdrukking, standjes, onhebbelijkheden en knokpartijen zou ons land worden, indien ieder met dergelijke middelen andersdenkenden ging bestrijden. Men zou even goed kunnen gaan zitten in gras vol met nesten van woedende wespen en mieren. Van democratie en geestelijke vrijheid zou geen spoor meer over zijn; men zou een dictatuur krijgen van lawaaischoppers en kwajongens.

We lazen de opmerking, dat er inzake de middelen, om het geboortental te regelen en te beperken, veel Farizeïsme voorkomt; er is inderdaad op het gebied van het sexuele leven veel duisternis en onoprechtheid. Het wordt van R.K. zijde goedgevonden, het kindertal te beperken, door gebruik te maken van de periode waarin de kans op zwangerschap bij een vrouw niet bestaat of zeer gering is. De middelen van het neo-malthusianisme worden verworpen, maar op andere wijze hetzelfde doel nagestreefd en het geboortencijfer in de Roomse provincies daalt dan ook aanmerkelijk.

Wij achten het uiterst moeilijk, om inzake de geboortenbeperking een positief oordeel uit te spreken, er ons onvoorwaardelijk voor of tegen te verklaren. Het is een ingewikkeld vraagstuk, waarover de jongens met hun verfkladderij en stinkbommen waarschijnlijk nog nooit ernstig nagedacht hebben. Men moet ook in deze strijd alleen het wapen des geestes voeren. Er is onlangs een vergadering gehouden, waar tegenstanders der geboortenbeperking, mannen als prof. Pompe, De Snoo, Van Vuuren en anderen en ook Protestantse autoriteiten, op waardige wijze hun argumenten ontvouwden. Prof. Pompe, de voorzitter, zei in zijn openingswoord, dat men aan de goede trouw en de goede bedoelingen der voorstanders van geboortenbeperking niet wilde tornen, ook al meende men, dat zij met de kracht en de toekomst van het volk spelen. Er werd door geen der sprekers gesmaald of gelasterd, om van verfkwast, lawaai en stank maar niet te spreken. Daar werd op de rechte wijze met de rechte wapenen gestreden.

Met paardevijgen raakt men niet altijd den tegenstander, maar wel maakt men zeker eigen handen vuil! Op de duur is de wapenrusting Gods de beste en de sterkste.

Onder dak

Een jonge losse arbeider stond de vorige week voor de rechtbank te Rotterdam terecht ter zake van diefstal. Hij had ingebroken in een kar met consumptie en daaruit een fles chocola-melk gehaald en deze leeggedronken, ook had hij een paar doosjes lucifers bij zich gestoken. Toen was hij naar het politie-bureau gegaan, waar hij aangifte van zijn eigen misdaad deed ten einde onder dak te komen.

Hebben we hier een werkloze voor ons, die geheel verarmd en verschooierd liever gevangen zit dan in vrijheid rond te zwerven? Of een nietsnutter, die liever lui dan moe is en alle inspanning schuwt en de gevangenis begeert, omdat men daar niets of weinig hoeft te doen en op zijn tijd toch eten krijgt? In elk geval is de man een stakker. Tegen hem is een jaar gevangenisstraf geëist. Gelet op het misdrijf, is dat een zeer zware straf. Voor een diefstal van honderden guldens en niet uit nood, wordt niet meer geëist. Heeft misschien de officier uit medelijden deze straf geëist en gedacht: Dan is die stumper ten minste lange tijd geborgen! Maar wat moet met hem gebeuren, als het jaar voorbij is en de man in de wereld zal terugkeren doch zonder dak, nog slapper van wil, met nog minder energie, om aan te pakken en minder kans, om aan slag te komen?

Mensen zijn toch geen aangestoken appels, die men uit de mand gooit en dan geheel laat verrotten. Het Evangelie kent geen non-valeurs (waardelozen).

Verkeersmisdadigers op het publiek losgelaten!

Naar wij menen, kan een rijbewijs hoogstens voor twee jaar ingetrokken worden; de justitie gaat echter alleen in het uiterste geval over tot intrekking voor één jaar. Wanneer een chauffeur in dronkenschap amok maakt en als een bezetene omverrijdt, wat hem op zijn weg tegenkomt, mag hij na enige tijd toch weer het stuurrad in handen nemen en opnieuw de weg onveilig maken. In Rotterdam reed een dronken chauffeur eerst tegen een lichtmast, toen slingerde hij drie personen tegen de grond, waarvan er twee naar het ziekenhuis gebracht moesten worden, toen reed de dolleman het trottoir op en wierp bijna een man omver, die voor de auto ging staan, om hem te dwingen te stoppen, totdat eindelijk motoragenten hem grepen. De man heeft reeds meermalen door onverantwoordelijk rijden botsingen veroorzaakt en kort geleden is hij nog na een door hem veroorzaakte botsing doorgereden. Hij is voorlopig opgesloten, maar na de straf en hoogstens na een jaar zal hij zijn rijbewijs terugkrijgen en wederom op het publiek losgelaten worden.

Een vorige minister heeft er bij de justitie op aangedrongen, de wet tegen verkeersmisdrijven strenger toe te passen. Het is ons niet te doen om strengere straf maar wel om grotere veiligheid. En deze kan verkregen worden, indien de justitie de macht krijgt, om personen voor goed het rijbewijs te ontnemen, die zich als chauffeur aan alcohol te buiten gaan.

Zij zijn op de weg nog gevaarlijker dan een losgebroken tijger.

J. A. BRUINS.

BOEKBESPREKING Een meesterwerk

John Masefield: Klipperschepen jagen naar Londen; vertaald door J. J. van Capellen en N. M. van der Wilde-Weljerman. Uitg. Boucher, Den Haag.

Van John Masefield, den Engelsen „poet laureate”. is bij mijn weten in het Nederlands maar weinig vertaald. Blijkbaar zeer ten onrechte, want dit verhaal overtreft zelfs in vertaUng véél van wat in Nederland geschreven wordt. Het is gegrond op historische gegevens, en het is boeiend als een Jules Verne. De verwikkelingen, die zich voordoen op de terugreis van een zeilschip, dat thee vervoert van China naar Londen, zijn telkens weer verrassend door hun onverwachte complicaties, en gelukkig ontbreekt na bladzijden van de hoogste spanning the happy end niet eens.

Dit boekje, goed uitgevoerd en goedkoop van prijs, is geïllustreerd op een wijze, die geheel aansluit bij de meesterlijke tekst. G. S.