WONDEREN

’n Helderblauwe hemel welft zich boven de glinsterende sneeuwtoppen der hoge bergen, de laaiende zonneschijn brandt op de gietschers en doet het harde ijs smelten. Met doffe ploffen en harde knallen storten lawines zich omlaag langs de onstuimig-bruisende

watervallen en wéér is het ijsdek daar hoog, duizelingwekkend hoog op de rotsen van vorm veranderd. De beken en watervallen schuren en slijpen het ontzaglijk massief der granietrotsen in hun kokende werveling uit tot diepe geulen tussen loodrecht-oprijzende wanden, waardoor de woeste watermassa zich een weg baant naar de dalen. Eeuwige wisseling.

’n Nietig sparrezaadje is, kiemkrachtig, neergedwarreld op ’n heel klein plekje aarde, in ’n beschut hoekje op ’n groot rotsblok. En ’n slanke, kaarsrechte spar heeft met z’n sterke wortels het harde graniet doorboord en is, dóór het bijna vrijstaande rotsblok heen, vastgeworteld in de aarde daaronder.

Helderpaarse fijne leeuwenbekjes met hun fel-oranje honingslip schieten te voorschijn tussen de sombere loodgrijze stenen van de gletscher-morene, evenals de gouden en oranje-rode sterretjes van de muurpeper. Wie leerde die kleine levende wezens de weg om tussen die zware keien het blijde licht te vinden?

De organist

Boven mij, op ’n sterk glooiende helling wiegelen zilverwitte wollegrasjes op de luwe wind, tegen een straiend blauwe hemel. En beneden mij ligt ’n Alpenwei, doorspikkeld met paars en geel en rood en rosé, met blauw en oranje en wit, één bonte kleurenpracht. Wat zou de wereld zonder bloemen zijn?

Hoog en majestueus rijst de Gothische Kathedraal naar de hemel. Zijn sterke zuilen welven zich in zuivere bogen als hooggeheven, biddende handen, zoals Rodin ze tekende. In deze arbeid van mensen leeft een zelfde mysterieuze kracht als in de bergen en het water en de bonte bloemen; Goddelijke bezieling. F.

Verenigingsleven

Jaarvergadering van de Federatie In aansluiting op het bericht in de vorige „Tijd en Taak” volgen hier nog enkele mededelingen. De beschrijvingsbrief en de agenda is verzonden aan de verspreide leden en, voor zover het de R.S.G.-leden betreft, aan de plaatselijke secretariaten, die wel voor snelle distributie willen zorgen. Uit deze beschrijvingsbrief herhaal ik dan nog even: Banning’s onderwerp is: „Tegen de Goden van de tijd”.

Voorstellen voor de jaarvergadering moeten vóór Zondag Z5 September in mijn bezit zijn. Opgave voor deelname tot uitcrlijk Dinsdag 4 October, uitsluitend door inzenden van het bij de beschrijvingsbrief gevoegde aanmeldingsformulier aan ondergetekende. Kosten: ƒ2.— voor het gehele weekeinde, echtparen ƒ 3—. ƒ 1.50 voor Zondag alléén. En nogmaals: een R.S.G., welke zich zelf respecteert, zorge vertegenwoordigd te zijn. D. TINBERGEN, secr. Escamplaan 64, Den Haag.

Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers in Holland

Aan de leden De a.s. Jaarvergadering der Arbeiders Gemeenschap is, evenals het vorig jaar, onderdeel van een leden week-eind. Als data zijn 8—9 October, als plaats is Bentveld te noemen. Willen de leden alvast deze data vrijhouden? Een circulaire met uitgebreide mededelingen en een agenda wordt tijdig toegezonden. Het bestuur rekent er op, dat vele leden aanwezig zullen zijn. DORA DE JONG.

R.S.G. Groningen

Onze derde Bentveldavond zal worden gehouden op Maandag 19 September a.s 8.15 uur in het Mennohuis, ingang Butjesstraat. Mej. ds. Jolles zal een inleiding houden over „Waarom de bijbel”. We rekenen op een even goede avond als de vorige twee voor ons waren, op een even grote of grotere opkomst en op een flinke nabespreking!

R.S.G. Utrecht Onze Zondagavondbljeenkomsten vangen weer aan op Zondag 18 September. Op die avond zal spreken ds. A. v. d. Heide over „In dagen van spanning”. De bijeenkomst wordt gehouden in gebouw „Harmonia”, Ambachtstraat 12. Aanvang des avonds 7 uur. Entrée 10 et., werklozen vrij.

Barchemcursus 22—27 Aug,

Ondanks ’t sombere thema van deze week, „Bedreigde menselijkheid”, hebben wij met z’n ruim dertigen een heerlijke week met elkander beleefd. Maandagsavonds sprak Wansink het openingswoord en wees er op, hoe ’t de mens zelve is die zijn eigen menselijkheid bedreigt. Dinsdag sprak Ir. Tinbergen over „Onze technische tijd”. Techniek, aldus spr., is niet iets van de laatste tijd of van de laatste eeuw, doch is terug te volgen tot de eerste morgen van de mensheid. Techniek is de toepassing van de door de wetenschap gevonden natuurwetten. Verschillende schrijvers geven aan, waar h.i. grens-

lijnen in de ontwikkeling der techniek zijn aan te wijzen en onderscheiden de traditionele techniek (gildentijd) en de rationele techniek (Sombart), die doelbewust aan haar eigen vervolmaking werkt. Arbeidsverdeling is een der voornaamste beginselen der techniek. Er heeft in de fabriek een ver doorgevoerde specialisatie plaats, zodat niemand een geheel product onder handen krijgt, doch ieder zijn onderdeel te bewerken krijgt. Hierdoor ontstaat het gevaar, dat men zich teveel gaat specialiseren in de bewerking van dat ene onderdeel en daardoor het geheel uit het oog verliest. Spr. noemde ons de voor- en de nadelen der techniek. De techniek heeft de mogelijkheid geschapen, om de oorlog met weinig mensen te voeren. De techniek werkt de ontscholing der arbeiders in de hand. De arbeider wordt gespecialiseerd in een bepaald onderdeel en kan, werkeloos geworden, vaak moeilijk op een andere fabriek aan de slag komen, omdat daar de deelbewerking, waarin hij gespecialiseerd is, volgens andere methoden wordt uitgevoerd. De techniek deed de arbeidsvreugde voor een groot deel verloren gaan en nivelleerde het leven, doordat massaproductie, standaardisering en normalisering van een product nodig maakt. Dat de techniek ook haar goede zijde heeft, is zonder meer duidelijk. Massaproductie maakt een artikel goedkoper en daardoor bereikbaar voor grotere groepen. De techniek ontsloot geïsoleerde streken door de middelen van het moderne verkeer. Zij bracht ons de krant, de film, de radio enz., dingen die het leven kunnen veraangenamen, al hebben zij ieder ook weer hun bedenkelijke kanten. De techniek heeft de werkloosheid vergroot, doch de oplossing der werkloosheid moet worden gezocht in een betere besturing van het technische apparaat. Vaak wordt de schuld van een verkeerde economie aan de techniek in de schoenen geschoven. De techniek, aldus Tinbergen, kan voor de mensheid een vloek en een zegen zijn, al naar die mensheid haar zal gebruiken.

Wansink sprak Woensdagmorgen over „Onze verscheurde wereld”. Hij wees er op, hoe er twee tegengestelde strekkingen door de geschiedenis der laatste eeuwen lopen. Enerzijds is er een steeds groter wordende versplintering op alle gebieden van het leven, anderzijds een groei naar eenheid.

Op de politieke eenheid van het machtige Romeinse Rijk, dat overigens ook natuurlijk wel z’n verscheurdheid kende, volgde de chaos der Volksverhuizing, waaruit langzamerhand weer een zekere eenheid zich consolideerde in het Karolingische Rijk. Dit ging weer ten onder aan innerlijke verdeeldheid, waarna langzamerhand de vomiing van nationale staten een aanvang neemt en dan zien we later weer de strijd tussen deze staten om de hegenomie. Zo dus steeds twee tendenzen in de geschiedenis: een strekking naar eenheid, tegelijkertijd een strekking naar verscheurdheid. In de Middeleeuwen kan men echter spreken van een zekere eenheid, al is de verdeeldheid er ook. Doch de Middeleeuwen kenden een zekere religieuse eenheid. Al moeten wij die eenheid ook weer niet idealiseren, denken wij maar aan de vervolgingen van Waldenzen en Albigenzen. Toch was daar de éne machtige Katholieke Kerk, die het gehele leven overkoepelde en ook de Kunst en de Wetenschap beheerste. Doch ook die M.E.-eenheid brak. Wij herinneren ons maar de namen van Wiclef, Johannes Huss, Zwingli en Luther.

Sinds de 16e eeuw heeft die religieuse eenheid der M.-E. plaats gemaakt voor een grote verscheurdheid onder de Christenheid, getuige het grote aantal richtingen. Met het verloren gaan van

Een goede bekende