Tijd EN Taak

Aan God behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24:1

ZATERDAG 15 OCTOBER 1938 – No. 3 37STE JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

RELIGIEUS-SOCIALISTISCH WEEKBLAD

ONDER REDACTIE VAN DR. W. BANNING

ADRES DER REDACTIE: BENTVELDSWEG 5 – BENTVELD

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 37STE JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR F 3.40, PER HALFJAAR F 1.75, PER KWARTAAL F 0.90 PLUS 15 CENTS INCASSO – LOSSE NUMMERS 8 CTS POSTGIRO 21876 – GEMEENTEGIRO V 4500 – ADMINISTRATIE GEBOUW N.V. DE ARBEIDERSPERS, HEKELVELD 15, AMSTERDAM-CENTRUM

UUR DER GERECHTIGHEID

Het was steeds een eis van socialistisch denken, om alle maatschappelijke verschijnselen met elkaar in verband te zien: moraai is niet ios van de economische krachten, en politiek berust zeker op zedelijke beginselen al kunnen het dikwijls heel slechte zijn: egoïsme is óók „moraal” net zo goed als het bewust hanteren van de leugen. Het Marxisme heeft dit verband steeds met nadruk verkondigd, al was het naar onze mening volkomen foutief door de zedelijke en geestelijke krachten als afhankelijk van de economische te stellen. In allerlei reacties van sociaiisten op de gebeurtenissen der laatste weken heeft mij wel sterk getroffen, hoezeer men het verband van alle maatschappelijke verschijnselen heeft veronachtzaamd, hoe men het politieke gebeuren als een op zich zelf staand gebied, los van economische maar ook los van zedelijke krachten, behandelt waardoor men wel héél makkelijk tot de keuze óf oorlog in naam der democratie öf fascisme komt.

Wij van onze kant hebben in democratie en socialisme steeds hoge zedelijke beginselen belichaamd gezien het is niet nodig dat nog eens te herhalen en op te sommen. Maar wel is het in de situatie van thans van het uiterste belang, om alle democraten en socialisten in te scherpen, dat democratie en socialisme volstrekt verloren zijn, indien in de volkeren van West Europa niet een geestelijke vernieuwing tot stand komt. De situatie van thans; d.w.z. er is nog tijd, maar niemand weet hoe lang, want de bewapening gaat voort, degenen die de vrede gered heten te hebben, zijn van een diep wantrouwen in die vrede vervuld, Chamberlain en Hitler zeggen beide: wij wapenen ons zo snel, zo hevig, zo geraffineerd mogelijk tegen elkaar. De waanzin groeit nog steeds: de angst wordt nog groter, en eventueel het verraad nog smadelijker kwam het verraad niet voornamelijk voort uit angst en egoïsme?

Nu is het meen ik een eis van gezond

socialistisch denken, wanneer men economische, politieke en geestelijke krachten tesamen tracht te mobiliseren in dienst van een productieve vrede. Ik heb er het boekje van Thomas Holiand over „De minerale sancties” (1936) nog eens op nageslagen daar wordt met een overstelpende hoeveelheid bewijsmateriaal aangetoond, dat geen enkele staat in eigen oorlogsbehoeften kan voorzien, dat met name Duitsland én Italië niet in staat zijn om hun militarisme op te bouwen zonder de grondstoffen der democratische landen. Nu kan dit feit stellig worden aangewend om de onderlinge haat en angst op te zwepen het kan echter evenzeer een sterke kracht worden tot de organisatie van onderlinge economische samenwerking. Zó sterk is de fascistische ideologie niet, zo sterk wordt zij ook niet, dat zij het feit ongedaan maakt, dat (om een Duits nationaal-socialist aan te halen) zonder invoer uit het buitenland Duitsland economische zelfmoord zou plegen (dr. Eicke in Weltwirtschaft Juli ’3B). Tegelijkertijd echter hebben de laatste weken ons dieper dan ooit doordrongen van het besef, dat zonder enkele onmisbare fundamentele zedelijke waarden, niet alleen democratie en socialisme, maar alle waarachtige cultuur ten ondergang is gedoemd. Ook dat is niets nieuws het moge alleen wat dieper in de massa (en in de leiders!!) bewust zijn geworden. Het is het oude probleem: hoe de mens kan worden gered, uit de greep van een moordend militarisme, hoe de mens de kracht vindt om een vervolmaakte techniek aan te wenden ten zegen en niet ten vloek, hoe de mens kan worden bevrijd uit de ban van partijhaat en rassenwaan. Het is nog steeds het uur van het daadkrachtig protest tegen de brute macht van alles wat zichzelf genoeg wil zijn en dat is niet alléén het fascisme, dat is óók het Britse imperialisme en de burgerlijke bezitsveiligheid en de angst voor het eigen bestaan.

De bladen hebben ons een manifest ge-

bracht van een aantal vooraanstaande Nederlanders, die de noodzaak van een geestelijke herbewapening, van een vernieuwing der moraal onder de volkeren bepleiten. Wij zullen over deze uiting niet spotten; te zeer is nodig in onze tijd een samenwerking van allen, die menselijkheid, goede trouw en geesteswaarde hoog stellen. Maar er ontbreken in dit manifest toch wel een paar zeer wezenlijke dingen. Vooral het besef, dat een „bekéring” niet van enkele mensen, of zelfs van vele mensen, maar van de bestaande wereld in moét sluiten een afstand doen van eigen zelfgenoegzaamheid, van eigen voorrechten, van eigen voordelige machtsposities. Er leeft vermoedelijk in velen van ons een besef sterk verwant aan dat van einde 1918 waarvoor ik geen beter woord weet dan het oud Bijbelse: het is opnieuw in de wereldgeschiedenis een uur der gerechtigheid. De diepe zin van dat woord is in 1918 niet verstaan. Zal het nu anders zijn? Ik geef daarop geen ander antwoord dan dit: als wij in ons geloof de gerechtigheid ais een centrale levenswaarde belijden, dan sluit dat in het offer van de eigen voorrechten, dan is een klassenmaatschappij evenzeer als een dictatuur, dan is een zelfgenoegzame verzadigde Britse „democratie” die Tsjecho-Slowakije ten prooi werpt aan het nationaal-socialisme evenzeer als het militaristische nazi-dom veroordeeid. „Geestelijke herbewapening” „bekéring” goed; maar zoals prof. De Graaf eenmaal schreef: „niet tot God zal men naderen en de handen vol hebben van voorrechten”.

Nog is er tijd niet om zichzelf in veiligheid te brengen. Er is groot onrecht gepleegd, opnieuw. Het is voor den gelovige een uur der gerechtigheid. Socialisme en democratie krijgen slechts hun onoverwinlijke kracht uit de gerechtigheid omgekeerd: de gerechtigheid moet gestalte krijgen in maatschappij, staat en statengemeenschap. Nog is er tijd om te werken.

W. B.