Irmgard Keun. D-Zug Drifter Klasse. Roman. Querido-Verlag N.V., Amsterdam 1938.

Wilt u tussen al de zwaarwichtige vragen van elke dag de onvervalste, kostelijke humor genieten van alledaagse geschiedenissen, zoals er duizenden zijn, maar die verteld door een geboren vertelster, boeien, omdat ze toch meer dan louter vertelsels, omdat ze de spiegel zijn van dat wonderlijke, vreemd met ons omspringende leven, dat wij niet begrijpen, dat het ernstige en frivole dooreenmengt, dat onze verhevenheid belachelijk maakt en onze belachelijkheid en benepenheid tot een komische, want komisch-tragische voornaamheid verheft, dan moet u dit boekske lezen, meer een novelletje dan een roman.

Het geeft de treingesprekken en treingebeurtenissen weer in de coupé van een D-treln, die van Berlijn naar Parijs gaat. Het is een bont gezelschap van mensen daar bijeen, dat om verschillende redenen Duitsland ontvlucht. Over het Duitse regiem wordt niet gesproken; tot politieke en maatschappelijke ernst stijgt dit verhaal niet omhoog; het gaat om het menselijk beleven met al de angst en de argwaan, de mallotigheid en stuurloosheid, doelloosheid en de dwaasheid, die er in tot uiting komen. Irmgard Keun heeft ons met een waar meesterschap in en tegenover deze levens geplaatst. Wij begrijpen en beschouwen ze daardoor zodanig, dat wij, als het verhaal ons loslaat, slechts een weemoedige glimlach overhouden om de schijnbare nietswaardigheid en bedriegelijke speelsheid van het bestaan.

JOHAN TOOT.

K. Kersten: Unter Freiheitsfahnen, en Deutscher Freïheitskalender 1939. (Sehastian Brant—Verlag, Straszburg).

Voor mij ligt een actueel en interessant boekje van Kurt Kersten; „Unter Freiheitsfahnen”. In korte, boeiende hoofdstukken houdt de auteur zich bezig met die momenten in de wereldgeschiedenis, waarin vrijwilligers uit de meest verschillende landen er op uit trokken, om een volk dat om zijn vrijheid streed, met raad en daad terzijde te staan.

Historische feiten, in bonte veelvuldigheid op elkaar volgend, doen ons steeds weer aan ónze tijd denken: dichters die op de bres staan voor vrijheid en gerechtigheid —, „vrijwilligers”, die geen vrijwilligers zijn —, het bondgenootschap der reactionnaire machten overal in de wereld —, de Engelse regering, die met een verbazingwekkend instinct zo vaak te laat komt

Allemaal verhalen uit het verleden, maar, helaas, geen nieuws voor ons.

Kersten heeft ook de „Deutsche Preiheitskalender 1939” samengesteld. Gezegden van Duitse dichters, wijsgeren en politici uit het verleden en heden, schetsen, verzen en politieke opstellen (die echter Kominternachtig en oppervlakkig zijn) wisselen elkaar af. Aangrijpend zijn enige brieven, die door Duitse Antifascisten kort voor hun terechtstelling aan hun gezinnen geschreven werden. Wij neuzen even rond in deze mooie bloemlezing, en daar lezen wij in een oproep van den dichter Heinrich Mann:

„Wij willen, dat iedere Socialist zich bewust wordt van het humanistisch doel, en ieder Christen van de humanistische afkomst. Wij moeten bereiken, dat Christen en Socialist in hun doeleinden, hun afkomst, niet meer als het belangrijkste de verschillen zien, maar datgene, wat hen naast elkaar kan doen gaan”. H. W.

Friedrich Wolf: Zwei an der Grenze. (Verlag Oprecht, Zürich New York.) Wij kennen Friedrich Wolf als een echt toneelschrijver, als auteur van „Cyaankali” en „Professor Mamlok.” In „Zwei an der Grenze” stelt hij zich aan ons voor als romancier, voor wien de school van den dramaticus zeer nuttig is geweest. In deze roman, die door de uitlevering van Tsjecho-Slowakije aan het Derde Rijk van bijzondere ac-

VAN DE ADMINISTRATIE

Wij maken de abonné’s er op attent, dat I Januari a.s. een nieuw kwartaal en tevens een nieuwe jaargang ingaat. Ter besparing van onnodige kosten, verzoeken wij de abonné’s vriendelijk, het abonnementsgeld vóór 15 Januari op onze girorekening 21876, voor Amsterdam V 4500, te willen storten.

De binnenlandse abonnementsprijs bedraagt: per kwartaal ƒ0.90; per halfjaar ƒ1.75; per jaar ƒ3.40; de buitenlandse ƒ 1.15 per kwartaal. Na 15 Januari wordt over het abonnementsgeld, verhoogd met ƒ 0.15 incassokosten, per kwitantie gedisponeerd.

tualiteit is geworden, leren wij de atmosfeer in een eertijds („eertijds”: d.w.z. tot September ’38...) Sudetenduitse grensplaats kennen. Onverdragelijk is de terreur van de Teutsche helden, die, met hulp van machtige fabrikanten, de „onbetrouwbare elementen” op alle mogelijke manieren treiteren en provoceren. In dit donkere weversdorpje strijden de arbeiders om hun meest primitieve rechten, die hun door de goede patriotten ontnomen zijn. Zij zijn niet zó afgestompt als hun Silezische collega’s 90 jaar geleden, die wij in Hauptmann’s „De wevers” vinden. Sindsdien hebben de arbeiders wat geleerd, zij en de ondernemers

In het middelpunt van de roman staan de boer Wenzel en zijn vrouw, het boerenmeisje Loni. Boer? Wenzel? Neen, hij is arbeider, Duitser, die vluchten moest, die hier alles duldt zelfs de verachting van de strijdende arbeiders, die hem miskennen —, alles, omdat hij slechts aan zijn doel denkt, aan zijn „Sache.” Hij mag niet lijken wie hij in werkelijkheid is: de politieke emigrant Hans Döll, die ’s nachts, in een bos aan de grens, Duitse kameraden ontmoet, die van hem „materiaal” krijgen en hem zo veel van „drüben” vertellen. Terwllle van zijn politieke werk zegt hij zelfs zijn vrouw geen woord over zijn nachtelijke wandelingen.

Hij weet: „Tot denken behoort de grootste moed! Tot denken en te gehoorzamen aan het denken.” Eindelijk leert ook zijn vrouw, dit primitieve kind, denken; eindelijk wordt zij zijn kameraad en begrijpt zij het leven en is zij „blij met het leven, met het moeilijke en met het gelukkige.” Dit was haar ontwikkeUng aan de zijde van den vluchteling Hans.

Enige weken geleden heb ik hier een roman van M. Gleit besproken. Ik zou bijna Maria Gleit dit boek van Wolf als voorbeeld willen geven. Wolf kent elk détail, ieder woord staat op de juiste plaats, een leeg pathos vinden wij niet, logisch vloeit de ene gebeurtenis uit de andere voort. Het doet goed, in deze dagen, waar menig Duitser zich schaamt Duitser te zijn, zulk een diep menselijk boek over den onbekenden Duitsen vrijheidsstrijder te lezen, een boek over een arbeider, die zijn plicht doet, zoals hij haar verstaat :„Wij vragen niet: Hoe lang nog? en niet: Wanneer zal ’t zijn?” H. W.

Stille nacht

Er zijn zo hoge tonen En ook zo lage

Dat mensenoren Ze niet horen. Mogelijk wonen In bos of hage

Vogels voor ons verborgen Zingende tot de morgen.

Uit: Albert Verwey,

In de koorts van hef Kortstondige.

Kerstlied

Ik blijf liever in de sneeuw Aan mij is alles als roet.

Ik wacht wel aan de deur tot het binnen stil wordt tot het Kindje slaapt.

„Zijt gij nog hier, Maria? zijn de Koningen al weg

En de herders naar het veld?”

„Mijn Kind zal blijven schreien Totdat jij binnenkomt.

Mien, kus Zijn koude voetjes Eén koning was óók zwart.”

Mien Proost

*) Onder de schuilnaam Mien Proost gaf een jong Katholiek dichter voor enige jaren een bundel verzen uit, geheel in de argeloze trant van een schoolmeisje.

„Het bloed van uw broeder roept!”

Achter de Pyreneeën ligt een onbekend land; dat is Spanje. Van achter die bergketen klinken ruige kreten; dat is de burgeroorlog. Zo ver ons Spanje is, zo nabij is ons die burgeroorlog.”

Aldus titel en aanbef van de nu verschenen brochure van Ruitenberg over Spanje. Een historische inleiding vormt het degelijke fundament van zijn kijk op het heden. Duidelijk komt in de weinige bladzijden de compliceerdheid van het vraagstuk naar voren, duidelijk ook de nabijheid ervan ons, duidelijk tenslotte de opvatting, dat elk levend Christendom slechts kan kiezen voor de Spaanse Republiek.

Tij d-e n-T a a k-1 eze r s, nóg is het tijd van helpen, nóg is de vrijheid van Spanje niet achter prikkeldraad geconcentreerd. Wat wij doen kunnen is weinig, maar het is van belang: in ons land, en vooral in kerkelijke kring, onze keuze propageren en verdedigen.

Daarom nogmaals en ten laatste male ons verzoek, te helpen, door

1. brochures te bestellen bij J. van Rhijn, Doezastraat Bb, te Rotterdam, postrekening 257553, door storting, overschrijving of toezending in postzegels van evenveel dubbeltjes, als U brochures wenst (steeds vermelden: „voor Spanje-brochures”), of door

2. een bijdrage te storten ter bestrijding van de hongersnood in Spanje, op dezelfde postrekening (maar vermelden: „voor Spanje”). D. TINBERGEN, secr. Escamplaan 64, Den Haag.

Verantwoording

Ontvangen bijdragen voor gratis ab. Tijd en Taak voor werkloze makkers sedert 1 Sept. 1939:

20/9: mej. E. V. M. K. D. te A„ 28/9: mevr. A. C. L. V. d. V. te Z., 15/10: L. S. te H., J. W. te H.; 17/11: mevr. W. v. M.—F. te ’s-Gr.; 5/12: A. L. R. te D.; 6/12: W. O. te H.; 812: D. T. te N., mej. G. C. E. te D., mevr. S.—v. d. T. A. te ’s-Gr.; 12/12: mej. M. H. G. C. K. van O. te L., mevr. J. S.— V. te V., J. V. G. te A.; 13/12: L. d. W. te 0., mej. A. F. te R., D. B. te St. J. P., J. H. van D. te W, T V. E. te ’s-Gr., mej. D. B. W. te A., mevr. M. L. A.—G. te A., mevr. G. A. te B.—H. te F., M. J. A. te V., mejuffr. C. A. F. te A., mej. M. R. B. te A.; 16/12: Mej. A. W. te ’s Gr.; 17/12: mej. E. C. K. te H., mej. O. A. C. te A., mej. W. V. S. te A.; 19/12: mej. J. G. J. te D., B. v. D. te A., tot een totaal bedrag van ƒ 151.25, dat is nog geen 45 abonnememten. Aan toezeggingen kregen we nog 6 abonnementen, dus er zijn nu een goede vijftig binnen.

Zoals we een vorige keer reeds meedeelden, staan op onze lijst 150 namen, terwijl nieuwe aanvragen steeds binnenkomen. Fr ontbreken dus nog minstens 100 abonnementen. Nu is December nog niet om en we wanhopen daarom nog niet, maar eerlijk gezegd viel de dikte van de giro-envellnppen de afgeiopen week ons niet mee. Terwille van onze makkers, die hunkeren naar geestelijk voedsel, maar niet in staat zijn, zich dat zelf te verschaffen hopen we hartelijk, dat de laatste tien dagen van het jaar ons onze aanvankelijke teleurstelling geheei doen vergeten. Giro-rekening 58782 van W. Banning te Bentveld.

Verenigingsleven j

Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers

Het blijkt nu. dat vele leden der Arb. Gem. verzuimden een jaarboekje te bestellen. Om te voorkomen, dat men te laat bestelt en dan geen boekjes meer voorradig zijn, verzoek ik ieder, die zich in verzuim weet, zo vlug mogelijk een jaarboekje te bestellen bij den heer R. Baelde, „De Vonk”, Noordwijkerhout. De prijs is ƒ 0.50. Het omvat jaarverslagen van al ons werk en een ledenlijst. Men betaalt na ontvangst. Met beste groet DORA DE JONG.

R.S.G. Leeuwarden—Huizum

Kerstbijeenkomst 2e Kerstdag ’s morgens 10 uur in de koffiekamer van de Harmonie. Spreker: Ds. D. Bakker van Drachten Onderwerp: De vrede van München en de vrede van Bethlehem. Zang van het onthouderskoor „Excelsior”, onder leiding van den heer G. Bron. Entree 25 cents (belasting inbegrepen). Werklozen 5 cent.