Aan God behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24:1

Tijd en Taak

ZATERDAG 20 MEI 1939 – No. 34 37STE JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

RELIGIEUS-SOCIALISTISCH WEEKBLAD

ONDER REDACTIE VAN DR. W. BANNING ADRES DER REDACTIE: BENTVELDSWEG 5 – BENTVELD

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 37STE JAARGANG VAN DE BLIJ DE WERELD

ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR F 3.40, PER HALFJAAR F 1.75, PER KWARTAAL F 0.90 PLUS 15 CENTS INCASSO – LOSSE NUMMERS 8 CTS POSTGIRO 21876 – GEMEENTEGIRO V 4500 – ADMINISTRATIE GEBOUW N.V. DE ARBEIDERSPERS, HEKELVELD 15, AMSTERDAM-CENTRUM

NATIONALE EER

Zeker, je zou er dags èn nachtwerk aan hebben, als je op alle bluf, op alle bolle leuzen, op alle daverende slagwoorden zou willen in* gaan. Er is geen beginnen aan of mis* scbien wel beginnen, maar zeker geen eindigen. Toch blijft bet voorlopig nog een noodzakelijke opvoedingstaak in de democratie, om tot een kritische houding tegenover de op ons losgelaten propa* gandafrasen aan te sporen. Opzettelijk kies ik bet voorbeeld niet uit de dicta* tuurlanden, maar uit de democratieën.

De Franse minister van Buitenlandse Zaken heeft zo bericht de N.R.Ct. in Southampton een redevoering den, die in Engeland zeer gunstig is ont> vangen, over de stelling: „Frankrijk ver» dient weer te worden geacht en te wor» den bemind”. Waarom? Men hore (ik citeer de N.R.Ct. letterlijk): Het land herstelt zich met kracht. In de fabrieken wordt op het ogenblik zestig uur per week gewerkt en het fabriceren van het materieel, dat noodzakelijk is voor de landsverdediging, gaat steeds sneller. Op het ogenblik zijn in geheel Frankrijk slechts 27 stakers. De zware lasten voor de schatkist zijn voor het lopende jaar reeds gedekt. De jeugdige Fransen, die de regering in September onder de wa» penen heeft geroepen, hebben ernstig doch zonder droefheid hun haardsteden verlaten, overal vindt Frankrijk zijn kin» deren verenigd met hetzelfde doel haar te dienen...” Natuurlijk krijgt dan En» geland een pluim op de hoed der natio» nale eer, omdat het „zelfs de nationale dienstplicht heeft aanvaard, zo in tegen* spraak met zijn temperament en tradi» tie...”

Hier speelt zich voor wie nog ogen heeft om te zien de moord op de demo* eratie af door de z.g. democratie. Hier

wordt toegejnicht als daad van natio* nale geestelijke kracht een vermilitarise* ring van bet volksleven, de geesten in* cluis. De Franse minister verheugt zich niet omdat er een stukje gerechtigheid in de sociale verhoudingen is tot stand ge* komen; niet omdat zinvolle, de welvaart vermeerderende arbeid zoveel handen (zestig uur per week!) werk verschaft, neen deze man jubelt omdat het militai* risme het volk onder zo zware druk heeft gesteld, dat alle andere levensbe* langen daarvoor wijken. Wij zijn ge* woon, het als een schrikbeeld der totali* taire ontaarding voor te stellen, dat de kinderen reeds vanaf het 8e jaar in de greep der militaristische opvoeding ko* men. Maar waarom zullen de democra* tieën niet ook de kinderdienstplieht gaan invoeren, als alle krachten van een volk worden opgeëist voor deze nationale eer? Op grond van welk beginsel zou men een dergelijke massale misdaad aan de ziel van het kind kunnen tegenhouden, wanneer militaire weerbaarheid het alles beheersende goed wordt geacht?

Het is misschien wat hatelijk en cynisch maar ik meen: het is waar, en niet anders dan de naakte van alle bluf en frase ontdane waarheid, wanneer wij déze opvatting van „nationale eer” ver* talen als volgt: Frankrijk verdient ge* eerd en bemind te worden, omdat het zijn volk leert dresseren tot arbeidssla* ven, die bommen en gifgassen, tanks en luchtvaartuigen bouwen in een ongekend tempo nog eens: zestig uren per week.

Deze fraseologie wordt ons door de Franse minister voorgezet in het jaar, waarin men zich opmaakt om de Grote revolutie van 1789 te herdenken. „Vrij* heid, gelijkheid, broederschap” deze machtige woorden heeft Frankrijk eens als bazuinstoten de wereld ingezonden.

Aeb, men zal daar aanstonds de on* misbare humbug, de daverende leuzen en de bolle bluf óók wel voor weten te vinden; de moderne propaganda*appa* raten zijn ook in de democratieën willig genoeg. Frankrijk beeft waarlijk geeste* lijke schatten genoeg aan de mensbeids* cultuur bijgedragen, en er ware met een diep innerlijk recht een beroep te doen op allen die de vrijheid liefhebben en de geest eren, dat wij Frankrijk. zouden achten... Fr heerst in socialistische en democratische kringen nog al eens de opvatting, dat bet de dictatoren zijn die de vrijheid uit Europa doen vluchten. Minstens even erge vijanden der vrijheid zijn de „democratische” fraseurs, die na* tionale eer en waardigheid uitsluitend beoordelen met de militaristische maat* staven.

En wij, in Holland? Ik heb neiging om te zeggen: een groot deel van ons volk aanvaardt de lasten die de bewapening ons oplegt, als bittere noodzaak, met de nadruk op beide woorden. Daar staat tegenover dat wij ook hier de fraseurs kennen, die zonder aarzeling alle groot* heid van een volk met militaristische begrippen bepalen. Deze lieden hebben gewoonlijk invloedrijke posities, hun kansen zijn, gegeven de internationale verhoudingen, groot. Het is zéér de vraag of ons volk tegen deze ideologie be* stand zal blijven een ideologie die ons rijp maakt voor het fascisme ook zonder dat Hitler komt. Frankrijk is ons een eind voor: 60 uren per week en maar 27 stakers ... Maar wij zijn óók op weg ... De weg van het verderf. Want van gees* tesslavernij.

Zijn de geestelijke werkers in ons volk wakker?

W. B.