BIDDENDE HANDEN

/V / og eenmaal drukken wij de „Bid: _/ dende handen” van Aart van Dobbenburgh af. Wij vermoeden dat menigeen deze litho die als oor: spronkelijke druk 68 bij 48 cm. groot is, en dus een voorname wandversiering is gaarne in bezit zou hebben. In een kamer waar een mens werkt, kunnen zij hem herinneren dat de diepste zin van menselijke arbeid ligt in het eeuwige Rijk waarnaar harten en handen zich strekken. En welke dominee zou deze plaat niet graag aan de wand van zijn katechisatiekamer hebben als voort: durende maning van het wezenlijke?

De kunstenaar stelt een aantal oor: spronkelijke afdrukken beschikbaar voor f 20. per stuk, en draagt de helft van dit bedrag af voor het werklozenwerk van de A.G. Men bestede ze bij hem; adres. Duindoornlaan, Bentveld. Zo her: innert de kunstenaar menig Tijd en Taak:lezer er aan, waarvoor deze litho werd gemaakt.

Over de artistieke eigenschappen van dit werk waag ik het niet te oordelen. Maar ik ben er van overtuigd: juist wij, fcligieus'socialisten, zullen in deze han' den iets herkennen van het wezenlijke van ons realistisch geloof: dat wèrk= handen, die hebben ervaren hoe hard en weerbarstig de wereld is, zich in dee: moed strekken naar het lichte, zachte en sterke der Liefde. Zoeken wij niet naar een diepe eenheid van Arbeid, Eerbied en Geloof? Hier is hij geworden en uit: geheeld, zonder theorie, in een verstilde bewogenheid.

Uit de Kerkelijke Wereld

Marxisme m Engeland?

De Angelsaksische landen zijn tot nu toe vrij ontoegankelijk geweest voor het Marxisme. Marx heeft dieper gegraven in de bibliotheek van het Brits Museum, dan dat de Engelsen gedolven hebben in zijn werk. Op het ogenblik doet zich echter een merkwaardig verschijnsel voor, waarvan de ~Student World” van Jan. 1939 terloops melding maakt.

Dit blad, het wetenschappelijke èn actuele orgaan van de Internationale Christen Studentenfederatie weerspiegelt, welke problemen worden aangepakt in de wijde kring der christen-studenten-verenigingen. Naar aanleiding van de gebeurtenissen van Sept. 1938 is alom de vraag gesteld: Kan er een internationale rechtsorde komen? In verschillende landen zijn groepen van studenten met hun leiders aan het studeren en delibereren gegaan. De resultaten worden rapportsgewijze weergegeven. Uiteraard is dat uit Engeland zéér interessant.

Het secretariaat van deze discussiegroep meldt terloops, dat men zich in het bijzonder met de marxistische theorie over het imperialisme heeft beziggehouden, daar deze theorie zeer veel gehuldigd wordt aan de Britse universiteiten. Wij kunnen ons over dit verschijnsel niet anders dan verheugen. In de eerste plaats.

omdat de marxistische theorie over het imperialisme, dus de theorie, dat de economische krachten een bijzondere betekenis hebben bij de internationale spanningen, de kennis van de internationale problemen verscherpt en ons van het terrein van de mythe op dat van de analyse brengt; maar in de tweede plaats vooral, omdat deze Engelse Christen-studenten niet door vooringenomenheid bevangen zijn en bereid blijken het marxisme als een ernstige zaak op te vatten. Daarmee doen zij een dienst èn aan de maatschappij èn aan het Christendom.

Het rapport spreekt met eigen woorden deze gedachte aldus uit: „Ofschoon de economische oorzaken en de resultaten van het imperialisme niet ten volle de imperialistische expansie verklaren, toch waren wij ervan overtuigd, dat zij van fundamentele betekenis zijn en door de Christelijke kerken begrepen moeten worden, en in het licht hiervan moet actie worden gevoerd.”

Het Nederlands Bijbei> genootschap

Uit het jaarverslag van het N.B.G. (Nederlands Bijbelgenootschap) kunnen wij verschillende wetenswaardigheden putten, die inzicht geven in de aard en de werkwijze van dit lichaam.

Deel is; verspreiding van de Bijbel. Daarmee wordt geen specifiek kerkelijk werk beoogd, al wil het nauw bij de kerken aansluiten. De gedachte, dat de Bijbel zelf zijn werk doet, steekt hierachter. Het Genootschap wil een dienende functie hebben, en vraagt niet naar richting.

Het Genootschap geeft zelf bijbels uit. Hiermee wil het prijsregelend optreden. Daardoor dwingt het andere uitgevers bijbels te leveren voor de uiterste prijs. De Bijbel mag geen winstobject zijn, hoogstens mag de versiering eromheen bron van inkomsten worden. Wie geen Bijbel in huis heeft, omdat hij hem te duur vindt, weet niet wat hij zegt. Een zo keurig leesbaar gedrukt boekwerk voor één gulden is nooit te duur. Maar voor wie dat inderdaad teveel'is: het N.B.G. staat klaar om reductie te geven.

Indrukwekkend is het werk voor Ned.-Indië. Om daar Bijbels ingevoerd te krijgen, moet een enorm vertaalwerk verricht worden. De taalgeleerden van het N.B.G. hebben hun sporen verdiend. Hier met de ouderwetse bezwaren tegen verspreiding van Christelijke leerstellingen in N.0.1. te opponeren, vergeet op 'zijn minst, dat er niets op tegen is naast alierlei cultuurverworvenheden als bestuursapparaten, automobielen, machinefabrieken en onderwijzers ook Indië toegankelijk te maken voor het boek, vanwaaruit onze cultuur voor een deel zijn vorming heeft ontvangen. Om echter gelezen te worden, moet een boek leesbaar zijn. Daarom heeft het N.B.G. het initiatief genomen tot het maken van een