Nieuws van overal

Fascisten zijn het allemaal

„De kracht van het fascisme bestaat er in, dat er geen fascisten zijn”, aldus paradoxaal een schrijver in „Het Fundament”. Wel heeft ieder in Italië een partijboekje in zijn zak, maar dat betekent niet, dat het allemaal fascisten zijh.

Er wordt de volgende anecdote verteld naar aanleiding van een bezoek van Star ace aan de Fiat-fabrieken.

„Zijn er nog socialisten onder de arbeiders?” vraagt Starace aan de directeur.

„Helaas Excellentie, nog c.a. 40 pet.” „En communisten?”

„Helaas nog een goede 40 pet.” „En katholieken?”

„Tenminste 10 pet.”

„Maar hoeveel fascisten zijn er dan?” „O, fascisten zijn het allemaal. Excellentie.”

Veranderde gezindheid

Hoe snel wijzigt zich de mentaliteit der oorlogsvoerenden. Op deze plaats werd niet lang geleden het zo nobele vredesperspectief geciteerd van Harold Nicolson, dat in deNineteenth Century van October voorkwam. In het laatste nummer beschrijft de uitgever de situatie. Men kan nu lezen hoe de Engelse opvatting wijkt voor de Franse: „Duitsland is de vijand, en moet op de knieën.” Men wil niet horen van verzoening met het Duitse volk en uitroeiing van het Hitlerisme.

~Duitsland zal altijd oorlog zoeken, zolang het gewapend en verenigd is onder een sterken leider, of dat nu een groot man is als Bismarck of een kwaadaardig wezen als Adolf Hitler. Er zijn wel „andere Duitsers”; er is geen „ander Duitsland” tenzij ontwapend en verdeeld. Scherp ontkent deze schrijver de wat hij noemt Nationaal-Socialistische propagandaleugen, dat het verdrag van Versailles onrechtvaardig zou zijn. De Geallieerden maakten slechts één fout: men heeft Duitsland de kans gegeven het verdrag te schenden doordat men geen permanente militaire dwang bleef uitoefenen en zodoende te vlug de bezetting van het Rijnland prijsgaf. Smalend schrijft deze auteur over een utopisch pacifisme en de eerzuchtige droom van een „universele eendrachtigheid over geheel Europa.”

Juist is wel de opmerking, dat de omverwerping van het Hitlerisme geen voldoende oorlogsdoel kan zijn, immers de wijziging van Duitslands regering kan gemakkelijk genoeg plaats vinden door een Duitse revolutie „van boven af”, die Hitler zou opzij duwen en met hem de gehele N.Socialistische partij, en toch Duitsland even gevaarlijk zou laten als tevoren, wijl Hitler vervangen zou worden door Duitse generaals. Daarenboven zijn zij het pro-Russisch element reeds nu in de Duitse regering.

Een ander citaat: ~Militarisme en Pacifisme zijn tweelingoorzaken van de oorlog. Militarisme maakt oorlog en pacifisme geeft militarisme de kans oorlog te maken. Bewapening en ontwapening zijn uiteindelijk hetzelfde, want hetzij Duitsland bewapent tot het peil der Westelijke Mogendheden hetzij deze ontwapenen tot zijn peil, het resultaat is hetzelfde: want wapenkracht is relatief, niet absoluut.”

Daaruit volgt, dat er maar één oorlogsdoel zou zijn: de veiligheid. En onuitgesproken bleef, wat de schrijver eigenlijk bedoelde: de veiligheid van Engeland en daartoe is wederom slechts één middel: „een duurzaam gewapend overwicht van de Westelijke Mogendheden op Duitsland, waarbij' de Rijn de strategische grens moet zijn.”

Aan een dergelijk artikel, op deze plaats kan men meten, hoe snel de oorlogsgeest de nobele gezindheid aantast en verengt tot een nationalisme, dat in zijn egoïstische bezorgdheid de wereld in ellende houdt.

Variatie over het woord „vrijheid”

Aan het militante emigrantenweekblad „Der Deutsche Weg” ontlenen we deze fraaie gedachte:

„Het is van belang te overwegen, dat degenen, die de persoonlijkheid onderdrukken, toch niet de eigenlijke vorm kunnen treffen. De menselijke ziel bezit zich zelf in de kracht van haar vrijheid. Dit is één met het zelfbeschikkingsrecht, dat haar door de natuur gegeven is en niet van buiten te beïnvloeden. En dit recht geldt juist de hoogste goederen van den mens: het heilige en het goddelijke in hem. Rechtstreeks kan dit inwendig leven door de uiterlijke vloed der gebeurtenissen niet worden beïnvloed. Het is er mee als met de groeikracht der natuur. Jaargetijden gaan voorbij, stormen komen en gaan, onweders razen daverend voorbij, maar het leven van bloemen en bomen ontwikkelt zich langzaam verder, overeenkomstig eigen wetten. De machtigste dictators kunnen niet ongedaan maken, dat een zeer kleine grashalm opgroeit en niet afwijkt van zijn levenswetten. En deze grashalm fluistert je toe: Hou je zelf in je hand. Blijf meester over je zelf. Bewaar onder alles, wat je overwoekert, je eigen groeikracht. Langs wat voor straten je ook marcheren moet, blijf tegelijk gaan langs de weg van je idealen. Wat voor stemmen ook van bulten aan je oren razen, luister naar de stem van je geweten, die toch gewichtiger is. Men kan ook in de oorlog op mars zijn naar een leven van de eeuwige waarheid... Het zal afhangen van het getal en de inzet van dit soort persoonlijkheden, of er nog vrijheid op aarde zal bestaan. Wat wij mensheid noemen, bestaat in werkelijkheid slechts in de afzonderlijke mensen en zoals deze afzonderlijke mensen er uit zien, zo zal het aanschijn der mensheid zijn.”

En op een andere plaats: „Het was niet het slechtste stuk sociale wijsheid, dat Goethe bedoelde, toen hij uitsprak, dat men zich moest inspannen om aan de algemeenheid van het menselijk geslacht een zo goed mogelijk exemplaar van zich zelf ter beschikking te stellen.”

Het nieuwe front Duitsland-Rusland

„De Sowjet-Russische godlozen-beweging koestert de verwachting, dat Duitsland besluit tot opheffing van het verbod der vrij denkersbeweging. Deze maatregel zou het wederzijds begrip en de goede vriendschap der beider staatslieden Hitler en Stalin, die beiden tegenstanders zijn van godsdienstige gemeenschappen, buitengewoon bevorderen. Het Hitlerregime zou zich hierdoor de vriendschap verzekeren van talrijke nieuwe krachten, die tot nu afwijzend stonden tegenover het politieke streven van de nationaal-socialistische staat.”

De uitwisseling van honderdduizend Littauers in de Sowjet-Unie tegen Wit-Russen in Litauen zal in het volgend voorjaar plaats vinden. Voor het vertrek der Littauers moeten tienduizend Joden, vooral jongere mensen Wilna verlaten.

Ook tussen Rusland en Duitsland is men nu overeengekomen een belangrijke uitwisseling van bevolking. Zo zullen 115.000 personen van Duitse afstamming in het, door Rusland bezette Poolse gebied, verhuisd worden. Daarentegen moeten Oekrainers, Ruthenen en Wit-Russen en wel ongeveer een millioen personen naar Rusland trekken. Men vreest, dat men ook Polen tot Oekrainers en Russen zal stempelen en deze mede over de grenzen zal sturen, om zodoende leefruimte te scheppen voor de Duitsers uit de Baltische gebieden.

Wat gebeurt er met de dienstweigeraars ?

„Nofrontier News Service” nr. 6, gedateerd 24 November (maar eerder verschenen) geeft een overzicht van de behandeling der dienstweigeraars in de verschillende landen, waaraan het volgende is ontleend:

In Engeland schijnt nog geen enkele dienstweigeraar in de gevangenis te zijn. Wel worden de klachten veelvuldiger, dat de rechtbanken, die de gevallen van dienstweigering onderzoeken, vijandiger gestemd worden en vaak dezelfde afgesleten vragen herhalen. Toch is het oordeel over het algemeen, dat de overheid

een geduld toont, dat men niet in tijd van oorlog had verwacht, en dat het publiek een verdraagzaamheid en een begrip toont, dat voor een groot deel aan het werk der vredesorganisaties zal zijn toe te schrijven.

Uit Duitsland komen herhaaldelijk berichten van executies voor dienstweigering, maar de „Nofrontier News Service”, die getracht heeft de feiten te onderzoeken, raadt tot de uiterste voorzichtigheid, voor men aan deze geruchten geloof hecht.

In Frankrijk sijn een aantal bekende pacifisten van radicale zijde in arrest gesteld, een deel wegens het ondertekenen van een pamflet, dat op grote schaal door het land is verspreid. Genoemd worden de filosoof Alain (Emile Auguste Chartier), prof. Félicien Challaye, Victor Marguérite, oud-minister Marcel Déat, Jean Giono, Henri BataUle, Georges Pioch, Henri Jeanson, Michel Alexandre en Maurice Wullens. Om hun betrekkelijk hoge leeftijd zijn de heren Challaye, Alain en Marguérite niet opgesloten.

Voor België wordt herinnerd aan het verbod van de Herten Fermont-herdenking, en het optreden tegen Jan Keustermans en Hendrik Spiessens.

Voor Holland wordt gewezen op het bestaan van de Dienstweigeringswet, hoewel het aantal van diegenen, die daar een beroep op hebben gedaan (1100), veel te groot wordt opgegeven.

Uit Parijs verneemt het Ned. Chr. Pers Bureau van 9/11, dat zich in Frankrijk 8 Protestantse dienstweigeraars uit conscientiemotieven thans in de gevangenissen bevinden; onder hen zijn enige theologen. De wet bepaalt voor dezulken in vredestijd een gevangenisstraf van verscheiden jaren. Thans is het recht scherper, doch naar men ons meldt, is het vooruitzicht voor hen gunstiger dan in vredestijd, want zij hebben aangeboden in de gevaarlijkste zéne dienst te doen, mits zij slechts niet behoeven te vechten. Het kerkbestuur der Protestantse Kerk spant zich in om voor hen een oplossing ip deze geest te verkrijgen. Het kerkbestuur wijst er daarbij op, dat de eerste Franse predikant, die zwaar gewond werd, geen actief soldaat is, doch een legerpredikant, die de voorposten bezocht.

Een verklaring der Engelse Quakers

„Het moet mogelijk zijn een Christen daaraan te herkennen, dat hij een vrede-stichter is”, aldus een verklaring, gepubliceerd door het Uitvoerend Comité der Quakers. Deze verklaring is aan de leiders van alle Engelse kerken gezonden.

„ledere dag, dat de oorlog langer duurt, vervagen de idealen en groeit de haat. Of de vrede vroeger of later komt, er is nu dringend behoefte aan vrede-stichters.” Wanneer de democratieën als goede buren gehandeld hadden, toen zij in een positie waren om de politiek te dicteren aldus gaat de boodschap voort dan zou het bestaande stelsel in Duitsland niet aan de macht zijn gekomen. Christenen moeten de schuld hier delen, maar „mogen Christenen zich niet langer neerleggen bij verontschuldigingen van politieke of militaire noodzaak. Christenen moeten juiste beginselen nu hoog houden. Het feit, dat ons land zichzelf geen andere weg heeft open gehouden om agressie te keren dan die van het geweld, is geen reden voor hen, die altijd hebben beweerd, dat kwaad niet door oorlog gekeerd kan worden, hun geloof te verzaken. Alle overtuigde pacifisten, of zij dat reeds lang zijn of nog maar kort, moeten stand blijven houden; de waarheid, zoals zij die zien, verkondigend in de geest van vrede-stichters.”

De oprechtheid van die Christenen, die al hun energie gebruiken in het volgen van de oorlogspolitiek, wordt niet betwijfeld, maar zegt de boodschap „zij betreden een gevaarlijk pad, want het gaat hierbij als met de pasmunt: het mindere drijft het betere vaak uit de circulatie.”

De boodschap eindigt: „Er is een weg van God voor iedere situatie. Indien uit het lijden en de verwardheid dezer tijden een wereld geboren zal worden, waarin de mensen samenleven als leden van één gezin, dan moet dat de weg van Christus zijn. Zijn weg betekent het onvermoeide pogen om kwaad met goed te bestrijden, wat ook de gevolgen zijn. Dat is vrede stichten.” Nofrontier News Service, no. 7)