HET OORLOGSDOEL

door C. D. H. Cole

pv e vervreemding van Rusland is volgens Cole, van al de door de Britse regering begane fouten, de meest rampzalige. Hij acht het uitgemaakt, dat de Sovjet van het ogenblik af dat zij besloot lid te worden van de Volkenbond, tot aan de val van Litwinow, dus van 1935 tot Mei van dit jaar, eerlijk voor wereldvrede geijverd heeft. Had de Engelse regering gewild, dan zou in die jaren de Sovjet zijn medegegaan in een vredebond tegen het Fascisme. De Sovjet was ten volle bereid met de Volkenbond mede te werken inzake Abessinië en met Groot-Brittannië en Frankrijk het republikeinse Spanje te hulp te komen. Zij stond klaar om met de Westerse mogendheden Tsjechoslovakije te verdedigen en zelfs na München, ja zelfs nadat Duitsland Praag had overmeesterd, zou de Sovjet, zo meent Cole, aan een bondgenootschap tegen Nazi-agressie hebben deelgenomen.

Maar wanneer den Russen gevraagd was te helpen, had men hen daartoe in staat moeten stellen en hadden zij van de oprechtheid van Frankrijk en Engeland overtuigd moeten zijn. Over de onderhandelingen tussen Engeland en Moscou weten wij niets. Doch als Engeland wezenlijk Rusland tot bondgenoot had begeerd, dan had het naar Moscou een eersteklas onderhandelaar gezonden met volmacht inplaats van zoals nu, ieder punt van de onderhandelingen, als een bal heen en weer te kaatsen van Londen en Parijs naar de Engelse en Franse afgevaardigden in Moscou. „Het is onmogelijk aan de conclusie te ontkomen, dat de Westerse voorstellen aan de Sovjet maar half gemeend waren”. Cole werkt dan verder uit, waarop hij meent, dat Chamberlain gespeculeerd heeft toen hij de „ongeloofelijke dwaasheid” beging Polen een toezegging te dóen, waaraan hij niet in staat was te voldoen.

Wat Stalin’s plannen zijn, wie zich daarover durft uitspreken, loopt ernstig gevaar, dat zijn woorden al gelogenstraft zijn voordat zij in druk zijn verschenen.

Het monsterverbond

Wat het monsterverbond betreft, onze zegsman gelooft niet in een wezenlijke overeenstemming tussen Hitler en Stalin. Het is zeker mogelijk, dat Hitler naar links zwenkt en tracht te poseren als de bevrijder van de onder de druk der kapitalistische overheersing vertrapte massa. „Maar Hitler wenst niet de vertrapte massa te bevrijden, terwijl ik geloof, dat Stalin dat wel wil”. Cole meent, dat Hitler voor het kapitalisme als zodanig, niets voelt. Hij heeft het alleen tot zijn werktuig gemaakt. Zijn wereldbeschouwing is militaristisch, niet kapitalistisch. Zijn bedoeling is, „het volk” dat hij haat, eronder te houden.

Als Hitler een verdrag sluit, is het alleen omdat het in zijn kraam te pas komt, en voor zó lang slechts. Stalin weet dat best.

Stalin verlangt een ineenstorting van al wat ten Westen ligt van de Sovjet. ~Ware ik”, aldus Cole, „zo meedogenloos als hij, dan geloof ik, dat ik dit ook zou willen. Maar als een Engelse intellectuele burgerman, ben ik natuurlijk in het diepst van mijn wezen, een liberaal, zonder hoofdletter. Intussen ben ik er diep van doordrongen, dat in deze dagen liberalisme zowel als patriotisme niet toereikend zijn”.

Wanneer Cole’s kijk op Stalin ten naastenbij juist is, dan zo meent hij, rust de schuld van zijn gewijzigde politiek, hoofdzakelijk op de Britse Regering. En daar hij het niet eens is met hen, die zeggen, dat men in oorlogstijd, de begane misstappen niet moet oprakelen, wU hij niet zwijgen. Zijn afkeer van het Naziïsme is zo groot, dat er niets is wat hij vuriger wenst dan deszelfs ondergang. Maar dat lukt niet wanneer men zich voedt met leugens, en waarheden, die het prettiger zou zijn te vergeten, in het vergeetboek laat. Want het is ook een zaak van begrip hoe de krach-

ten in het land van de vijandige regering te winnen voor een behoorlijke vrede, hoe de boze krachten in het eigen land te verslaan. Het is dure eis ronduit te spreken in een tijd, dat openheid en klaarheid de enige wapenen zijn waarover de beschaving beschikt ter bestrijding van massa-verdwazing, bombastische onzin en de verblinde onbevoegdheid van de vermilitariseerde geest in zake het burgerlijk leven.

Voorwaarden voor vrede

Van een blijvende vrede met Hitler kan geen sprake zijn, omdat hij meent, dat hij God is en verheven boven alle menselijke zedelijkheid. Maar de Engelse staatslieden zijn evenmin in staat tot het sluiten van een behoorlijke vrede, tenzij zij zich waarmaken en erkennen wat zij verkeerd gedaan hebben. En nooit zullen de Amerikanen de Engelsen bijvallen, tenzij deze de zekerheid hebben, dat het hen te doen is om een nieuwe wereld te bouwen, die gans anders is dan de wereld van Versailles. En dan komt het erop aan het Duitse volk te begrijpen. Want „wij kunnen door kracht van wapenen het Naziïsme niet vernietigen; wij kunnen alieen het Duitse volk helpen om dat zelf te doen. En daarom is het een levensbelang, dat de onderscheiding tussen het nationaal-socialisme en Duitsland steeds scherp worde in het oog gehouden.”

Men bedenke intussen wel, dat het hier niet gaat zoals in Tsjechoslovakije en meer nog in Oostenrijk om een vredelievend volk, dat door tyrannen onderdrukt wordt. Er is bij de Duitsers geen brandend verlangen om op te staan en het Nazi-juk af te werpen. Men vergete niet, dat Hitler nog iets anders is dan een gehate tyran: een nationale held. En dat hij dit is, is voor vele Duitsers het gevolg van de dwalingen en misgrepen der Geallieerden. Zij zelven hebben den demon die hen nu bedreigt, in het leven geroepen. Er moge zich in Duitsland verzet doen gelden, voor de meesten is Hitler, ondanks alles, de man, die het prestige van het land te midden der volken hersteld heeft. Bovendien heeft hij het prestige, dat alle succes schijnt mee te brengen. Aan hem waren de overwinningen, overwinningen van een Duitsland, dat bitter leed onder een gevoel van nationale vernedering. En men vergete toch ook niet, dat er in Duitsland nog geen verzamelpunt is voor de ontevredenen, geen vlag, waaronder men zich scharen kan. Terwijl bovendien de Nazi-leiders grondig te werk zijn gegaan om iedere denkbare oppositie onmogelijk te maken. Neen, gemakkelijk zou het niet zijn om het volk tot verzet te prikkelen. En toch moet hiertoe alles worden in het werk gesteld, omdat bij een overwinning van de Geallieerden een tweede VersaUles niet zou zijn uitgesloten, als niet in Duitsland zelf een andere geesteshouding aanwezig is.

Het nationaal-socialisme moet van binnenuit overwonnen worden

Dit kan alleen wanneer Duitsland op de hoogte kan gebracht worden van de ware toedracht der zaken. Engeland meent daartoe nu zijn kans te hebben. Want dat het tot oorlog gekomen is, bewijst, hoe leugenachtig de propagandistische verzekeringen waren, dat de democratieën te slap, te bloedeloos waren om dit aan te durven. Dat dit anders is uitgevallen, is de grote teleurstelling voor het Duitse volk dat, op enkele groepen na, de oorlog niet begeert. „Deze ontgoocheling is op het ogenblik onze grootste kans”. Cole meent, dat het strooien van blaadjes uit vliegtuigen moet worden voortgezet in de hoop, dat deze ook dan niet door bommen zullen worden vervangen, wanneer Duitsland Engelse steden zou gaan bombarderen. Tot de elementaire punten van propaganda-techniek behoort ook, dat op de Engelse blaadjes het hakenkruis prijkt!! Allereerst moeten de Duitsers weten, dat Engeland een vrede wenst, eervol voor beide partijen, dat het daarbij gaan zal om een wezenlijke oplossing van de

Europese problemen van vrijheid en samenwerking. Ais de regering maar met een redelijk programma van democratische oorlogsdoeleinden voor de dag komt! Natuurlijk moet de Engelse propaganda rekening houden met de soort revolutie, die zij wensen te bewerkstelligen. Zij bedenke daarbij, dat Duitsland Engeland anders ziet dan het zichzelve doet. Allereerst dan worde er nadruk op gelegd wat het zeggen wil, dat Engeland Hitler en het Nazi-regiem bestrijdt, maar niet het Duitse volk. Dit is te meer nodig, omdat er in regeringskrmgen velen zijn, die een hekel aan Hitler hebben omdat hij de vijand is van hun land en oorlog maakt, maar die hem prijzen als de vijand van het socialisme en de „discipline” bewonderen, die hij aan de arbeiders heeft opgelegd. Aldoor heeft het Naziïsme goede vrienden gehad in de Londense City en onder de aanhangers van de Regering zijn er niet weinigen, die ermee sympathiseren. Dat dit nu anders is geworden, is niet omdat zij het Naziïsme doorzien, maar omdat hun vrees voor agressie groter is dan hun bewondering voor zijn ruwe behandeling van den arbeider.

De moeilijkheid om het Duitse volk te overtuigen van Engeland’s goede bedoelingen ligt hierin, dat het niet wezenlijk een democratie is of de democratische zaak met hart en ziel is toegedaan. Chamberlain ergert zich veel meer aan Hitler’s methoden dan aan zijn ideeën. Hij is meer verontwaardigd over Hitler’s woordbreuk na München dan over het feit, dat hij zijn tegenstanders opbergt in concentratiekampen en in naam van de totalitaire staat de meningsvrijheid onderdrukt. „Welke waarborg”, vraagt Cole, ~hebben de Duitsers nu, dat, als zij opstonden en hun onderdrukkers verstootten, de regeringen van Engeland en Frankrijk hun niet dezelfde gemene poets zouden bakken als Lloyd George en Clémenceau het de Duitse socialisten in 1918 deden?

Aan de linkse partijen om te eisen, dat de regering zich hier duidelijk uitspreke. Het moet. Indien Engeland een opstand wU bewerken en waartoe anders wierp het blaadjes uit in plaats van bommen? dan moet Duitsland goed weten, dat wij met de nazi’s niet willen onderhandelen over vrede, maar ook, dat wij dit, eerlijk en eervol, wel willen met enige andere Duitse regering, hoezeer ook links, en dit of Chamberlain en Montagu Norman') al of niet haar economische gesteldheid goedkeuren.

Welke revolutie in Duitsland?

Nu zijn drie soorten van revoluties mogelijk. De vervanging van Hitler door zijn generaals. Dan was er kans op een Duitsland als voor 1914. Dat zou naar de smaak zijn van de Engelse conservatieven, want dan zou de maatschappij-inrichting van West-Europa blijven zoals ze was. Doch sedert Stalin zich met de zaken van Centraal Europa is gaan bemoeien, is op een dergelijke revolutie weinig kans. De tweede mogelijkheid is een zogenaamde communistische revolutie. Er zijn er, die spreken van een ~bruin bolsjewisme”. Nu zijn er zeker elementen, wie iets dergelijks welkom zou zijn. Maar aan de hoge militairen, de Pruisische aristocraten en de eigenaars der zware industrie zou zij zeer onwelkom zijn. Cole houdt haar niet voor onmogelijk, maar wel voor zeer onwaarschijnlijk, al vermoedt hij, dat Hitler zal trachten zich steeds meer te ontpoppen als de vijand van het kapitalisme en de toekomstige bevrijder van de neergetrapte massa’s in de Kapitalistische landen.

Cole gelooft niet, dat er in Duitsland sprake kan zijn van een wezenlijke communistische revolutie, tenzij met behulp en steun van de Sovjet. Op het ogenblik echter heeft Stalin wel andere zorgen. De ene zowel als de andere revolutie zou in hoge mate onwelkom zijn aan de Britse conservatieven. De Engelse regering zal zeker deze mogelijkheden niet in de hand werken.

Wat overblijft is een revolutie, geleid door ongeveer dezelfde elementen als de Republiek van Weimar bestuurden. Een dergelijke revolutie zou de steun hebben van meest alle uitgewekenen. Joden en Ariërs. Zij zou in overeenstemmiing zijn met de aspiraties van de Tsjechen en waarschijnlijk van de Oosten-