west-avonturiers noch met detectivehelden bezighoudt concentreren.

Zich op iets kunnen concentreren! Dat wil zeggen, zich niet laten gaan! Het wil zeggen; ondanks alle wederwaardigheden in het leven je energie niet verliezen, je wilskracht niet laten verzwakken. En wie heeft dit juist zo hard nodig als de werkloze?

Je inspannen en daardoor ontspanning vinden: ziedaar een wonder dat onze vriendschap met goede boeken weet te bewerkstelligen: uit haar kan de werkloze nieuwe kracht putten. Dat deze vriendschap mogelijk is, bewijzen de „boektaesprekings-cursus” in het „Anker” en de opstellen van zijn deelnemers. Deze jonge mensen weten dat het hun plicht is de opgedrongen vrije tijd zo zinrijk mogelijk te vullen.

Is het niet voor de werklozen èn voor de gemeenschap van ongemeen groot belang dat positieve eigenschappen, die de werkloosheid dreigt te vernietigen, niet verloren gaan, dat ze geschraagd worden door de kracht van de wil, door een verdubbelde wilskracht? Een wilskracht, die bij den werkloze niet in de laatste plaats tot uiting komen kan, doordat zijn liefde voor den goeden vriend, het boek, blijft bestaan, of doordat hij er nu eindelijk toe komt dien vriend naar waarde te schatten. (Verenigingsbibliotheken en leeszalen zullen hem daarbij behulpzaam zijn.) Dan zal hij ook de woorden van een lotgenoot begrijpen en beamen: ~Het iezen van goede boeken maakt, dat ook een werkloze het leven meer leert waarderen.” ~Door het lezen gaat een wereld voor je open en het leven krijgt meer inhoud.” W. K.

Katholieke democratie

Het zijn geen onbekommerde gedachten, waarmede zo velen onzer zich afvragen, of de vrede, die toch eenmaal komen moet, de mogelijkheid zal scheppen de zekerheid zal waarborgen wil ons niet uit de pen voor een menswaardig bestaan voor volken en individuen, die nu vriend en vijand zijn. Het lijdt geen twijfel of de handhaving der democratie is daartoe eerste voorwaarde. Maar niet de enige. Want niet alleen omvat onze opvatting van democratie veel meer dan in Engeland en in Frankrijk en in het eigen land verwezenlijkt is, maar wie kan de vrees van zich zetten, dat handhaving van de bestaande maatschappij-inrichting beider doel is? Intussen de ideeën zijn op weg. Hebben wij niet van de lippen zelfs van Daladier het woord „federatief Europa” opgevangen? Of Frankrijk zich echter waar maakt dat dit insluit breken met het souvereiniteitsdogma? Men mene intussen niet dat in het Frankrijk van de Grote Revolutie het denken niet verder reikt dan zelfbehoud. In officiële kringen moge men dan nog afkerig zijn zich te bezinnen op een constructieve vrede, in de organen van democratische groepen is van de aanvang af het vraagstuk onder de ogen gezien. Een uitgave van de ~Cahiers nouveux” is er in haar geheel aan gewijd. De schrijver van „Humanisme intégral” ((Naar een nieuw Christendom), Jacques Maritain, in onze kringen geen onbekende, geeft er zijn bijdrage. Er zijn bovendien een paar boeken verschenen, eveneens uit de kring van nieuw-Katholieken, die in dezelfde richting denken. Geen wonder dat de New Statesman and Nation er in zijn nummer van 23 December de aandacht op vestigt. Macmurray dan, de schrijver van het artikel, spreekt met grote waardering over een werk „Kerk en Staat”, door Don Liegi Sturzo, een ander „Voor de democratie” een verzameling van opstellen, waaronder twee van denzelfden Don Sturzo en „De idee van een christelijke maatschappij” door T. S. Eliot').

In al deze boeken gaat het om dezelfde maatschappij-opvatting, die ener christelijke democratie. Dit resultaat is gebaseerd op een onderzoek naar de betekenis van de democratie in de geschiedenis, in de maatschappelijke orde, en in verband met de tegenwoordige maatschappelijke stromingen. Het resultaat, aldus Macmurray, bedoelt een helder en duidelijk beeld te geven van wat katholieke democraten verstaan onder democratie en van het type van maatschappij, waartoe hun uiteenzetting hen verplicht.

Het Is een maatschappij, waarin het geestelijk gezag van de kerk daadwerkelijk het politieke gezag van de staat beperkt in het belang der persoonlijke vrijheid. Het sluit in een hiërarchische bouw der maatschappij, het bestaan van een elite (keurbende) de handhaving van privaat bezit en een hervormd kapitalisme.

Macmurray, onze zegsman, is van oordeel, dat de hier verkondigde denkbeelden grote invloed hebben, ook op protestantse groepen. Hij gelooft dat de Europese Christenheid, onder de druk van het socialisme, door een dergelijke sociale theorie tot eenheid zal kunnen komen. Dan zou de Kerk, wier voortbestaan afhangt van de vraag of zij de kracht heeft zich van wereldlijk gezag te onthouden, opnieuw symbool en centrum kunnen worden van verzet tegen tyrannie. De strijd voor godsdienstige verdraagzaamheid zou dan opnieuw samengaan met de strijd voor democratie.

Macmurray acht dergelijke boeken vooral belangrijk om de wijze, waarop zij de reden blootleggen waarom de worsteling tussen Democratie en Totalitarisme vervangen wordt door die tussen Socialisme en Kapitalisme. Deze schrijvers hebben een waarheid gegrepen, die over het hoofd wordt gezien door hen, welke al hun aandacht hebben samengetrokken op de maatschappelijke ordening. Naarmate de maatschappij zich sterker organiseert, wordt uit de aard der zaak steeds meer macht geconcentreerd in de handen der regering. Democratische vrijheid eist, dat de uitoefening van politieke macht beperkt wordt door de rechten van het individu. Zonder een religieuze overtuiging, die de waarden van het persooniijk leven handhaaft als het einddoel van alle politieke machtsuitoefening, is beperking van regeringsmacht uitgesloten.

„Dan wordt macht zichzelve tot doel. De levensmiddelen bepalen de levenswaarden en de totalitaire staat is geboren. De verdediging van het Christendom en van de vrijheid hangen onontwarbaar 'samen en dit is zo of de totalitaire staat een socialistische of een kapitalistische is.”

Het hoogst belangrijke slot van Macmurray’s beschouwingen geven wij hier letterlijk:

„Het is de waarheid van dit inzicht, die de leer zo gevaarlijk maakt. Want zij piaatst in de schaduw die andere waarheid, dat het voortbestaan van het kapitalisme de verdediging van vrijheid onmogelijk maakt. De druk van toenemende verarming dwingt de massa in Europa bestaansmiddelen te vereenzelvigen met het levensdoel en zo verdwijnen de geestelijke waarden uit het bewustzijn. Wanneer het Christendom zich verdedigend, de verdediging van geestelijke waarden vereenzelvigt met de verdediging van de traditionele maatschappelijke orde, die zij, in gans andere levensomstandigheden in het leven riep, dan zal het, in wonderlijk gezelschap, komen te vechten voor de democratie tegen het socialisme. De halve waarheid die het ziet noch de oprechtheid van zijn bedoeling zullen het resultaat beïnvloeden. Mocht de zijde, waarbij het zich heeft aangesloten, winnen in de concrete strijd, dan zal het geholpen hebben, om een Totalitair Fascisme in het leven te roepen. Verliest het, dan zal het een Totalitair Socialisme onvermijdelijk hebben gemaakt. In het ene zo goed als in het andere geval, zal het de democratie vernietigd hebben die het hoopte te verdedigen, zal het de massa vervreemd hebben van religie, en zichzelf machteloos gemaakt hebben.”

„Alleen de versmelting in de geest der massa van de verdediging van het Christendom met de verwezenlijking van het socialisme, KAN de democratie redden.”

E. C. KNAPPERT.

') De belde eerste werken zijn, vermoeden wij. oorspronkelijk in het Frans geschreven, tenzij het eerste in het Italiaans. Het laatste is Engels.

Fantasie en

werkelijkheid

Uit een brief van een mobiliseerde:

„...Veel dank voor de regeU matige toezending van „Tijd en Taak”. U doet me daar een groot genoegen mee. Het blad interesseert me en ik stel me voor, na m’n mobilisatieplicht vervuld te hebben, een abom nement te nemen. Het zal U genoegen doen te vernemen, dat niet alléén ik, maar ook meerdere van m’n collega’s met belangstelling dit blad lezen, zelfs degenen, die er eerst zeer gereserveerd tegenover stonden ...

Na het lezen van deze brief ben ik gaan fantaseren. Indien een drie: duizendtal abonnees, die het blad niet bewaren, dit doorzenden naar gemobiliseerden, wat zien we dan gebeuren? In de eerste plaats lezen de 3000 abonnees „Tijd en Taak”; neem daarbij 3000 gezinsleden: is 6000 lezers. Wordt het blad aan de gemobiliseerden toegezonden en geven deze, als briefschrijver, het blad door aan 2 collega’s, dan kum nen we aannemen, dat =15.000 lezers elke week T. en T. onder ogen krijgen. Zegt dat wat? Gaan we door met onze fantasie, dan zien we gebeuren, dat de helft van de gemobiliseerden, als ze „af: zwaaien”, abonnee worden; 4500 nieuwe abonnees, dat wil dan zeg: gen: het blad kan in prijs worden verlaagd en nieuwe abonnees stromen weer toe. We gaan naar de 10.000!!

Er is meer werkelijkheid uit fam tasie geboren.

Wie doet hieraan mee? Wil men zijn blad opsturen, maar weet geen naam en adres, geeft dit ons op; weet men wel adressen, maar men stuurt reeds het blad op, dan zul: len wij zorgen, indien deze adres: sen ons toegezonden worden, dat ook dit opgeknapt wordt. Wij wiU len gaarne de schakel zijn.

Bekend is zeker, dat verzending van nieuwsbladen aan gemobilU seerden portvrij is.

A. BUIJS,

Sperwerlaan 38,

Amsterdam:Noord.

Abonneert U op Tijd en Taak üllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllliuilllllllli