_ I I I I Uver toekomst en keuze

Beste Kerel!

\t ind je het erg, dat ik je op deze plaats ’ antwoord? Ik doe dat, omdat ik geloof, dat jouw vragen opkomen bij honderden anderen, die zijn als jij en ik: intellectuelen, met een pracht-jeugdbewegingstijd zo vlak na de vorige wereldoorlog en die toen boomden en streden en scholden en dweepten. En nu moeten wij leven in deze wereld, die niet klopt met wat wij wilden en die zich anders ontwikkelt, dan wij dachten. In die wereld moeten wij leven, terwijl wij nog een toekomst vóór ons hebben.

Ik geloof, dat ik je brief in drie punten kan samenvatten. Je zegt: le. Met deze oorlog heeft de kapitalistische democratie afgedaan.

2e. Op grond van historische beschouwingen kunnen wij concluderen, dat de Westeuropese (christelijke) cultuur in de neergang is, en dat zij haar hegemonie zal verliezen. 3e. Wij kunnen noch Duitsland noch Rusland noch West-Europa als dragers van de toekomst zien, want allen stellen het geweld op de eerste plaats. En je conclusie uit dit alles is: Wij kunnen met de ene oorlogvoerende macht niet sympathiseren en nog minder de andere bestrijden.

A. Rodin

De hand van God

Nu zul je, om te beginnen, mij direct toe moeten geven, dat je conclusie, zo zij redelijk aanvaardbaar was, je toch niet bevredigt. Ik weet hoe je bent en hoe wij allen zijn: je wilt met zuivere maatstaven alle zedelijke verschijnselen meten. En als dan blijkt, dat aUe redeneringen voor of tegen, hoe gewichtig ook, gewogen en te licht bevonden worden, dan ben je theoretisch verantwoord; maar practisch heb je een loom gevoel in je lijf. Eenvoudig hierom, omdat het leven tot een keuze dwingt. Het is een natuurlijke behoefte om in een strijd sympathie of antipathie te tonen. Daarbij geremd te worden door overwegingen van welke aard ook, maakt je mat, somber, ja toch weer, ondanks alle redenatie, onzeker. Daarom: laten wij ons leven niet onderwerpen aan een theorie!

Over de zaken zeil wil ik twee dingen zegi gen. le. over de toekomstverwachtingen.

Je spreekt van een afgedaan kapitalistische democratie en van eeß Westeuropese cultuurin-neergang. Je spreeM daar met groter zekerheid over, dan ik zOD kunnen doen. Ik kan dat niet, omdat ik vaß de toekomst niets weet. Ik weet wèl, wat ik zoi willen; en ik probeel uit te rekenen, wat zou kunnen. Maar ik weiger mijn oordeelvellingen te gronden, op wat gebeuren zal. Ziet, dat is het gevaar van historische beschouwingen. Ze dringen ons een zekere verwachting op, door te suggereren, dat er wetmatigheid in de geschiedenis zou liggen. Maar als wij de geschiedenis zo nuchter mogelijk bekijken, dan is er meer, dat „eenmalig”, dan wat wetmatig geschiedde. Zeker, er valt uit de geschiedenis veel te leren. Maar juist niet, wat jij eruit leren wilt, n.l. hoe het in de toekomst zal gaan. Geschiedenis doet het heden, niet de toekomst verstaan.

lk wil dat demonstre, ren aan je stelling, dat de Westeuropese-chr;'*- – telijke cultuur in neer» , – . gang is. Je verwijst L daarvoor in je brief naar Griekenland en Rome. Ja, noch van de Griekse stad-staten, noch van het Romeins# imperium is iets over. Maar nu deze vraag: zijn Griekenland en Rome werkelijk ten onder ge» gaan? Wat denk je van de Renaissance toen Griekenland en Rome opnieuw aan het woortf kwamen? En wat zegt je het feit, dat Macchiavelli, grondlegger van de politieke machtstheorie, zijn studiën fundeerde in de bestudering van Livius’ geschiedenis van het Romeinse rijk? Zeker, allerlei vormen zijn verdwenen. En andere zijn ervoor in de plaat# gekomen. Maar de eigenlijke problemen, waif het in de samenleving en waar het in de mensenziel om gaat, zijn op geheel andere manierj verschoven dan die der politieke en vormen! En verder: het woord neergang wil| er bij mij niet in. Zeker, ik zie heel wel, hoe-i zeer de techniek het aanzien van onze cultu®i veranderd heeft. En ook, hoe middeleeuwen en nieuwe tijd verschiilende tijdperken zijn. Maar betekent dat, dat er geen middeleeuwen meer zijn en dat de nieuwe tijd heus een nieuioe tijd was? In het woord neergang ligt een waarde-oordeel opgesloten, dat ik moeilijk' aanvaarden kan, vóór ik weet, waar de maat-\ staven liggen.

Maar ook zakelijk: West-Europa gaat niet onder! Ook al zou niet één steen op de ander blijven staan. Eenvoudig al hierom niet, omdat thans voor het eerst de ganse aarde door West-Europa is aangeraakt en aangetast. Inderdaad, óók: aangetast. Aangeraakt: wat denk je van Noord-Amerika? Zou dat zo maar verdwijnen na deze oorlog? Noord-Amerika is West-Europa, maar dan in eigen gestalte. En aangetast: toen Rusland in de vorige eeuw, na lange afgeslotenheid, door de macht van geld en geest werd opengebroken, toen werd over Rusland een West-Europese geest met Russische pathos vaardig.

Terloops moet ik óók bezwaar maken tegen je gelijkstelling van West-Europese en Christelijke cultuur. Ik laat de vraag staan, of ik hier critiek op het christendom in moet lezen. Ik vermoed, dat je bedoelt: ze gaan beiden onder. Dat geioof ik reeds naar het uiterlijk

oordelend hierom niet, omdat het Christendom en de Westerse Cultuur helemaal niet samenvallen. Bovendien valt het christelijke element in de West-Europese cultuur bij nader toezien bar tegen. Thans, nu inderdaad West-Europa, al dan niet stervend, in ieder geval ternauwernood meer christelijk te noemen is, wordt er in de christelijke wereld ernstig rekening mee gehouden, dat uit de jongere kerken van China en Indië een nieuwe kracht voor het christelijke leven zal opkomen. Misschien ligt in een waarlijk aanvaarden van Christus voor West-Europa thans nog de enige kans om niet onder te gaan in barbarendom.

2e. Maar nu de keuze.

In het algemeen stel ik deze vraag: indien Je heus gelijk had en wij in een ondergaande cultuur zouden leven, zijn wij dan van de verplichting ontslagen, een keuze te doen? Vergeet niet, dat wij, binnen die „ondergaande” cultuur, dan toch maar moeten leven! En zolang wij erin leven, zullen wij erin moeten werken. Maar tenslotte afgezien van het al-ofniet-ondergaan: wil werken niet voor een cultuur. Jij niet en ik niet. Cultuur is een gegeven, geen doel. En als het soms eens doel wordt, dan is het toch om wat anders. N.l. waarheid. Trouwens, jijzelf blijkt bij je beoordeling tenslotte ook niet de vraag te stellen, of je al dan niet deel hebt aan een ondergaande of opgaande cultuur. Jij beoordeelt de politieke machten, die thans vechten naar het geweld, dat ze gebruiken. Dat betekent: jij hebt je basis gevonden in de strijd tegen geweld. Het is voor jou (en voor mij) een levende waarheid, dat de hardheid, die mensenlevens vernietigt, niet aanvaard mag worden. Waarom? Heb je daar een proefondervindelijk vast te stellen bewijs voor? Ik niet! Ik kan tegen een redenering van Hitler, die het geweld een plaats geeft bij zijn activiteit, niet op. Dat hij ongelijk heeft, is tenslotte toch mijn overtuiging. Voor die overtuiging kan ik allerlei bewijzen aanvoeren, maar juist tegenover het nationaal-socialisme weet ik, dat het een geloofsovertuiging is.

En nu concreet: moeten wij als wij het over het bovenstaande eens zijn. Rusland, Duitsland, Engeland en Frankrijk over één kam scheren? Moeten wij zeggen: het is allemaal quatsch? Neen! Niet alleen, omdat het van een gebrek aan werkelijkheidszin zou getuigen. Maar wij kunnen toch, met alle terughoudendheid, die ons socialisten past, vaststellen, dat een overwinning van Duitsland en Rusland minder kansen biedt aan de overwinning over het geweld in het internationaal verkeer dan een overwinning der geallieerden. Wachten, tot West-Europa zich opwerkt tot strijd met bovengewelddadige middelen, om dan pas met hart en ziel de kant van ~West-Europa” te kiezen, is mij te veel én te weinig. Teveel: want ook dan zou ik mij niet met hart en ziel willen overgeven. Te weinig, want het geeft mij niets voor de werkelijkheid van het heden.

Daarom geloof ik, dat je verkeerd doet, vanuit een toekomstvoorstelling, die aanvechtbaar is, alle machten, die heden vechten, over één kam te scheren, en bang voor je sympathie te zijn. Zonder in de toekomst te kunnen zien, staan wij toch niet hulpeloos. Wij vragen tenslotte niet naar op- of neergang. Wij vragen naar kansen voor wat ons het beste lijkt. Dan blijven wij in reële verhoudingen. Ik hoop, dat wij het zó eens zijn.

L. H. RUITENBERG.

Dr. Banning's nieuwe boek is zojuist verschenen

„EEN WEG OPWAARTS '

DE NIEUWE OORLOG DE NIEUWE VREDE door Dr. W. BANNING 120 bladz. Ingenaaid f 1.75, gebonden ƒ 2.50. Koopt of bestelt dit belangrijke boekje in een der A.P.-Boekwinkeis of bij een onzer agenten!

BESTELBILJET

Ondergetekende wenst te ontvangen van Boekenbedrijf N.V. De Arbeiderspers te Amsterdam of van de A.P.-Boekhandel te ex. Dr. W. Banning: EEN WEG OPWAARTS Ingenaaid ƒ 1.75 gebonden ƒ 2.50

Naam: Adres: Woonplaats: