De Arbeiders-Cemeenschap viert haar twintig-jarig bestaan

Opening van een nieuwe vleugel van het gebouw Bentveld

HULDIGING VAN DORA DE JONG

Zaterdagmiddag waren in Bentveld ruim Honderd leden van de Arbeidersgemeenschap der Woodbrookers in Holland samengekomen om blondere, twlntigste jaarvergadering bi] te vronen. Dr. Banning opent ruim 3 uur met een ko woord. Hij laat de groei van het werk zie , terwijl thans de A.G. op het punt staat een nieuw gebouw m gebruik te nemen. Nu re blijkt het nieuwste A.G-werk het voor geestelijke en vleugel volstrekt nodig te hebben. In 193 stonden 3, thans 8 personen in vaste diens van Bentveld.

Over het nieuwe gebouw sprekend, stelt' Banning vast, dat het den architect G. Feen-| stra gelukt is een organisch geheei van de I drie gebouwen te maken. De samenwerking j was voortreffelijk, zowel met den architectj als met den aannemer Van Sluisdam. Spreker! dankt hen en de uitvoerder Kerkman voor hunj

De aanwezigheid van zovelen bewijst, dat het werk door een kern met grote trouw gedragen wordt. Van weinige verenigingen kan gezegd worden, dat er zo’n geringe periferie is en zo’n grote bewuste kern bestaat. Vooral voor zich en de staf is het spr. een behoefte te zeggen, dat het werk hen gevormd heeft. Daar is spr. zéér dankbaar voor. Barchem. Bentveld, Kortehemmen zijn geestelijke tehuizen geworden. Deze te mogen dienen, Waakt rijk. |

Véél wordt thans vernield. Wij bidden, dat het door de stormen niet vernietigd worde en door onze trouw niet verioren zai gaan. De vergadering bezoekt groepsgewijze het nieuwe gebouw. Lager dan het grote gebouw staat het rechthoekig op de iinkervieugel van het pand. De strakke iijn en de witte pieistering maken een frisse, sobere indruk. Het huis heeft een ruime congier ge-woning en teit 8 zit-siaapkamers en 10 één persoons-siaapkamers.

De vergadering

Vervolgens opent voorzitter Banning de jaarvergadering, nadat de vergadering een lied gezongen en stilte in acht genomen heeft. Wij zijn, aldus spreker, dankbaar aan God, dat dit werk ons in handen gelegd werd. Als God iets geeft, geeft hij iets van zichzelf. Dat legt ons de grootste verantwoordelijkheid op. Dat beseffen wij te sterker, als wij aan heden en toekomst denken. Wij hebben iets van eeuwigheidswaarde door een ontgoddelijkte wereld te dragen. Het betekent, dat thans de goddelijke geestdrift, die vroeger door grotere gemeenschappen en bewegingen heen ging, nu slechts in kleinere kringen tot uitdrukking komt en dó,ó,r beschermd wordt. Daarom moeten wij beginnen met een kring van volstrekt eenvoudigen, beter, de volstrekt armen. Onze dankbaarheid moet ons ervoor behoeden, dat wij niet tot secte verstarren. Wij zullen in het besef van verantwoordelijkheid moeten doorgaan. |

Nadat de notulen der vorige vergadering door de secretaresse Dora de Jong gelezen en door de vergadering goedgekeurd werden, kwamen de jaarverslagen aan de orde. Aan dat van de secretaresse ontlenen wij de volgende gegevens: het ledental is vrijwel stabiel 694 gewone en buitengewone leden (v.j. 707). Het aantal werklozeninternaten bedroeg 16.

DE NIEUWE VLEUGEL

J. V. d. Kleft dringt aan op grotere activiteit bij ledenwerving. De A.G. is wel wat al te beschroomd bij haar propaganda. Na enige discussie wordt het verslag goedgekeurd. Het werk te Bentveld toont stijging. De cursussen, 24 in aantal, waren bezocht door 1140 personen (v.j. 22 met 1082 bezoekers), Kortehemmen omvat minder cursussen: 7 cursussen met ruim 500 bezoekers. 650 „Vrienden van Kortehemmen” dragen mede het werk.

Penningmeester v. d. Kleft legt verslag der llnanclën af. De kaspositie Is gunstig. Er was een batig saldo. Het zijn vooral enige belangrijke schenkingen, die een grote uitbreiding van het werk mogelijk maakten. Een actie voor fondsvorming om een vrijgestelde In Kortehemmen te kunnen benoemen zal worden Ingezet. In plaats van mej. Dora de Jong, die na een

20-jarig bestuurslidmaatschap, zich niet meer beschikbaar stelt, wordt mevr. F. Kalma-- Koops te Hogebeintum benoemd. Als secretaris werd het bestuurlid dr. D. J. Wansink aangewezen.

Banning sluit met een enkel woord.

Herdenkingsrede Dora de Jong

Na een korte morgenwijding, waarin Banning sprak over „Bereidheid”, kreeg Dora de Jong het woord.

Zij vangt aan met een uiting van blijdschap, dat, aan het eind van haar 20-jarig secretariaat zij opdracht kreeg te spreken over het werk van de A.G. gedurende deze periode.

Na in korte trekken het ontstaan der Woodbrookers-vereniging in Holland te hebben geschetst, gaat zij het groeien van de A.G. binnen deze vereniging na. Reeds spoedig na haar stichting, in 1908, werden sociale problemen aan de orde gesteld. Van 1911 af komen maatschappelijke lezingen voor, maar het zou 1919 zijn, voor vijf mensen de verantwoordelijkheid namen voor het werk der Arbeidersgemeenschap, die de socialistische arbeidersbeweging in religieuze geest wil dienen. Deze vijf mensen zijn: W. Banning, Dora de Jong, M. J. A. Moltzer, zr. H. de Roever en J. Jac. Thomson, die in het Utrechtse „Pomona” voor dat doel samenkomen. Men besluit zich toe te leggen op het houden van cursussen binnen Verenigingsverband.

De eerste cursus werd 29 Mei 1920 gehouden in Lunteren.

Al spoedig kon men niet meer in Lunteren samenkomen, omdat men bezwaar had het conferentiehuis aldaar aan arbeiders te verhuren. Via Soesterberg kwam men in Barchem.

Dit soort werk was in Holland nieuw. De cursussen werden gekenmerkt door diepe ernst en grote warmte.

Nodig werd het al spoedig tot een verhouding te komen met het oudere R.S.V. Het ging niet zo makkelijk. Pas in 1924 werd over afbakening van eikaars werk gesproken. De plannen om bij de oprichting van het Instituut van Arbeidersontwikkeling in 1926 het R.S.V. op te heffen worden geketst. 1927 brengt het grote religieus-socialistisch congres. Daarna komen de beide rel.-soc. bewegingen dichter bij elkaar. Maar tot fusie kwam het niet. Wel tot oprichting van een Centrale Commissie voor het religieus-socialisme. In 1934 wordt door de stichting der Federatie van Rel. Soc. Gemeenschappen de verhouding geheel herzien. A.G. en de plaatselijke rel.- soc. gemeenschappen werken daarna voortreffelijk samen.

De verbindingen met buitenlandse rel. socialisten worden door de A.G. gelegd en sindsdien geregeld versterkt. Wel blijkt steeds hoe groot de verschillen tussen de groepen zijn. Van een hechte internationale organisatie kon derhalve niets komen.

Naar de kant der oudere Vereniging van Woodbrookers was de verhouding steeds voortreffelijk. Een goed ding daarbij was dat de Arbeidersgemeenschap een zelfstandige plaats binnen die Vereniging kreeg.

Plaatselijk werk werd eveneens verricht. Week-einden konden in verschillende plaatsen gehouden worden. Ook hier werd de sfeer van de Barchem-cursussen gehandhaafd. Tegenwoordig worden ze niet meer georganiseerd. Publicistisch legde men zich vooral toe op de uitgave van de bekende serie „Religleussocialistische vragen”, waarin ruim 20 nummers verschenen. Los van, maar nauw verbonden met de A.G., ontstond de wetenschappelijke werkgroep, die vijf geschriften uitgaf.

Naar binnen was groei zichtbaar. De cursussen roepen verlangens naar leergangen tot meerdere verdieping op. Spoedig blijkt, dat sommige mensen te zwaar belast worden. Als bij het 10-jarig bestaan in 1929 enige zéér grote giften het mogelijk maken Banning óók aan de A.G. als directeur te binden, vangt zijn geheel eigen werk binnen het religieussocialisme aan. Nieuwe perspectieven openen zich bij de stichting van het huis in Bentveld, geopend in 1931. Werklozen-internaten kunnen nu gehouden worden. Per jaar nemen een 600- tal werklozen daaraan deel.