was individualist en wij laten de collectiviteit niet los. Hij wenste wel in de collectiviteit dóór te dringen, maar wij kunnen niet anders dan ons bewust maken, hoezeer wij er deel aan hebben. Niet alleen als feit, maar ook omdat het zo goed is.

De Ligt beet zich vast aan één probleem: het militarisme. Hij heeft het probleem uitgediept tot in metafysische lagen. Vandaaruit voelde hij de draden naar alle andere gebieden gespannen. Dat heeft hem intussen verhinderd „gewoon” te staan temidden van arbeiders-van-de-vakvereniging.; en het heeft hem gebracht tot een activiteit in politiek opzicht, die theoretisch schoon, maar practisch ondoelmatig was: in anti-militaristische organisaties, tenslotte in de G.P.1., waarin hij de vredeskrachten wilde verzamelen, zonder te letten op de objectieve vredeskrachten buiten het volstrekte pacifisme. Daarbij kón hij zich ernstig verkijken: de gronden waarop hij verwachtingen heeft van de Groenendaalbeweging bewijzen zijn gebrek aan practischpolitieke zin, de manier waarop hij in „Kerk en Vrede” een geestverwante organisatie zag, toont aan, dat hij tóch de inneriijk-verschUlende motieven niet voldoende zwaar liet gelden.

Tenslotte moesten wij neen zeggen, vanwege zijn concipiërend vermogen, dat fraai is ais verbeelding, maar teveel speculatieve elementen bevatte om volkomen in ernst te worden genomen. Hij verstaat de zin van alles zó. dat ’t één wordt. Wij lezen b.v., hoe hij zich voelt aangetrokken tot de Renaissance, die hij verstaat als de verwachting van „de geestelijke, universele mens, in wie Christus, Prometheus en de wijze van de Stoa werden samengedacht”. (pag. 108). Bij zulke zinnen schiet mij het woord van Just Havelaar te binnen, die eens zeide: „Als je De Ligt al sprekende met zijn arm het heelal ziet omvatten, zou je willen roepen: ho eens even, hoe zit dat precies!”

De artikelen, die volgen op dat van Mispelblom Beyer spreken vol eerbied op eigen manier hetzelfde breder uit, als het eerste stuk. Soms derailleert een schrijver. Als mevr. Van Wijk—Erlks en mevr. Mispelblom Beyer— v. d. Berg V. Eysinga, schrijvend over ~De bevrijding van de jeugd en van de vrouw”, zich laten ontvallen, dat de K.G.0.8. lieden zonder politieke belangstelling en zonder politiek besef voortbracht, en dan verwijzen naar Vorrink, Banning en Molendijk, dan vreest men toch hier voor een afschuwelijk misverstand. Van de beide schrijfsters, wel te verstaan.

Het boek eindigt met een inleiding van De Ligt over „De wetenschap van de vrede”, een lezing, die hij, overvallen door ziekte, niet meer kon houden. Een bibiiografie legt getuigenis af van zijn enorme activiteit, terwijl men weet, dat elk boek, daarin genoemd, een beangstigende belezenheid onthuit. De foto’s, waarvan een enkele iets te pretentieus is, verlevendigen het boek ten zeerste.

L. H. RUITENBERG.

‘) Bart de Ligt, 1883—1938. Gedenkboek. Van Loghum Slaterus. Arnhem 1939. Geb. ƒ 2.90.

BOEKBESPREKING

De Wandelaar. Februari 40. Uitg.: A. G. Schoonderbeek, Laren.

Niet alleen de iUustraties, maar ook de tekst van dit tijdschrift is de moeite onzer aandacht zeer waard. We bespieden met den schrijver een reigerskolonie en leren de reigersopvoedkunde kennen. De ouders dwingen door de honger hun jongen de vleugels te gebruiken en te gaan vliegen. Een interessant geval van vergiftiging door de dolle kervel in de 18e eeuw wordt verteld, waarbij men tevens een kijk krijgt op de dokters en de geneeskunde van die tijd. We dwalen rond in het land der Puszta’s met zijn vurige en vrolijke bevolking. De folklorist Van der Ven vertelt van narrenschepen en him betekenis in het volksleven. We zien rond in het meest onbekende deel van ons vaderland, Zeeuws-Vlaanderen. Hebben onze voorouders zoveel notitie genomen van de sterrenhemel, als eens de Oosterlingen deden, en zich kennis verworven door nadenken en berekenen van deze wereld van het oneindig grote? Men meent van niet; maar dr. A. C. de Koek acht dit een dwaling. We wandelen in een koude winternacht met een boswachter door de winterrlmboe op zoek naar stropers. Een gemobiliseerde beziet het winterlandschap met het oog der lenteverwachting. Zo ziet hij reeds een en ander.

waar wij nog niets opmerken. Wij krijgen een beschouwing en waardering van Twentse oudheden. Een zeer dramatische legende over het duivelsvuur van Schiermonnikoog, die stof geeft voor een toneelstuk of roman, wordt bijzonder boeiend weergegeven. Er is een aardig verhaal over een Pekingeesje, dat wel een mensenziel in een hondenlijf schijnt te zijn. Er is verder goede raad voor de heesters en het eerste werk in de tuin en voor onze kamerplanten. Wij krijgen ook wenken over hetgeen er de komende weken aan de sterrenhemel zal zijn te zien. Dit is de rijke inhoud van dit nummer, dat ook weer vele mooie platen en tekeningen te zien geeft. Ik leen mijn exemplaar uit aan een bevriend gezin en zowel de oude grootvader als de kleinzoon verzekeren me, dat zij altijd de Wandelaar van a tot z lezen en ervan genieten. J. A. B.

Otto Braun, Von Weimar zu Hitler. Europa^Verlag, Zürich-New York.

Dit is het sympathieke boek van een sympathiek mens, van een voorbeeldig landsbestuurder, van den zeer plichtsgetrouwen en loyalen Otto Braun, die 12 jaar lang onafgebroken Pruisisch minister-presldent geweest is (en die van zich zelf zegt: „Eerzucht en machtswil, die eigenschappen bezit Ik niet.”)

Wat hem belangrijk voorkwam „van Weimar tot Hitler”, tekende hij op in deze herinneringen: herinneringen van een onkreukbaar man over andere zeer rechtschapen democraten en over illusionistische zwakkelingen, over gewetenloze intriganten en over infame schavuiten. En uit al die notities herrijst dan weer voor ons: de tragedie der Duitse Republiek.

Hoewel het boek zo goed als geen nieuwe gezichtspunten bevat, is het interessant hier te lezen, wat een van de kopstukken van „Weimar” over die staat te vertellen heeft en welke invloed hij er in

uitoefende. H. W.

Verenigingsleven

Ti|d en Taak-actie

Om gezondheidsredenen moest onze vriend Pereira het werk, door hem verricht, overdragen aan A. Buys, (Sperwerlaan 38, Amsterdam). Voor een groot deel bestond dit hieruit dat door hem bedankjes en proefnummers werden doorgezonden naar de werkers in den lande, ’t Bleek echter bij nader onderzoek, dat enkele van deze werkers verhuisd waren naar elders, ook dat anderen zich niet meer beschikbaar kunnen stellen Nu is de vraag aan onze aangesloten rel. soc. in de eerste plaats, maar ook aan anderen die wat voor de zaak willen doen, deze:

Kunt u zich belasten met de taak om, wanneer u een opgave ontvangt, dat iemand bedankte als abonné, of proefnummers zijn verzonden aan een bepaald adres, deze op te zoeken, om de afvallige vast te houden of de adsplrant-lezer vaste abonné te maken? ’t Spréék vanzelf, dat dit enige tijd vergt denkt nu echter niet dat ge dag in dag uit er op uit zult moeten trekken. ledereen, zelfs degene, die een drukke werkkring heeft, kan dit werk volkomen doen. Met wat goede wil komen we een heel eind. Niet altijd heeft dit werk resultaat, dit spreekt vanzelf, de practljk wijst er op dat met een beetje goed aanpakken voldoende succes verkregen wordt en we dit werk niet mogen verwaarlozen.

Een briefkaartje aan genoemd adres zal ons buitengewoon welkom zijn en laat er nu niet gezegd worden: dat zal wel door lemand anders uit m’n woonplaats worden opgeknapt.

Laat het dus aanmeldingen regenen.

Van de Federatie-Tijd en Taak 8 cent per week!

Ook op deze plaats van „Tijd en Taak” wijs ik op de nieuwe mogelijkheid, ons blad per week te betalen a 8 cent per nummer. Met de instelling van weekabonnementen is de mogelijkheid geschapen de lezerskring uit te breiden, vooral onder arbeiders en kleine middenstanders. Het is de taak van de gezamenlijke lezers, deze mogelijke uitbreiding zo snel mogelijk te verwezenlijken. De vindingrijken weten wel hoe ze dat aan moeten pakken. Voor de fantasielozen enkele wenken: le. Vergeet bij uw propaganda voor „Tijd en Taak” nóóit de mogelijkheid van een weekabonnement te vermelden; 2e. Let op de mogelijkheid van samen lezen, waarbij elk de halve prijs betaalt; 3e. Laten de R.S.G.’s even die leden, belangstellenden en internaatbezoekers langs gaan, die nu voor een weekabonnement in aanmerking komen.

D. TINBERGEN, secretaris. Abrikozenplein 37, Den Haag.

Tijd en Taak-club Bellen In de laatst gehouden bijeenkomst bracht de heer Jac. Wassenaar verslag uit van de jaarvergadering der Federatie, dat met grote aandacht werd gevolgd.

De afgevaardigde kreeg een bedankje voor zijn goed verzorgd verslag.

Besloten werd het boek van Banning, dat inmiddels reeds ontvangen is, in verschillende bijeenkomsten te behandelen. De eerste lezing zal worden gehouden Zondagmiddag 3 Maart.

Tijd en Taakgroep Dordrecht

Maandagavond 4 Maart a.s. (8 uur precies) komt de groep weer bijeen. De discussies zullen vervolgd worden daar, waar we de vorige keer zijn blijven steken, n.l. bij „Christendom en klassenstrijd”. Plaats van samenkomst Huize „De Boer”.

R.S.C. Deventer

Vrijdag 23 Februari 1940 hielden wij onze jaarvergadering. Na de gebruikelijke afwerking van Opening, Notulen, Jaarverslagen, Ingekomen stukken en Verslag van de jaarvergadering in Bentveld, wat allemaal met een woord van dank werd goedgekeurd, volgde bestuursverkiezing. Aftredend en herkiesbaar waren v. As en Piensen. Hiervoor waren geen tegencandidaten, zodat beiden bij acclamatie herkozen werden. Voorts volgde bespreking spaarfonds voor weekend Barchem. Hiermede zal zo spoedig mogelijk weer begonnen worden. Als intermezzo op deze vergadering luisterden we gezamenlijk naar de rede van dr. Banning, die juist deze avond voor de radio sprak. Een mooi en nuttig intermezzo, waaruit bleek, dat er toch ook nog wel gezamenlijk geluisterd kan worden. Hierna sluit de voorzitter, met dank voor de goede opkomst, deze vergadering.

R.S.C. – Rotterdam

Op Maandag 11 Maart komt Ds. A. van der Heide uit Voorburg voor ons spreken over: „Godsgeloof en Godsvoorstelling”. Deze bijeenkomst wordt gehouden in „Ons Huis”, Gouvemestraat 133 ’s avonds 8 uur. Toegang 10 cent.

Naar aanleiding van het pas uitgekomen boek van Dr. W. Banning „Een weg opwaarts”, stelden wij reeds enige cursusavonden in uitzicht. Hiervoor zullen wij bijeenkomen op de Zaterdagavonden 16 en 30 Maart, 13 en 27 April bij den cursusleider J. van Rhijn aan huis (Doezastraat 8).

Om het ieder mogelijk te maken, deze besprekingen bij te wonen, is het cursusgeld bepaald op minstens 5 cent per avond. Voor het verzamelde bedrag worden enige exemplaren van het te behandelen werk aangeschaft, om onder de cursisten te laten circuleren. Wie zich nog niet definitief opgaf, kan dit nog doen tot uiterlijk 5 Maart bij Mevr. J. Krul—Bulsing, v. Heusdestraat 9, telefoon 37535.

R.S.C. – Utrecht

Op onze bijeenkomst op Zondag 5 Maart in gebouw „Harmonia”, Ambachtstraat 12, zal als spreker optreden Ds. J. L. Paber te Zutphen. Onderwerp „De strijd tussen twee werelden”. Aanvang des avonds 7 uur. Entrée 10 ct., voor werklozen vrij.

„Ergens in Nederland '

’t Is goed gegaan met de verzoeken van onze lezers om opgaven van adressen van gemoblliseerden, waar het blad Tijd eai Taak naar toe gestuurd kon worden. Ook werden vele verzoeken gedaan om het op te zenden naar een of ander adres ergens In Nederland.

—’t Spreekt echter vanzelf, dat we m dit geval nooit tevreden mogen zijn. Mochten er nog onder onze lezers zijn, die verzuimden zich op te geven voor doorzending, we houden ons aanbevolen!

Indien men weet wat ondergetekende bekend Is dat ons blad serieus wordt gelezen door mensen van versehlllende richting, dan kan het niet anders of men doet mede en vraagt aan onderstaand adres waar men zijn blad naar toe kan zenden.

Niemand zal ontkennen, dat Tijd en Taak beter door 5 dan door 1 lezer bestudeerd kan worden.

A. BUYS, Sperwerlaan 38, Amsterdam.

INHOUD; Blz. Een schuldvraag, W. B 1 Buitenland: Olie, B. W. Schaper 2 Vergeven, P. Kalma—Koops 3 Binnenland: Het licht is niet te keren, De Leider, Houd braaf stand, J. A. Bruins 4 Bij een tekening van M. v. d. Valk, H. A. Gerretsen 5 „Wijsheid en schoonheid uit China”, H. Roland Holst 5—6 De wrake Gods, René 6—T Aan de Joodse Rabbijnen, Joost v. d. Vondel ... 7 Licht over Moscou, E. O. Knappert 7 Bart de Ligt herdacht, L. H. Ruitenberg 7—B; Boekbespreking 8 Verenigingsleven 8