hoorden te verlangen) in hechtenisse Is het in uwe macht ons enen anderen te geven, of te den seiven wederom toe te steilen? Waerom hebben wij ons leven so dikwijls gewaeght? Wat prijs ofte loon van onse langdurige moeyte ende arbeidt, tot in onsen ouderdom ende met verlies van alle onse goeden, ulieden ten dienste ghedaan, konnen wij anders verwachten, dan dat wij begeeren, selfs met onsen bloede soo ’t noot is, ulieden een vrijheit te gewinnen ende te koopen? So ghy dan bevint. Mijne Heeren, ofte het ulieden so dunckt, dat ons afwesen, ofte oock onse doodt, ulieden iet dienen kan: wij sijn bereydt ulieden ghehoorsaem te wesen. Sendt ons slechts henen ende gebiedt ons tot aen ’t eynde der weerelt te gaen: ende wij sullen 't ghewillighlick doen. Siet daar is oock ons hooft, over ’t welcke gheen Vorst noch Potentaet macht en heeft dan ghy alleene: doet daermede wat Ulieden belieft tot uwe welvaert Maar so ulieden daerenteghen dunckt dat de tamelicKe ervarentheit ende vlijticheit, die wij met so langhen ende ghedurigen arbeit verkregen hebben, ofte dat de reste van onse goeden metgaders ons leven ulieden in toekomende tijde noch konnen dienstelick sijn.

Je maintiendrai.

Nu vertuien we verder:

neemt een beslissing over de zaken die wij u hierbij voorleggen. En laat ons vervolgens eendrachtig de bescherming van dit goede volk op ons nemen, dat niet anders verlangt dan goede raad, om die te kunnen nakomen en volgen. Wanneer gij dan tegenover ons in die gezindheid blijft volharden die gij ons totnogtoe hebt getoond, hopen wij daardoor en vooral door Gods genade, alles wat gij in uw eigen belang en tot de dienst van God nodig vindt en besluit, met de grootste toewijding te bevorderen en uit te voeren.

Van over de grenzen

Hoe gedragen zich de kerken in het buittenland? De slechte communicatiemiddelen ten spijt, kan men toch een indruk krijgen. Hier en daar verschijnt een mededeling. Ja, tot onze vreugde kregen wij voor twee weken de Geneefse berichten, door de Wereldraad der Kerken aldaar uitgegeven. Deze berichten waren voor allen, die zich van de kerkelijke situatie op de hoogte wilden houden, onontbeerlijk. Het Bureau te Genève beschikt over informatiebronnen, die voor anderen ontoegankelijk zijn, en geeft de berichten door in een volstrekt betrouwbare vorm. Na 10 Mei scheen dit contact met Zwitserland verbroken. Thans zijn dan weer enige tekenen van verbinding en daarmee van verbondenheid met de Oecumenische Beweging in groot verband, zichtbaar.

Het is intussen duidelijk, dat juist deze beweging in de komende tijd de aanval van die lieden zal hebben te verduren, die politiek en godsdienst op een andere wijze plegen te scheiden, dan wij dat doen. Het is hier te lande Dr. van der Vaart Smit, de niet onbekende directeur van het Nederlands Christelijk Persbureau, die nu in het Nationaal-Socialistisch georiënteerde ~Evangelie en Volk” van 30 September j.l. de banvloek over deze ~internationale” beweging slingert. Ik mag dit hier vermelden als stem van over de grenzen. Hij sluit zich n.l. geheel aan bij het standpunt van Dr. Marahrens, de voorzitter van de geestelijke vertrouwensraad van de Duits Evangelische kerk. Hij zegt het hem zelfs véél feller na en hij wil aantonen, dat de Oecumenische Beweging zo ongeveer hetzelfde deed als de Volkenbond: ~Ze duldde de Duitsers in de beweging, maar het was er naar. Geen Hitleriaan was er welkom. Een ring van „collectieve veiligheid” werd rondom het Duitse eiland der „Barbaren” gesmeed. Na 1933 werden alle Duitse functionarissen in de oecumenische beweging op dood spoor gerangeerd.”

Het zal de Oecumenische Beweging weinig moeite kosten, deze en nog veel meer verwijten te ontzenuwen. Wanneer er werkelijk in de Oecumenische Beweging een Anglikaans overwicht zou zijn ontstaan, dan kan alleen maar gezegd worden, dat de Duitse kerkelijke

leiders zich wel wat al te gauw in een hoek hebben laten drukken.

Er is geen oecumenisch man, die niet de bijzondere positie van de Duitse kerk begrijpt. Hij wil zelfs vèr gaan in dit begrip. Hij kent de Lutherse traditie, die Dr. Marahrens doet zeggen: „Zij (d.i. de Evangelische Kerk van Duitsland) kan noch onder eigen volk, noch in de wereld op macht aanspraak maken, daar zij voor geen enkel in naam der kerk te verdedigen poiitiek ideaal de strijd voert.”

Maar een oecumenisch man zal toch, als hij eenmaal op pad is, om elke Kerkformatie die de zijne niet is, van binnen uit te begrijpen, met dit woord niet tevreden zijn. Hij zal vragen: wat verstaat gij onder politieke macht? Is hierin reden gelegen, om zich van hen, die in een andere situatie ieven en wier Kerk een ander stempel moest krijgen, afgezonderd te houden?

Maar als ik nu een aanhaling van een artikel van deskundige hand in de „Deutsche Zeitung in den Niederlanden” lees, dan ben ik met de positie van Dr. Marahrens, dus van de Duitse Evangelische Kerk, nog helemaal niet klaar. De schrijver van dat artikel behandelt de vraag: „Staat Duitsland vijandig tegenover de godsdienst?” Hij antwoordt: Neen. Want Zonen feestdagen zijn wettig erkend. Belediging van religieuze gevoelens is verboden. Maar „de kerkgenootschappen hebben de plicht om gemeenschapszin, bewustzijn van verantwoordelijkheid, erkenning van de rastheorie, zin voor orde en bereidwilligheid tot vervulling van de dienstplicht bij hun leden te wekken en te bevorderen.” Nu mag men de Anglikaanse kerk verwijten, dat zij tezeer Engels is, zich gebonden heeft aan een bepaald politiek stelsel; maar het is mij niet recht duidelijk, waar op dit punt principieel verschil bestaat met de Duitse Evangelische Kerk, die onder zulke verplichtingen leeft. Evengoed als de Duitse positie der kerken een historische achtergrond heeft, zo heeft de Anglikaanse kerk dat ook. Het is taak steeds, ook nu, vast te houden aan die verbindingen, die nog zouden kunnen lopen tussen kerken, die mogelijk tezeer met het staatsgezag vergroeid zijn. maar die tenslotte toch kerken blijven. Alleen

(en dit tot Dr. van der Vaart Smit gezegd» verpolitiekte Christenen zullen bang zijn een broederhand te drukken var hen, die dezelfde zonde begaan als zijzelf!

Maar er geschiedt méér in de wereld. Daar is Frankrijk. Wij lezen, dat de regering te Vichy aan de R.K. Kerk allerlei faciliteiten geeft. Wij lezen ook, dat deze regering de invoering van een Jodenstatuut overweegt. Daarbij wordt vermeld, dat vanuit kerkelijke kringen sterke tegenstand tegen de invoering van dit Jodenstatuut bestaat. Het blijkt, dat sedert 23 Juni de godsdienstoefeningen te Parijs hervat zijn. en dat einde Juli het kerkbezoek 50 G meer was, dan in gewone tijden. Wij lezen ook, dat de Franse Gereformeerde »= Hervormde) Kerk op 14 Augustus te Nimes bijeenkwam. Zij sprak een warm, bemoedigend en deemoedig woord.

De grens-verandering tussen Roemenië en Hongarije heeft gemaakt, dat de Unitariërs van Zevenburgen thans weer Hongaars zijn. Unitariërs, als groep, ontstaan in de strijd tegen het leerstuk van de H. Drie-eenheid, kunnen wij in onze dagen Vrijzinnig-Protestant noemen. Zij vormen sterke groepen in Engeland. Amerika, maar kwamen eertijds ook voor in Polen, Italië en Zwitserland. Prof. Lindeboom beschrijft hun geschiedenis in „Vrije Geluiden” van 21 September. Hij laat zien, hoe deze Unitariërs het onder Roemeense heerschappij moeilijk hadden, vanwege het nationalistisch streven der Roemenen, en hoe zij nu, met hun 70.000, mogelijk gunstige vruchten kunnen plukken van de grensverandering.

En hoe staat het met de Baltische landen? Zij zijn door Rusland veroverd. De politieke situatie was de Russen gunstig, om hun positie aan de Oostzee te consolideren. Wij citeren wat Pastor Johann Nilson in het Zweedse „Församlingsbladet” over de toestand aldaar schrijft: „Wat gedurende de laatste /dagen in de Baltische landen geschiedt, en wat kort-

geleden in Oost-Polen en in een deel van Finland geschiedde, is gericht op het hart van de Europese cultuur. Europa is nooit werkelijk Christelijk geweest, maar gedurende 2000 jaar is het, nu eens intens, dan weer minder krachtig, door de christelijke traditie beïnvloed. De breedte en de diepte van de christelijke invloed en zijn zegen voor enkeling en gemeenschap, zal pas goed duidelijk worden, als ook voor ons de dag komt, waarop bruut geweld het Bijbelboek en de kerkdeuren dichtslaat. Vandaag is het sluitingstijd in. drie landen. Oude klokken gaan zwijgen. Van alles, wat er op het ogenblik geschiedt, is er niets zo gevaarlijk, zo vernietigend, zo ten dode toe dreigend voor ons, als dit.” Geldt dat, in de diepte genomen, alleen voor Zweden?

Jaroslawsky, de leider van de Russische Godlozenbeweging, geeft toe, dat het inspanning zal kosten, de godsdienst in de Baltische landen, door het bourgeois-régime ingeprent, nu door de propaganda te verdrijven. Immers, gedurende 22 jaar hebben bourgeoisie en kerk het volk verblind met de mededeling, dat in Sowjet-Rusland de godsdienst vervolgd werd. En een godsdienst, die zoiets beweert, moet bestreden worden! Als hij vernietigd is, kan hij zulke gekke dingen tenminste niet meer zeggen.

Tot slot nog iets over Amerika. Voor 8 September heeft President Roosevelt een biddag voor de vrede geproclameerd. Alle kerken werd gevraagd te bidden voor ~dit land en de verwarde wereld om een rechtvaardige en duurzame vrede.”

Verder zijn in verschillende kerken z.g. ~polls”, dat zijn enquêtes, gehouden over de vraag, hoe men tegenover de oorlog stond. Het bleek, dat slechts een zeer gering percentage van de vele ondervraagden het voeren van oorlog als zodanig on-christelijk achtten. In ieder geval werd duidelijk, dat de brede pacifistisch gerichte vredesgezindheid van het vorig jaar sterk is verminderd. Wel wordt er oppositie gevoerd tegen de dienstplichtwetten, en gepleit voor vrijstelling van hen, die gewetensbezwaren tegen de krijgsdienst hebben.

Aldus hebben wij een verslag gegeven van wat tot ons doordringt van over de grenzen. Het is uiteraard te weinig. Smartelijk missen wij de mogelijkheid tot persoonlijk contact.

Ondanks dit gemis mogen wij uit de zekerheid, leven dat in de kerken van heel de wereld toch een stuk eensgezindheid blijft. Een eensgezinsdheid, die teruggaat op wat onverwoestbaar, .want eeuwig is.

L. H. RUITENBERG.

In memoriam G.M.-S.K.

Bij haar doodsbed – Jan. 1937

Zij is de wereld afgestorven

En laat ons arm, verbijsterd daar. Zij heeft de eeuwige rust verworven. Verstilt zijn adem en gebaar.

Verheven rust, een eedle vrede Gloort van ’t gelaat, die blanke roos. Elk spoor van lijden weggegleden, ’t Voorhoofd sereen en rimpelloos.

Maar achter dit gewijde masker Zo vreemd ons en toch ook vertrouwd, Verrijst de levende gestalte.

Die ons, bekoord, gebannen houdt

Een warme goedheid, wars van ophef. Een zeldzame rondborstigheid. Een gulheid, die met lach en kwinkslag Elk van zijn last en leed bevrijdt.

Die zich in andren moest verliezen Om heel en al zichzelf te zijn.

Ging nu het eeuwig deel verkiezen. En zij is groot en wij zijn klein

En wij zijn klein en buigen schreiend Over dit stil vergankelijk beeld.

Dan schamen wij ons en gaan zwijgend. Als was ons leed door haar geheeld.

MEA MEES—ATERV/EY.