AVE CRUX SPES UNICA!

Geef mij nog eenmaal van Uw rozen, Geef mij nog eenmaal van Uw wijn.

hoe bang en broos dit hart mag zijn, zo overvol van angst en pijn.

toch heeft het juichend Ü gekozen, en wil alleen Uw dienaar zijn.

De rozen dorren aan de takken, de wijn verschilft in het open glas, de steden worden puin en as,

bloemen verwaaien over 7 gras, en ook de sterkste levens knakken,

doch Hij blijft altijd, die Hij was.

Uw hart, mijn hart, o smeed ze samen,

en dat Uw kracht mijn kracht mag zijn,

leid mij tot 7 serafijn festijn,

verheven boven leed en pijn, waar al Uw martelaren kwamen.

doch waar ook uw ned’ren zijn.

Mijn wangen in de avond blozen,

mijn broze hart breng ik ten doop, ’k lig met de wereld overhoop.

Gij zijt mijn lot en levensloop,

schenk mij Uw wijn, schenk mij Uw rozen, gegroet o Kruis, o enige Hoop.

M. KNOOP

Idealisme en werkelijkheid

Het was in de bezettingstijd, toen een goed bedoelende burger van ons vaderland meende, mij een vaderlijke raad te moeten geven. Hij zei: „Als ik jou was, zou ik maar uitkijken met dat ondergrondse werk. De moffen zijn niet mis, vandaag of morgen krijgen ze je te pakken en zetten je dan tegen de muur en dan zitten je ouders en je meisje midden in een onherstelbaar verdriet en dat alles om enkele hoge heren weer op het paard te helpen. Het is toch altijd de kleine man die zich uitslooft, en toch altijd dezelfde blijft. Jullie jongeren”, zo ging hij voort, „laten je hoofden op hol brengen en de hoge heren lachen intussen in hun vuistje.”

Zie zo, daar kon ik het voorlopig mee doen, en dan helemaal ongelijk had hij niet. Doch wat doe je in het vuur van de jeugd; je haalt je schouders op en denkt: ...ach, die man is oud en ik ben jong, ik heb nog een hele wereld voor mij liggen, een wereld welke wij door ons ideaal een nieuwe aanschijn zullen geven. Duizend van zulke vermaningen konden toen ons idealisme niet temperen, onze blik bleef op de toekomst gericht. Doch al konden burgerlijke vermaningen het idealisme der jeugd niet breken, teleurstelling en ontgoocheling bleken hier wel toe in staat. En het is de ontgoocheling en teleurstelling in mensen, die het zo goed wisten, die een stempel drukken op het grootste deel van

onze jeugd, ook de voormalige illegale jeugd. Het vertrouwen, het grote kleinood, dat is onze jeugd kwijt, en het is te begrijpen, ze zijn al zo dikwijls misleid geworden, dat ze met geen woorden meer te vangen zijn.

Vijf jaar lang hebben velen hun kracht en hun leven ingezet tegen onrecht en tirannie, in de hoop na de oorlog aan een betere wereld te gaan bouwen. De oorlog is voorbij en de ontnuchtering begint. Oude vermolmde verhoudingen worden in ijltempo hersteld. Corruptie, kuiperij en bevoorrechting vieren hoogtij, terwijl bovendien de onzekerheid in de kansen van het bestaan toeneemt. De ouderen hebben door de les van het leven intussen wel geleerd te berusten, zij zeggen dat het altijd een rotzooi is geweest en het altijd wel zal blijven ook. De jongeren daarentegen kunnen niet berusten, daarvoor stroomt hun bloed nog te snel, al beginnen velen al aardig het refrein der ouderen te leren. De dynamische jeugd wordt revolutionnair en voedingsbodem der demagogen, de meer statische jeugd stort zich in een roes van oppervlakkig dansvermaak.

Dit doet de ach en wee’s aan alle kanten weerklinken. Men klaagt over gebrek aan verantwoordelijkheid, over artaeidsschuwheid enz., maar, God betert het,beseffen die ach en wee schreeuwers dan niet, dat ook zij medeschuldig zijn aan de benarde toe-

stand waarin de jeugd van ons volk zich thans bevindt.

Al de idealen en uitzichten hebben zij de komende generatie bij voorbaat ontnomen. Het betere in een jonge mensenziel wordt in het eerste ontwikkelingsstadium gesmoord en vertrapt, door het afschuwelijke voorbeeld wat de zogenaamde leiders geven. De jeugd van heden is realistisch genoeg om te zien dat er tussen weten en doen een diepe kloof is ontstaan. Op papier weten we het allemaal zo goed, doch de praktijk zie je... die laat nog al wat te wensen over. Toch geloven wij aan een uitkomst voor onze jeugd, voor ons volk. Een uitkomst die wij met onze beide handen moeten aanpakken.

Deze uitkomst hebben wij zelfs al in handen, als wij een basis weten te leggen, die onze jeugd weer een toekomst verzekert, een toekomst, waarvoor men wil strijden en offeren.

Wij kunnen deze basis leggen met de kracht van een nieuw idealisme.

Een nieuw idealisme, dat wij als volk nodig, hard nodig hebben, omdat idealisme de drijfkracht van alle doelbewuste actie is').

Nu rest ons enkel nog maar de vraag: wat dat ideaal dan moet zijn?

Ons antwoord kan niet anders luiden dan: evangelie en socialisme.

Doch weten wij met het geven van dit antwoord wel heel zeker, dat het oude evangelie hiertoe bij machte is? Wij gaan nog verder, we wagen het er op te zeggen: „het evangelie ALLEEN is in staat ons weer tot blijmoedige strijders te maken. Alleen het evangelie kan ons warm maken voor het socialisme.

Immers, door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen. Door het geloof is het ook mogelijk dat de muren van het kapitalisme ineen storten.

Het evangelie opnieuw beleefd, is het ideaal voor onze tijd, een ideaal, dat ons niet boven de werkelijkheid uittilt, om de

kans te lopen onverwachts ontnuchterd neer te tuimelen. Evangelie, dat wil zeggen blijde boodschap, het wil ook zeggen beeld van de mens in al zijn zwakheid, maar dat toch ook weer spreekt van Godskracht, die al het menselijk feilen te niet doet voor tijd en eeuwigheid. Let wel: voor Tijd, ook in de tijd, juist in de tijd geldt het evangelie.

In deze ideaalloze tijd hebben wij nochtans een ideaal, dat wij uit moeten dragen aan al onze medemensen. Voor dit ideaal kan en moet een ieder warm lopen, omdat de grote voorganger er voor dood is gelopen, en het kruis een werkelijkheid is, waar we niet aan voorbij kunnen gaan, zonder er door gesterkt te worden.

A. SNAAUW.

■) Philip Snowden „Arbeid en Nieuwe Wereld”.

Inhoud: pa's-

Geen fascisme tegenover Duitsland, J. J. Buskes 1 In Driebergen staat een huis, L. H. Ruitenberg 2

De Waarheid, J. J. B 2 De klokken luidden weer, F. K.-K. 3 Atomisch tijdvak, de politiek en de kerk, W. B 4

Drank, die de dorst verwekt, M. Knoop

Welke vogels zijn hier in de winter? Rinke Tolman 5 Uit het nabije verleden, Mr. H. Boasson 6

Idealisme en werkelijkheid, A. Snaauw Ave Crux, spes unica, M. Knoop ... 7