HET WONDER

Ik loop naar waar hemel de aarde raakt, en haar deelgenoot van zijn ruimte maakt;

zou achter die dunne scheidingslijn, zou ginder eindlijk het wonder zijn?

Ik loop . . ~ maar al ga ik nóg zo vlug, met de zon opzij en wind in den rug,

de einder wijkt aldoor terug!

Het wonder ligt zeker niet klaar voor mij; of loop ik te haastig er aan voorbij?

Ik zoek naar het wonder langer niet Maar nu iets vreemd in mijzelf geschiedt: wanneer ik stil naar den einder kijk.

wordt mijn hart zo wijd als het hemelrijk. Is dat niet een wonder gelijk?

W. C. JOLLES.

waakt heeft elke steen, voorzover het mogelijk was, van voor zijn voeten verwijderd —, elke grievende teleurstelling (en hoe vaak werd deze veeleisende teleurgesteld in mensen) zoveel mogelijk verzacht: aan Clara Ragaz, de bescheiden heldin, die een taak volbracht heeft, niet minder zwaar dan die van Ragaz zelf. Het is niet gemakkelijk om de vrouw van een profeet te zijn, en Ragaz was, met Buber de laatste profeet onder ons, op wien Tolstoi’s mantel was gevallen. Maar harer was de grote liefde, die alles begrijpt en altijd middelen vindt, om te verzachten en genezen.

Wanneer Ragaz zich voor enige uren van zijn arbeidsketenen had weten te ontdoen, was hij toegankelijk genoeg voor gezelligheid. Ik herinner mij een wandeling, die wij samen gemaakt hebben in de bossen bij Zürich in de druipende regen. Op die wandeling vertelde hij mij van alles over Trotski, met wien hij veel was omgegaan in het eerste jaar van de wereldoorlog van ’l4 en dien hij geholpen had met de correctie zijner voortreffelijke brochures.

Een andere wandeling herinner ik mij, in de schemer door het oude schilderachtige Zürich, waarvan hij mij tal van wetenswaardigheden vertelde. Een gesprek met Ragaz liep nooit over futiliteiten, het was altijd belangrijk en boeiend. En in elk gesprek kwam ook aan het licht zijn warm gevoel, zijn grote belangstelling in het lot zijner vrienden en geestverwanten, zijn bezorgdheid over hun welzijn.

Nog een andere herinnering dan die aan

de uren in de gezellige huiskamer of de kleine studeerkamer, waar de boeken bijna tot aan de zoldering opgestapeld lagen, van de Gartenhofstrasse, bewaar ik als een kostbare schat in mijn hart. Het is die aan de week in Casopa, het Barchem van de religieuze socialisten in Zwitserland.

Casopa ligt hoog in de bergen, een paar uur achter Chur, niet ver van het dorpje waar Ragaz ’s zomers met vrouw en kinderen enige maanden placht door te brengen. Hij had mij verzocht, daar te komen spreken op een bijeenkomst van jonge geestverwanten. Aan dit verzoek dank ik het, hem gezien te hebben als een patriarch tussen zijn nageslacht, ontspannen en mild. Dadr hoorde ik hem spreken zoals hij alleen dat kon, met zachte bijna toonloze stem, elk woord moeizaam opstijge.nd uit een grondeloze diepte en daar zag ik hem luisteren, als ik het nooit iemand anders zag. Onbewegelijk als een beeld, rnet neergeslagen ogen. En daar wees hij mij op een wandeling door de natte sneeuw over de bergen het dal met de voorvaderlijke hoeve waar hij geboren was en zijn kinderjaren had doorgebracht.

De wereldoorlog van ’39 maakte een einde aan onze schriftelijke omgang. Al die jaren hoorde ik niets van hem, tot ik op 12 Dec. een brief kreeg, hartelijk als altijd en met goede berichten over zijn gezondheid. Met een hart vol vreugde schreef ik onmiddellijk terug, niet denkende dat hij toen reeds was gestorven. Oneindig veel dank ik hem.

H. R. H.

K 'jatSTW^EßEija

Trouw en Waarheid

Het treft mij, hoe uiterst rechts en uiterst links voor de doodstraf ageren. Uiterst rechts.: Trouw! Uiterst links: De Waarheid!

Het artikel in Trouw heet: De doodstraf. Deze ligt voor den schrijver besloten in Genesis 9:6 „Wie der mensen bloed vergiet, diens bloed zal door den mens vergoten worden”. Humanitaire overwegingen gelden niet. Genesis 9:6 is beslissend. Dat zij ons genoeg.

Het artikel in De Waarheid heet: Onherroepelijk de dood! De schrijver wil de vernietiging van alle verantwoordelijke fascisten als het enige middel, om aan ons volk blijvend vrede en geluk te verzekeren. De laatste zin luidt: „In naam der democratie, in naam van de beschaving en de menselijkheid eisen wij onherroepelijk: de dood”.

Het gaat mij alles te vlot en het is mij alles te rechtlijnig. Wordt de vraag naar het beschikkingsrecht over leven en dood zo gemakkelijk beantwoord? Zijn wij werkelijk klaar met één enkele tekst uit het Oude Testament? En is in de strijd tegen het Fascisme dan alles geoorloofd? Schrikken wij dan niet meer, wanneer in naam van beschaving en menselijkheid... de dood wordt geëist?

Het treft mij, dat uitgesproken uiterst rechts en uiterst links de doodstraf propageren.

Vergis ik mij, wanneer ik zowel bij de anti-revolutionnairen als bij de communisten een doctrinarisme constateer, dat het leven aan het principe opoffert en de menselijkheid tot op het been uitholt? In een berijmde psalm wordt van God gezegd: „Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht”.'

De trouw van Trouw en de waarheid van De Waarheid hebben voor mijn besef hun kracht verloren.

Zij zijn beide doctrinair.

Gods trouw en Gods waarheid zijn dat nooit.

Omdat zij de trouw en de waarheid van den levenden God zijn.

J. J. BUSKES Jr.

BIJEENKOMST HAARLEM 22 NOVEMBER 1945.

Heeft iemand na bovengenoemde vergadering per ongeluk een verkeerde shawl meegenomen? Een der deelneemsters miste na de bijeenkomst haar wollen libertyshawl, wit met rood en zwarte streep. Bericht gaarne aan D. J. Wansink, Laurillardlaan 13, Santpoort (S.).

lnhoud: Pag. Geloven, J. J. Buskes Jr 1 Democratie in het dagelijks leven, J. P. Kruyt 2

De engel met de zonnewijzer 3 Het klinkende eiland, P. R. A. Henkels 4 De verwachte, Aart van der Leeuw 4 De atoombom 5

Streng en snel recht voor landverraders, A. V. d. Plier 6 Leonhard Ragaz, H. R. H 6 Het wonder, W. C. Jolles 7

Trouw en Waarheid, J. J. Buskes Jr 7