Üij^gL

ZATERDAG 25 MEI 1946 No. 34

Aan God behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24:1

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME

ONDER REDACTIE VAN Dr. W. BANNING EN Ds. J. J. BUSKES Jr. ADRES DER REDACtIE: HEKELVELD 15, AMSTERDAM-CENTR.

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 44ste JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR ƒB.OO, HALFJAAR ƒ4.25. KWARTAAL ƒ 2.30 PLUS ƒ0.15 INCASSO. LOSSE NUMMERS f 0.15 POSTGIRO 21876 GEMEENTE GIRO V 4500 ADMINISTRATIE: N.V. DE ARBEIDERSPERS. HEKELVELD 15. AMSTERDAM-CENTRUM

ER IS NIETS VERANDERD!

Üe tweede wereldoorlog betekent voor allen de afsluiting van een oud tijdperk der wereldgeschiedeiris, tegelijkertijd het begin van een nieuwe periode: economisch, sociaal, politiek en geestelijk is de wereld grondig veranderd en stelt zij nieuwe eisen. Daarom moet het tot een doorbraak komen, zal ons volk de radicale zelfherziening op principieel gebied en de openheid voor de realiteit verwerkelijken, waardoor het toont de tekenen der tijden te verstaan.

De Partij van de Arbeid is op politiek terrein de inzet en de voorbode van deze doorbraak. Daarom was de dag der verkiezingen zo uitermate belangrijk.

De verkiezingen stelden ons volk voor de vraag, of het doelbewust de progressieve weg wil inslaan en de weg van de radicale vernieuwing van ons volksleven.

Prof. Kraemer karakteriseerde in Vrij Nederland de beslissing op deze wijze: voor of tegen het onverholen of opgepoetste voortzetten van de wormstekige structuur van ons politieke leven; voor of tegen de kapitalistische, op het winstmotief gebouwde maatschappelijke en economische ordening; voor of tegen een samenleving, waar de uit verschillende geestelijke achtergronden levende groepen van ons volk in open en karaktervolle uitwisseling met elkaar samen het grote geheel willen dienen in plaats van de nationale eenheid te verminken door een stelsel van van elkaar afgesloten geestelijke forten; voor of tegen een overheid, die een uitgesproken geestelijk karakter durft te hebben; voor of tegen een maatschappij, waarin gestreefd wordt naar het leven uit verantwoordelijkheid voor den naaste in plaats van uit de handhaving van „vested interests”, geestelijke of materiële, voor of tegen een volkerensamenleving, waarin de hoogste wet is het gezamenlijk trachten naar wereldorde in plaats van het doorzetten en uitbalanceren der nationale egoïsmen, voor of tegen een open baan voor Indonesië om het eigen nationale leven op te bouwen!

De oproep van Prof. Kraemer eindigde met de woorden: Progressiviteit is de eis van het huidige, grootse historische ogenblik. De verkiezingen na een beproevingsperiode zonder weerga in onze nationale geschiedenis zijn daarom ook zonder weerga wat hun betekenis voor de toekomst van ons volk betreft!

Hoe hebben wij gehoopt, dat ons volk zich als klein volk groot zou betonen, door op 17 Mei de geestelijke krachtproef te

doorstaan en een beslissing te nemen, die bij de situatie van het heden past. De beslissing is gevallen en ze heeft ons bovenmate teleurgesteld.

De Roomsen juichen, omdat, zoals de Maasbode zegt, de grootste partij haar eenheid schitterend heeft weten te handhaven.

De Protestanten juichen, omdat, zoals Trouw het formuleert, de verkiezingen de politieke stabiliteit van ons volk en de onveranderlijke kracht der Nederlandse Christelijke partijen bewijzen. Enkele woorden in het anti-revolutionnaire dagblad treffen ons het meest:

Er is niets veranderd. Er is niets vernieuwd en al het spectakel rondom de vernieuwing heeft de normale ontwikkeling der dingen slechts belemmerd en vertraagd.

Maar beseft de man, die deze woorden met een tastbare tevredenheid en een onverbloemde trots peerschrijft, die op deze wijze uitdrukking geeft aan wat in de hoofden en de harten van tienduizenden leeft, beseft deze man, die toch samen met ons alles heeft doorgemaakt, dan niet, dat deze woorden het oordeel over ons volk en ons volksleven inhouden?

Vijf jaar lang werd de wereld tot in het meest wezenlijke van haar bestaan bedreigd. Deze bedreiging werd met inspanning van alle krachten het kostte millioenen mensenlevens afgewend. Na de bevrijding staan wij voor problemen van een omvang en een diepte, zoals wij ze nog niet gekend hebben. Nationaal en internationaal hebben wij te maken met een in alle opzichten geschonden en geteisterde wereld. Dé aarde is woest en ledig.

Het is een volstrekte bnmogelijkheid te doen, alsof er niets gebeurd is en weer aan te knopen bij het leven van voor 10 Mei 1940.

Of liever: het is helaas in geen enkel opzicht onmogelijk, zo te doen. De vrijheid, die God ons geeft, betekent, dat wij wel waarlijk zo kunnen doen. Wij kunnen de tekenen der tijden volslagen negeren. Wij kunnen denken en handelen in de noodlottige veronderstelling, dat de wereldoorlog en het Nationaal-Socialisme een te verwaarlozen intermezzo zijn geweest. Wij kunnen weer verbinding zoeken met wat aan de oorlogsjaren voorafging en vergeten, dat het lot van ons volk naar alle kanten verweven is met het lot van de gehele wereld. Wij kunnen als volk loochenen, dat wij aan de lage landen bij de zee ingeklemd zitten tussen Amerika en Rus-

land en dat Amerika en Rusland geen aardrijkskundige begrippen zijn, die voor onze toekomst niet de minste betekenis hebben, maar geestelijke realiteiten, die in de komende jaren gans ons volksbestaan zullen bepalen.

Heerlijke vrijheid. Vreselijke vrijheid. Op de 17de Mei 1946 is in politiek opzicht de beslissing gevallen.

En nu is dat de hoogste vreugde, dat er niets veranderd, vernieuwd is. Goddank is al wat zich om de vernieuwing heeft afgespeeld slechts een spectakel gebleken, dat de normale ontwikkeling der dingen alleen maar belemmerde en vertraagde! In 1813 heeft ons volk gefaald.

Thorbecke spreekt over de treurige tijd onzer grootste omwenteling, treurig niet vanwege de zaak zelve, maar vanwege onze onmacht, de geschonken vrijheid te gebruiken. En Willem de Clercq klaagt korte tijd na de bevrijding van den Fransen overheerser, dat al de jaren van druk ons volk in geen enkel opzicht veranderd schijnen te hebben. Geen enkele verwachting, dat het nu anders zou worden, werd vervuld. Van een edele hartstocht, om een waarachtig volksleven op te bouwen, was ook niet het minste merkbaar.

De verkiezingen van 17 Mei 1946 moeten ons doordringen van het benauwende besef, dat ons vólk na de be vrij ding van de Duitse overheersing in 1945 in wezen gelijk is aan ons volk na de bevrijding van de Franse overheersing in 1813. Wij zijn onmachtig gebleken, de ons geschonken vrijheid te gebruiken.

Er is niets veranderd en er is niets vernieuwd. En daar zijn wij nog dankbaar voor en trots op. Zelfs in de meest abnormale wereldsituatie is ons hoogste ideaal: de normale ontwikkeling der dingen!

Wij zullen nog meerdere malen op het resultaat der verkiezingen terugkomen. Ditmaal zeggen wij alleen met Trouw: Er is niets veranderd! Er is niets vernieuwd!

Wij zeggen het echter met een groot verdriet en een diepe schaamte. Omdat trouw voor oris iets anders betekent dan voor onze geloofsgenoten, die het zeggen met een trotse, maar voor de toekomst van ons volk levensgevaarlijke en noodlottige dankbaarheid. Zover zijn wij nu: Er is niets veranderd! Er is niets vernieuwd! Laten wij trouw blijven!

J. J. BUSKES Jr.