Aan God behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24:1

Tijd en Taak

ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1946 No. 44

I ONAFHANKELIJK WEEKBLAD I VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME I

ONDER REDACTIE VAN Pro.f. Dr, W. BANNING; Ds. J. J. BUSKES Ir. EN Ds. L. H. RUITENBERG. SECRETARIS DER REDACTIE: J. G. BOMHOFF, ROERSTRAAT 48 111, AMSTERDAM (Z), TEL. 24386

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 44ste JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR ƒB.OO, HALFJAAR f 4.25, KWARTAAL ƒ 2.30 PLUS f 0.15 INCASSO. LOSSE NUMMERS ƒ 0.15 POSTGIRO 21876 GEMEENTE GIRO V 4500 ADMINISTRATIE: N.V. DE ARBEIDERSPERS, HEKELVELD 15, AMSTERDAM-CENTRUM

De tragiek der i[legal[teit

De Grote Advies-Commissie der Illegaliteit is in de loop der vorige week opgeheven. De toon van de slotvergadering was in mineur. Wel kon de Minister-President, Dr. Beel, wijzen op allerlei fundamentele veranderingen in het staatkundige leven, maar hij maakte toch niet duidelijk, dat dit het gevolg was van het werken der Illegaliteit. Wanneer immers als lichtpunt voor heden vermeld wordt, dat jongere krachten op leidinggevende posten zijn gesteld, dan is dat een reden tot verheugenis, maar het heeft op zichzelf niets met de Verzetsbeweging te maken. Zes jaar van uitzonderlijke personeelsslijtage en een zeldzame verzwaring van de bestuurstaak, brengen onherroepelijk jonge krachten naar voren.

Ook de „daadkracht dezer generatie, die spreekt uit de Troonrede” zoals Dr. Beel het noemde —, kan moeilijk een vrucht van de Illegaliteit geacht worden. Wij laten die daadkracht voor wat zij is, maar wij constatereij, dat er een afstand is tussen het klimaat rondom het handelen der illegaliteit (snelheid, doorbraak van traditie en vooral moed) en dat van de Troonrede.

De voorzitter, Dr. Brutel de la Rivière, sprak onomwonden van teleurstellingen. Prof. Schermerhorn ging er dieper op in. Hij constateerde, dat de Illegaliteit door een kleine groep gevormd werd en dat de grote massa langs haar heen ging. „De idee: uit de boot van het verzet te stappen in het schip van herstel en vernieuwing, dat een vaste koers kan varen, is niet te verwezenlijken gebleken.” Hij prijst de liiegaiiteit om haar ingetogenheid, hij wijst er op, dat nu aan de mensen uit de Illegaliteit de veel moeilijker weg dan de normale weg gewezen moet worden en dat ook de Illegaliteit na de oorlog niet altijd begrepen heeft, dat zonder offer niets bereikt kan worden.

Laten wij deze teleurstelling peilen. Want terwijl wij ons naar ik meen terecht zorgen maken over de grote moeilijkheden, die de vrijgelaten politieke delinquenten aan het volksleven zullen berokkenen, moeten wij vooral ook oog hebben voor de geestelijke moeite, die de oud-illegalen hebben.

Het is moeilijk om over de Illegaliteit te spreken. Woorden van lof worden met enige bitterheid geïncasseerd. Die zijn immers goedkoop, en markeren nog eens extra de afstand tussen de hulde vlak na

de bevrijding en de veronachtzaming een jaar later. Woorden van critiek maken furieus, want er is door weinigen véél gedaan met de inzet van hun leven. Daarbij zwijgt critiek. Het is alsof de verhoudingen te geprikkeld zijn, alsof wij nog te weinig op een afstand leven van de gespannen gebeurtenissen, om zelfs maar een rustig gesprek te voeren.

En toch moeten wij spreken. Want het gaat om levens van mensen. Om verbitteringen, die dreigen. Om veronachtzaming, in de watten van goedkope hulde verpakt, te voorkomen.

In de eerste plaats valt dan op te merken, dat de methode der Illegaliteit niet past in een normaal regeersysteem. Deze methode kenmerkt zich door een snelle beslissing in de topleiding, en zo weinig mogelijk overleg in den brede. Deze methode kon alleen maar effectief worden, doordat mensen haar gebruikten, die gedragen werden door een sterk normbesef (anders zou de zaak onmiddellijk in boeverij verzanden), een zin! voor militair-hiërarchische ordening en door grote, zéér grote moed. Tussen deze methode en de geestelijke gesteldheid, die zich er van bediende, is uiteraard een innerlijk verband. En bovendien waren de doeleinden, die men wilde bereiken hoe technisch moeilijk zij ook waren betrekkelijk eenvoudig van structuur. De vragen, die er lagen achter de strijd om een bevrijd Nederland, kwamen niet aan de orde. Daarom kon er een soort eenheid, een krijgsmanseenheid gesmeed worden, die verwarmde, die een gevoel van ruimte gaf en die het verlangen naar voortzetting wekte als straks de bevrijding een feit geworden was.

De stemming van de Illegaliteit van thans is in het groot die, welke je als kampeerders had, als je weer in de „kille” kwam. De geïsoleerdheid valt weg. Je ontmoet mensen, die helemaal niet gekampeerd hebben, die kampvuur noch vossenjacht gehouden hebben. Je huid is verbrand en je lichaam vraagt rust. Maar de geest is wakker geworden. Het komt er nu alleen voor den kampeerder op aan, het bijzondere van het kampement te doorzien en het waardevolle te bewaren.

De tragiek van de Illegaliteit nu is, dat dit niet gemakkeiijk gaat. Want daarvoor was het spel te ernstig. Daarvoor zijn er concepties geboren in het politieke leven, die men onmachtig was te verwerkelijken

en die men toch niet kwijt kan raken.

De grote conceptie was; meerdere volkseenheid in offervaardige dienstbaarheid. En de tragiek nu is, dat juist die groepen uit de Illegaliteit, wier bijdrage aan de ondergrondse strijd onmiskenbaar het grootste is ik bedoel de anti-revolutionnairen en de communisten de geringste bijdrage aan die nieuwe eenheid, waarvan men droomde (helaas alleen maar met zijn eigen hart en van zijn eigen vooronderstellingen uit!), hebben bijgedragen. Waar zijn die zeer vele illegalen in Gereformeerde kring, die de wijsheid van Schouten met een sterke lach problematisch maken? Ik zie ze nergens. Waar zijn de communistische illegalen, die goed en bloed hebben overgehad voor Nederland, en die het dwangbuis van een meerderheidsdictatuur in feite van het politieke bureau afrukken? Ik zie ze niet.

Deze verschijnselen wijzen er op, dat de Illegaliteit in wezen géén poiitiek-vormende functie kon hebben. Zij heeft mensen gevormd, maar géén bewegingen. Intussen: vóór de vorming der mensen kunnen wij haar alleen maar zeer dankbaar zijn.

Want nu raken wij als tweede, een nieuw punt, waarin de tragiek der Illegaliteit duidelijk wordt.

De vorming van mensen is een uiterst, gewichtige zaak. Nederland is burgerlijk. En Prof. Huizinga leerde het ons burgerlijkheid is een slechte bodem voor heldendom. Welnu: de bijdrage aan het Nederlandse volksleven door de illegaliteit is die van het heldendom. D.w.z. van den mens, die eenzaam durft zijn en het avontuur niet schuwt. Maar juist, omdat dit zo volkomen on-Nederlands is, wekt deze figuur weerstand. Wij hebben de neiging om het heldendom te kleineren, althans te nivelleren. Het irriteert ons.

De verstandige mensen uit de Illegaliteit zullen goed doen, dit wél te beseffen. Zij zullen dan niet verbitterd of krampachtig worden, maar niet alleen onder de Duitse laars, maar ook in de Nederlandse vrij,heid.... helden zijn.

Dat zal de enige wijze zijn, waarop de liiegaiiteit van blijvende invloed in Nederland kan wezen. Zeker, dat is teleurstellend voor wie grote dingen verwacht had. Maar het is véél, zeer veel voor wie Nederland waarlijk lief heeft. En die liefde zal de pijn en de tragiek der Illegaliteit genezen.

L. H. RUITENBERG.