Aan God behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24:1

Jüf^aak

ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1946 No. 45

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME

ONDER REDACTIE VAN Prof. Dr. W. BANNING; Ds. J. J. BUSKES Jr. EN Ds. L. H. RUITENBERG. SECRETARIS DER REDACTIE: J. G. BOMHOFF, ROERSTRAAT 48111, AMSTERDAM (Z), TEL. 24386

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 44ste JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD

ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR ƒB.OO, HALFJAAR f 4.25, KWARTAAL ƒ 2.30 PLUS ƒ 0.15 INCASSO. LOSSE NUMMERS f 0.15 POSTGIRO 21876 GEMEENTE GIRO V 4500 ADMINISTRATIE: N.V. DE ARBEIDERSPERS, HEKELVELD 15, AMSTERDAM-CENTRUM

DE LES VAN TEXEL

Texel is een prachtig eiland. Toen ik er in mijn eerste gemeente bevestigdwerd —22 jaar geleden —was het in alle opzichten hog een geïsoleerd fragment van ons vaderland. Mannen van 70 jaar waren nog nooit van het eiland af geweest. Jongens, die in dienst gingen, zagen voor bet eerst een spoortrein. Ook geestelijk leefde Texel op zichzelf. De vissers zwierven met hun loggers ver weg, maar van de wereld zagen zij niet veel meer dan de haven van IJmuiden of Den Helder. Voor de meeste Texelaren hield de wereld bij de dijk en de duinen op. Als de lammetjes een goede markt hadden, IJmuiden en Nieuwediep niet tegenvielen en het vlas een behoorlijke prijs opbracht, waren de Texelaren tevreden.

Het volstrekt isolement werd een weinig verlicht door de plaatjesalbum van Verkade en de radio. Aan Jacob Theysse is het te danken, dat Texel een toeristenoord werd, dat zomers soms meer gasten dan inwoners telt. Voor Texel betekent deze jaarlijkse invasie geen verrijking, tenzij dan in financieel opzicht. De radio brengt ook de meest Texelaren op hun boerderijtje m het hart van de polder of diep in de duinen in aanraking met de cultuur van de overkant, maar ook dit is geen winst, daar de cultuur van de overkant voor de meesten culmineert in de bonte Dinsdagavondtrein.

e so ement IS gebleven en de Texelaar n zijn isolement is een tevreden mens. i)k rolt het leven van den gerusten lexeiaar heen. Hij is braaf „gnap —, geeft ieder het zyne, is steeds op zyn eiland „het rnnrfïif Courant Texel karakteriseerde, toen zij nog verscheen onder het motto: „wy huldigep

1 De tevreden Texelaar, die het goede hul-IS een zelfgenoegzaam lemand. Ik beletteriyke Zin van het woord: de mens die aan zichzelf genoeg heeft. De Texelaar is zeker van zichzelf, zeker van zyn eiland en, waaraan hy gelooft de meesten geloven niet, al weten ze wel, dat bestaat OOK zeKer aan Gtoü.

~ . oirv! ofo Zo arm als het in geesteiyk opzicht is zelfgenoegzaamheid betekent altijd geeste-

lijke armoe— zo rijk is het in natuurlijk opzicht. Onder Gods open hemel liggen Texels duinen en stranden, weilanden en korenvelden met hun ongekende weelde aan flora en fauna.

Op mijn polderdijkje kan ik uren lang rond zitten te kijken, opgenomen in de grote stUte van het eiland.

Is er eigenlijk wel iets veranderd, sinds ik hier in 1924 voor het eerst voet aan wal zette? Heeft de verschrikking, die over heel de wereld is heen gevaren, de stilte van Texel’s natuur en de zelfgenoegzaamheid van Texel’s geest ook maar in één opzicht aangetast? Je bent geneigd, deze vragen ontkennend te beantwoorden, wanneer je ontdekt dat de molen van Oost met zijn silhouet het landschap van het Noorden nog op precies dezelfde wijze beheerst als jaren geleden en de Texelaren in Oosterend hun kerkelijke gedeeldheden en ruzies na de oorlog op precies dezelfde voet voortzetten als voor de oorlog.

Toch is juist Texel een typisch voorbeeld van een geïsoleerd wereldje, dat door de oorlog gewelddadig en radicaal uit zijn isolement werd weggestoten, ervaren moest dat er geen stukje wereld bestaat, dat niet in het grote wereldgebeuren betrokken is en leren moest, dat zelfgenoegzaamheid, hoe verklaarbaar ook door een zeker natuurlijk en geestelijk isolement, schuld betekent.

Achter Cocksdorp, in een weiland, liggen 70 Russen begraven. Op de Hoge Berg liggen er enkele honder- De plek in Den Burg, waar de Duitsers begraven liggen, is welhaast een kerkhof, stille, rustige, geïsoleerde eiland is in April en Mei 1945 een stuk van de wereldoorlog uitgevochten in al zijn verschrikking en afgryseiykheid.

Wie dit stuk wereldoorlog in al zyn byzonderheden wil leren kennen, leze het boekje van den heer van der Vlis, dat ons juist door zyn sobere en onopgesmukte weergave van, de feiten dit afgryseiyke en verschrikkelijke scherp voor ogen stelt, messen hebben de Russen de Duitsers letteriyke zin van het woord de keel af gesneden. En elke Rus, die in de handen van de Duitsers viel, werd op de

meest gruwelijke wijze verminkt, moest zijn eigen graf graven, om er na een schot in de nek in te tuimelen. Boerderijen werden in brand geschoten. Oude kerken werden jammerlijk geschonden. Het aardige kerkje van De Waal is een ruïne geworden. Een honderd Texelaren werden door de Duitsers gefusilleerd of door de Duitse granaten gedood. Het is een waanzinnige gedachte, dat Russen en Duitsers dagen gevochten hebben om een Texelse boerderij en elkander de Eierlandse vuurtoren bloedig betwist hebben.

De stUte van Texel’s natuur en de zelfgenoegzaamheid van Texel’s geest werden in elk geval door de oorlog op Texel radicaal aan scherven geslagen. Zeker, nog zijn er Texelaren, die niet geleerd hebben, die er niet aan willen en in grote verontwaardiging volstrekt oprecht, maar even zelfgenoegzaam spreken over de opstand van de Russen. Die opstand toch was de oorzaak, dat vlak voor de bevrijding hun boerderijen vernield werden en honderd Texelaren het leven lieten, Texel was er die oorlogsjaren zo mooi doorheen gekomen. En de Russen-vochten toch maar voor hun eigen standje,

Maar dit zijn toch de uitzonderingen, Texel heeft geleerd, dat zijn isolement een fictie was, dat het leven en het lot van de geïsoleerde eilandbewoners verbonden en verweven is met het leven en het lot van Duitsers en Russen, ja met het leven en het lot van Europa en de gehele wereld, en dat de strijd om een nieuwe wereld daarom moet worden gestreden tot in de meest afgezonderdc uithoeken van ons vaderland. zoals de oorlog tegen het Nationaal-socialisme werd uitgevochten tot in de polders en de duinen van een afgesloten en zelfgenoegzaam Waddeneiland,

Op myn polderdykje zit ik maar rond te kyken. Texel is weer opnieuw het eiland waar de stilte spreekt. In de verte, op een hoog duin, zie ik de vuurtoren van Eierland, de martelaar van het eiland, stoer nog en geweldig, maar onthoofd, doorschoten en gebeukt, de laatste schans van de Russen.

j, j. BUSKES Jr.