Religieus-Sociaiistisch Congres te Konoifïngen (Zwitserland)

Op het reiigieus-socialistisch congres, dat deze zomer in Zwitserland gehouden werd, werd de volgende beginselverklaring met algemene stemmen aangenomen: De internationale bond van wil de organisaties uit de verschiilende ianden in één grote gemeenschap verenigen en hen steunen in hun streven om het sociale geweten der Christenen wakker te maken en de zaak van het socialisme te bevorderen.

Als Christenen en afs socialisten staan wij op de bodem van de bijbelse boodschap van gerechtigheid van Gods rijk op aarde. Wij geioven, dat God ook met deze wereid een bedoeling heeft en willen ons daaraan in dienst stellen. In gehoorzaamheid aan deze wil van God veroordelen wij de tegenwoordige kapitalistische maatfc schappelijke ordening, die gegrond is op de uithui ting der mensen door mensen, die noodzakelijkerwijs tot klassentegenstellingen moet leiden en alleen voortkomt uit winstbejag. Wij willen een nieuwe socialistische ordening, waarin het kindschap Gods en de broederschap van alle mensen tot uiting komt.

Om in deke nieuwe maatschappij de hogere waarde van de geesteiijk-zedelijke krachten te verzekeren en de door God gewilde waardigheid van de mensen te bewaren, moeten de productieverhoudingen zó gemaakt worden, dat de mens daar niet langer de slaaf van is, zoals dat in de meeste landen nog het geval is, en moeten de productiemiddelen, die in dienst staan van de uitbuiting, gesociaiiseerd worden. Slechte in een socialistische democratie kan de mensheid het kapitaiistische onrecht overwirmen en kan de volle ontplooiing van de menseiijke persoonlijkheid mogelijk gemaakt worden.

Deze democratie vereist bovenal; 1. Dat de productiemiddelen, die in dienst staan van de uitbuiting, gesocialiseerd worden. 2. Dat de productie geregeld wordt naar de verbruiksbehoeften en niet naar de zucht naar winst.

3. Dat de geweldige productiemogelijkheden van de moderne techniek alle leden van de maatschappij ten goede komen. 4. Dat de arbeid niet langer koopwaar is, maar een sociale dienst met als maatstaf de bekwaamheid van een ieder.

Bovendien werd de volgende resolutie met meerderheid van stemmen aangenomen: Slechts wanneer alle arbeidersbewegingen zich solidair verbonden weten en slechts wanneer de arbeiders uit alle landen samenwerken, zal het kapitalisme overwonnen worden. Daarom willen wij deze solidariteit en deze samenwerking met alle krachten trachten te verwerkelijken.

Oproep tot verantwoordelijkheid. Wij en Duitsiand.

van oorlog vaii oonog en bezettmg, heeft het alle ki-achten geestelijke en materiële wederom eenfnlof"?," d' m een oplossing, die een eind maakt aan de be-

In de internationale politiek moet Nederland zijn plaats zoeken te midden van de vele botsende krachten van materieel en ideologisch karakter. Kan men zeggen dat t.a.v. onze verhouding tot België zich in het algemeen geen principiële vragen meer voordoen en het alleen gaat om de uitwerking van wat algemeen duidelijk is en aanvaard wordt, voor onze verhouding tot Duitsiand geldt in alle opzichten het tegendeel. De diepst liggende vragen van de huidige internationale politiek beheersen dit probleem; het is nog in vele opzichten zeer onduidelijk, en van een algemeen aanvaard richtsnoer is noch in de wereld noch in ons land sprake.

Toch zullen wij het Duitse probieem niet daarom buiten onze gezichtskring mogen laten, omdat het moeilijk, onduidelijk en omstreden is. Wij kuimen niet met de rug naar het Duitse volk blijven staan. Wij zulien het rechtstreeks in het gezicht moeten

zien en ons moeten afvragen, hoe wij tot dit buurvolk in een verhouding kunnen komen, die door rechtvaardigheid en wijsheid wordt gekenmerkt. Ook ai is het waar, dat de iotgevallen en de verdere politieke en ideoiogische ontwikkeling van het Duitse volk grotendeels bepaald zullen worden door krachtiger internationale invloeden dan van ons land kunnen uitgaan, dit neemt niet weg, dat Nederland een grote verantwoordelijkheid heeft, zowei omdat het een buurvolk van het Duitse is, ais omdat wij uit eigen bittere ondervinding weten, welke onmenselijke onheilen een volk aan zichzelf en in de wereid kan aanrichten, wanneer het zich aan mensverachtende ideeën en heersers overgeeft.

Uit deze beide beweegredenen volgt, dat de taak van ons als buurland, in het Duitse probleem bestaat in het aankweken en aanmoedigen binnen het buurvoik van die gedachten en overtuigingen, die het nationaal-sociaiisme verafschuwen. Dit brengt mee, dat zij die zich reeds tegen het Hitler-bewind verzet hebben, thans op onze steun aanspraak hebben, zodat hun daden en gedrag de grootst mogelijke kans krijgen, het Duitse volk zelf te beïnvloeden. Alleen toch wanneer deze groepen hun invloed kunnen vergroten en tenslotte in Duitsiand de overhand krijgen, is er hoop op een oplossing van het Duitse probieem. Reden om met alie kracht die ons volk bezit, in die richting werkzaam te zijn. Pijnlijk missen we tot nu toe daarbij de voorlichting van onze regering. Niet alleen weet ons volk als geheel daardoor in volstrekt onvoldoende mate in welke richting zij Nederland’s politiek jegens Duitsiand denkt te voeren; ook in onze voiksvertegenwoordiging is tot nu toe tot ailer schade een grootse gedachten wisseling over deze vragen achterwege gebieven.

Voor ons volk komt wellicht binnenkort de mogelijkheid en de noodzaak, een aandeel op ons te nemen in de bezetting van Duitsiand. Het zal zaak zijn, dat de militaire en civiele Nederlandse autoriteiten zich daarbij gesteund weten door een publieke opinie in Nederland, die van bovenstaande beginseien uitgaat. Het zal een ontmoeting worden van volk tot volk, waaruit de meest funeste, maar ook hoopgevende gevoigen kunnen voortvloeien. Elk volk heeft tot taak, zijn eigen rol in de internationaie samerüeving goed, dat is naar eis van inzicht en recht, te vervuiien. Nederland is voor zijn deel mede verantwoordelijk voor de toekomst van Duitsland, Europa en de wereld. Ons volk stelle zich deze verantwoordelijkheid voor ogen; en onze regering handele daarnaar!

Het comité Nederland—Duitsland; Ds. J. P. van Bruggen.

Mej. mr. C. F. S. E. Enthoven. Mr. ir. B. W. Haveman. Mr. G. J. van Heuven Goedhart.

B. S. Polak, arts. Jhr. W. J. H. B. Sandberg. Mr. G. H. Slotemaker de Bruine, voorz. Mr. D. U. Stikker.

Dr. J. J. M. V. d. Ven. Mej. J. Th. Peereboom, secr., Joh. Verhulsfcstraat 195, Amsterdam-Z. '

Cursus voor onderwijzers

Gelijk zij voor de oorlog veelvuldig gedaan heeft, schrijft de Arbeiders Gemeenschap der Woodbroo- Bentveld een cursus vjeor onderwijsmensen uit van 27 tot en met 29 December a.s.

onderwijsvernieuwing. Daarover zün ai veel congressen en bijeenkomsten gehouden, zodat het dus overbodig lijkt om over dit onder- V*?. mijden en de vernieuwing van het onderwijs plaatgen in het kader en teeen rie nebtero-rnTiH ac geestelijke en sociale revolutie, die bezig is zich vlrnteuwtoï en w^^^^ vanuit een bepaald geesteliik en mnntsehenneiiik Nieuwe tijden eisen voor het gehele opvoeduig tot het leven nieuwe vormen. Nieuwe vormen zijn echter zinloos, indien zij niet de uitdrukking zijn van een nieuwe geestelijke inhoud.

Op deze conferentie is het ons erom te doen deze nieuwe, geesteUjke inhoud zo concreet mogehik bewust te maken. Want ten slotte is alle spreken over en werken aan onderwijsvernieuwing een slag in de lucht, indien het niet gedragen wordt door nieuwe mensen, wil men door mensen met een nieuwe bezieling.

Natuurlijk bhjft er dan nog de vraag hoe wij deze concrete geestelijke inhoud en de daarbij passende nieuwe vormen zo efficiënt mogelijk in’practijk brengen. Ook deze vraag zal telkens weer ter sprake moeten komen. Over de maatschappelijke positie en de salariëring van de onderwijzers willen we maar niet te veel praten. Deze toestand is dermate triest, terwijl de daarin beloofde verbe-

tering nog steeds op zich laat wachten, dat we niet veel anders kunnen dan ook hier de algemene wens tot spoedige verbetering met de grootste nadruk ondersteunen.

Ondanks deze hopeloze situatie houden de onderwijs-mensen dapper vol en daarom wagen wij het om allen, die op enigerlei met het onderwijs in betrekking staan en het een goed hart toedragen uit te nodigen aan deze conferentie deel te nemen. De aanvankelijk aangekondigde sprekers hebben hun toezegging niet kunnen geven. We hebben nu enkele andere personen verzocht de onderwerpen in te leiden.

Schema der inleidingen:

1. Diagnose van onze tijd (sociologische analyse) door Drs. C. D. Saai, Vrijdag 20 uur.

2. Deze tijd eist vernieuwing en bepaalt de vormen van het onderwijs, door J. Jonges, Zaterdag, 10.30 uur.

3. Welke geestelijke waarden zijn daarbij bepaald? door Prof. Ph. Kolmstamm (gevr.) Zaterdag 20 uur.

4. Welke plaats kan daarbij de Bijbel op de school vervullen? Zondag 10.30 uur.

5. Voorwaarde is hervorming der onderwijzersopleiding, door J. Boer. Zondag 16 uur.

De inleiding van deze cursus berust bij den heer en mevrouw W. Schippers-Brouwer te Voorburg. De reeds eerder opgegeven prijs van ƒ 8.50 zullen wij verlagen tot ƒ 7.50 per persoon. Daar er onder de deelnemers toch nog zullen zijn die dit bedrag niet kunnen opbrengen, anderen die misschien meer kunnen betalen, zijn er drie prijzen naar keuze: ƒ 6.50, ƒ 7.50 en ƒ 8.50. De reiskosten worden, zo mogelijk, omgeslagen.

Spoedige opgave aan de Administratie van de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers, Bentveldsweg 3 te Bentveld.

Protestant-Christelijk Werkverband

In Voorburg is een afdeling van het Protestants-Christelijk Werkverband opgericht, waarvoor zich 3B leden opgaven, waaronder een dozijn, die nog geen lid van de Partij waren en dit nu tegelijkertijd werden.

Men heeft twee scholingscursussen ingesteld. Op de ene cursus wordt besproken het onderwerp; „Het partijprogram getoetst aan het rapport „Kerk en Samenleving”, dat aan de Synode is aangeboden” Leiders van deze cursus zijn ds. C. Aalders en mr. ir. B. W. Haveman. De tweede cursus handelt over het onderwerp: „Ontmoetingen in de Partij,”. In deze curus zullen worden behandeld de beweegredenen, die de groepen, die in de Partij van de Arbeid zijn samengekomen, tot toetreding hebben gebracht. Leider van deze cursus is mr. W. Verkade. De zaak wordt hier op een gelukkige wijze aangepakt en wij maken daar melding van, omdat ook andere afdelingen daarmede haar voordeel kunnen doen.

Bentveldnieuws

Tot onze spijt kan de Kerstbijeenkomst te Bentveld, wegens onvoldoende deelneming, niet plaatsvinden.

De tulpen maken het tulpenveld en niet het tulpenveld de tulpen. Zo ontstaat ook de gemeenschap uit individuen. Zij kan zich daarom nimmer aanmatigen alles te zijn, terwijl de enkeling niets is. Integendeel zij is er, om de enkelingen beter tot hun recht te laten komen.-

„Uw volk is alles en gij zljt niets”, Is daarom op zijn minst al geheel tegennatuurlijk en wellicht gevonden door kamergeleerden, die het leven niet ken-