IMl'aak

ZATERDAG 5 APRIL 1947 No. 27

Aan den Heer behoort de aarde en haar volheid. Psalm 24:1

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR EVANGELIE EN SOCIALISME

ONDER REDACTIE VAN ProE Dr. W. BANNING; Ds. J. J. BUSKES Jr. EN Ds. L. H. RUITENBERG. SECRETARIS DER REDACTIE: J. G. BOMHOFF, ROERSTRAAT 48111, AMSTERDAM (Z), TEL. 24386

VERSCHIJNT VIJFTIG MAAL PER JAAR – 45ste JAARGANG VAN DE BLIJDE WERELD ABONNEMENT BIJ VOORUITBETALING PER JAAR ƒB.OO, HALFJAAR ƒ4.25, KWARTAAL ƒ 2.30 PLUS ƒ0.15 INCASSO. LOSSE NUMMERS ƒ0.15 POSTGIRO 21876 GEMEENTE GIRO V 4500 ADMINISTRATIE: N.V. DE ARBEIDERSPERS, MERELVELD 15, AMSTERDAM-CENTRUM

BLIJVENDE BEZIELING

Opnieuw wil ik mij buigen over de oude verhalen, waaraan het Paasfeest onverbrekelijk verbonden blijft. Critisch modern mens als ik nu eenmaal ben, waarlijk niet alleen tot mijn vreugde (maar een mens kiest noch de eigen tijd noch het eigen geestelijk type), heb ik opnieuw moeite met allerlei bezwaren waarmee ik echter onze lezers niet vermoei, al mag ik terwille van de eerlijkheid, niet doen alsof ze er niet zijn. Maar ik wil in die bezwaren, in de onduidelijkheid der teksten en de onbegrijpelijkheden der verhaalde gebeurtenissen, niet blijven steken; ik wil daar dwars door heen zien te komen naar het wezenlijke, het overwinningslied van Pasetj door alle eeuwen heen. Misschien zouden wij dat lied gemakkelijker verstaan als wij Russen waren, bij wie immers het Paasfeest hét alles overstralende feest van het jaar is gebleven. Alleen: wij zijn geen Russen

Dit blijkt toch voor wie onbevangen de Evangeliën leest en daar op volgende de andere boeken van het N.T. het overheersende thema, de machtige bron der blijvende bezieling: Jezus die aan het kruis der schande werd is opgestaan uit de doden, en daardoor is het bewezen, dat Hij de Christus is; daardoor wordt de verweesdheid eri verslagenheid 'Öer leerlingen radicaal omgezet tot een vaste vreugde, die hen aanstonds in staat stelt tot het reuzenwerk: de antieke wereld om te zetten door hun zendingswerk, dat zij stuk voor stuk met hun leven hebben betaald. Ik dwing mijzelf, om dat eerst in volle ernst op mij te laten inwerken. Het is Inderdaad een fantastisch onbegrijpelijk gebeuren, dat de volgelingen van een door de Romeinen, ergens in een afgelegen hoekje van hun wereldrijk, ter dood gebrachten dwaas wiens naam in de literatuur dier eeuw onbekend blijft en die geheel geen wereldbeweging heeft willen leiden binnen enkele eeuwen een gees-

telijke revolutie hebben teweeggebracht, waarvan wij thans nog leven. Dit was hun zekerheid, en het is heden nog de zekerheid van allen die zich Christenen noemen: die vermoorde dwaas behoort niet tot het verleden. Hij is een levende realiteit, met Wien wij heden verkeren. Die ons heden nog raken, ontvlammen, bezielen, louteren kan. Die dat ook heden nog zéér reëel doet

De macht van Napoleon was eenmaal groot en zijn soldaten stierven geestdriftig voor hem wie leeft en sterft er nog in Napoleons naam? De geestelijke macht van Socrates was groot, en zijn leerlingen noemden nadat hij in nobele moed de gifbeker had gedronken, zijn naam met diepe warme eerbied, en tot heden toe blijft hij een der groten in het rijk van de Geest maar wie zal belijden, dat in hem het heil der wereld is geschonken, dat door het geloof in hem het waarachtige leven is? Een communist zal de naam Lenin of Marx noemen, en er op wijzen dat nu binnen een eeuw of een kwart'eeuw het communisme heeft gedaan wat eenmaal in de antieke wereld het Christendom deed: ii.l. het nieuwe geloof worden van een nieuwe tijd. Men lette op een beslissend onderscheid: het communisme wil de wereld bevrijden van het kapitalisme door politiek te heersen en macht uit te oefenen het Evangeljp wil dienen uit onbaatzuchtigheid, en blijft politiek en werelds gesproken, radicale dwaasheid. Volgelingen van Christus belijden, dat het wAar is geen verbeelding, geen hoop, geen verlangen, maar exact en feitelijk wdar dat Hij met hen is al de dagen, óók in de nachten van vertwijfeling eri wanhoop, óók in gevangenis en doodsmarteling. Zij geloven, dat er maar Eén is, die dat in waarheid heeft kunnen zeggen: „Ik ben met ulieden” Daarom is hun doel ook niet om een bepaalde „leer” te verkondigen een Calvinistische of

Thomistische of communistische of personalistische noch om bepaalde zedelijke of sociale beginselen te doen aannemen; hun doel is om mensenlevens te laten bezielen door het leven, de reddende barmhartigheid en de stralende liefde van den levenden Christus, den reëel nu nog werkenden Heer. Zó moet het, vuur ontbranden op aarde, moet het voort worden gedragen: doordat telkens nieuwe mensen tot het levende vuur worden gebracht.

Toch is, dunkt mij, iets anders nog belangrijker. Als ik zo eerlijk mogelijk luister naar wat de schrijvers van het N.T. elk op eigen wijze, en dus onderling verschillend, en toch in wezen hetzelfde zeggen over wat er aan en in henzelf is gebeurd, dan bovenal dit; onze schuld, onze eigen willigheid, onze zonde is uit ons weggeschenen, weggebrand door de goddelijke Liefde van die Ene. Die stierf aan het Kruis, door onze schuld, door der mensen gezamenlijke schuld. Maar Die is opgestaan uit de dood: omdat de Goddelijke Liefde machtiger is dan dood, schuld, zonde. Dddrom vooral is het lied van het Evangelie het lied van de onvergankelijke vreugde, van de duurzame dankbaarheid... Zij zijn ons in menig opzicht ver, moeilijk te bereiken, die oude Christenen der eerste eeuw, die dwaze zangers, onvermoeibare getuigers, blijmoedig stervende strijders en martelaars. Maar zij hadden iets, waardoor hun leven zeldzaam rijk werd: de zekerheid geleid te worden door den levenden Heer, den opgestane. Daarvan getuigt nog steeds Pasen... Ik buig mij opnieuw over de oude verhalen, over mijn vermoeide tobbende hart, dat hunkert naar blijvende inspiratie en levende kracht. Mogen onze harten gezegend worden, óók waar het verstand niet begrijpt. stèeds Liefde’s zegening boven alle begrijpen onverdiend?

W. B.