voor ze weer dichtging. Daartussen kwam zijn stem: „Ergo bij ons in Nederland??” Maar nu zelf korzelig, zonder op te zien, antwoordde ik: „Man, zeur niet langer. En wees niet langer onrechtvaardig jegens de onderwereld. Want waar de blijdschap is daar is God. Waar jij mee tobt tegenwoordig, en ik, en iedereen die nog niet helemaal is afgestompt, dat is heel iets anders dan onderwereld. Het is iets ergers. De zonde is nimmer het ergste. Dat is het nihilisme. Misschien begint dat thans te lijken op jvat een zeker Boek „verharding” noemt. Dit nu is beslist het ergste. Maar daar laat zich nauwelijks over spreken. Men zou er zelf aan bezwijken.

Vandaar mijn verhaaltjes. Lees Damon Runyon, als onze krantenlectuur je doodsbenauwd maakt. Of de Bijbel zelf, die immers recht bezien over net zulke lui handelt.”

F. R. A. HENKELS.

Nieuws uit Kortehemmen

De eerste vacantieweek van 11—18 Augustus is volgeboekt. Voor de tweede, van 18—25 Augustus kan men zich nog aanmelden. De kosten bedragen ƒ22.50 p.p., per week. Voor kinderen beneden 12 jaar ƒ 15.—. Voor de kinderen van 4—14 jaar is vertrouwde hulp aanwezig, die zich de gehele dag met hen bezig houdt. Er wordt samen gegeten, verder is ieder vrij de dagen naar eigen believen te besteden. Wij zorgen voor geestelijke ontspanning. Kortehemmen ligt twintig minuten van Beetsterzwaag in een prachtige omgeving van bos, weiland, heide en water.

Kortehemmen 10 Augustus. Wie herinnert zich niet de jaarlijkse samenkomst van „Vrienden van Kortehemmen”, eertijds „Blijde Wereld-dag” genaamd. Wij nodigen allen, die belang stellen in cns werk uit, het contact weder te herstellen op 10 Augustus a.s. ’s Morgens een preek, ’s Middags een toespraak. Wij zorgen voor koffie of karnemelk. leder neemt brood mede. Wij rekenen er op, dat in Groningen, Leeuwarden, Sneek, Veendam en andere plaatsen zich groepen vormen, die gezamenlijk de reis aanvaarden.

Cursus 25—30 Augustus. Onderwerp: Tijd en Taak. Aankomst Maandag pl.m. 17 uur. Maandagavond: Opening door de leider. (Onderwerp: Tijd en Taak). Dinsdagmorgen: De kentering in het socialisme. (Gevraagd Henk Brugmans). Dinsdagavond: Troelstra tegen de achtergrond van deze tijd. (Gevraagd Johan Winkler). Woensdagmorgen: Christendom en communisme. (Ds. A. L. Ruitenberg). Woensdagavond: De ontwikkelingsgang van mevr. H. Roland Holst. (Ds. D. Bakker). Donderdagmorgen: Rome en het sociale vraagstuk. (G. Ruygers). Donderdagavond: Het humanisme in Nederland. (A. v. Biemen). Vrijdagmorgen: Het protestantisme en het sociale vraagstuk. (Gevraagd Van Walsum). Vrijdagavond: Muziek en declamatie. Zaterdagmorgen: Sluiting door de leider (Samenvatting).

De kosten bedragen ƒ 18.— per persoon. Gaarne sf>oedig opgaven aan ds. J. L. van Apeldoorn te Boomberg um.

Correspondentie

Aan goedwillende lezers. Zijn er onder u, die hetzij een extra-abonnement willen betalen, hetzij hun eigen gelezen exemplaar willen opzenden r aar interneringskampen? Een geestelijke verzorger schreef ons, dat ■T. en T. hem zo uitnemend geschikt leek om veel vooroordeel weg te nemen. Hij vraagt om enige abonnementen, maar onze cadeaupot is leeg. Correspondentie hierover met de red.- secretaris.

Boekbespreking

De regie van het lekenspel door Ben Albach, uitgave Ploegsma, A’dam en de V.C.J.C. te Utrecht, 1947, 112 blz, f 5.90.

In ’t bijzonder voor jeugdleiders lijkt me dit boek een ideaal bezit. Het bevat, helder uiteengezet en met duidelijke foto’s en tekeningen toegelicht, alles, wat dienstig is te weten, over het lekenspel. Hier is een vakman aan het woord, die uit zijn rijke ervaring gedetailleerde practische wenken geeft, iedereen, die op dit terrein werkt, zijn nut mee kan doen. De bruikbaarheid van het boek wordt nog verhoogd door een litteratuurlijst. De V.C.J.C. heeft op dit gebied pionierswerk verricht en tot welke hoogte het lekenspel reiken kan, weet hij, die de ontroerde getuige mocht zijn van de jaarlijks weerkerende opvoeringen in A’dam van de ' Ster van Bethlehem, onder regie van de schrijver. Ik moge de schrijver adviseren bij een

volgende druk ook eens kennis te nemen van wat in Frankrijk op dit gebied werd gepresteerd. Ik miste in de litteratuurlijst elke verwijzing naar ’t werk van Ghéon, Brochet, e.a. Overigens is juist deze lijst de zwakke stee van dit boek. Men moest toch a.s. regisseurs attent maken op hèt boek over ’t drama in onze taal: ik bedoel het boek van Van der Kun; „De handelingsaspecten van het drama”.

J. O. B.

De tiende muze, Plato’s verdediging van Socrates vertaald door dr. D. Loenen. De tiende muze, Lucretius, ,JDe natuur en haar vormen", hoek I en V, vertaald door mej. dr. Ida G. M. Gerhardt. Uitgave van Loghum Slaterus Arnhem, 1946, prijs resp. ƒ 2.50 en f 4.90. De tiende muze, zo wil het de naam van deze serie, die een reeks vertalingen aankondigt uit het Grieks en Latijn, onder redactie van de twee geleerden, die ook de eerste delen voor hun rekening namen, de tiende muze is die van de vertaalkunst. Het is hier de plaats niet om uiteen te zetten, hoe belangrijk, ook nog voor ons, de meesterwerken der klassieke oudheid zijn, maar laat ons in elk geval dankbaar zijn, als ons de kans geboden wordt tot vertrouwelijk verkeer met deze grote kunst. Het is natuurlijk beter de teksten in hun oorspronkelijke taal te lezen, maar hoe vele van hen zelfs, die het gymnasium bezochten, zijn op latere leeftijd hiertoe nog in staat?

Ik durf gertist beide vertalingen meesterlijk te noemen. Het lenige Grieks van Plato is prachtig weergegeven in deze overzetting van dr. Loenen; dit nobel betoog, boeiend als een roman en aangrijpend als portret van de edele Socrates, is in deze vorm toegankelijk en aanbevolen aan elke Nederlandse lezer, die wel eens iets van Socrates vernam of die zich hem herinnert uit geschiedenisstudie of schooltijd. Hoe wens ik dit boek in Jianden van mijn vriend, jonge arbeider, die altijd spijt heeft, dat de omstandigheden hem niet toestonden, dat hij ging studeren en die nu graag in de avonduren eens „iets goeds” leest. Dit boek is aan jou besteed, kerel. Lees het langzaam en geniet ervan. De inleiding vertelt je alles wat je weten moet om het te kunnen verstaan.

Het is jammer, dat op de gymnasia Lucretius zelden, voor zover ik weet, gelezen wordt. Fijnproevers van het Latijn kunnen u vertellen, dat zij hem evenzeer waarderen als Vergilius. Enkele jaren geleden promoveerde mej. dr. Ida Gerhardt, onze lezers bekend, cum laude op deze vertaling. Hier is ze in een aantrekkelijke uitgave. Ik heb de grootste bewondering voor dit werkstuk, waarmee zij zich met één slag tot de galerij der vaardigste vertalers op werkte, die onze letterkunde kent. (Men leze er dr. A. Weijnen in zijn boek „De kunst van het vertalen” maar eens op na). Ik heb maar één spijt: opzet en betoogtrant van Lucretius veronderstellen een behoorlijke algemene ontwikkeling het is alles te ver van deze tijd en zijn zorgen en de vertaalster gaf wel een overzichtelijke inhoud, maar onthield de lezer de zo nodige toelichtende nota’s. Zo blijft de lectuur van dit meesterwerk gereserveerd voor de kleinere groep Nederlanders, die alreeds heel wat van de klassieke cultuur afweten en voor degenen, die him vreugde kunnen beleven aan het proevend genieten van statige versregelA in een ongewoon Nederlands metrum, zoals er talloze in deze dichterlijke vertaling verspreid staan. Hier zijn drie van die regels het gaat over het leven der eerste mensen:

„Dan, om te stillen den dorst riepen lokkend rivieren en bronnen; zoals nu hoog uit de bergen een nederstorten van water klaterend roept uit de verte de stoeten der dorstige dieren” (V 945-948).

Sprookjes van de Russische wouden en steppen, naverteld door dr. Boris Raptschinsky met illustraties van B. Grosser. Ned. Uitg. Mij., Leiden, 1946, 291 blz., f 6.75.

Het begint met een leerzame beschrijving van het wijde Russische land en de Russische mens, de achtergrond van het Russische sprookje. Ge leest het matig-geïnteresseerd, want de inleiding is wat vlak en ge»zoudt nu en dan wel wat meer willen weten, b.v. de bronnen, (zijn dit vertalingen uit de grote verzameling van Afanasiev, of bewerkingen, 0f....?) Maar dan beginnen de sprookjes en een grote rust komt over u. Als ge erg critisch bent, merkt ge, dat de taal beter kon: eenvoudiger en dus dichterlijker, maar deze prachtige verhalen kunnen zelfs in een dor Nederlands hun werking niet missen. Als ge achteraf nadenkt, beseft ge, dat ge de Russische mens nader kwaamt, die ge kent uit Dostojewski en Tolstoi, die ge vermoedt als de drager van de grote Russische revolutie, maar tenvijl ge leest, raakt ge verloren, geheel en al in deze prachtige sprookjes over de schone prinses Marja Morewna, over de Vuurvogel, over de heks Bata Jaga in haar hutje, dat op kippenpootjes staat. Als ge het hutje bezoeken wilt, moet ge het vragen zich om te draaien. De kippenpootjes beginnen rond te lopen en de voorkant van het hutje keert zich naar de bezoeker, de achterkant naar het donkere bos. Daar ziet ge dan Bata Jaga, met haar puntige neus en scherpe tanden, liggen

op de oven. Soms waait er een grimmige humor door de sprookjes, soms vertellen ze van groot verdriet, dat niet getroost kan worden, maar nimmer zijn ze wreed, zoals die van Grimm soms zijn. Ik zet dit mooi geïllustreerde boek weer weg, maar als het heel koud is, zal ik deze wintersprookjes ter hand nemen en ik kan me voorstellen, hoe mijn zoontje met wijd-open ogen luisteren zal, als ik hem vertel van het arme meisje dat alleen in het gi-ote bos op een sneeuwhoop zat en bibberde van de kou, maar dan komt Morozko met de rode neus en dan rijden ze weg in een slee en o wat een verrassingen gebeuren er dan! De Russen hebben prachtige sprookjes! J. G. B.

Korte aankondiging

Het mocht u misschien ontgaan, daarom wijzen wij u er even op: Naar wij vernemen, zal er van de hand van prof. dr. J. A. Cramer binnenkort een boek verschijnen, getiteld: „De dominee van onze volkskerk”. Het zal een pendant zijn van zijn vroegere werk: „De dominee in de stad en op het land”.

Het nieuwe boek houdt zich bezig met de plaats en roeping van de predikant in de kerk van deze dagen en met religieuze en kerkelijke vragen, waEirtegenover hij zowel als het gemeentelid komen te staan. Een verblijdend bewijs van de geestkracht en de werklust van de bejaarde auteur. Uitgeverij W. J. ten Have, Amsterdam.

Binnenkort wordt in verschillende plaatsen van ons land een tentoonstelling gehouden: Indonesië „Beter bekend maakt maar bemind”.

Deze tentoonstelling wordt gehouden onder auspiciën van de Vereniging „Nederland-Indonesië” en de Stichting Vrij Nederland en heeft ten doel het Nederlandse volk een ruimer inzicht te verschaffen in het leven en werken der Indonesiërs.

De held en de rovers, een zwartboek over „De Telegraaf”, door H. M. van Randwijk. Uitgave Vrij Nederland, A’dam, 1947.

Het ligt niet aan Van Randwijk, die een onzer begaafdste weekbladschrijvers is, dat dit boekje zo welsprekend werd en de lezer zo aangrijpt. Hij heeft ’t is duidelijk zich de uiterste soberheid opgelegd. Het onderwerp leende zich er toe om de pen in vitriool te dopen. Hij deed het niet. Hij liet slechts de feiten spreken en voorzag ze va.n een sober commentaar. Maar koop dit boekje en bewaar het en let dan op wat de heren van De Telegraaf, van Elsevier en liun advocaat mr. Kortenhorst doen en weet uw plaats, als de strijd over radio en krant weer gaande is.

Voor Goud en Zilver iVan Dijk I Steenweg 39 – Utrecht Want waar mensen samen zingen, sluit de liefde hen aaneen Dit geldt wel in het bijzonder, als we onze socialistische liederen zingen. Maar weten we de woorden nog? En kennen we de wijs? Het zal daarom velen verheugen, dat zojuist gereed kwam een nieuwe druk van I MOUCENHOOC ■ VOOR ZANG EN PIANO Muziek: Otto de Nobel H Tekst: Dirk Troelstra. I / 0.90 Ondergetekende wenst te ontvangen door bemiddeling van: ex MORGENROOD & ƒ 0.90. Naam: Straat: Plaats: H Overhandig dit biljet aan Uw boekverkoper. U kunt het ook rechtstreeks opzenden in open enveloppe 2 cents postzegel erop aan de I N.V. DE ARBEIDERSPERS m Afd. Uitgeverij – Hekelveid 15 – Amsterdam

M /WCtWPtHB • MÜ